Counter democracy

advertisement
Pierre Rosanvallon, Counter-Democracy; Politics in an age of distrust, Cambridge university
press 2008
Politiek gaat er om een ‘volk’, dat per definitie niet bestaat maar een construct is, te
transformeren in een vitale politieke gemeenschap. Het gaat om symboliek, collectieve
reflectie.
Souvereiniteit is niet alleen de uitoefening van macht; het is ook zeggenschap over zichzelf en
duiding van de wereld. (blz. 309)
Rosanvallon onderscheidt drie dimensies van democratie:
1. electoraal-representatieve regering
2. tegen-democratische activiteiten
3. vestiging van een burgerlijke maatschappij door middel van politiek
De drie dimensies hebben ieder hun eigen kenmerken. De eerste dimensie is uitvoerig
bestudeerd, waarbij de aandacht met name uitgaat naar principes en procedures die
burgerparticipatie, communicatie tussen overheid (= regering inclusief ambtelijk apparaat +
politiek) en burgers, en vertegenwoordiging beheersen. Het gaat dan ook om de legitimering
van autoriteit (= macht + gezag), en om mechanismen om de overheid zowel verantwoordelijk
als responsief tegenover de samenleving te maken.
Geen enkele overheid wordt gezien als legitiem, tenzij ze bereid is debat aan te gaan over haar
beleid, en haar beleid te rechtvaardigen.
De derde dimensie heeft betrekking op reflectieve en deliberatieve activiteiten, gericht op het
uitwerken van regels die de gedeelde wereld definiëren: principes van rechtvaardigheid en
recht, arbitrage van de verschillende belangen van verschillende groepen, bepalen van de
grens tussen privaat en politiek. Het gaat dan ook om een politiek systeem waarvan de
structuur kenbaar en navolgbaar is.
De tweede dimensie is het onderwerp van het boek. In de praktijk ontstaan parallelle vormen
van autoriteit, ofwel corrigerende krachten.
Tegen-democratie; analyse
Democratie wordt van oudsher (ook) gedefinieerd als georganiseerd wantrouwen, als controle
en begrenzing van macht. Dat impliceert toezicht op machthebbers en machtsgebruik, en dat
vereist voortdurende alertheid.
Bovendien moet macht niet alleen ‘gezien’ worden, het moet ook gestuit kunnen worden.
Besluiten moeten kunnen worden teruggedraaid; beleid kan worden voorkómen.
In een democratie hebben actoren, anders dan de procedureel correct tot stand gekomen
regering, niet de macht om hun doelen te bereiken, om iets in gang te zetten (positieve macht).
Ze hebben wel de macht om acties van de regering te stoppen, tegen te gaan (preventiemacht).
Wisselende coalities, grote minderheden of sleutelfiguren kunnen acties tegenhouden door
middel van protest, het onthouden van steun, dreigen met verlies van kiezersgunst enz.
Rosanvallon behandelt een aantal kenmerken van tegen-democratie, vormen van
georganiseerd, actief wantrouwen en van preventiemacht:
1. toezicht en controle (surveillance)
Algemene uitdrukkingen hiervan zijn alertheid, beschuldiging, en evaluatie. Publiek debat,
mobilisatie en ideologische en politiek-theoretische uitingen in allerlei vormen houden politici
binnen de kaders van de legitieme machtsuitoefening. Het aan het licht brengen van
schandalen bevestigt bovendien de collectieve normen waarop de democratie is gestoeld.
Allerlei vormen van evaluatie, het beoordelen van machthebbers en machtshandelingen,
verdiepen het publieke debat.
De verbreiding van toezichtsmacht (dankzij media, podia, organisatie, internet) leidt tot
democratische competitie. Naast het electoraal-representatieve systeem zijn er verschillende
vormen van tegen-democratie. Dat roept discussie op over representativiteit en legitimiteit.
Politieke legitimiteit is gebaseerd op algemeenheid, en het idee van algemeenheid, algemene
geldigheid, het algemene vertegenwoordigend, is weer gebaseerd op een getalsmatige
meerderheid, of op onafhankelijkheid, objectiviteit en neutraliteit, of op universele waarden.
2. preventiemacht
Het recht om besluiten te nemen en beleid uit te voeren is belegd bij de overheid. De
samenleving behoudt het recht om zich te verzetten: negatieve macht. Rebel, tegenstander en
dissident horen inherent bij democratie: zonder tegenstand wordt macht absoluut en totaal.
Georganiseerde vormen van preventiemacht zijn vetorecht, referendum e.d.
Het is eenvoudig om reactieve coalities te organiseren, omdat het er niet toe doet dat ze
heterogeen zijn samengesteld. De deelnemers zijn met elkaar verbonden door weerstand, om
totaal verschillende redenen misschien maar ze willen allemaal iets niet. Nu de wereld niet
langer georganiseerd is rond ideologieën, ontstaan er steeds vaker reactieve politieke
meerderheden.
Het gevolg hiervan is wel dat de overheid slagkracht verliest, de macht van positieve actie
verliest. Dat geeft dan weer een algemeen gevoel van onmacht, wat frustratie en woede
oplevert.
3. rechtspraak
Rechtspraak, de toepassing van algemene wetten in specifieke gevallen, is ook een vorm van
tegen-democratie. Zelfs al varieert de mate waarin rechtspraak rechtstreeks politiek is
(bijvoorbeeld door constitutionele toetsing, troonsafzetting of recall), en ook al varieert de
mate waarin het volk rechter is (in jury of tribunaal), het gaat om andere macht dan de
regeringsmacht. Ook rechtspraak behartigt en bepaalt het algemeen belang, niet door stemmen
maar door oordelen. Ook door rechtspraak worden normen gecodificeerd, niet door wetgeving
maar door jurisprudentie.
Pathologie
Degeneratie van tegen-democratie leidt tot populisme en anti-politiek. Dan wordt alle
burgerlijke activiteit beperkt tot aanklacht en beschuldiging, zodat burger en overheid van
elkaar vervreemden. Er worden geen positieve doelen geformuleerd, geen ambities of
verbeteringen, iedere vernieuwing en verandering wordt tegengehouden. Beoordelen wordt
veroordelen.
Aanbevelingen
Zonder de discussie over participatie en deliberatie te bagatelliseren, moet het blikveld toch
verbreed worden in het denken over democratische vernieuwing. Essentieel is het beter
organiseren van tegen-democratische krachten. Als dat niet gebeurt, kunnen die krachten
degenereren in destructieve en reductieve vormen van populisme. Bovendien is er echt
nieuwe inspiratie nodig om de ware aard van politiek te kunnen begrijpen.
Het organiseren van tegen-democratische krachten gaat dan om de verschillende types van
toezichtsmacht. Er bestaan vijf types: parlementair toezicht op de uitvoerende macht,
gecombineerd met onderzoeksbevoegdheden; publieke opinie, uitgedrukt en verspreid via de
media; kritische interventies door oppositiepartijen; sociale en burgerlijke organisaties; ad hoc
democratische instituties.
Het gaat ook om het organiseren van preventieve macht. Preventieve macht betekent
pluralistische vormen van souvereiniteit, waarin verkiezingen niet de enige bron van
legitimiteit zijn. Een voorbeeld van een geinstitutionaliseerde preventieve macht is juridische
toetsing aan de grondwet.
Rousanvallon stelt dat de belangrijkste opgave niet institutioneel of structureel is, maar
pedagogisch: de macht moet van het voetstuk afdalen en zijn handelingen rechtvaardigen. Dat
gaat om een attitude, om het onderbouwen en uitleggen van besluiten en handelingen.
Download