Column `Onze moeite met moeilijke mensen`

advertisement
3
epidemiologisch bulletin, 2011, jaargang 46, nummer 2/3
column
Column
‘Onze moeite met moeilijke mensen’
OGGZ en sociale psychiatrie
Paul Schnabel
De openbare geestelijke gezondheidszorg is een vorm van sociale psychiatrie, maar niet alle sociale psychiatrie is
ook OGGZ. Bij de OGGZ is er altijd sprake van een inzet van de overheid op basis van een verantwoordelijkheid die
in onze samenleving als typisch voor de overheid gezien wordt. Een gedwongen opname in een psychiatrisch
ziekenhuis­is, al wordt dat niet altijd zo beleefd, naar zijn aard een OGGZ-interventie. Een burgerlijke en later een
juridische­autoriteit is nodig om iemand zijn vrijheid te ontnemen. De oorzaak mag een psychische zijn, de reden is
dat niet. Het gaat om het wegnemen van het gevaar dat iemand voor zichzelf en voor anderen kan vormen.
De OGGZ strekt zich ook uit over de rafelranden van
de samenleving. De zwervers, de daklozen, de
verslaafden, de behandeling weigerende schizofrenen,
de zwakbegaafden met een psychische stoornis, de
psychisch in de war geraakte reizigers, de prostituees,
de in fysiek conflict met elkaar komende leden van
een gezin, zij kunnen allemaal tot de cliëntèle van de
OGGZ gerekend worden, zodra in de publieke ruimte
hun problemen zichtbaar worden of wanneer blijkt dat
er van geen andere zijde dan de overheid hulp te
verwachten is.
Hoe ziet zijn netwerk er uit, hoe zijn de onderlinge
relaties, in welke omstandigheden leeft de patiënt, hoe
komt hij of zij de dag door? Sociaal staat ook
tegenover ‘klinisch’. De patiënt wordt niet als een
individueel geval met een specifieke aandoening
opgenomen, maar zoveel mogelijk in zijn eigen
omgeving behandeld, met gebruikmaking van de
mogelijkheden van de omgeving en met als doel de
patiënt zo goed mogelijk in zijn normale habitat te
laten functioneren. Dat lukt lang niet altijd. Ook als er
geen opname nodig is, kan de omgeving van de
Ik ga niet zover dat ik ook iedere publieke activiteit
ter bevordering van de geestelijke volksgezondheid tot
de OGGZ reken. Het is gebruikelijk dat wel te doen,
maar ik heb dan toch het gevoel dat tekort wordt
gedaan aan de urgentie van de typische OGGZinterventie. Er moet iets gebeuren en in een aantal
gevallen mag en kan zelfs alleen de overheid doen wat
nodig is. Dat betekent dat er ook ingegrepen kan
worden zonder de toestemming en zelfs tegen de wil
van de patiënt.
‘Nog altijd - minister Schippers legde
er onlangs zelfs getuigenis van af worden psychische problemen gezien als
moeilijkheden in het gevoelsleven,
die bij voorkeur in huiselijke kring
worden opgelost’
Sociale psychiatrie verwijst als begrip naar een visie op
de situatie van de psychiatrische patiënt en naar een
behandelingsfilosofie. De toevoeging ‘sociaal’ staat in
eerste instantie voor het besef dat de psychiatrische
patiënt - vaak zelfs letterlijk! - ‘gezien’ moet worden
in de context van zijn sociale en ook fysieke omgeving.
patiënt toch snel heel anders worden. Geen werk en
geen gezin of relatie meer, geen maatschappelijke
verantwoordelijkheden en geen aanzien meer. Wat
overblijft is vaak het beperkte bestaan van een met
moeite een beetje voor zichzelf zorgende patiënt met
een permanente behoefte aan steun en begeleiding.
Nog altijd – minister Schippers legde er onlangs zelf
getuigenis van af – worden psychische problemen
gezien als moeilijkheden in het gevoelsleven, die bij
Over de auteur:
Prof. dr. P. Schnabel is directeur van het Sociaal Cultureel Planbureau en hoogleraar Universiteit Utrecht.
column
4
voorkeur in huiselijke kring worden opgelost. Het
punt is niet alleen dat veel moeilijkheden echt niet op
die manier opgelost kunnen worden, maar dat het in
veel gevallen niet om gevoel, maar om gedrag gaat.
Teveel gedrag of te weinig gedrag, maar altijd gedrag
dat de betrokkene zelf verhindert goed te functioneren
en anderen bij voortduring onaanvaardbaar en
oncorrigeer­baar hindert of overlast bezorgt. Soms zal
het mogelijk zijn het gedrag zelf met medicatie in de
greep te krijgen, maar vaak zal ook dan nog de
problematiek van de patiënt niet opgelost zijn. Kan hij
of zij zelfstandig leven en goed voor zichzelf zorgen?
Is er huisvesting, inkomen, werk? Zijn er familieleden
of vrienden die een ondersteunend netwerk vormen?
Hoe groot is de kans dat het weer misgaat?
Sociale psychiatrie wordt, als het goed is, bepaald door
deze vragen en is tegelijkertijd getekend door de
wetenschap dat op veel van de vragen niet definitief
een positief antwoord mogelijk is. Psychische
problemen zijn weerbarstig, mede omdat ze voor de
patiënt zelf vaak ook een oplossing zijn voor wat hij
ziet als de echte problemen. Er zijn ook gewoontes en
routines ingeslepen, die niet gemakkelijk te
doorbreken zijn. Als de positieve symptomen - de
psychose, de angst - verdwenen zijn, blijkt vaak pas
hoe sterk de werking is van de negatieve symptomen:
gebrek aan vitaliteit, vermoeidheid, gebrek aan
zelfvertrouwen. De sociale psychiatrie begint vaak met
de poging een crisis op te lossen, maar niet zelden is
het acute probleem niet meer dan de voorbode van
een chronische carrière. Niemand wil dat, maar het
gebeurt steeds weer. ‘Onze moeite met moeilijke
epidemiologisch bulletin, 2011, jaargang 46, nummer 2/3
mensen’, zo omschreef de sociaal-psychiater Rob Giel
meer dan dertig jaar geleden de opdracht die de
sociale psychiatrie voor de samenleving moest
waarnemen.
De psychiatrie zoals we die nu kennen, is al vele
eeuwen geleden begonnen met wat we nu OGGZ zijn
gaan noemen. De sociale psychiatrie is veel jonger, pas
een eeuw oud. Beide hebben in de loop van hun
ontwikkeling laten zien dat de manier waarop de
problemen en de patiënten tegemoet getreden
worden, wel met de tijd mee veranderen, maar dat de
problemen en de patiënten toch grotendeels hetzelfde
blijven. Wel zou je kunnen zeggen dat de kans op
bemoeienis van de zijde van overheid en hulpverlening
is toegenomen, omdat ook de risico’s op een ongeluk
op het gewone levenspad zijn toegenomen. Wij
verwachten in onze samenleving dat in ieder geval
iedere volwassene zelfstandig in zijn onderhoud en
verzorging kan voorzien. Dat is een erg hoge
verwachting en niet iedereen kan daar goed of even
goed aan voldoen. Meer dan in het verleden zijn er
door de toegenomen mogelijkheden van mobiliteit en
door de gemakkelijke bereikbaarheid van alcohol en
drugs ook riskante en verleidelijke situaties ontstaan.
Wie dan alleen is komen te staan, loopt een grotere
kans op een hellend vlak geen houvast meer te vinden.
Vroeger, in de jaren twintig en dertig, raakten mensen
vaak met hun gezin in de moeilijkheden omdat ze
geen uitweg meer uit de misère meer zagen, nu zijn
het vaak mensen alleen die op een weg zijn geraakt die
hen alleen maar dieper de misère in leidt.
Download