volledige prospectus - AFER

advertisement
Opensfer
VOLLEDIGE PROSPECTUS
AVIVA INVESTORS FRANCE
Maatschappelijke zetel: 24-26 rue de la Pépinière- 75008 PARIJS – Tel.: 01 76 62 90 00 – Fax: 01 76 62 91 00
Naamloze vennootschap met raad van bestuur en raad van toezicht met een kapitaal van € 10.293.750 - RCS Paris B 335 133 229
Maatschappij voor portefeuillebeheer erkend door de Franse beurscommissie onder het nummer GP 97-114
Opensfer
Vereenvoudigde
prospectus
DEEL A STATUTAIR
GEDEELTE
I- Beknopte voorstelling
ISIN-code:
FR0010519124
Benaming:
Opensfer
Rechtsvorm:
Gemeenschappelijk beleggingsfonds (GBF) naar Frans recht
Beheersmaatschappij:
Aviva Investors France
Financiële beheerders bij volmacht:
CPR Asset Management
LFP
Depothouder:
Société Générale
Boekhoudkundig beheerder bij volmacht:
Société Générale Securities Services Net Asset Value
Commissaris-revisor:
De heer Bruno Vaillant
Verkoopagenten:
G.I.E. AFER
II - Beleggings- en beheersinformatie
Indeling:
Gediversifieerde ICBE
ICBE van ICBE:
Het GBF behoort tot de categorie ICBE van ICBE die meer dan 50 % van zijn
vermogen mag beleggen in deelbewijzen of aandelen van ICBE’s of
beleggingsfondsen.
Beheersdoelstelling:
Benchmark:
De beheersdoelstelling streeft, over de aanbevolen beleggingstermijn van 5
jaar, naar de hoogste absolute prestatie door gebruik te maken van een
verscheidenheid van activaklassen bij een volatiliteit die lager is dan 8%.
Door de beheersdoelstelling en de gevolgde discretionaire strategie ervan
komt Opensfer niet in aanmerking als pertinente benchmark voor dit GBF .
Beleggingsstrategie:
Er wordt een discretionaire beheersstrategie gevolgd.
Het fonds zal ICBE's selecteren en mag in alle geografische gebieden beleggen zodat er portefeuillebeleggingen zijn in traditionele
activaklassen (aandelen, obligaties en schuldbewijzen, converteerbaar papier en cash) en "decorrelerende" activaklassen (obligaties en
aandelen uit de groeilanden, vastgoed, grondstoffen, deviezen). Het fonds kan, op bijkomstige wijze, uit diversificatieoverwegingen beleggen
in ICBE-effecten waarbij verschillende, zogenaamde "alternatieve" investeringsstrategieën worden toegepast.
De keuzen en de aanpassingen van activaspreiding gebeuren binnen de volgende grenzen:
 belegging in ICBE die minimaal 50% van het nettoactief bedraagt;
 blootstelling aan het aandelenrisico gelegen tussen 0 % en 100 % van het nettoactief;
 gevoeligheidsvork rente gelegen tussen 0 en 10;
 blootstelling van maximaal 10 % van het nettoactief in deelbewijzen of aandelen van alternatieve, naar Frans recht opgerichte en door
AMF erkende fondsen.
Bovendien is de som van de beleggingen in ICBE's, met overwegend beleggingen in de hierna vermelde activaklassen en directe beleggingen
in diezelfde activaklassen, beperkt tot 20 % voor elk van de volgende activaklassen:
 Schuldbewijzen met rating lager dan BBB/Baa of uitgegeven door niet-OESO-landen, in OESO-munten of lokale munten, (obligaties
met een hoog rendement en schuldpapier van opkomende landen, zonder dat het aandeel van het vermogen rechtstreeks of onrechtstreeks
belegd in effecten met een aandelenkarakter en schuldbewijzen van opkomende landen, meer dan 30 % bedraagt);
 Aandelen van opkomende landen, zonder dat het aandeel van het vermogen rechtstreeks of onrechtstreeks belegd in effecten met een
aandelenkarakter en schuldbewijzen van opkomende landen, meer dan 30% bedraagt;
 Aandelen van ondernemingen en financiële instrumenten (futures op indexen, gespecialiseerde ICBE's, trackers enzovoort) die gevoelig
zijn voor het prijsverloop van grondstoffen (energie, metalen, edele metalen, andere natuurlijke hulpbronnen...);
 Aandelen van ondernemingen en financiële instrumenten (gespecialiseerde ICBE's, trackers) die gevoelig zijn voor het prijsverloop van
vastgoed.
De beheersteams zullen eveneens overgaan tot een spreiding en een controle van het risico binnen een welomlijnd budget aan de hand van de
volgende twee indicatoren die zijn berekend op basis van historische maatstaven:
 Volatiliteit op jaarbasis (ex ante) van 8 % over een glijdende periode van 52 weken,
 Value at Risk (VaR) van de portefeuille (ex ante) van maximaal 4 % bij een tijdshorizon van een maand en een betrouwbaarheidsinterval
van 95 %.
De volatiliteit meet de amplitude van de prijsschommelingen van een bepaald actief in vergelijking met het gemiddelde van deze
schommelingen.
Value at Risk (VaR) meet het maximale, geschatte portefeuilleverlies, veroorzaakt door de marktrisico's binnen een bepaalde tijdshorizon,
berekend voor een gekozen betrouwbaarheidsinterval (gewoonlijk 95%).
Via deze twee indicatoren gebeurt een geaggregeerde risicometing voor het aansturen van de spreiding waarbij diverse klassen worden
gecombineerd vanuit een niet-gebenchmarkte beheersvisie.
Met inachtneming van een buiten-balansverplichting van één keer het vermogen van de ICBE, mag het fonds beleggen in financiële
termijninstrumenten en optionele instrumenten die worden verhandeld op de Franse en buitenlandse gereglementeerde of onderhandse
markten. Het mag posities innemen in alle activaklassen via termijncontracten (futures), opties, swaps, caps en floors.
Het fonds zal enkel een beroep doen op eenvoudige, financiële termijninstrumenten waarbij de hieruit voortvloeiende risicopositie wordt
geëvalueerd via een op lineaire benadering gebaseerde methode.
Deze verrichtingen mogen worden aangewend om:

te zorgen voor gedeeltelijke of algemene afdekking van de portefeuille tegen de marktrisico's en de risicoconcentratie per sector,

de gevoeligheid van de portefeuille en zijn blootstelling aan de markten of zijn sectorale blootstelling aan te passen, waarbij het fonds
niet streeft naar overexposure,

op synthetische manier te komen tot wedersamenstelling van de activa afhankelijk van de activa/passivabewegingen en de aanpassing
van de activaspreidingen.
De gevoeligheid veroorzaakt door de schuldbewijzen en/of de ICBE's met vastrentende effecten en door de rentederivaten, valt niet buiten de
gevoeligheidsvork met een waardebereik van 0 tot 10.
Het fonds kan zijn blootgesteld aan een wisselrisico doordat er wordt belegd in effecten, ICBE's of beleggingsfondsen, die zelf een
wisselrisico kunnen lopen, of doordat er posities worden ingenomen op valuta's.
De totale blootstelling aan het wisselrisico, inclusief het eventuele wisselrisico op aangehouden ICBE's, blijft echter beperkt tot 50 % van de
activa.
Het fonds mag transacties aangaan in het kader van retrocessie- en omgekeerde retrocessieovereenkomsten en effectenleningstransacties
uitvoeren om zijn liquiditeiten te beheren en de opbrengsten van de portefeuille te optimaliseren.
In de gedetailleerde informatienota van het GBF vindt u hierover meer inlichtingen.
Risico profiel:
Uw geld wordt hoofdzakelijk belegd in financiële instrumenten die zorgvuldig door de beheersteams worden afgewogen. Deze
instrumenten zijn onderworpen aan trendmatige patronen en onvoorziene omstandigheden op de markten.
Het GBF heeft te maken met de volgende risico's
Voornaamste risico's verbonden met de classificatie
Het GBF behoort tot de categorie "Diversificatie".

Aandelen- en marktrisico:
De aandelenpositie van het GBF mag maximaal 100 % van de portefeuille bedragen. Als de aandelen of indexen, waaraan de
portefeuille is blootgesteld, dalen, kan de liquidatiewaarde van het fonds dalen.
Op de markten van kleine en middelgrote ondernemingen is er sprake van een beperkte hoeveelheid van beursgenoteerde effecten.
Hierdoor zijn de marktbewegingen in grotere mate neerwaarts gericht en sneller van aard vergeleken met de markten waarop grote
beursgenoteerde ondernemingen actief zijn. De liquidatiewaarde van de ICBE kan dan ook sneller en sterker dalen.

Risico van vermogensverlies:
Het GBF biedt geen rendements- of kapitaalgarantie en kan dan ook een kapitaalrisico vormen. Dit is voornamelijk het geval wanneer
de bezitsduur lager ligt dan de aanbevolen beleggingshorizon (meer dan vijf jaar).
Hierdoor is het mogelijk dat het oorspronkelijk belegde kapitaal niet volledig wordt terugbetaald.

Renterisico:
Het gaat hier om het risico van daling van de rente-instrumenten wegens de schommelingen van de interestvoeten. Bij stijging van de
interestvoeten kan de liquidatiewaarde van het GBF dalen.
Dit risico wordt gemeten aan de hand van de gevoeligheid waarin een wijziging met 1 % van de interestvoeten resulteert voor de
liquidatiewaarde van de ICBE. Bij een ICBE met een gevoeligheid van 2 bijvoorbeeld leidt een stijging met 1 % van de
interestvoeten tot een daling van 2 % van de ICBE-liquidatiewaarde.
Het GBF wordt beheerd binnen een gevoeligheidsvork gelegen tussen 0 en 10.

Kredietrisico:
Het gaat hier om het risico van daling van de kredietwaardigheid/in gebreke blijven van een emittent. Hierdoor kan de waarde van de
schuldbewijzen waarin de ICBE heeft belegd, dalen. Dit resulteert in een daling van de liquidatiewaarde. Bovendien neemt het
kredietrisico toe bij beleggingen in effecten met lage of onbestaande rating.
Voornaamste risico's verbonden met het beheer:

Risico van discretionair beheer:
De prestaties van het fonds hangen af van de door de beheerders uitgevoerde spreiding van de activa. Er bestaat dus het risico dat
de spreiding over de verschillende markten niet op gepaste wijze is doorgevoerd. Voor een bepaalde activaklasse is de prestatie van
het fonds afhankelijk van de door de beheerders geselecteerde beleggingen. Het risico blijft bestaan dat het geselecteerde product
niet de beste prestatie biedt die overeenstemt met de beoogde activaklasse.

Wisselrisico:
Dit betreft het risico van daling van de posities en beleggingen in deviezen tegenover de euro. Het wisselrisico is niet stelselmatig
afgedekt voor de beleggingen die gebeuren buiten de eurozone. De totale blootstelling aan het wisselrisico, inclusief het eventuele
wisselrisico op aangehouden ICBE's, blijft echter beperkt tot 50 % van de activa.

Risico verbonden met beleggingen in opkomende landen:
Er wordt inschrijvers gewezen op het feit dat de werkings- en toezichtsvoorwaarden van de opkomende markten kunnen afwijken
van de standaarden die worden toegepast op de grote internationale beurzen. Bovendien kunnen de op- en neerwaartse bewegingen
op die markten heviger en sneller zijn dan op de grote internationale beurzen. Ze kunnen eventueel leiden tot een plotse en grote
daling van de LW.

Sectorgebaseerd risico:
 Risico verbonden met beleggingen in aandelen van ondernemingen en financiële instrumenten die gevoelig zijn voor het
prijsverloop van grondstoffen. De marktdalingen binnen deze sector kunnen meer uitgesproken zijn dan de gemiddelde
dalingen binnen de aandelenmarkten. De liquidatiewaarde van het fonds kan in aanzienlijke mate dalen.
 Risico verbonden met beleggingen in aandelen van ondernemingen en financiële instrumenten die gevoelig zijn voor het
prijsverloop van vastgoed. De marktdalingen binnen deze sector kunnen meer uitgesproken zijn dan de gemiddelde dalingen
binnen de aandelenmarkten. De liquidatiewaarde van het fonds kan in aanzienlijke mate dalen.
De effectenhouder loopt, op bijkomstige wijze, het risico verbonden met diversificatiebeleggingen in hedgefondsen.
In de gedetailleerde informatienota staan alle risico's vermeld die verbonden zijn aan een GBF.
Gerechtigde inschrijvers en standaardbeleggersprofiel:
Het GBF staat open voor alle inschrijvers, en fungeert in de eerste plaats als beleggingsvehikel voor levensverzekeringscontracten in
rekeneenheden die onder bescherming van AFER worden aangegaan bij Aviva Vie en de lijfrentespaarkas Société d’Epargne Viagère.
Het GBF richt zich tot personen die aanvaarden de risico's te lopen die zijn verbonden met de gehele financiële markt (aandelen en
wisselkoersen uit alle zones en deviezen) om te profiteren van hun trendmatige patronen via beleggingen of het innemen van posities, en
voordeel te halen uit de risicospreiding die samenhangt met gediversifieerde beleggingen.
Aanbevolen minimale beleggingsduur: vijf jaar.
De inschrijver wordt aangeraden naar redelijkheid te beleggen in deze ICBE, rekening houdend met zijn persoonlijke toestand. Verder is het
raadzaam de beleggingen oordeelkundig te spreiden, om risicoconcentratie in deze ICBE te vermijden.
III - Informatie over kosten, provisies en fiscale behandeling
Inschrijvings- en afkoopprovisies:
De inschrijvings- en afkoopprovisies worden toegevoegd aan de door de belegger betaalde inschrijvingsprijs, of afgetrokken van de
terugbetalingsprijs. De provisies die toekomen aan het GBF, worden gebruikt voor de kosten die het GBF maakt om de toevertrouwde
tegoeden te beleggen of om ingenomen posities af te bouwen. De provisies die niet toekomen aan het GBF, zijn bestemd voor de
beheersmaatschappij, de verkoopagent enzovoort.
Kosten ten laste van de belegger, afgenomen bij
inschrijvings- en afkoopverrichtingen
Grondslag
Tarief/schaal
Inschrijvingsprovisie die niet toekomt aan de ICBE
LW x aantal aandelen
maximaal 4 %
Inschrijvingsprovisie die toekomt aan de ICBE
LW x aantal aandelen
Nihil
Afkoopprovisie die niet toekomt aan de ICBE
LW x aantal aandelen
Nihil
Afkoopprovisie die toekomt aan de ICBE
LW x aantal aandelen
Nihil
Werkings- en beheerskosten:
Dit zijn alle kosten die de ICBE rechtstreeks in rekening worden gebracht, met uitzondering van de transactiekosten. In de transactiekosten
zitten de bemiddelingskosten (makelaarsloon, beursbelastingen enzovoort) en in voorkomend geval de mutatieprovisie die met name door de
depothouder en de beheersmaatschappij wordt geïnd.
Naast de werkings- en beheerskosten zijn er nog:
-
outperformanceprovisies, als vergoeding voor de beheersmaatschappij zodra het GBF de doelstellingen heeft overschreden, en die
het GBF bijgevolg in rekening worden gebracht;
-
de mutatieprovisies die het GBF in rekening worden gebracht;
een deel van de opbrengsten uit tijdelijke aan- en verkoopverrichtingen van effecten.
In deel B van de vereenvoudige prospectus vindt u meer informatie over de kosten die de ICBE in rekening worden gebracht.
Aan het GBF gefactureerde kosten
(incl. belastingen)
Grondslag
Tarief schaal
Werkings- en beheerskosten (1)
Nettoactief
0,60 % inclusief belastingen
Maximaal tarief
Outperformanceprovisie
Nihil
Nihil
Mutatieprovisies
Afgehouden op elke
van € 13 tot € 156
volledig geïnd door de bewaaragent
transactie.
(landafhankelijk)
Opbrengsten uit tijdelijke aanNihil
Nihil
en verkoopverrichtingen van effecten
(1) alle kosten inbegrepen, behalve de transactiekosten, outperformanceprovisies en kosten gebonden aan beleggingen in ICBE’s of
beleggingsfondsen.
Fiscale behandeling:
Afhankelijk van uw belastingstelsel worden belastingen geheven op de eventuele meerwaarden en opbrengsten gebonden aan het bezit van
deelbewijzen in het GBF. De inschrijver wordt aangeraden zich hierover te informeren bij de verkoopagent van het GBF.
IV - Commerciële informatie
Inschrijvings- en afkoopvoorwaarden:
Inschrijvings- en afkoopopdrachten worden gecentraliseerd door de volgende instellingen:
Adres:
Aviva Investors France
24-26 rue de la Pépinière
75008 PARIJS – FRANKRIJK
BNP Paribas Securities Services
Les Grands Moulins de Pantin - 9 rue du Débarcadère 93761 PANTIN CEDEX - FRANKRIJK
De opdrachten worden verwerkt tegen een niet nader bepaalde koers op basis van de eerstvolgende liquidatiewaarde, en moeten
uiterlijk om 11.30 uur worden ingediend. Voor de inschrijvings- en afkoopopdrachten die gebeuren via een andere instelling is er een
bijkomende termijn nodig zodat de opdrachten hun weg vinden naar de centraliserende instelling voor verwerking van de instructies.
Inschrijvings- en afkoopopdrachten mogen als bedrag of in aantal deelbewijzen worden uitgedrukt.
De aanvangswaarde van het deelbewijs bij oprichting bedraagt 500 euro.
De deelbewijzen kunnen in tienduizendste deelbewijzen worden
opgesplitst.
Bij gelijktijdige afkoop en inschrijving voor hetzelfde aantal aandelen, wordt de overeenkomstige inschrijving tegen dezelfde
liquidatiewaarde uitgevoerd als de afkoop.
Afsluitingsdatum van het boekjaar:
De afsluitingsdatum van het boekjaar is de laatste beursdag van Parijs van de maand september (eerste afsluiting: september 2008).
Resultaatbestemming:
De opbrengsten worden geboekt volgens de methode van de geïnde rente.
De beheersmaatschappij beraadslaagt en besluit elk jaar over de resultaatbestemming, en mag beslissen deze resultaten te kapitaliseren
of volledig of gedeeltelijk uit te keren.
Indien nodig mag het GBF interimdividenden betalen.
Berekeningsdatum en -frequentie van de liquidatiewaarde:
De liquidatiewaarde wordt op elke beursdag te Parijs berekend, met uitzondering van de wettelijke feestdagen die niet op vrijdag
vallen.
Plaats en voorwaarden van publicatie of bekendmaking van de liquidatiewaarde:
Aviva Investors France beschikt over de liquidatiewaarde. Deze liquidatiewaarde wordt aan elke persoon op verzoek meegedeeld. De
liquidatiewaarde wordt ook gepubliceerd op de AFER-website: www.afer.asso.fr
Munt waarin de deelbewijzen of aandelen luiden:
euro
Oprichtingsdatum:
Deze ICBE is opgericht op 12 november 2007 en werd op 12 oktober 2007 erkend door de Franse toezichthouder "Autorité des
Marchés Financiers" (AMF).
Download