De missionaire wijkgemeente; een groeiende invloed van het evangelie in de stad In Nederland klinkt de laatste jaren een luide roep om duidelijke normen en waarden, maar de rol van de christelijke kerk lijkt in de ogen van velen hierin uitgespeeld. De ontkerkelijking in de steden is groot. Vele kerken sluiten. De invloed van het evangelie lijkt zienderogen af te nemen. Wat is er gebeurd? Hoe kan het dat een beweging die ooit een heel Romeins rijk en vele culturen eeuwenlang door en door beïnvloed heeft, nu haar invloed op de huidige maatschappij volledig kwijt lijkt te zijn? Is deze maatschappij zoveel slechter of gecompliceerder, of zijn wij een andere weg ingeslagen? Is het tij nog te keren? De tijd van grote plannen over de christelijke beïnvloeding van het land en de stad lijkt te zijn verdwenen. We kunnen het ons niet meer veroorloven om te blijven bij het dromen van grote dromen of het wachten op de opwekking. De tijd vraagt ons opnieuw het dienaarschort aan te trekken en op een kleine schaal, op wijkniveau te gaan ontdekken hoe we als christenen kunnen dienen en hoe het als gemeente anders kan. En hier, ver van de grote spotlichten van de christelijke wereld zijn kleine hoopgevende lichtpuntjes te zien. Deze lichtpuntjes hebben nog geen naam die hen samenbindt, maar we zouden hen missionaire wijkgemeenten kunnen noemen… Als we kijken naar de gemeente in de eerste eeuwen, zien we uit de verhalen dat de gemeente op de eerste plaats een gemeenschap van gelovigen was. Een gemeenschap van gelovigen die bekend stond als een gemeenschap van aanbidding, maar ook een Kerk gemeenschap van dienstbaarheid; dienstbaarheid naar elkaar Omgeving toe, maar ook naar de mensen in hun omgeving. Het was een gemeenschap van buren, wijkbewoners, mensen uit hetzelfde dorp. De geloofsgemeenschap was een wezenlijk onderdeel van, en volledig betrokken bij de grotere gemeenschap er om heen. Mensen kenden elkaar vanuit de gemeente, maar woonden ook vlakbij elkaar, werkten bij elkaar en maakten gebruik van elkaars diensten. Als beeld kan je een driehoek gebruiken; een driehoek van wonen, werk en kerk in een kleine omgeving. Deze kleine driehoek en de sterke betrokkenheid die dit met zich meebracht, zorgde voor een sterke invloed van het evangelie binnen de grotere gemeenschap. Wonen Werk De invloed van de eerste gemeente op de omgeving rondom hen Over de eeuwen heen is deze driehoek vanwege diverse factoren gaan groeien. Keizer Constantijn heeft de aanzet gegeven door ervoor te zorgen dat de kerk uit de huizen verdween naar speciaal hiervoor gemaakte kerkgebouwen.(1) De industriële revolutie en de verbeterde vervoersmogelijkheden hebben ertoe geleid dat er een grotere afstand is gekomen tussen wonen en werk. De versplintering van Omgeving: Kerk de kerk en de vandaar uit komende diverse denominaties wijk / buurt hebben ertoe geleid dat er een grotere afstand is gekomen tussen wonen en kerk. Als het moet, reizen we gemakkelijk een half uur om naar de kerk van onze keuze te gaan. Omgeving: straat / buurt Wonen Omgeving: werk / bedrijf Werk De geminimaliseerde invloed van de gemeente op de diverse omgevingen Deze driehoek van wonen, werk en kerk is heel groot geworden. De gemeenschap waarin we wonen, is niet de gemeenschap waarin we kerken, is niet de gemeenschap waarin we werken. Dit heeft als gevolg dat de invloed van werkende, wonende en gelovige christenen over minimaal drie omgevingen of gemeenschappen verdeeld moet worden en daardoor drastisch is verminderd. Hiernaast zijn er ook verschillende veranderingen in ons denken opgetreden, die ervoor zorgen dat deze verminderde invloed geminimaliseerd wordt. Sinds 1925 is er binnen het evangelische denken een verandering opgetreden op het gebied van de sociale betrokkenheid van een geloofsgemeenschap bij haar omgeving. Als we kijken in de 18de en 19de eeuw zien we sterke sociale betrokkenheid van de evangelische bewegingen. Denk hierbij aan onder andere het werk en de invloed van John Wesley en de opkomst van het Leger des Heils,. We kunnen hierin goed zien hoe zending, evangelisatie en sociale zorg hand in hand gaan. Na 1925 ontstaat er mede door de sterke betrokkenheid van liberale geloofbewegingen bij sociale zorg, de tendens dat de evangelische beweging zich massaal tegen sociale zorg keert en zich enkel wil richten op de verkondiging van het evangelie.(2) Rond de jaren ’70 komt hier weer een verandering in, waarbij grote evangelische organisaties zich sterk gaan inzetten voor sociale zorg. Maar helaas vinden de meeste plaatselijke kerken hun verantwoordelijkheid en zorg voor de ‘zwakkere’ in hun omgeving en wijk niet meer terug. De plaatselijke kerk heeft zich losgemaakt van het wijkleven en van de vrijwillige en professionele organisaties die in een wijk functioneren en heeft zich als speler in de wijk buitenspel geplaatst. In veel gevallen wil zij ook niet betrokken zijn. De kerk is een outsider. Het gebouw is een plek om door de weeks, maar voornamelijk op zondag naartoe te gaan en waar dat gebouw nu staat, is min of meer irrelevant. De betrokkenheid van de kerk bij haar omgeving is geminimaliseerd. Op de werkomgeving is er vooral de afgelopen eeuw veel geschied op het terrein van werk en geloof. Mede door de sterke secularisatie, het dualisme en de scheiding van werk en privé hebben we als christenen geleerd om ons een professionele werkhouding aan te meten. In een privé gesprek op ons werk kunnen we best over geloofszaken spreken, maar in een werksituatie is daar vaak geen plek voor. Daarnaast vinden wij het als christenen ook niet altijd makkelijk om een christelijke ethische werkhouding vol te houden in een omgeving waar beslissingen soms zeer gecompliceerd zijn en er een sterke drang heerst om je aan te passen aan de werkhouding van je medecollega’s. De invloed van één christen in een professionele werkomgeving is daarom vaak minimaal. Niet alleen binnen de kerkomgeving en werkomgeving, maar om rondom de woonomgeving van de gemiddelde christen is de afgelopen vijftig jaar veel veranderd. In de Westerse wereld is de individualisatie sterk toegenomen. Tel hierbij de verstedelijking, het pluralisme van de maatschappij, de werkdruk en de werkverdeling binnen het gezin op en je krijgt in veel gevallen christenen die in een leuke straat in een leuke buurt wonen en voor de rest weinig contact met de buren of verantwoordelijkheid voor de buurt hebben. Het leven is druk. Vaak is er een hoge werkdruk, beide partners werken, thuis moet nog veel gebeuren, er zijn genoeg kerkelijke activiteiten en we willen ook nog ontspannen. Natuurlijk praten we wel eens over de heg met onze directe buren (tenminste als we niet in de stad wonen), maar daar houdt het voor de meeste christenen ook bij op. De invloed van ons als christenen in onze woonomgeving is geminimaliseerd. Deze tendensen hebben er toe geleid dat er vanuit ons kerkelijk-, woon- en werkleven een minimale invloed straalt. We zitten als christenen vaak vast in een houding die ons passief heeft gemaakt. Gelukkig mogen we de afgelopen jaren verschillende kleine, maar hoopgevende bewegingen in Nederland signaleren, waarin getracht wordt om deze driehoek van wonen, kerk en werk (waarbij werk vervangen wordt door vrijwilligerswerk) weer in één omgeving of wijkgemeenschap onder te brengen. We zien jongeren vanuit zowel evangelische als Kerk traditionele kerken, die met opzet verhuizen om in de wijk te gaan wonen waar hun kerk staat, om daar in Wijk / buurt de wijk te leven en betrokken te zijn. We zien jonge evangelischen die in teamverband naar een wijk verhuizen om daar nieuwe gemeentes te stichten en actief betrokken te zijn in diverse vormen van vrijwilligerswerk. Wonen Vrijwilligerswerk De invloed van een missionaire wijkgemeente op haar wijk / buurt We zien de opkomst van huisgemeentes in Nederland, waarbij christenen de stap nemen om opnieuw gemeente te zijn in hun eigen woonomgeving en hiermee de afstand tussen wonen en kerk weghalen. Hierbij moet wel de volgende kanttekening geplaatst worden; dat tenzij de huisgemeentes in Nederland ook de denkslag kunnen maken naar het betrokken en verantwoordelijk zijn voor de buurt en omgeving waar deze huisgemeentes zich bevinden, zij de kans lopen om opbouwende huiselijke clubjes christenen te worden, wiens externe invloed minimaal blijft. Dat zou triest zijn, vooral als je bedenkt dat de huisgemeentes in hun opbouw al een sterk fundament hebben voor het zijn van een missionaire wijkgemeente. Ook zien we vooral onder de traditionele gemeentes nieuwe tendensen om de weg in te slaan om daadwerkelijk een missionaire wijkgemeente te willen worden en deze driehoek van wonen, vrijwilligerswerk en kerk in een wijk volledig tot zijn recht te willen laten komen. Hopelijk zien we in dit alles het begin van de opkomst van de missionaire wijkgemeente. Een gemeente die een gezin van God wil zijn, die eraan mee wil werken om de woonwijk te herbouwen naar Gods principes van gemeenschap, zorg voor elkaar en vrede en harmonie: De missionaire wijkgemeente die zich richt op het gemeenschap zijn. Een kerk voor alle generaties, gericht op relaties, waarbij iedereen welkom is en geaccepteerd; wie en hoe je ook bent. Een gemeente waar je bij mag horen, zelfs voordat je gelooft; zodat je de kans kan krijgen om te gaan geloven. De missionaire wijkgemeente die sterk betrokken is bij het sociale leven in de wijk; de gemeente niet als outsider, maar juist als één van de grootste insiders. Leden van de gemeente die in de wijk wonen en hier praktisch betrokken zijn in allerlei vormen van vrijwilligerswerk. Het ontstaan van een sterke cohesie tussen gemeenteleden en overige wijkbewoners, die mag leiden tot vriendschap en tot mensen die tot geloof komen. De missionaire wijkgemeente die zich bewust is van haar pastorale verantwoordelijkheid. Die vanwege haar sterke betrokkenheid met de mensen, niet alleen op de hoogte is van de moeilijke situaties die er soms zijn, maar ook het vertrouwen heeft gekregen om daadwerkelijk pastoraal te kunnen dienen. De missionaire wijkgemeente met als doel om een zegen voor de wijk te zijn en mensen te begeleiden in hun groei in het discipel zijn van Jezus. Bijbels onderwijs dat zich niet alleen richt op geestelijke groei, maar waar tevens aandacht is voor de verbetering van de kwaliteit van het leven. In veel gevallen biedt de gemeente cursussen aan die gericht zijn op de praktische kant van het leven. De missionaire wijkgemeente die niet slechts de waarheid verkondigt, maar die de waarheid leeft. Die in al haar activiteiten en in haar wezen een belichaming van het evangelie wil zijn. In alle aspecten van het leven in de wijk wil zij Gods zorg, aandacht en betrokkenheid zichtbaar maken. Natuurlijk roept het ontstaan van de missionaire wijkgemeente de nodige vragen op; niet alleen voor hen die hieraan werken, maar ook voor hen daarbuiten. Vragen waar de komende jaren antwoorden op zullen komen. Voor nu kan ik vanuit eigen ervaring zeggen dat het dit alles waard is als we zien met welk gemak onkerkelijke mensen vanuit diverse lagen van de samenleving in de wijk zich geaccepteerd weten en zich een plek in de wijkgemeente weten te vinden. Samen met elkaar komen zij in aanraking met de aanwezigheid van de opgestane Heer en gaan ze op reis naar een toegewijd leven met Hem. Matthijs Vlaardingerbroek (31 jaar) is samen met zijn gezin en een klein team in het jaar 2000 naar een oude stadswijk in Den Haag verhuisd om daar een nieuwe missionaire wijkgemeente te starten. Als team werken ze hier nu als christelijke opbouwwerkers. Naast hun werk in de wijkgemeente zijn ze sterk betrokken in diverse vormen van jeugd- en vrijwilligerswerk in de wijk. Hij is per email te bereiken op [email protected] Noten: (1) Wolfgang Simson, Huizen die de wereld veranderen, blz. 85 (2) Robert E. Webber, the Younger Evangelicals, blz. 29