Wat is het Down Syndroom? Omdat beide ingrepen niet zonder risico zijn om de foetus te verliezen, wordt eerst een screeningtest voorgesteld. Deze test berekent de kans dat de foetus Down syndroom heeft. Wie wordt gescreend? Tijdens de zwangerschap bestaat er 2 tot 3% kans dat de baby een erfelijke afwijking zal vertonen. Meestal zijn deze afwijkingen niet van grote betekenis, maar in een aantal gevallen toch heel ernstig te noemen. Het syndroom van Down, vroeger ook mongolisme genoemd is de bekendste afwijking. Deze aandoening wordt ook trisomie 21 genoemd, omdat er bij de baby 3 in plaats van 2 chromosomen zijn. Het syndroom van Down is een belangrijke oorzaak van mentale achterstand, maar ligt ook aan de basis van vele aangeboren hartafwijkingen en andere licham elijke gebreken. Screening en diagnostiek De diagnose of vaststelling van de aandoening gebeurt door een onderzoek van de chromosomen in de cellen van de baby. Deze cellen worden verkregen door een vlokkentest of een biopsie van de placenta rond de 11e week of na een vruchtwaterpunctie rond de 16de week. Het risico van het ontwikkelen van een baby met het syndroom van Down wordt groter met de leeftijd van de zwangere vrouw. Zo heeft een 20jarige vrouw een kans van één op 1500 en een vrouw van 36 een kans van één op 310. Na de leeftijd van 35 jaar stijgt het risico bijzonder snel. Het grootste aantal Down baby’s wordt echter geboren bij vrouwen onder de 35 jaar, daar zij de grootste groep zwangeren vormen. De screeningtest is daarom aan te raden bij alle zwangere vrouwen. De resultaten van een screening worden verwerkt in een berekening, welke de waarschijnlijkheid tot de ontwikkeling van een Down syndroom baby weerspiegelt. Wanneer kan een screening worden aangeboden? Er kan gescreend worden met echografie rond de 12e week. Bij deze gelegenheid meet de gynaecoloog de dikte van de nekplooi van de foetus. Er wordt ook bloed afgenomen in het laboratorium van het ziekenhuis. Het tijdstip hiervoor is ofwel in het eerste trimester (9-13 weken) of in het tweede trimester (14-21 weken). Hoe gebeurt de risicoberekening? Een computerprogramma berekent de kans op een foetus met Down syndroom, op basis van de uitslagen van de uitgevoerde screeningtesten en de leeftijd van de zwangere vrouw. Een berekend risico van bijvoorbeeld 1 op 442 betekent dat bij 442 zwangere vrouwen, één vrouw drager is van een Down syndroom foetus. Wanneer een verhoogde kans wordt berekend, wil dit NIET zeggen dat de foetus ook Down syndroom heeft. Het betekent wel dat de zwangere vrouw in aanmerking komt voor het laten uitvoeren van een chromosomenonderzoek. De uitslag van dit onderzoek geeft definitief uitsluitsel of de foetus al dan niet Down Syndroom heeft. Het chromosomenonderzoek gebeurt in gespecialiseerde laboratoria voor genetica. Goed om te weten Naast de risicoberekening voor Down syndroom wordt ook gescreend naar andere afwijkingen zoals afwijkingen van de neurale buis (open rugje), Turner syndroom, Trisomie 13 en 18. Besluit • De meeste zwangerschappen verlopen volledig normaal. • Niettegenstaande Down syndroom niet frequent voorkomt, is het aanbieden van een screening in het eerste of tweede trimester verantwoord. • Het resultaat van de screeningtest zegt niets over de aanwezigheid van Down syndroom. • Bij een verhoogde kans zal een vlokkentest of vruchtwaterpunctie worden voorgesteld om een chromosomenonderzoek uit te voeren. Er bestaat een klein risico dat tijdens de vlokkentest of vruchtwaterpunctie de zwangerschap wordt afgebroken. • Het resultaat van het chromosomenonderzoek geeft definitief uitsluitsel of de foetus al dan niet het Down syndroom heeft. • Andere afwijkingen kunnen ook opgespoord worden tijdens het screenen naar Down syndroom. Tot slot Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft, kan u contact opnemen met uw gynaecoloog, kinderarts of vroedvrouw van de materniteit. Nuttige telefoonnummers: Materniteit / Postnatale zorg: 09/387 72 50 Secretariaat gynaecologie: 09/387 70 38 Syndroom van Down