1 Tekst: Mar. 10,17-22 Lezen: idem Vandaag gaat het over zonde

advertisement
Tekst:
Lezen:
Mar. 10,17-22
idem
Vandaag gaat het over zonde. (1) Meteen maar beginnen met een belangrijke vraag: wat is
eigenlijk zonde? Is dat het overtreden van regels? Of het overtreden van belangrijke regels,
zoals de tien geboden? Nou, dat heeft er wel mee maken, maar dan ben je er nog niet.
Als het gaat over zonde, kijken wij vaak maar heel beperkt. En vaak ook oppervlakkig.
Het leek me wel een goed idee om eens te kijken hoe mensen buiten de kerk daar tegenaan
kijken. Dan merk je dat het nog smaller wordt. Via Google is er natuurlijk van alles te vinden.
En dan merk je al heel gauw dat veel mensen het woord ‘zonde’ vooral gebruiken als het gaat
om seks. En op sommige sites is dat dan ook nog een aanbeveling… Maar dat is een heel
ander verhaal.
Wat is zonde? Ik kom even weer terug op een omschrijving die ik al vaker gebruikt
hebt, en die gemakkelijk te onthouden is. Zonde is ‘zonder God’. (2) En dan maakt het niet uit
over welk gebod het gaat of over welk onderwerp. Alles wat je doet zonder God is verkeerd.
Dat heb ik niet bedacht. Zo staat het in de bijbel, in Rom. 14,23: (3) “Alles wat niet gedaan
wordt vanuit geloof, is zonde.” Daar heb je het heel scherp. Alles wat je doet zonder God is
verkeerd. En waarom? Omdat een weg zonder God altijd een doodlopende weg is.
Ik denk dat het goed is om het maar meteen zo scherp neer te zetten. Want voor je het
weet is zonde toch iets wat je accepteert. Oké, de meesten van ons zullen het niet zien als een
aanbeveling, maar om nou te zeggen dat we ervan ondersteboven zijn… Dat is ook meestal
niet de praktijk. Misschien herken je het ook wel bij jezelf: je kunt er met droge ogen over
praten: zonder dat het je werkelijk raakt en zonder dat je verandert. Je legt je er dus bij neer
dat je in je leven niet op het niveau van God zit.
En hoe dan ook, dat is gevaarlijk. Want waar kom je dan terecht? Het verhaal dat we in de
bijbel gelezen hebben, is één van de verhalen die dat duidelijk maakt. Het gaat over iemand
waarin de meesten van ons zich gemakkelijk kunnen herkennen. (4) Het gaat namelijk over
iemand die in zijn leven heel veel dingen mee heeft. Het verhaal staat drie keer in de bijbel, en
alle drie de keren wordt duidelijk dat het gaat over iemand die heel rijk is.
Dat is meteen al een punt van herkenning. Want wij leven met elkaar in het rijke
Westen. Oké, er zijn verschillen. Verschillen in inkomen, verschillen in de huizen waarin we
wonen. En natuurlijk heeft de één het gemakkelijker dan de ander. Maar gemiddeld genomen
zijn we rijk. En helemaal als je het vergelijkt met mensen op heen veel andere plekken in de
wereld. We zijn gewoon rijk.
Er zijn nog een paar dingen. Nog een paar dingen die deze man mee heeft. Het is niet
zomaar iemand. Het is iemand op een hoge positie. Lucas vertelt dat, in hoofdstuk 18. Lucas
heeft het over ‘een hooggeplaatst persoon’. Dus iemand tegen wie andere mensen opkijken.
Verder vertelt Matteüs, in hoofdstuk 19, dat het gaat om een jonge man. Nou had dat vroeger
in Israël wel een andere gevoelswaarde dan bij ons. Bij ons is dat voor veel mensen een
ideaal: jong zijn. En jong blijven. In Israël was dat anders. Je begon pas een beetje mee te
tellen als je boven de 40 kwam. En juist dat maakt dat het verhaal nog sterker wordt. Want
hier is dus iemand die al op vrij jonge leeftijd veel geld heeft en een hoge positie. Dat belooft
nog wat! Blijkbaar iemand die veel in zich heeft. Iemand met veel mogelijkheden. Een
positief verhaal dus.
We blijven nog even in de positieve sfeer. Want ook al heeft hij het helemaal gemaakt, het is
niet iemand die op een gemakkelijke en oppervlakkige manier in het leven staat. (5) Dat merk
je als hij naar Jezus toe gaat. Op de één of andere manier heeft hij toch het gevoel dat er iets
meer moet zijn. Meer dan geld en bezit en carrière; en hij is tot de overtuiging gekomen dat
Jezus hem daarbij helpen kan. Om daarin verder te komen. En dat hij het meent, kun je
1
meteen merken. Want hij valt voor Jezus op zijn knieën. Hij erkent dat Jezus meer is dan hij.
Hoe hoog zijn eigen positie ook is, Jezus is meer dan hij…
Hoeveel meer? Erkent hij dat Jezus de Zoon van God is? God zelf? Heel even komt dat
naar voren, in het begin van het gesprek. “Goede meester…” zo begint de man. En Jezus
reageert er meteen op: “Waarom noemt u mij goed? Niemand is goed, behalve God.” En dan
even verder denken: … “Of zie je mij soms als God?”
Voor ons gevoel misschien een wonderlijk stukje van het gesprek. Maar als je weet hoe
er in de Joodse traditie over God gepraat wordt, ga je het al gauw aanvoelen. Joden zullen het
nooit hebben over ‘God’. En vaak ook niet over ‘de Heer’. Dat heeft te maken met het derde
gebod; hoe je de naam van God gebruikt. Daar ga ik nu niet uitgebreid op in, maar in de
Joodse traditie is zoveel mogelijk de veilige kant gekozen. Als je de naam van God niet
gebruikt, kun je hem ook niet verkeerd gebruiken. Vandaar dat de Joden het meestal hebben
over ‘de Heilige’, ‘de Machtige’, ‘de Verhevene’, ‘de Goede’. Dat soort woorden. Dus ook
‘de Goede’. En zo begint de man het gesprek: ‘Goede meester…’ En Jezus reageert meteen.
Heel direct. “Bedoel je nu te zeggen dat je in mij God zelf ziet?”
Die start is ook belangrijk voor het vervolg van het gesprek. Want als de woorden van
Jezus de woorden van God zelf zijn, dan komt er dus heel veel gewicht mee in de dingen die
hij gaat zeggen. Want wat God tegen je zegt, dat kun je natuurlijk niet zomaar opzij schuiven.
En als je dat dan toch doet, dan zit je wel heel erg verkeerd…
Maar nu loop ik vooruit. Ik ben bezig met de positieve sfeer in het verhaal. Die komt
ook nog op een andere manier naar voren. In vers 21. Daar staat: “Jezus keek hem liefdevol
aan.” In de oude vertaling stond het zelfs nog iets sterker. “Jezus kreeg hem lief.” (6) Jezus
keek naar hem en kreeg hem lief. Jezus voelt zich van binnen warm worden bij deze man:
iemand die de moeite neemt om speciaal naar hem toe te komen; iemand tegen wie de mensen
opzien, maar tegenover Jezus durft hij klein te zijn, en iedereen kan het zien als hij voor Jezus
op zijn knieën valt; bovendien is het iemand die Jezus aanspreekt op een manier die zelfs
passend zou zijn voor God.
Deze man is er. Nou ja, bijna. In elk geval: iemand die je graag in jouw gemeente of in
jouw kerkraad zou willen hebben. Zo positief en zo bescheiden. Zelfs nog vóór hij zijn vraag
heeft gesteld, is het duidelijk wat hij wil: Jezus moet hem de weg wijzen.
Nou, eigenlijk hoef je het verhaal niet eens verder te lezen… Toch? Het is gewoon een
geweldig verhaal. En het zou het verhaal kunnen zijn van de meesten van ons. Iets om jezelf
in te herkennen: met eerbied en respect bij Jezus komen. Zoals je dat elke keer weer doet.
Hoop ik. En elke zondag laat je het weer zien. Door hier te zijn. Omdat je wilt horen wat God
te zeggen heeft. Omdat je weet dat hij met zijn liefde naar je toe komt. Omdat je de woorden
van het evangelie in je op wilt nemen. Omdat het woorden van leven zijn. “Heer, hoe kan ik
deel krijgen aan het eeuwige leven? Vertel het mij. Wijs mij de weg!” (7)
Een verhaal dat zo herkenbaar begint, een verhaal waarin je zelf de hoofdrol zou kunnen
spelen, dat is natuurlijk razend spannend. En dus is het ook spannend hoe het verder zal gaan
en hoe het afloopt. Want misschien is dat dan ook wel herkenbaar…
En dan wordt het lastig. Want het gaat mis. Het gaat gruwelijk mis. Deze man wordt
niet een volgeling van Jezus. Hij loopt teleurgesteld weer weg. Je vraagt je af hoe dat in
vredesnaam kan. Wat gebeurt er? Wat gaat er mis?
Er zijn een paar dingen waar ik op in wil zoomen om dat naar boven te krijgen.
Het eerste is de vraag van die man. Een vraag over het eeuwige leven en hoe hij dat bereiken
kan. (8) Eeuwig leven. Wat is dat eigenlijk? Waar denk je dan aan? Is dat een leven dat nooit
weer ophoudt? Dus net zoiets als nu, maar dan zonder einde? Jezus heeft daar heel andere
beelden bij. En dan pak ik even een gedeelte uit één van zijn gebeden. Johannes 17. Dat is
vlak voordat hij gevangen genomen gaat worden. Jezus is dan aan het bidden. Hij bidt omdat
2
hij de kracht van zijn Vader nodig zal hebben bij al die verschrikkelijke dingen die hij vóór
zich heeft. Want hij wil die weg gaan. Voor zijn leerlingen. En voor zoveel andere mensen.
Zodat die het eeuwige leven kunnen krijgen. En wat is dan dat eeuwige leven? Jezus haalt
naar voren aan het begin van zijn gebed. Johannes 17 vers 3: (9) “Het eeuwige leven, dat is
dat zij u kennen, de enige ware God, en hem die u gezonden hebt, Jezus Christus” God
kennen, Jezus kennen: dat is het eeuwige leven.
En waarom is dat het eeuwige leven? Omdat je leven dan pas echt leven is: als je God
kent, als je leeft vanuit het evangelie, als je achter Jezus aan gaat. Dan komt je leven tot zijn
recht. Zoals God het bedoeld heeft, toen hij jou maakte, toen hij jou het leven gaf. Alleen dan
komt je leven tot bloei. Dat is leven: als je leeft met God, als je leeft met Jezus. Dat is de kern.
En dat het eeuwig is? Dat het nooit meer zal ophouden? Eigenlijk is dat alleen maar een
gevolg. Het is het gevolg van de kracht van God: een kracht die alleen maar leven geeft; een
kracht die dood en afbraak en ondergang uit de buurt houdt. Maar het wezenlijke van het
eeuwige leven is niet het ‘eeuwige’, maar het ‘leven’: het leven met God.
Terug naar die man die naar Jezus toe komt. (10) Wat voor beelden hij had over het
eeuwige leven, weet ik niet. Maar het is duidelijk dat Jezus het gesprek stuurt in de richting
zoals hij het eeuwige leven ziet. En dan bedoel ik Jezus: hoe die het eeuwige leven ziet. Jezus
stuurt het gesprek in die richting.
Dat doet hij trouwens op een heel bijzondere manier. Hij sluit aan bij dingen die voor de
man meteen herkenbaar zijn. En ook voor ons. Dingen uit de tien geboden. Die haalt Jezus
naar voren. En opvallend is dan dat Jezus alleen die geboden noemt, die over de naaste gaan.
Dus over mensen. Hoe ga je om met de mensen om je heen? (11)
Vind je dat niet wonderlijk? Allereerst al dat hij geboden noemt. Daar gaat het toch niet
om? Je kunt niet je plek in de hemel verdienen? Dat weet iedere christen. Of het ook echt zo
in je leven functioneert, is punt twee. Maar in theorie weet iedere christen dat: je kunt niet een
plek in de hemel verdienen door je te houden aan de geboden. Bovendien: Jezus noemt
helemaal geen geboden die over God gaan. De eerste vier geboden, die over God gaan, die
laat hij alle vier weg. En de andere zes, die over mensen gaan, die noemt hij wel. Je zou het
eerder andersom verwachten. Ga maar na: hoe kan ik het eeuwige leven bereiken? Dat is de
vraag waar het over gaat. Nou, dan moet het dus vooral heel veel over God gaan. Toch?
Nee. Jezus haalt juist deze geboden naar voren, om te laten zien wat er in je dagelijkse
leven gebeurt, als je dicht bij God leeft. Als je dicht bij God leeft, en de liefde van God komt
binnen in jouw leven, dan gaat je hele leven de kleur van die liefde krijgen. En het eerste
waaraan je dat merkt, dat zijn gewoon de dagelijkse dingen. Hoe behandel je de mensen om je
heen? Je collega’s, je vrienden, je kinderen, je man of je vrouw. Wat gaat er van jou uit naar
hen toe? Is dat liefde? Die van God komt? Of zijn dat lelijke gedachten, woorden om een
ander in de hoek te zetten? Plannen om een ander te bedriegen? Wat gaat er van mij naar
anderen toe? Is dat liefde en de kracht van liefde? Dat herstelt en geneest. De kracht van Gods
liefde. Of is het afbraak en ondergang? Egoïsme en ellebogenwerk?
Dat is meteen ook al het eerste deel van het antwoord van Jezus. Het eeuwige leven, dat
is niet straks nog eens een keer. Ooit. In de toekomst. Het eeuwige leven, dat is dat je God
kent en dat je Jezus kent. En dat is dus nu. Dat begint nu. Dat begint als je dicht bij God leeft
en als zijn liefde doorwerkt bij jou: in jouw doen en laten.
Alleen – om zo te kunnen leven is één ding natuurlijk heel belangrijk: dat je dicht bij God
leeft. (12) Want anders komt het niet in jouw leven naar binnen: zijn liefde, zijn kracht, zijn
Geest. En dan gaat er dus ook niks doorwerken en niks veranderen. Nou ja, misschien ga je
het wel proberen… Heel hard je best doen om je toch vooral te houden aan die geboden. Maar
dat is niet de bedoeling. Het is niet de bedoeling dat jij gaat proberen om je te houden aan
Gods geboden. Klinkt misschien raar. Toch is het zo. Want als je die kant op gaat, zul je
merken dat het niet lukt. Je krijgt het niet voor elkaar. Of (en dat is ook een mogelijkheid) – of
3
je wordt oppervlakkig en schijnheilig: kijk mij eens goed mijn best doen. En ik doe het nog
niet eens zo slecht ook. Het lukt aardig…
Het gesprek in Marcus 10 dreigt die kant op te gaan. “Meester, sinds mijn jeugd heb ik
me daaraan gehouden.” Heel direct grijpt Jezus in. Daar gaat het niet om. Er is maar één ding
waar het werkelijk om gaat. “Eén ding ontbreekt u…” En dat ene is nog steeds hetzelfde:
dicht bij God leven. Het is nog steeds de vraag waar het mee begon: hoe bereik ik het eeuwige
leven? Het antwoord is dit: dicht bij God leven, achter Jezus aan gaan. Want dat is het
eeuwige leven. Een ander eeuwig leven is er niet. En een andere manier om je leven tot bloei
te laten komen, is er niet!
Jezus ziet haarscherp. De man die bij hem komt, heeft heel veel voor. Hij heeft alles mee. En
hij heeft ook nog een positieve houding: hij staat open voor Jezus. Hetzelfde wat je hoop ik
ook kunt zeggen van ons. Zoals we hier vandaag zitten.
Maar dat is niet het enige dat hij ziet. Hij ziet ook dat er nog iets mist. Eén ding. En dat
ene is liefde. (13) Liefde voor God: om te leven voor hem en met hem en vanuit hem. Daar zit
nog afstand. Het eeuwige leven moet nog werkelijkheid worden! En omdat die afstand er is,
kan ook de kracht van God niet in zijn leven binnenkomen om dingen echt te veranderen.
Vandaar die wonderlijke opdracht: “Verkoop alles wat je hebt en geef het geld aan de
armen. Dan zul je een schat in de hemel bezitten. Kom dan terug en volg mij.”
Dat is een opdracht waar alle elementen in samenkomen. (14) Om te beginnen dat
laatste. Jezus volgen. Dat is de kern van het eeuwige leven: dichtbij God zijn, zodat er heel
veel van hem naar jou toe kan komen. En als dat de kracht is in je leven, dan gebeurt er iets.
Dan gaan er dingen veranderen. Want als Gods liefde in jouw leven binnenkomt, dan
verandert ook je houding naar de mensen toe. Dan ga je naar mensen kijken met de ogen van
God. Wat heeft die ander nodig? En wat kan ik voor hem doen? Wij hebben vaak een andere
insteek, de insteek van: ‘Wat kan ik missen? Want ik moet genoeg overhouden.’ De insteek
van het evangelie is precies vanaf de andere kant: wat heeft die ander nodig? En wat kan ik
daaraan doen? De houding die Jezus had, toen hij de hemel verliet en naar de aarde kwam.
Toen hij zich gevangen liet nemen en zich liet vastspijkeren op een kruis. Wat hebben die
anderen nodig en wat ik daarvoor doen?
Ja, dat kost je wat. Want dan heb je het over offers brengen. Letterlijk en figuurlijk. En
Jezus draait daar niet omheen: verkoop alles wat je hebt en geef het geld aan de armen. Dat is
de manier waarop jouw leven en dat van anderen tot bloei komt. Dat is het eeuwige leven. Dat
is het eeuwige leven.
Het eeuwige leven? Daar vroeg je toch naar? Dat wilde je toch weten? Daarvoor kwam je
toch bij Jezus? Daarvoor zit je toch elke week in de kerk? Om die woorden van leven in je op
te nemen? Om antwoorden te krijgen op je vragen? Dit is je antwoord. (15)
En nu is het dus heel spannend. Want wat is jouw reactie? Denk je dat je het in je leven
kunt zonder God? Of met een beetje van God? Het zou zonde zijn als je dat zou denken. Want
een beetje van God bestaat niet. Uiteindelijk is dat hetzelfde als zonder God. In deze
geschiedenis laat Jezus dat haarscherp naar boven komen.
Het is fijn als je een positieve houding hebt. Als je bereid bent om te luisteren naar het
evangelie. Als je bereid bent om iets te doen met Gods geboden. Mooi. Fijn. Goed. En dus:
doe er iets mee. En dan bedoel ik: als je ervan overtuigd bent dat het God zelf is, die je
aanspreekt – ‘Goede meester…’; als je ervan overtuigd bent dat het God zelf is die je
aanspreekt en die een boodschap voor je heeft, en als je gelooft dat hij je leven de goede kant
op wil sturen, doe dan wat hij zegt! Ga achter Jezus aan. Volg hem. Leef met hem. En neem
zoveel mogelijk van hem in je op. Want dat is het eeuwige leven: dat je God kent; van
dichtbij; en dat je Jezus kent, die door God gestuurd is. Ook voor jou.
Amen.
4
Download