Blok 1 Ik kan drie of vier getallen handig optellen en aftrekken

advertisement
Blok 1
Ik kan drie of vier getallen handig optellen en
aftrekken.
(3645 – 77 -123 =)
Ik kan een eenvoudige breuk herkennen en
tekenen.
(teken 3/5 deel van het glas)
Blok 2
Ik kan getallen met en zonder komma onder
elkaar optellen en aftrekken tot ongeveer 10.000.
(1756,70 + 1641)
Ik kan een percentage aflezen en inkleuren en ik
kan percentages uitrekenen.
(12 van de 30 kinderen dragen een bril, dat is ….%)
Blok 3
Ik kan keersommen en deelsommen met
kommagetallen maken.
(1,5 : 100 = en een snoepje is 20 cent, Tim heeft
€3,- hoeveel snoepjes kan hij kopen?)
Ik kan met een schaal lengtes omrekenen naar de
werkelijke lengte.
(in het echt is het touw 12 meter, schaal: 1 cm =
1,5m, teken het touw)
Blok 4
Ik kan grote keersommen en deelsommen onder
elkaar met kommagetallen maken.
(625 x 7 =, 24 x 36 =, 14,7 x 6 =)
Ik kan keersommen en deelsommen met breuken
maken.
(Tim heeft 50 appels, elk kind krijgt 11/2 appel,
hoeveel kinderen kan Tim een stuk geven?)
Blok 5
Ik kan grote deelsommen met en zonder rest
maken.
(1569 : 23 = )
Ik kan sommen maken met tijdmaten, snelheden
en prijs per tijdseenheid.
(Het is nu 9.45u, over 2uur en 28 minuten komen
we aan. Hoe laat komen we aan?)
Blok 6
Ik kan kommagetallen op een getallenlijn plaatsen
en kommagetallen met breuken vergelijken.
(prijs is €700,-, je krijgt 15% korting, dat is €….., de
nieuwe prijs is €…..,-)
Ik kan de nieuwe prijs, de oude prijs en het
kortingspercentage berekenen.
(60% van 140,- en de oude prijs is €100,- en de
nieuwe prijs €70,- hoeveel procent korting?)
Blok 7
Ik kan optellen, aftrekken, delen en keersommen
maken door uit een verhaal of een plaatje de
getallen te halen.
(kinderen kosten €2,85 en volwassenen 4,25 wat
kosten een gezin met drie kinderen?)
Ik kan informatie uit grafieken aflezen, gebruiken
en vergelijken. vergelijken
(lees de grafiek, wanneer werd het meeste ijs
verkocht?)
Blok 8
Ik kan keersommen met hele getallen en
kommagetallen maken waarvan de cijfers in een
verhaaltje of plaatje staan.
(16,40 x 35 =)
Ik kan de omtrek, oppervlakte en inhoud
berekenen met de aangegeven maten.
(oppervlakte en inhoud berekenen, bijv., van
tuinen waar ook een grasveld is)
Blok 9
Ik kan schattend berekenen hoeveel je overhoudt
als je drie artikelen koopt.
(Tim heeft €120,- en koopt iets van €37,85 en
€19,95, hoeveel houdt hij ongeveer over?)
Ik kan breuken gelijknamig maken, optellen en
aftrekken.
(11/8 + 21/2 =)
Blok 10
Ik kan handig rekenen (+ - x :) met hele getallen en
kommagetallen.
(251 + 148 + 149 = / 1,64 – 0.81 – 0,19 =)
Ik kan een verhoudingstabel gebruiken om een
deel te berekenen.
(1kg = €16,-, 100 gr = €…..)
Blok 11
Ik kan grote getallen (miljoen en miljard)
herkennen, plaatsen op een getallenlijn en
kommagetallen voluit schrijven.
(5,4 miljoen = …………. / 467,58 afronden op
honderdtallen)
Ik kan de nieuwe prijs, de oude prijs en het
kortingspercentage berekenen.
(oude prijs is €50,-, nieuwe prijs is €35,-, wat is de
korting in %?)
Blok 12
Ik kan met een rekenmachine sommen met hele
getallen en kommagetallen uitrekenen.
(3x €1,78 = + 5 x €2,95=)
Ik kan breuken omzetten in kommagetallen en
omgekeerd.
(Schrijf de breuk als kommagetal: 2 7/20)
Download