amenwerkingscontract Banzai

advertisement
Contract betreffende de samenwerking
tussen L.V.S.J.K. Tanuki en T.F.C. Banzai
L.V.S.J.K. Tanuki
Datum:
X
X
A. P. Van Der Veere
Voorzitter LVSJK Tanuki
H. W. F. Dillmann
Vice-Voorzitter LVSJK Tanuki
X
A. P. Ardjoen
Quaestor LVSJK Tanuki
T.F.C. Banzai
Datum:
X
X
D. Van Someren
L. Van Der Beek
Art.1
Het bestuur van L.V.S.J.K. Tanuki ,hierna “Tanuki”, verleend bij ondertekening van dit contract erkenning
aan T.F.C. Banzai, hierna “Banzai”.
Art. 2
Voor de erkenning van Banzai door Tanuki, het behouden van deze erkenning, het eventueel
verlenen van financiële steun enz., alsmede de intrekking van de erkenning, gelden de verder in
dit contract opgenomen bepalingen.
Art. 3
Voor de erkenning van Banzai door Tanuki dient Banzai een opgave te verstrekken aan Tanuki van
degenen, die zich als lid bij Banzai hebben aangemeld, met vermelding of zij lid zijn van Tanuki , alsmede
een begroting van de inkomsten en uitgaven gedurende het eerste jaar en de voorgestelde contributie
voor Banzai.
Art. 4
Voor het lidmaatschap van Banzai is vereist dat men tevens lid is van Tanuki. Leden van Banzai die niet
voldoen aan de vereisten voor het 'gewoon lidmaatschap' als bedoeld in paragraaf 2, artikel 2 van de
statuten van Tanuki, dienen vervolgens 'buitengewoon lid' te worden van Tanuki. Beëindiging van het
lidmaatschap van Tanuki betekent dus tevens beëindiging van het lidmaatschap van Banzai. Omgekeerd
betekent beëindiging van het lidmaatschap van Banzai tevens beëindiging van het 'buitengewoon
lidmaatschap' van Tanuki.
Art.5
Voor erkenning van Banzai door Tanuki, dient ten minste tachtig procent van het aantal actieve leden
van Banzai te bestaan uit 'gewone leden' van Tanuki. Indien dit aantal niet (meer) wordt gehaald kan het
bestuur van Tanuki de erkenning voor Banzai intrekken. In bijzondere gevallen kan, met goedvinden van
het bestuur van Tanuki, van deze bepaling worden afgeweken. Een verzoek daartoe behoort schriftelijk
te worden ingediend, terwijl ook de toestemming of de afwijzing van het verzoek schriftelijk zal worden
medegedeeld.
Art. 6
Een lid van Banzai wordt beschouwd als actief lid zoals bedoelt in artikel 5 als dit lid deelneemt aan ten
minste vijftig procent van de trainingen van Banzai, dan wel twee wedstrijden in het eerste semester
van de Universiteit Leiden. Vervolgens vijftig procent van de trainingen van Banzai, dan wel drie
wedstrijden in het tweede semester van de Universiteit Leiden.
Art. 7
Banzai moet een bestuur hebben. Alle bestuursleden dienen te behoren tot de categorie 'gewone leden'
zoals vermeld in paragraaf 2, artikel 2 van de statuten van Tanuki. In bijzondere gevallen kan, met
goedvinden van het bestuur van Tanuki, van deze bepaling worden afgeweken. Een verzoek daartoe
behoort schriftelijk te worden ingediend, terwijl ook de toestemming of de afwijzing van het verzoek
schriftelijk zal worden medegedeeld.
Art. 8
Voor een de erkenning van Banzai door Tanuki, moet door Banzai een reglement worden vastgesteld.
Dit reglement, alsmede alle wijzigingen daarvan moeten door het bestuur van Tanuki schriftelijk worden
goedgekeurd. Zonder deze goedkeuring hebben het reglement en de wijzigingen daarvan géén
geldigheid in de zin van erkenning door Tanuki.
Art. 9
Banzai moet bij al haar activiteiten steeds duidelijk tot uiting brengen, dat zij een onderdeel is van
Tanuki.
Art. 10
Sponsorgeld zal worden verstrekt door Tanuki op basis van het aantal actieve leden van Banzai als
omschreven in artikel 6 van dit contract. De hoogte van het sponsorgeld per lid wordt bepaald in overleg
tussen de besturen der Tanuki en Banzai. Indien er geen overeenkomst plaats kan vinden met
betrekking tot de hoogte van het sponsorgeld per lid zal de hoogte van het sponsorgeld worden
vastgesteld op de Algemene Leden Vergadering der Tanuki.
Tanuki kan evenwel steun verlenen, welke kan bestaan in het bieden van materiële hulp, het doen van
een geldelijke gift alsmede het verstrekken van een lening onder coulante voorwaarden, welke evenwel
naar haar aard dient te worden terugbetaald.
Art. 11
Uitgaven, welke Banzai doet ten behoeve van Tanuki, zoals bijvoorbeeld uitgaven voor een feestavond
van Tanuki, kunnen geheel of gedeeltelijk door Tanuki worden terugbetaald.
Hiervoor is het in het algemeen nodig, dat men vooraf goedkeuring voor het doen van deze
uitgaven heeft gevraagd, onder overlegging van een raming der uitgaven, en verkregen.
Art. 12
Banzai is verplicht na afloop van elk semester van de Universiteit Leiden een halfjaarverslag en een
financieel verslag over dat halve jaar, alsmede een begroting van inkomsten en uitgaven voor het
aankomende semester aan het bestuur van Tanuki ter informatie toe te zenden. Bij een eventueel
verzoek aan Tanuki om financiële steun dient Banzai tevens een overzicht van de financiële positie op
dat tijdstip bij te voegen.
Art. 13
De voorzitter en/of een ander lid van het bestuur van Tanuki zijn gerechtigd de ledenvergaderingen van
Banzai bij te wonen. Zij hebben in deze vergaderingen een adviserende stem. Convocaties voor
vorenbedoelde vergaderingen dienen steeds tijdig aan de secretaris van Tanuki te worden toegezonden.
Art. 14
Banzai is verplicht tenminste jaarlijks een opgave van de ledenmutaties te verstrekken aan de secretaris
van Tanuki. Bij de indiening van de onder artikel 11 van dit contract bedoelde stukken dient tevens een
volledige ledenlijst per het einde van het semester te worden gevoegd.
Art. 15
Teneinde Banzai de gelegenheid te geven de nodige maatregelen te treffen, zoals het samenstellen van
een bestuur, het vaststellen van een reglement, enz., kan het bestuur van Tanuki voor de tijd van
maximaal een half jaar een voorlopige erkenning verlenen.
Binnen deze tijd dient Banzai, de nodige maatregelen te hebben getroffen.
Definitieve erkenning wordt slechts verleend na ontvangst van een schriftelijke verklaring van het
bestuur van Banzai i.o., ondertekend door het dagelijks bestuur, dat Banzai zich kan verenigen met dit
contract.
Art. 16
Het bestuur van Tanuki kan tot opheffing van de erkenning van Banzai besluiten, indien Banzai zich niet
houdt aan de in deze regeling opgenomen bepalingen.
Art. 17
Indien Banzai na intrekking van de erkenning als zelfstandige vereniging wordt voortgezet, bestaat de
mogelijkheid, dat Tanuki een vordering op deze vereniging claimt tot maximaal het bedrag, dat in een
periode van twee jaar voorafgaande aan de intrekking van de erkenning als financiële of materiële steun
door de moedervereniging is verleend.
Art. 18
Opheffing van Banzai betekent niet automatisch het royement door Tanuki van de desbetreffende leden
van Banzai. Hiervoor gelden slechts de bepalingen van de statuten van Tanuki en huishoudelijk
reglement.
Download