Werkopdracht Schakeljaar Master in de Verpleeg- en VerlosKunde Fundamentele Klinische Vorming 1 Conceptstudie : Verpleegkunde en Ergonomie Guy Heyns 1 Universiteit Antwerpen Heyns Guy Academiejaar 2007 – 2008 Master in de Verpleegkunde en Vroedkunde Conceptstudie Verpleegkunde en Ergonomie Schakeljaar Master in de Verpleeg- en Vroedkunde 2007-2008 Inhoud Inleiding........................................................................................................................3 Werkwijze .....................................................................................................................3 Definitie ........................................................................................................................3 Vaststellingen vanuit de 'basis' literatuur .................................................................4 Vaststellingen vanuit recente wetenschappelijke artikelen.....................................5 Fysieke Ergonomie ................................................................................................................................. 5 Communicatieve Ergonomie................................................................................................................... 6 Cognitieve Ergonomie ............................................................................................................................ 8 Onderlinge relaties.................................................................................................................................. 9 Conclusies .................................................................................................................10 Referenties .................................................................................................................11 Verpleegkundige Basisliteratuur ........................................................................................................... 11 Andere literatuur ................................................................................................................................... 11 Wetenschappelijke artikelen ................................................................................................................. 12 Bijlagen.......................................................................................................................13 Interessante Websites .......................................................................................................................... 13 2 Universiteit Antwerpen Heyns Guy Conceptstudie Verpleegkunde en Ergonomie Schakeljaar Master in de Verpleeg- en Vroedkunde 2007-2008 Inleiding Wanneer een begrip als 'Ergonomie' in contact wordt gebracht met 'Verpleegkunde', dan is het verrassend vast te stellen dat hierover weinig is terug te vinden in zogenaamde 'basisliteratuur'. Indien wel, dan gaat het meestal over rug en statiekproblemen, veroorzaakt door slecht tilgedrag van de verpleegkundigen. Er dient echter met een bredere visie naar 'ergonomie' als begrip te worden gekeken. In dit werk wordt daarom aangetoond dat ergonomie en de toepassing ervan niet alleen essentieel zijn in de zorg, maar zelfs bijzonder actueel, en zeker wanneer het niet wordt toegepast. Verpleegkundigen zijn immers vandaag de dag eerder slachtoffer van het niet toepassen van de ergonomie in de brede zin van het woord, dan dat ze er, samen met de patiënt, voordeel uit halen. Werkwijze Dit werk steunt op literatuur- en internetstudie, persoonlijke ervaringen en reflectie na gesprekken met experten terzake. Literatuurstudie werd verricht in de bibliotheken van de Universiteit Antwerpen en de Karel De Grote Hogeschool te Antwerpen. Via Internet werden bijkomende contacten gelegd met instanties betrokken bij het gezondheidsbeleid van verpleegkundigen. Vanuit persoonlijke ervaringen en interesses werd informatie opgevraagd bij designbureaus die van ergonomisch design hun visitekaartje hebben gemaakt. In de literatuurstudie wordt getracht de groei weer te geven van het kader waarbinnen het begrip 'Ergonomie in de zorg' steeds relevanter geworden is en aan belang heeft gewonnen. Definitie Lieve Van Hemel omschrijft in 2001 het begrip 'ergonomie' in het boek 'Verpleegkundige concepten en methoden' als volgt: "Ergonomie is het studiegebied dat de menselijke activiteiten bestudeert in hun materiële omgeving, daarbij de aandacht toespitsend op de aanpassingen van het werk, de werkomstandigheden, hulpmiddelen… aan de eigenschappen van de mens" Deze omschrijving kan in eerste instantie als vrij goed worden gedefinieerd, maar, in het licht van de moderne wetenschap, is ze zeker niet compleet. Er wordt niet verwezen naar de gevolgen die het niet toepassen van de ergonomie kan hebben op psychisch & economisch vlak. En daarenboven 3 Universiteit Antwerpen Heyns Guy Conceptstudie Verpleegkunde en Ergonomie Schakeljaar Master in de Verpleeg- en Vroedkunde 2007-2008 lijkt deze beschrijving enkel de uitvoerder te bestrijken en wordt er niet gekeken naar de effecten op de ontvanger van deze activiteiten. Daarom wordt de voorkeur gegeven aan de volgende definitie van de Nederlandse Vereniging voor Ergonomie, die te vinden is in het meer recente werk 'Basisverpleegkunde' van Kersten en Sesink (2006): "De Ergonomie tracht op basis van kennis omtrent de anatomische, fysiologische en psychologische kenmerken van de mens, om producten, technische systemen, taken en functies zodanig te ontwerpen dat de veiligheid, gezondheid en het welzijn van de mens gewaarborgd is en doelmatig functioneren wordt bevorderd." In deze definitie wordt de mens breder omschreven en wordt er niet noodzakelijk enkel gefocusseerd op de 'activator' of uitvoerder. Tevens wordt de link gelegd naar het algemene welzijn van de mens en wordt er afgestapt van de puur 'materiële' benadering; er wordt met name ook gekeken naar de functies en taken en niet alleen naar de materialen die nodig zijn om deze te vervullen. In beide definities wordt wel gesproken over de mens in relatie tot zijn omgeving, maar de werkelijke interactie tussen beiden wordt niet echt helder gesteld. Nochtans is het net in deze interactie waarin enkele interessante aspecten te vinden zijn. Vaststellingen vanuit de 'basis' literatuur1 In diverse basiswerken betreffende de verpleegkundige praktijk vinden we geen (Sholtis Brunner & Smith Suddarth, 1986) of slechts een beperkte vermelding van het begrip 'Ergonomie', waarbij het tillen en de hulpmiddelen hiervoor het vaakst worden vermeld (Du Gas 1981, Arets & Vaessen 1993, Juchli 1885). Dit laatste kan, binnen de tijdsgeest, wel als normaal worden beschouwd2 gelet op de prevalentie van rug- en nekklachten binnen de verpleegkunde in vergelijking met andere beroepen (Engkvist, 2005). Van Hemel (2001) trekt het begrip verder open in de richting van de veiligheid, maar beperkt zich hier tegelijkertijd ook toe. Tenslotte vinden we in de meest recente literatuur (Kerstens & Sesink, 2006) eindelijk de link tussen ergonomie, zorgverleners en zorgontvangers, waarbij niet alleen de wetgeving terzake wordt vermeld (Arbo-wet), maar ook een licht wordt geworpen op knelpunten die verder gaan dan het tillen en verplaatsen. Op het vlak van ergonomische benadering, is er dus een evolutie gaande in de verpleegkundige basisliteratuur, maar van een volledige operationalisering is hier nog geen sprake. Dit blijkt met name ook uit het feit dat navraag bij professionele instanties weinig concreet materiaal oplevert met betrekking tot de toepassing van ergonomie in het werkveld. 1 In de referentielijst kunnen de details gevonden worden van de verpleegkundige basiswerken betreffende de verpleegkundige praktijk. 2 Zie ook verder in dit werk. 4 Universiteit Antwerpen Heyns Guy Conceptstudie Verpleegkunde en Ergonomie Schakeljaar Master in de Verpleeg- en Vroedkunde 2007-2008 Vaststellingen vanuit recente wetenschappelijke artikelen In recente wetenschappelijke publicaties kan een duidelijke evolutie gevonden worden in de benadering en operationalisering van het begrip 'ergonomie' in de zorgsector. Bovendien kan uit deze onderzoeken worden afgeleid dat de relevantie ervan hoog is en het belang ervan stilaan meer naar waarde wordt geschat. De eerste moderne, doch weliswaar beperkte visies omtrent ergonomie in de zorgsector beperkten zich ook hier tot de musculoskeletale problematiek als lage rug pijn en cervico-brachialgie bij gezondheidswerkers. Dit vanwege de manuele manipulatie van materialen en mensen in combinatie met een slechte houding, maar ook vanwege de aanwezigheid van mentale stress (Udo et al, 2006). Pogingen om deze musculoskeletale letsels te beperken door lessen in biomechanica en tiltechnieken brachten niet het verwachte resultaat, hoewel deze benadering de laatste 30 jaar werd gevolgd (Owen et al, 2002, Nelson et al, 2006, Engkvist, 2006). De reden hiervoor kan worden gevonden in het feit dat men enkel en alleen trachtte om de uitvoerder zelf te veranderen, en niet de taak op zich (Owen et al, 2002). Gelet op de tijdsgeest en de toen aanwezige denkbeelden kan dit, net als in de 'basisliteratuur', als normaal worden beschouwd aangezien de focus op dat moment lag op de toen aanwezige technologische explosie en de implementatie hiervan voor diagnose en behandeling (Harisinghani, 2004). Ziekenhuizen wilden de beste high tech apparatuur. Ze bouwden hiertoe aanbieder gerichte concepten uit die enkel en alleen hierop focusseerden. Zowel de patiënt als het personeel werd in deze context 'lijdend' voorwerp; zij dienden deze 'high tech boom' te ondergaan en hun belangen werden naar de achtergrond verplaatst. Enkel de genezing (cure) was belangrijk en het belang van de 'care' werd schromelijk onderschat. Deze ontwikkeling leidde tot meer vroegtijdige diagnoses en meer accurate behandelingsmethoden. Patiënten werden, medisch gezien dan toch, op een meer efficiënte manier geholpen. Maar de verzorgenden werden zelf ziek of stroomden uit, en ondanks het bestaan van de meest geavanceerde technologie werden bepaalde grenzen bereikt. Het is op dit ogenblik dat de drie diverse vormen van 'Ergonomie in de zorg' opnieuw (!) worden onderkend. Fysieke Ergonomie Er wordt gesproken over fysieke ergonomie wanneer materialen al dan niet aangepast worden (of zijn) aan het werk waarvoor ze dienen. Wanneer dit niet het geval is, dan kan het zijn dat deze materialen ofwel niet worden gebruikt, ofwel dat het gebruik ervan leidt tot letsels en ziekteverzuim na het optreden van diverse klachten en symptomatologie. 5 Universiteit Antwerpen Heyns Guy Conceptstudie Verpleegkunde en Ergonomie Schakeljaar Master in de Verpleeg- en Vroedkunde 2007-2008 Jarenlang dacht men de mens op zich te moeten veranderen zodat hij zichzelf kon aanpassen aan de taak, maar dezelfde jaren leerden ons dat dit zinloos is en weinig of geen soelaas brengt. (Owen et al, 2002, Nelson et al, 2006, Engkvist, 2006). Effect kan enkel maar bekomen worden wanneer er op een multifocaal vlak wordt gewerkt en een cultuurverandering, waarin veiligheid en empowerment centraal staan, wordt geïnitialiseerd (Hignett et al, 2005 - Nelson et al, 2006 Udo et al, 2006). In deze benadering leert men beseffen dat men de mens niet zomaar een gedrag kan voorschrijven. Er moet inzicht verkregen worden door educatie, waarna coöperatie kan worden verkregen. Wanneer er dan, vanuit de mensen zelf, voorstellen worden gedaan om bepaalde veranderingen te initialiseren op het organisatorische (Taylor!), praktische of omgevingsvlak, dan wordt de slaagkans hiervan drastisch vergroot door het reeds aanwezige draagvlak. Uiteindelijk leidt dit alles tot een daling van het aantal kwetsuren en werkverlet en de daaraan gerelateerde kosten, en dit terwijl de reportagefrequentie van incidenten stijgt (Nelson et al, 2006 ). Tegelijkertijd leidt zulke 'participatieve werkwijze' tot een totale verbetering van de professionele micro/meso/macro relaties wat leidt tot een verbeterd arbeidsklimaat (Hignett et al 2005 - Schermerhorn 2002). Interessant om weten is ook wel dat, volgens Nelson et al (2006), patiënten deze evolutie in eerste instantie niet graag zien. Zij zijn het minst van al bekommerd om nieuwe werkwijzen en wensen eerder op traditionele wijze geholpen te worden. Werknemers in de zorg lopen ook niet onmiddellijk warm voor nieuwe technieken. Zij beroepen zich liever op getrainde procedures uit vrees voor mogelijk letsel of schade voor hun patiënten bij het uitoefenen van nieuwe, nog niet ingetrainde procedures. Hier komt voor beide partijen echter verandering in wanneer het besef verschijnt dat de nieuwe werkwijzen ondermeer zullen leiden tot een verbeterd werkklimaat en verbeterde relaties en communicatie. Communicatieve Ergonomie Hoewel 'Communicatieve Ergonomie' een veel breder begrip is dan hier omschreven, wenst dit werk de communicatie tussen mens en machine, of machines onderling, toch in dit kader te plaatsen. Met de opkomst van de digitale wereld wordt deze vorm van communicatie immers steeds belangrijker en deelgenoot van het ergonomische gebeuren, gelet op de impact ervan op (het comfort van) het dagelijkse werk. Wanneer het design van toestellen optimaal is uitgevoerd, dan is het gebruik - lees communicatie gebruiker/toestel - makkelijk en leidt dit ontegensprekelijk tot een verbetering en vergemakkelijking van de werkprestaties waardoor de werksatisfactie wordt verhoogd. Maar tegelijkertijd stelt men in de Verenigde Staten in 1998 wel vast dat in de medische, nucleaire en luchtvaartwereld (sterk machine gedreven sectoren) 6 Universiteit Antwerpen Heyns Guy Conceptstudie Verpleegkunde en Ergonomie Schakeljaar Master in de Verpleeg- en Vroedkunde 2007-2008 60% van de doodsoorzaken of ernstige verwondingen, gemeld aan de FDA3, veroorzaakt worden door menselijke fouten (Lin et al, 1998), al dan niet onder invloed van 'menselijke factoren' als bijvoorbeeld vermoeidheid en spanning. Het design van deze toestellen kon dus fouten induceren. Correctieve maatregelen waren nodig en ook hier trachtte men het gedrag van de gebruiker te veranderen door het geven van bijkomende trainingen. Deze aanpak leidde niet tot het verhoopte succes omdat men ook hier het gedrag wenste te veranderen in plaats van de effectieve oorzaak aan te pakken (Lin et al, 1998). Het is pas wanneer men inziet dat het zogenaamde 'Human Factors Design' moet worden geïmplementeerd in de algemene design van de toestellen en in deze van de GUI's4 in het bijzonder, men de verhoopte resultaten begint te zien. De implementatie van deze ''menselijke factoren' leidt tot het inbouwen van menselijke mogelijkheden en beperkingen in de toestellen, waardoor het gebruik intuïtiever wordt. Hierdoor werd een daling in de foutmarges verkregen, met tegelijkertijd een stijging in de efficiëntie (Lin et al, 1998). Bijkomend effect, ook voor de patiënten, is dat de bedieners van die toestellen zich minder op de toestellen zelf moeten concentreren, waardoor automatisch meer 'patiëntentijd' vrijkomt. Dit komt zowel de beleving van de patiënt, als de arbeidstevredenheid van de verpleegkundigen ten goede. Een ander aspect binnen de technologische evolutie is dat er bijzonder veel toestellen in het veld verschijnen die allemaal een specifieke taak uitvoeren. Een hoop data wordt beschikbaar gemaakt die de diagnose en behandeling weliswaar tegemoet komen5, maar tegelijkertijd de mentale werkbelasting verhogen. Al deze informatie dient immers professioneel gevolgd en verwerkt te worden. De uitvoering hiervoor wordt bij de verpleegkundigen gelegd, maar, tot voor enige jaren, hadden zij zelden beslissingsrecht bij de aanschaf of selectie van deze apparaten. Vandaag de dag leveren deze toestellen bovendien allemaal digitale informatie, maar wordt deze nog steeds zelden onderling gedeeld of verwerkt. Wanneer bovendien verschillende apparaten andere calibratiewaarden gebruiken, leveren zij bovendien diverse data af over dezelfde gegevens wat de verwarring alleen maar doet toenemen. De meest moderne oplossing hiervoor is een EPR 'Electronic Patient Record' of EMD 'Elektronisch Medisch Dossier', maar ook hier stelt men implementatie problemen vast omdat software in principe taakgeoriënteerd is opgebouwd, terwijl verpleegkundigen eerder patiëntgericht denken. Daarenboven is niet enkel de verzameling van data aan de orde, maar ook de verwerking en interpretatie ervan, waardoor het soms moeilijk is om een consensus te vinden. Niet iedereen wenst immers de data op dezelfde wijze verwerkt te zien. Vast staat evenwel dat de enige mogelijke oplossing een volledige verwerking van de data in de dagelijkse workflow is, maar hier spelen cognitieve aspecten een rol en dient de software mee te denken met de 3 FDA: Food and Drug Administration, Amerikaans controle mechanisme dat ondermeer instaat voor de regularisatie van veiligheidsaspecten, ook buiten de 'drugs' en 'voeding'. Zie ook http://www.fda.gov 4 GUI: Graphical User Interface, de schermen van de toestellen, de communicatie met de gebruiker. 5 Hartbewaking, bloeddrukmeters, anaesthesieapparatuur, beademingsapparatuur, CVD-meters, enz,… 7 Universiteit Antwerpen Heyns Guy Conceptstudie Verpleegkunde en Ergonomie Schakeljaar Master in de Verpleeg- en Vroedkunde 2007-2008 gebruiker wat de implementatie ervan bijzonder moeilijk maakt (BeuscartZéphir et al, 2001) . De voorlopige eindbalans hierin is wel positief (alle data is beschikbaar en archiveerbaar, en bovenal leesbaar!), maar het gebruik ervan blijft op het dagelijkse comfort wegen vanwege de complexiteit, wat ons in de richting van de cognitieve ergonomie brengt. Cognitieve Ergonomie Zelfs de Oude Grieken beseften reeds, zo leren we uit de bouw van de tempels van Asklepios, dat rust, natuur, harmonie, muziek en kunst van belang waren bij de verzorging van hun zieken (Schweitzer et al, 2004). Ook de Romeinen waren zich ten zeerste bewust van de invloed van omgeving en een uitzicht op de natuur. Meer recent onderkende ook Florence Nightingale het belang van diverse omgevingselementen als drukte, licht en ventilatie. Ze voegde daar zelfs nog vormgeving en kleur aan toe als effectoren op perceptie en gedrag. (Schweitzer et al, 2004 - Dalke et al, 2006). En, zeer actueel, ook vandaag nog vindt de 'Sheng Fui' zijn reden van bestaan in het omzetten van cognitieve rust in een verhoogd mentaal functioneren. De geschiedenis leert ons dus dat de omgeving een onmiskenbaar psychisch, mentaal, emotioneel en spiritueel effect heeft op de mens en zijn functioneren (Schweitzer at al, 2004). In de zorgsector vertaalt zich dat ondermeer naar de behoefte voor een veilige, rustgevende en ondersteunende omgeving, los van religie, cultuur of gezondheidsstatus. Onder invloed echter van de technologische 'boom' werden de verschillen tussen ziekenhuizen, zelfs tussen verschillende volkeren en culturen, steeds kleiner, ondanks het belang van bijvoorbeeld spiritualiteit voor bepaalde bevolkingsgroepen. Voorbeelden die het effect van cognitieve ergonomie onderstrepen zijn legio. Zo hebben ongezellige wachtruimten ontegensprekelijk een effect op het welbevinden en het gemoed van achtergelaten familieleden en ook op de patiënt als die weet dat zijn familie daar moet wachten. Gebrek aan spreekruimten die de nodige privacy bieden geven verpleegkundigen de idee dat ze niet 'zoals het hoort' met mensen kunnen spreken, met een negatief effect op hun arbeidssatisfactie. Ontevreden verpleegkundigen werken minder nauwkeurig, ze zijn niet vrij van beslommeringen en foutmarges kunnen hierdoor toenemen. Vicieuze cirkels kunnen ontstaan die, wanneer niet doorbroken, kunnen leiden tot steeds lagere jobsatisfactie en verhoogde uitstroom van verpleegkundigen (Schweitzer et al, 2004). Op lange termijn beïnvloedt dit ook collega's en krijgt men algemeen verspreide werkvloer effecten. 8 Universiteit Antwerpen Heyns Guy Conceptstudie Verpleegkunde en Ergonomie Schakeljaar Master in de Verpleeg- en Vroedkunde 2007-2008 Onderlinge relaties Er is ontegensprekelijk een connectie tussen de cognitieve, communicatieve en fysieke ergonomie en zij dienen steeds in het licht van elkaar bekeken te worden. Zo zijn bijvoorbeeld verplaatsbare 'power columns'6 (fysisch) zeer effectief om de kamer in te richten naargelang de behoefte van zowel patiënt als verzorgende, maar ze bieden tegelijkertijd een enorm 'cognitief' comfort door het wegnemen van alledaagse beslommeringen. Ook kan het verbreden van de badkamerdeur een fysisch gegeven zijn, maar het draagt wel ontegensprekelijk bij tot het 'veiligheidsgevoel' van zowel patiënt als verpleegkundige. Omgekeerd is er bijvoorbeeld 'geluid', een fysiek iets dat enorme cognitieve gevolgen heeft. Overstimulatie geeft een daling in zowel de frequentie als in de kwaliteit van de menselijke interactie. Concentratieproblemen duiken op en het denkvermogen wordt beïnvloed, waardoor dikwijls eenvoudige, korte termijn oplossingen de voorkeur krijgen boven duurzame lange termijn oplossingen. Humor heeft dan weer een zodanig chemisch effect op het lichaam, dat gedrag hierdoor positief beïnvloed wordt. Andere elementen als licht, geur, lucht, architectuur, kleur, kunst, textuur en contrasten, zijn duidelijk fysische elementen dewelke een ontegensprekelijk bewezen effect hebben op het geestelijk en lichamelijk welbevinden van zowel patiënten als personeel (Dalke et al, 2006). Het beste bewijs van het feit dat gemengde ergonomische principes bijdragen tot het welzijn van zowel patiënt als verzorgenden kan misschien nog best weergegeven worden door het ontstaan en succes van de 'Planetree Philosophy of Care'7, ontwikkeld door een patiënt na een, voor haar, traumatische hospitaalervaring. Deze filosofie gebruikt het welzijn van zowel patiënt als personeel als draagvlak voor het optimaliseren van patiëntgerichte zorg en vindt vandaag de dag enorm veel bijval in patiëntgerichte organisaties.(Schweitzer, 2004). 6 Power columns: balken waar alle mogelijke connectoren aanwezig zijn die van belang kunnen zijn in een patiëntenkamer. Voorbeelden zijn, elektrische stroom, zuurstof, lachgas, alarmsystemen, enz,… 7 Planetree Philosophy of Care: voor verdere uitleg: zie interessante websites op het einde van dit document. 9 Universiteit Antwerpen Heyns Guy Conceptstudie Verpleegkunde en Ergonomie Schakeljaar Master in de Verpleeg- en Vroedkunde 2007-2008 Conclusies Wat op het eerste zicht misschien een fysisch ergonomisch probleem lijkt, is iets dat veel dieper ligt en wordt veroorzaakt door een cognitief probleem. Mogelijkerwijs moet het best behandeld worden door een haptonoom8 die de combinatie van beiden en de impact van de afzonderlijke delen beter kan inschatten en behandelen. De meest recente literatuur ondersteunt het belang van fysieke, communicatieve en cognitieve ergonomie in de zorg en legt duidelijk verbanden naar deze haptonomie en de antropometrie9. Ergonomie is dus een belangrijk concept waarvan de gevolgen duidelijk veel verder dragen dan enkel en alleen maar de musculoskeletale problematiek van verzorgenden, zoals 30 jaar lang werd gedacht. Ergonomie is een universeel concept dat directe impact heeft op het gehele verzorgingsproces en op alle deelnemers, inclusief patiënten, getuige daarvan de 'Planetree Philosophy of Care'. Recente inzichten tonen ons dus dat de mens, ook wat de ergonomische problematiek betreft, in zijn geheel én in zijn omgeving moet worden bekeken. Dit alles leidt ons tot de conclusie dat de huidige ontwikkelingen in de moderne zorg, met daarin ondermeer de toenemende identificatie van de verpleegkundige en de daarbij optredende waardering voor het beroep, ondermeer zullen leiden tot de her- en erkenning van het belang van de 'care' ten opzichte van de 'cure'. Deze ontwikkeling opent perspectieven naar de verdere professionalisering van de verpleegkunde en naar een verbeterde kwalitatieve zorg, waardoor uiteindelijk het comfort van patiënt én verzorgende zullen toenemen. Want het mag intussen duidelijk geworden zijn dat een 'ergonomische zorgverlening' een zorgverlening is die niet in stukken kan worden gesneden en die, zij het op de achtergrond, van vitaal belang is voor de beleving van het beroep. In die zin mag gesteld worden dat, indien niet aan de meest essentiële eisen van de ergonomische beleving wordt voldaan, een instelling vandaag de dag geen lang of kwalitatief leven beschoren zal zijn. Er is dus een aanvang genomen met de operationalisering van de ergonomische principes en het belang ervan is aangetoond. Nu dient enkel het besef nog te volgen. 8 Haptonoom: Een persoon die de cliënt/patiënt leert om anders om te gaan met lichamelijke en geestelijke (gevoels)problemen. 9 Antropometrie: Die wetenschap die zich bezig houdt met de relatie tussen lichaamsbouw en afmetingen in relatie tot industriële design, architectuur en ergonomie. 10 Universiteit Antwerpen Heyns Guy Conceptstudie Verpleegkunde en Ergonomie Schakeljaar Master in de Verpleeg- en Vroedkunde 2007-2008 Referenties Verpleegkundige Basisliteratuur Arets, J., Vaessen, J. Professionele Verpleegkunde: handboek voor verpleegkundigen Spruyt, Van Mantgem & De Does BV 1993; ISBN 90-238-2532 - 2 Du Gas, B.W. Basisboek verpleegkunde: Verplegen als integraal proces Wolters-Noordhoff 1981; ISBN 90-01-32855-5 IDEWE vzw Basisverplaatsingstechnieken in de patiëntenzorg Kluwer 2005; ISBN 90-465-0434-4 Juchli, L. Leerboek verpleegkunde 1: Basisverpleegkunde Elsevier 1985; ISBN 90-10-03058-X Kerstens, J.A.M., Sesink, E.M. Basisverpleegkunde Bohn Stafleu van Loghum Houten 2006; 90-313-4685-3 Sholtis Brunner, L., Smith Suddarth, D. The Lippincott - Manual of Nursing Practice, Fourth Edition J.B. Lippincott Company 1986; ISBN 0-397-54499-5 Van Hemel, L. Verpleegkundige concepten en methoden Garant 2001; ISBN 90-441-1109-4 Andere literatuur Schermerhorn J. Management, seventh edition Academic Service, Den Haag 2002; ISBN 90 395 2031 3 11 Universiteit Antwerpen Heyns Guy Conceptstudie Verpleegkunde en Ergonomie Schakeljaar Master in de Verpleeg- en Vroedkunde 2007-2008 Wetenschappelijke artikelen Beuscart-Zéphir, M.C., Anceaux, F., Crinquette, V., Renard, J.M. Integrating users'activity modeling in the design and assessment of hospital electronic patient records: the example of anesthesia International Journal of Medical Informatics 2001; 61: 157-171 Dalke, H., Little, J., Niemann, E., Camgoz, N., Steadman, G., Hill, S., Stott, L. Colour and lighting in hospital design Optics & Laser Technology 2006; 38: 343-365 Engkvist, I-L. Evaluation of an intervention comprising a No Lifting Policy in Australian hospitals Applied Ergonomics 2006; 37: 141-148 Harisinghani, M.G., Blake, M., Saksena, M., Hahn, P., Gervais, D., Zalis, M., Da Silva Dias Fernandes, L., Mueller, P. Importance and Effects of Altered Workplace Ergonomics in Modern Radiology Suites Radiographics 2004; 24: 615-627 Hignett, S., Wilson, J.R., Morris, W. Finding ergonomic solutions - participatory approaches Occupational Medicine 2005; 55: 200-207 Lin, L., Isla, R., Doniz, K., Harkness, H., Vicente K.J., Doyle, D.J. Appplying human factors to the design of medical equipment: patientcontrolled analgesia Journal of Clinical Monitoring and Computing 1998; 14: 253-263 Nelson, A., Matz, M., Chen, F., Siddharthan, K., Lloyd, J., Fragala, G. Development and evaluation of a multifaceted ergonomics program to prevent injuries associated with patient handling tasks. International Journal of Nursing Studies 2006; 43: 717-733 Owen, B.D., Keene, K., Olson, S. An ergonomic approach to reducing back/shoulder stress in hospital nursing personnel: a five year follow up International Journal of Nursing 2002; 39: 295-302 12 Universiteit Antwerpen Heyns Guy Conceptstudie Verpleegkunde en Ergonomie Schakeljaar Master in de Verpleeg- en Vroedkunde 2007-2008 Schweitzer, M., Gilpin, L., Frampton, S. Healing Spaces: Elements of Environmental Design That Make an Impact on Health The Journal of Alternative and Complementary Medicine 2004; 10: S-71-S-83 Udo, H., Kobayashi, M., Udo, A., Branlund, B. Participatory Ergonomic Improvement in Nursing Home Industrial Health 2006; 44: 128-134 Bijlagen Interessante Websites http://www.dined.nl http://www.panton.nl (commercieel!) http://www.indes.nl (commercieel!) http://www.idewe.be Nederlandse Vereniging voor Ergonomie Instituut voor Toegepaste Haptonomie Academie voor Haptonomie http://www.planetree.org 13 Universiteit Antwerpen Heyns Guy