STATUTEN VAN DE UTRECHTSE PROVINCIALE DAMBOND NAAM EN ZETEL Artikel 1 De vereniging draagt de naam Utrechtse Provinciale Dambond, ook aan te duiden als UPDB. Zij heeft haar zetel in de gemeente Utrecht. DOEL Artikel 2 De UPDB stelt zich ten doel het bevorderen van het beoefenen van het damspel in de provincie Utrecht en enkele door de KNDB aan te wijzen omringende gemeenten. Artikel 3 De UPDB tracht dit doel te bereiken door: - Het bevorderen van de oprichting van plaatselijke damverenigingen; - Het desgevraagd ondersteunen van plaatselijke damverenigingen bij - het organiseren van activiteiten; - Het organiseren van team- en persoonlijke wedstrijden en het daaraan verbinden van titels; - Het propageren van het damspel in al zijn uitingsvormen - Het actief vertegenwoordigen van de UPDB in de Koninklijke Nederlandse Dambond. DUUR EN BOEKJAAR Artikel 4 De UPDB is opgericht op 21 oktober 1913 en is aangegaan voor onbepaalde tijd. Het verenigingsjaar loopt van 15 september tot en met 14 september van het daarop volgende jaar. AANGESLOTEN VERENIGINGEN EN LEDEN Artikel 5 De UPDB kent aangesloten verenigingen en leden. Aangesloten verenigingen zijn damverenigingen die als zodanig bij de Koninklijke Nederlandse Dambond zijn ingeschreven en tot de UPDB zijn toegetreden. Leden van de UPDB zijn natuurlijke personen die lid zijn van een bij de UPDB aangesloten vereniging en als zodanig bij de Koninklijke Nederlandse Dambond staan ingeschreven. statuten UPDB, november 2010, pagina 1/7 Leden die op 1 januari van een lopend jaar nog niet de leeftijd van 19 jaar hebben bereikt, worden als jeugdleden aangemerkt. Artikel 6 De aansluiting van een vereniging bij de UPDB eindigt als de desbetreffende vereniging wordt opgeheven of haar inschrijving bij de Koninklijke Nederlandse Dambond beëindigt of doordat het bestuur van die vereniging schriftelijk te kennen geeft haar aansluiting bij de UPDB te willen beëindigen. Het lidmaatschap van de UPDB eindigt, als de vereniging waartoe het lid behoort, haar aansluiting bij de UPDB beëindigt of als het betreffende lid zijn of haar lidmaatschap van een bij de UPDB aangesloten vereniging beëindigt of door royement conform artikel 7. Artikel 7 Op grond van ernstig wangedrag kan het bestuur van de UPDB een lid schorsen. Dit kan ook geschieden op verzoek van een bij de UPDB aangesloten vereniging. Zolang een lid geschorst is, kan hij niet deelnemen aan wedstrijden of andere activiteiten door of namens de UPDB georganiseerd. Onder ernstig wangedrag worden handelingen verstaan die in strijd zijn met de statuten, het huishoudelijk reglement of besluiten van de UPDB of andere handelingen waardoor de UPDB op onredelijke wijze wordt benadeeld. Op de eerstvolgende Algemene Ledenvergadering vraagt het bestuur van de UPDB de schorsing om te zetten in een royement. Als de Algemene Ledenvergadering zijn goedkeuring niet geeft, dan wordt de schorsing direct opgeheven. Het bestuur van de UPDB kan een Buitengewone Ledenvergadering bijeenroepen om de schorsing om te laten zetten in een royement. Een lid dat geroyeerd is, mag geen lid zijn van een bij de UPDB aangesloten vereniging en mag niet deelnemen aan wedstrijden of andere activiteiten door of namens de UPDB georganiseerd. In geval van een royement kan het geroyeerde lid in beroep gaan. Hij geeft dat schriftelijk te kennen aan het bestuur, binnen één maand na het ingaan van het royement. In dat geval wordt een beroepscommissie gevormd, bestaande uit drie leden van bij de UPDB aangesloten verenigingen, niet zijnde UPDB-bestuursleden. Het bestuur van de UPDB geeft schriftelijk aan of en hoe het royement in de toekomst opgeheven kan worden. Het bestuur van de UPDB kan de KNDB verzoeken het geroyeerde lid ook namens de KNDB te royeren. Een lid dat door de KNDB geroyeerd is, mag statuten UPDB, november 2010, pagina 2/7 geen lid zijn van een bij de KNDB aangesloten vereniging en mag niet deelnemen aan wedstrijden of andere activiteiten door of namens de KNDB georganiseerd. Artikel 8 -Op grond van bepaalde verdiensten voor de UPDB, kan de algemene vergadering, op voorstel van het bestuur, een lid benoemen tot Lid van verdienste van de UPDB. -Op grond van grote verdiensten voor de UPDB of voor het damspel in het algemeen, kan de algemene vergadering, op voorstel van het bestuur, een lid tot Erelid van de UPDB benoemen. Benoeming tot erelid is in bijzondere gevallen ook mogelijk voor iemand die niet lid van de UPDB is. -Op grond van grote verdiensten als voorzitter van de UPDB, kan de algemene vergadering, op voorstel van het bestuur, een (ex-)voorzitter van de UPDB benoemen tot Erevoorzitter van de UPDB. De criteria die gelden voor de benoeming tot lid van verdienste, tot erelid of tot erevoorzitter, zijn nader omschreven in het huishoudelijk reglement. Artikel 9 De UPDB houdt een register bij waarin van elk lid is opgenomen de naam, het adres, het geslacht, de geboortedatum en de naam van de vereniging waarvan hij of zij lid is. De bij de UPDB aangesloten verenigingen zijn gehouden deze gegevens te verstrekken. BESTUUR Artikel 10 Het bestuur bestaat uit ten minste vijf en maximaal zeven meerderjarige UPDB-leden. De leden van het bestuur worden benoemd door de algemene vergadering volgens de bepalingen van het huishoudelijk reglement. Indien het aantal bestuursleden daalt beneden de vijf, blijft het bestuur bevoegd, met dien verstande dat het dient te bevorderen dat in de bestaande vacature(s) zo snel mogelijk wordt voorzien. Artikel 11 Het dagelijks bestuur, dat de UPDB in en buiten rechte vertegenwoordigt, bestaat uit de voorzitter, de secretaris en de penningmeester. Artikel 12 Het bestuur is belast met het besturen van de vereniging.De taken van de bestuursleden zijn nader aangeduid in het huishoudelijk reglement. Het bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak te doen uitvoeren door commissies waarvan de leden door het bestuur worden benoemd en ontslagen. Te denken valt aan een jeugdcommissie en een wedstrijdcommissie. statuten UPDB, november 2010, pagina 3/7 VERGADERINGEN Artikel 13 Jaarlijks wordt, uiterlijk zes maanden na afloop van het boekjaar van de UPDB, een algemene vergadering belegd. Aan deze algemene vergadering komen alle bevoegdheden toe die niet door de wet of de statuten aan het algemeen bestuur zijn opgedragen. De vergadering wordt geleid door de voorzitter van het bestuur van de UPDB. Bij afwezigheid van de voorzitter treedt een door het UPDB-bestuur aan te wijzen bestuurslid op. Artikel 14 Op de algemene jaarvergadering wordt in ieder geval behandeld: - Het verslag van de vorige algemene vergadering; - Het jaarverslag van de secretaris; - Het jaarverslag van de jeugdleider; - Het verslag van de kascontrolecommissie; - Het verslag van de financiële gang van zaken; - Vaststelling van de begroting; - Voorziening in vacatures in bestuur en in de kascontrolecommissie. Artikel 15 De algemene vergadering is toegankelijk voor alle leden. Aan de discussies mogen deelnemen: het bestuur, de leden van de commissies, de leden van verdienste en ereleden en de leden die een vereniging vertegenwoordigen. Artikel 16 De wijze van stemmen wordt nader in het huishoudelijk reglement bepaald. Stemmen over zaken geschiedt mondeling of bij handopsteken; stemmen over personen gebeurt schriftelijk. Stemgerechtigd zijn alleen de verenigingsafgevaardigden. De stem van de verenigingsafgevaardigden vertegenwoordigen per vereniging het aantal leden dat de betreffende vereniging bezit op de eerste dag van het boekjaar waarin de algemene vergadering plaats vindt. Besluiten worden genomen bij meerderheid van het aantal vertegenwoordigde leden. Deze regeling geldt niet bij het wijzigen van statuten (zie artikel 24) of bij de besluiten over het ontbinden van de UPDB (zie artikel 25). Artikel 17 Naast de in art.13 genoemde algemene vergadering kunnen vergaderingen worden bijeengeroepen als het bestuur of minstens zeven aangesloten verenigingen dit wenselijk achten. Dergelijke vergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur, met inachtneming van een termijn van tenminste veertien dagen. statuten UPDB, november 2010, pagina 4/7 FINANCIËN Artikel 18 De geldmiddelen van de UPDB bestaan uit contributies van de leden en andere inkomsten. De hoogte van de contributies van de leden wordt jaarlijks door de algemene vergadering vastgesteld. De leden kunnen in categorieën worden ingedeeld die een verschillende contributie betalen. De contributies worden via de verenigingen geïnd. Artikel 19 Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de bond zodanig aantekening te houden, dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen worden gekend. Op de algemene vergadering bedoeld in artikel 13, brengt het bestuur verslag uit van de financiële gang van zaken in het afgelopen boekjaar. Artikel 20 De algemene vergadering benoemt jaarlijks een kascontrolecommissie, bestaande uit drie meerderjarige leden van drie verschillende verenigingen, die geen deel mogen uitmaken van het bestuur. De leden van deze commissie worden gekozen voor de duur van ten hoogste drie jaar. Een van de leden is reservelid die na een jaar in de plaats treedt van het aftredende commissielid. Jaarlijks treedt tenminste één commissielid af volgens een door het bestuur op te maken rooster. De kascontrolecommissie onderzoekt de rekening en de verantwoording van het bestuur en brengt de algemene vergadering verslag uit van haar bevindingen. Artikel 21 Goedkeuring door de algemene vergadering van het jaarverslag over de financiële gang van zaken, strekt het bestuur tot decharge voor alle handelingen voorzover die uit de jaarstukken blijken. RECHTEN EN PLICHTEN VAN DE AANGESLOTEN VERENIGINGEN EN DE LEDEN Artikel 22 De aangesloten verenigingen hebben het recht zich op de algemene ledenvergadering door minimaal één meerderjarige afgevaardigde te laten vertegenwoordigen. Deze afgevaardigde is stemgerechtigd. Zijn stem wordt geacht het aantal leden te vertegenwoordigen dat de betreffende vereniging bezit op de eerste dag van het boekjaar waarin de algemene vergadering wordt gehouden. De aangesloten verenigingen hebben het recht deel te nemen aan de teamwedstrijden die door de UPDB worden georganiseerd. De verenigingen hebben de plicht de gegevens over hun leden als statuten UPDB, november 2010, pagina 5/7 bedoeld in artikel 5, op te geven aan de UPDB. De verenigingen zijn verplicht de door hun leden verschuldigde UPDB-contributie te innen en aan de UPDB af te dragen. Artikel 23 De leden hebben het recht om deel te nemen aan alle wedstrijden die door de UPDB worden georganiseerd, tenzij uitdrukkelijk is aangekondigd dat de wedstrijden slechts voor een bepaalde categorie open staan. Meerderjarige leden kunnen gekozen worden in alle functies binnen de UPDB. De leden hebben de plicht de statuten, het huishoudelijk reglement en andere besluiten van de UPDB na te leven. STATUTENWIJZIGING Artikel 24 Deze statuten kunnen alleen worden gewijzigd door een algemene vergadering waarop van de helft of meer van de aangesloten verenigingen een afgevaardigde aanwezig is. Een wijziging van de statuten wordt van kracht als tweederde of meer van het aantal door deze afgevaardigdenvertegenwoordigde leden met de wijziging instemt. Is van minder dan de helft van de bij de UPDB aangesloten verenigingen een afgevaardigde aanwezig, dan kan het bestuur voor het wijzigen van de statuten binnen vier weken een nieuwe vergadering beleggen. In deze nieuwe algemene vergadering wordt, ongeacht het aantal aanwezige verenigingsafgevaardigden, de statutenwijziging van kracht als tweederde of meer van het aantal door de afgevaardigden vertegenwoordigde leden met de wijziging instemt. ONTBINDING UPDB Artikel 25 Tot ontbinding van de UPDB kan alleen worden overgegaan door een algemene vergadering waarop van de helft of meer van de aangesloten verenigingen een afgevaardigde aanwezig is. De ontbinding wordt alleen van kracht als drievierde of meer van het aantal door deze afgevaardigde vertegenwoordigde leden met de opheffing instemmen. Is van minder dan de helft van de aangesloten verenigingen een afgevaardigde aanwezig, dan moet voor het opheffen een nieuwe vergadering bijeengeroepen worden, welke niet eerder mag worden gehouden dan een week na de eerste vergadering. In deze nieuwe vergadering wordt tot opheffen van de UPDB besloten als drievierde of meer van het aantal door de dan aanwezige afgevaardigden vertegenwoordigde leden, het voorstel tot ontbinding steunen. De bestemming van een eventueel aanwezig batig saldo wordt vastgesteld door de vergadering die tot ontbinding besluit. Dit artikel kan niet worden gewijzigd zodra een voorstel tot ontbinding aanhangig is gemaakt. statuten UPDB, november 2010, pagina 6/7 SLOTBEPALINGEN Artikel 26 In alle gevallen waarin de statuten of het huishoudelijk reglement niet voorzien, beslist het bestuur. Artikel 27 Deze statuten treden in werking onmiddellijk na aanneming ervan door de algemene vergadering. Aldus vastgesteld tijdens de algemene vergadering van de UPDB op 11 november 2009. Het bestuur, voorzitter ................................................................................... secretaris .................................................................................... penningmeester ....................................................................... wedstrijdleider teams............................................................... wedstrijdleider persoonlijk ....................................................... jeugdleider ................................................................................ statuten UPDB, november 2010, pagina 7/7