3. Set van vragen voor niveau 3 Mechatronica 1. De galvanische scheiding van PLC inputs hebben tot doel: A B C D PLC Het input circuit te beschermen tegen overbelasting Het input circuit te isoleren De gevoeligheid van de PLC te verbeteren De PLC te beschermen tegen storingen 2. Een AC component mag geschakeld worden door de volgende PLC outputs: PLC A B C D Transistor en relais outputs Triac en relais outputs Transistor en triac outputs Transistor, triac and relais – outputs 3. Het programmgeheugen van PLC is A B C D ROM geheugen RAM geheugen Read only geheugen EPROM geheugen 4. De snelheid van een de PLC processor informatie A B C D PLC Digitale signalen Analoge signalen Binaire signalen Gelijkspanning signalen 6. Hoe worden de digitale signalen in de PLC verwerkt? A B C D PLC Wordt bepaald door de interne klok Is afhankelijk van de programma lengte Is afhankelijk van het aantal inputs Is afhankelijk van het gebruikte geheugen 5. Welk type signalen worden meestal gebruikt bij PLC input/output A B C D PLC De De De De PLC PLC heeft een speciale processor voor de verwerking van analoge signalen analoge signalen worden omgezet naar binaire signalen en dan verwerkt analoge signalen worden omgezet naar digitale signalen en dan verwerkt analoge signalen kunnen niet gebruikt worden als informatie in de PLC techniek 7. In een automatisch controle systeem kunnen ‘set’ waarden het beste vergeleken worden met vaste meetwaarden door: CS A B C D Een Een Een Een P - regelaar PD - regelaar PI - regelaar D - regelaar 8. De compator van een automatisch controle systeem: A B C D Telt de input en teruggekoppelde output signalen op Definieert de fout tussen de input en teruggekoppelde feedback signalen Versterkt het gedefinieerde foutsignaal Verkort de ongewilde toestand van het systeem 9. Het volgende is waar voor de werking van een D – regelaar: A B C D CS CS Het output signaal verandert evenredig met de snelheid waarmee het input signaal verandert De snelheid waarmee het output signaal verandert is evenredig met het input signaal De snelle verandering van de input en output signalen zijn evenredig De snelheid waarmee het output signaal verandert is omgekeerd evenredig met het input signaal 10. Het output signaal van de zender in een controle systeem met terugkoppeling vervult de volgende functie van: CS A B C D De terugkoppeling Het waarborgen van de vorm van de referentie signalen Het compenseren van storingssignalen Het groter maken van de betrouwbaarheid van het systeem 11. Wat is de invloed van negatieve terugkoppeling op de eigenschappen van het controle systeem? CS A B C D Het Het Het Het verbetert de stabiliteit van het controle systeem vermindert de oscillatie van de regelparameters vermindert de snelheid van het regelproces verbetert de nauwkeurigheid van het controle systeem 12. Een multiplexer heeft: A B C D ELE Minder inputs dan outputs Meer inputs dan outputs Evenveel inputs als outputs Een mix van eigenschappen 13. De ‘gain’ van een operationele versterker (Op Amp) A B C D ELE Is erg laag zonder terugkoppeling Is erg hoog als de negatieve terugkoppelingsweerstand gelijk is aan de input weerstand Afhankelijk van de ingangsspanning Wordt bepaald door verhouding tussen de negatieve terugkoppeling en input weerstand 14. Triac’s kunnen triggeren ELE A B C D Bij een positieve anode spanning Bij een negatieve anode spanning Bij een positieve en negatieve anode spanning Alleen bij een positieve cathode spanning 15. Welke van de volgende componenten kunnen gebruikt worden als comperator in een numeriek controle systeem? CS A B C D De De De De negatieve teller (10 -> 0) positieve teller (0 -> 10) bi stabiele multivibrator binaire flip-flop 16. Welke van de onderstaand genoemde functie(s) is/zijn juist voor de RS triggers: A B C D De RS trigger De RS trigger De RS trigger De RS trigger trigger ELE kan vertraging van het input signal realiseren kan als binaire trigger gebruikt worden kan setten en resetten bij twee onafhankelijke input signalen is universeel en kan gebruikt worden als binaire en geheugen 17. Welke van de onder genoemde functie(s) is/zijn fout voor de JK triggers A B C D De RS trigger De RS trigger De RS trigger De RS trigger trigger ELE kan vertraging van het input signal realiseren kan als binaire trigger gebruikt worden kan setten en resetten bij twee onafhankelijke input signalen is universeel en kan gebruikt worden als binaire en geheugen 18. De T trigger is: ELE A B C D Een Een Een Een binaire trigger vertragings trigger trigger met twee onafhankelijke inputs universele trigger 19. Welk elektronisch component kan gebruikt worden voor een gelijkspanningstoestel met een gemeenschappelijke positieve hulp contacten ELE A De thyristor B De PNP transistor C De NPN transistor D De triac 20. Hoe kan de I – regelaar gerealiseerd worden op basis van een Op Amp? A B C D Door Door Door Door de de de de CS RC terugkoppeling van de Op Amp te gebruiken condensator aan te sluiten op de input van de Op Amp capacitieve terugkoppeling in het circuit van de Op Amp te gebruiken terugkoppelingsweerstand in het circuit van de Op Amp te gebruiken 21. Wat gebeurt er als de negatieve terugkoppeling van het automatische controle systeem is gebroken? CS A Het uitgangssignaal van het systeem loopt op en gaat naar de maximale waarde (limiet) B Het uitgangssignaal van het systeem loopt af en wordt gelijk aan nul C Het uitgangssignaal loopt niet noemenswaardig op D Het uitgangssignaal loopt niet noemenswaardig af 22. Een voltmeter wordt gebruikt om verschillende DC waarden te meten en af te lezen, de waarden zijn:10V, 20V, 50V en 100V. Bij welke waarde is de nauwkeurigheid het hoogst? ELE A 10 V B 20 V C 50 V D 100 V 23. Welke te meten parameter geeft een indicatie van het ontwikkelde koppel van een DC motor? AS A De anker spanning B De anker weerstand C De anker stroom D De snelheid van de motor 24. De ssnelheid van ee asynchrone motor is meestal te definiëren aan de hand van: AS A B C D De De De De voedingsspanning stroom in de stator fasen weerstand van het rotorpakket frequentie van de voedingsspanning 25. Waarom is de stroom van een stoppende motor aanzienlijk hoger dan van een draaiende motor? AS A B C D De oplopende weerstand van de stator veroorzaakt een aflopende stroom De aflopende inductie van de stoppende rotor, veroorzaakt een oplopende stroom De EMK van zelfinductie veroorzaakt een aflopende stroom in de draaiende motor De oplopende lading (capaciteit) van de stoppende rotor, veroorzaakt een oplopende stroom 26. Welk kenmerk of eigenschap van industriële apparaten wordt specifiek bedoeld met het laatste nummer van de internationale beschermingscode, bijvoorbeeld de IP 67 code? AS A B C D Het Het Het Het nummer nummer nummer nummer 7 7 7 7 bepaald de graad van bescherming tegen schadelijke stoffen geeft een indicatie van het ontwerp van het apparaat bepaald de graad van bescherming tegen explosie bepaald de graad van bescherming tegen indringend water 27. Neerslag van vuil dimt de lens en de reflector van een optische retro – reflectieve sensor met 10%. Hoeveel invloed heeft deze vervuiling ongeveer op het niveau uitgangssignaal van de sensor? AS A B C D De De De De invloed op het uitgangssignaal van de sensor negatieve invloed op het uitgangssignaal van negatieve invloed op het uitgangssignaal van negatieve invloed op het uitgangssignaal van is gering de sensor is ongeveer 10% de sensor is ongeveer 20% de sensor is ongeveer 40% 28. Het oplossend vermogen van een A/D omzetter hangt af van: A B C D PLC Het bereik waarbinnen het analoge signaal mag veranderen Van het output register van de omzetter waar de woordlengte van het digitale signaal wordt opgeslagen Van de verhouding van het meetbereik van de omzetter en de woordlengte van het output register Van de grootte van de aangesloten voedingsspanning 29. Twee sets optische sensoren met zender en ontvanger apart zijn dicht bij elkaar gemonteerd en op dezelfde wijze afgesteld. Wat is de simpelste oplossing om wederzijdse invloed te voorkomen? AS A B C D Er zal een aparte bescherming aangebracht moeten worden sensoren sets De zenders en ontvangers van de beide sensoren zullen afwisselend gebruikt moeten worden De intensiteit van het licht van de sensoren moet beperkt worden De lichtstralen van de ontvanger zullen gepolariseerd moeten worden 30. Hoe moeten de polen van de magneet op de zuigerstang van een cilinder bewegen, t.o.v. het reedcontact op de cilinderwand, om de reedcontacten te kunnen activeren? AS A B C D Het magneet Het magneet Het magneet De beweging beweegt verticaal t.o.v. de reedcontacten beweegt parallel t.o.v. de reedcontacten mag zowel verticaal als parallel bewegen t.o.v. de reedcontacten is afhankelijk van het type magneet 31. Op welke afstand neemt in de praktijk een inductieve sensor metalen waar? A B C D AS De afstand is afhankelijk van het waar te nemen voorwerp en het output signaal van de sensor Het is de schakelafstand van de sensor gemeten naar de nominale spanning en nominale temperatuur, rekeninghoudend met de fabriekstoleranties Het is de schakelafstand van de sensor rekening houdend met de maximale spanning en de temperatuur grenzen Het is de schakelafstand van de sensor waarbinnen de werking is gegarandeerd, onafhankelijk van fabriekstoleranties en milieufactoren 32. Als op één input van de ‘NOR gate’ een hoog signaal staat, dan is de output van deze ‘gate’? A Altijd “0” B Altijd “1” C Wordt “1” als op de overige inputs ook een hoog signaal staat D Wordt “0” als de overige inputs aan aarde liggen PLC 33. Als één input van de ‘NAND gate’ aan aarde ligt, is de output van deze ‘gate’? PLC A B C D Altijd “0” Altijd “1” Wordt “0” als de overige inputs ook aan aarde liggen Wordt “1” als de overige inputs ook aan aarde liggen 34. Twee van de vier inputs van de ‘AND gate’ zijn verbonden met de plus (hoog potentiaal), de derde input ligt aan ‘aarde’ en de vierde input is vrij. Wat moet er gebeuren om de output van deze ‘gate’ te laten schakelen? PLC A Het is voldoende om de aarde van de derde input te verwijderen. B Het is noodzakelijk ook de derde en vierde input met de plus (hoog potentiaal) te verbinden C Het is noodzakelijk om de vierde inputook met de plus (hoog potentiaal) te verbinden D Het is noodzakelijk om de derde input over te zetten van de aarde op de plus (hoog potentiaal) 35. In een gelijkstroomcircuit is parallel aan een spoel van een mechanisch contact (relais) een diode geschakeld. Wat is daarvan de reden? AS A Om te dienen als gelijkrichter B Om te voorkomen dat de spanning verkeerd wordt aangesloten C Om de spanning constant te houden D Om de contacten van het relais te beschermen 36. Een driefasen asynchrone motor van 240/400 Volt is aangesloten op een krachtstroom net van 3 x 400 Volt: AS A Daarvoor is een 1 : 1 transformator nodig B De motor (stator) zal in ster geschakeld moeten worden C De motor (stator) zal in driehoek geschakeld moeten worden D Het maakt niet uit hoe motor geschakeld wordt 37. Wat is de hoofdoorzaak van de limiet in snelheid bij positioneringssystemen? AS A B C D Het vermogen van de aandrijving De duurzaamheid van de mechanische onderdelen van de machine De positionerings tijd De nauwkeurigheid van de positionering 38. Het gevolgen van een karakteristiek enkelvoudig sequentieel logisch controle systeem is: PLC A Het is sneller dan een combinatorisch systeem B Het is langzamer dan een combinatorisch systeem C Het vereist meer geheugen capaciteit D Het kan niet geprogrammeerd worden 39. Wat is de hoofd reden voor het gebruik van een stappenmotor als positioneereenheid. AS A Met een stappenmotor kan een grotere snelheid bereikt worden B Met een stappenmotor kan een grotere nauwkeurigheid bereikt worden C Met een stappenmotor kan een hogere betrouwbaarheid gewaarborgd worden D Met een stappenmotor is geen terugkoppeling van de positie nodig 40. Wat is de maximale nauwkeurigheid die bereikt kan worden, bij gebruik van een pneumatische as, bij het positioneren? AS A B C D “Pneumatische assen” van min 0.01 mm “Pneumatische assen” van min 0.05 mm “Pneumatische assen” van min 0.1 mm “Pneumatische assen” van min 0.5 mm zijn gegarandeerd met een minimale vaste afwijking zijn gegarandeerd met een minimale vaste afwijking zijn gegarandeerd met een minimale vaste afwijking zijn gegarandeerd met een minimale vaste afwijking Questions field designation: AS – actuators, sensors 13 PLC – digital circuits, logical controllers 11 CS – control systems 8 ELE –electronics and electricity 8