De patiënt en cliënt centraal door strategische inzet van ICT en technologie De patiënt centraal | 1 2 | De patiënt centraal De patiënt en cliënt centraal door strategische inzet van ICT en technologie De patiënt centraal | 3 Onderzoeksopzet EY heeft in samenwerking met BoardRoom ZORG onderzoek gedaan naar de strategische inzet van ICT en technologie. Dit onderzoek is uitgevoerd in nauwe samenwerking met vele zorgorganisaties. Online survey Wij voerden een online survey uit onder een brede doelgroep van bestuurders, zorgprofessionals, managers ICT en bedrijfsvoering in de Nederlandse gezondheidszorg. Wij legden hen een lijst met 31 vragen voor over de strategische inzet van ICT en technologie. Meer dan 70 respondenten hebben de vragenlijst volledig ingevuld. Interviews Om de onderzoeksresultaten van context te voorzien, interviewden wij tien bestuurders, medische specialisten en managers ICT en bedrijfsvoering. Wij danken de respondenten en geïnterviewden voor hun bijdrage aan dit onderzoek. Subject matter experts Healthcare & Lifesciences and IT Advisory Wilco Bothof Strategische inzet van ICT Samenwerkingsvormen Richard Bussink Health/IT Architectuur Mobile Health Gerard Jansen van Rosendaal Optimalisatie primaire processen Resultaatverbetering Bart Miseré Procesverbetering Patiëntlogistiek & Capaciteitssturing Annemien Pullen Innovatiemanagement Health IT Erik Vermeulen IT strategy & transformation Health IT Sander Schouten Projectmanagement IT Governance Martijn van der Meijden Healthcare analytics 4 | De patiënt centraal Inhoud Voorwoord4 Managementsamenvatting8 ICT als sleutel voor patient centric networks 10 Extramuralisering van de zorg 16 Ruimte voor innovatie 20 Langer thuis wonen 22 Slimmer met meer data 24 Samenwerken in de regio 28 De patiënt centraal | 5 Voorwoord De strategische inzet van ICT (voor informatieoverdracht tussen patiënt/cliënt en zorgaanbieders) en technologie (voor bijvoorbeeld zelfdiagnostiek) is van cruciaal belang voor de toekomst van de zorg. Bedrijfstakken waar de digitale transformatie al eerder startte zoals de financiële sector, detailhandel en media & entertainment, hebben mede door de inzet van innovatieve ICT en technologie een heel ander aanzien gekregen. De Nederlandse gezondheidszorg gaat een vergelijkbaar patroon doormaken. Uit ons onderzoek blijkt echter, dat de sector er nog onvoldoende in slaagt visie en strategie door ICT en technologie te laten ondersteunen. Veel organisaties maken de afweging enerzijds te investeren om de eigen organisatie strategisch met ICT te ondersteunen en anderzijds in de verbinding met de patiënt/cliënt en andere zorgaanbieders. De vraag is of dit snel genoeg lukt, want meestal zijn patiënten en familie sneller in het adopteren van nieuwe technologie dan zorgaanbieders zelf. In nieuw te vormen samenwerkingsverbanden kunnen ICT en technologie maximaal worden ingezet voor wat wel wordt aangeduid als patient centric networks. In deze netwerken staan cliënten en patiënten in het middelpunt van het werk van zorgaanbieders. Hiervoor is het aantal vernieuwende toepassingen in de vorm van (mobiele) technologie indrukwekkend. ICT en (consumenten-) technologie bedrijven investeren fors in innovatie. eHealth, connected health, next generation EPD/ZIS- en ECD-systemen, CCR, EMRAM en persoonlijke dossiers zullen de komende jaren het zorgnieuws domineren. Bij de vorming van patient centric networks is het van belang dat financiers bereid zijn de (financiële) kaders te scheppen. Zorgorganisaties kunnen concurrentievoordeel behalen door positionering, zorgprocessen, ICT en technologie tot een logisch geheel te smeden. Mede door het gebruik van healthcare analytics kan de zorg verbeteren en kunnen processen beter worden aangestuurd. Met deze uitgave breken wij een lans om de patiënt centraal te plaatsen met behulp van de strategische inzet van ICT en technologie. Wilco Bothof, partner sector Health Care & Life Sciences 6 | De patiënt centraal EY Health Care Building a Better Working World De centrale gedachte achter Building a Better Working World is dat wij als dienstverlenende organisatie willen bouwen aan een betere wereld. Niet alleen voor onze cliënten, maar nadrukkelijk ook mét hen. Onze inzet is erop gericht om waar dat mogelijk is onze krachten te bundelen en zo meer te bereiken dan ieder van ons afzonderlijk zou lukken. Uiteraard vormen onze cliënten het vertrekpunt voor onze inspanningen. Daarbij hebben wij oog voor onze stakeholders in de zorg en onze professionals met wie zij samenwerken. Mensen vormen namelijk het wezenlijke fundament van Building a Better Working World. Daarom sluit dit motto ook zo goed aan bij onze activiteiten in de sector. Want als het ergens primair om mensen gaat, is het vanzelfsprekend in de gezondheidszorg. www.ey.nl/health De patiënt centraal | 7 Managementsamenvatting 1 2 8 ICT als sleutel voor patient centric networks ICT dreigt de aansluiting met de zorg te missen. Onderzoek onder bestuurders, managers en zorgprofessionals in de Nederlandse gezondheidszorg wijst in de richting van die verontrustende conclusie. Zorgorganisaties lijken er moeite mee te hebben om hun visie en strategie effectief door ICT en technologie te laten ondersteunen. Volledige integrale samenwerking is bepaald nog geen gemeengoed. Uit het onderzoek blijkt dat de zorgsector weliswaar erg enthousiast is over de mogelijkheden van nieuwe ICT-toepassingen, maar moeite heeft om deze effectief en structureel in te zetten. Tot slot vindt de helft dat er voldoende in ICT wordt geïnvesteerd. Extramuralisering Continu en dichtbij: zo is de zorg van de toekomst georganiseerd. Extramuralisering van de zorg heeft grote impact. Functies die nu nog binnen de muren van zorgorganisaties worden uitgevoerd, zullen in de toekomst dichter bij de cliënt/patiënt plaatsvinden. In deze context zal ICT de wijze waarop begeleiding én behandeling van cliënten en patiënten plaatsvindt fundamenteel gaan veranderen. | De patiënt centraal 3 4 Innovatie Het is een uitdaging om te bepalen welke innovaties men op grotere schaal door wil voeren. Voor veel organisaties is het moeilijk om naast het draaiende houden van de business ook nog eens met innovatieve toepassingen bezig te zijn. Hiervoor zijn denkramen en structuren nodig zoals selectiecriteria, innovatieplannen, samenwerkingsvormen, aanpassingen in de huidige organisatievorm en inzicht in de cultuur en noodzakelijke cultuurveranderingen. Langer thuis wonen Langer thuis wonen is aantrekkelijk als dit kan zonder toenemende gezondheidsrisico’s, zonder gevoelens van onveiligheid en zonder een grote belasting van de informele zorg. Nieuwe technologie biedt de mogelijkheden om langer thuis wonen te bevorderen en aantrekkelijker te maken. Hierdoor zullen zorgdiensten meer het karakter krijgen van gebruik naar behoefte, ongeacht tijdstip en locatie. 5 6 Slimme data Nieuwe toepassingen om langer thuis te wonen en extramuralisering mogelijk en werkbaar te maken, worden gestimuleerd door digitale technologieën die slim omgaan met data. Iedere dag worden er nieuwe technologieën geïntroduceerd die data verzamelen. Het analyseren, voorspellen en op deze manier leren wordt nog meer onderdeel van het dagelijks werk. De impact die deze ontwikkeling heeft op de werkzaamheden van artsen en verpleegkundigen is groot. Maar het biedt ook kansen om met de juiste data de organisatie en de zorg voor cliënten en patiënten beter te sturen. EY draagt bij aan de ontwikkeling van patient centric networks door: • Ontwikkelen van het bedrijfsconcept voor preventie en extramuralisering. • Realiseren van werkende (regionale) samenwerkingsverbanden. • IT-strategie, besturing en effectiviteit. • Management van transformatieprojecten. • Data-analyse en opstellen voorspellende modellen. • Strategie en implementatie voor EPD/ZIS en ECD. • Strategie en implementatie van e-/mHealth voor extramuralisering en langer thuis wonen. Samenwerking Veel zorgaanbieders overwegen om samenwerkingsverbanden op te richten. De ervaring leert dat losse verbanden geld kosten en weinig opleveren. Voorwaarde is bovendien dat er een duidelijke visie is op de wijze van samenwerking en een krachtige groep mensen die daar gestalte aan geeft. Het is belangrijk om niet met een goudgerand concept te beginnen (waarin standaard alle partners gelijk zijn en iedereen alles doet) maar om een pragmatische benadering te kiezen. De patiënt centraal | 9 1 ICT als sleutel voor patient centric networks ICT dreigt de aansluiting met de zorg te missen. Onderzoek onder bestuurders, managers en zorgprofessionals in de Nederlandse gezondheidszorg wijst in de richting van die verontrustende conclusie. Hieronder de belangrijkste resultaten van ons onderzoek. 10 | De patiënt centraal Strategische inzet van ICT 65% ervaart de strategische kaders als helder en richtinggevend. 47% vindt dat ICT daadwerkelijk invulling geeft aan de organisatiestrategie. 52% ervaart een duidelijke relatie tussen de ICT-uitgaven en de toegevoegde waarde voor de organisatie. Hoe ver is de zorgsector met de strategische inzet van ICT? 1 De strategische kaders zijn helder en richtinggevend (65%). Echter, in de groep respondenten met een ICT-gerelateerde functie worden de strategische kaders als minder duidelijk en richtinggevend ervaren (60%) dan bij beleidsmedewerkers en bestuurders (76%) en bij zorgprofessionals (74%). 2 47% van de respondenten vindt dat ICT daadwerkelijk invulling geeft aan de organisatiestrategie. Er zijn echter grote onderlinge verschillen per functiegroep. Zo geeft een relatief klein percentage (25%) van de zorgprofessionals aan dat ICT invulling geeft aan de visie en de strategie van de organisatie tegenover een veel groter percentage van beleidsmedewerkers en bestuurders (67%). De strategische rol die de huidige ICT- afdeling speelt in het invullen van de visie en de strategie van zorgorganisaties lijkt onvoldoende zichtbaar. Dit is een indicatie dat zorgorganisaties moeite hebben om effectief de visie en de strategie te vertalen naar ICT. 3 52% van de respondenten ervaart een duidelijke relatie tussen de ICT-uitgaven en de toegevoegde waarde voor de organisatie. Opvallend is dat deze toegevoegde waarde het minst wordt ervaren door de respondenten met een ICT-gerelateerde functie (46%). Dit is een derde indicatie dat ICT binnen zorgorganisaties in veel gevallen de aansluiting lijkt te missen met het zorgdomein. Dit onderzoek naar de strategische inzet van ICT is uitgevoerd in samenwerking met BoardRoom ZORG. Al 28 jaar is BoardRoom ZORG (voorheen ZM) dé informatiebron voor bestuurders, toezichthouders èn topmanagers die willen weten hoe het echt zit met visie, governance en bestuur in de zorg. Een eigentijdse vormgeving en een nieuwe formule kwamen in 2012 tot stand. De redactie biedt reflectie en verdieping op uw vakgebied. Thema’s en rubrieken zijn onder meer Zorg en Recht, Kennis in de praktijk, Risicomanagement, Kwaliteit van zorg, Governance, e-Health en Vastgoed. De patiënt centraal | 11 Zelfstandig of samen met anderen 67% bevindt zich in een samenwerkingsverband, al is het grootste gedeelte van beperkte omvang. 4 22% kent nu nog geen samenwerkingsverband, maar ambieert dat wel. Zelfstandig of samen met anderen doorontwikkelen? Een meerderheid van de respondenten (67%) geeft aan dat de organisatie samenwerkingsverbanden heeft op het gebied van ICT. 5 Een relatief klein percentage van de respondenten (22%) geeft aan geen samenwerkingsverbanden te hebben op het gebied van ICT, maar heeft in de toekomst wel een wens in die richting. 24% van de samenwerkingsverbanden zijn gericht op uitwisselen van patiëntgebonden of logistieke informatie. 22% werkt samen op het gebied van nieuwe ontwikkelingen. 7 Samenwerken wordt vooral in beperkte mate gedaan en volledige integrale samenwerking is nog geen gemeengoed. De kans is groot dat een beperkte mate van samenwerking op het gebied van ICT niet de volledige potentie benut van schaal- en efficiencyvoordelen. Sterker nog: beperkte samenwerkingsvormen kunnen in sommige gevallen zelfs meer geld kosten (door de behoefte aan afstemming) dan ze opleveren. Wat is de reden van samenwerking op het gebie Wat is de reden samenwerking op het gebied van ICT? van ICT Wat is devan reden van samenwerking op het gebied 6 Doel en reden van de samenwerkingsverbanden vallen in drie categorieën: •Gezamenlijke innovatie (nieuwe ontwikkelingen en pilots 22%) en periodieke kennisdeling (24%) heeft een score van bij elkaar 46%. •Het onderling uitwisselen van patiëntgebonden of logistieke informatie heeft een score van bij elkaar 24%. •Het gezamenlijk uitvoeren van operationele taken op ICTgebied (zoals applicatiebeheer, hosting en inkoop) behaalt bij elkaar een score van 26%. 4% 4% 24% 24% 24% 22% 8% 22% 22% 17% Uitwisseling patiënteninformatie Uitwisseling patiënteninformatie Uitwisseling patiënteninformatie Uitwisseling informatielogistieke informatie 17% Uitwisseling logistieke Uitwisseling logistieke informatie Gezamenlijke inkoop van ICT Gezamenlijke Gezamenlijke inkoop inkoop van ICT van ICT 7% Samenwerking op het gebied van 7%7% Samenwerking op het gebied van Samenwerking op het gebied van applicatief beheer applicatief beheer 7% applicatief beheer Gezamenlijk hosten van applicaties 7% hosten van applicaties op het gebied van 7%SamenwerkingGezamenlijk Gezamenlijk hosten van applicati Samenwerking nieuwe ontwikkelingen, pilotsop het gebied van 11% nieuwe ontwikkelingen, pilots 11% Samenwerking op het gebied van Periodieke kennisdeling Periodieke nieuwekennisdeling ontwikkelingen, pilots 8% 11% Anders Anders 17%4% 8% Periodieke kennisdeling Anders 12 | De patiënt centraal Benutten van ICT-mogelijkheden 93% is enthousiast over nieuwe ICT-ontwikkelingen, maar 49% ziet zichzelf als innovatieve organisatie. 12% van de organisaties zet mobiele toepassingen volledig in. Budgetten voor vernieuwing 56% maakt zich zorgen over de acceptatie van mobiele toepassingen door zorgverleners en de eigen organisatie. Worden de mogelijkheden van ICT ten volle benut? 41% vindt dat er voldoende wordt geïnvesteerd in ICT. 11 93% van de respondenten geeft aan enthousiast te zijn over de nieuwe ICT-ontwikkelingen. Tegelijkertijd blijkt dat minder dan de helft (49%) van de zorgorganisaties zichzelf ziet als innovatieve organisatie. Hoewel de sector erg enthousiast is over de mogelijkheden van nieuwe ICT-toepassingen ziet zij tegelijkertijd een probleem om deze toepassingen ook effectief en structureel in te zetten. Het struikelblok lijkt hier de acceptatie van deze toepassingen te zijn. De grote vraag waar veel zorgorganisaties mee geconfronteerd worden, is dus welke innovaties te realiseren en hoe hier draagvlak voor te verkrijgen. 9 12 8 Mobiele toepassingen worden meestal in pilots gebruikt in het primaire zorgproces. Van volledige ondersteuning (12%) is echter nog geen sprake. Tegelijkertijd is er een grote groep respondenten die aangeeft nog geen mobiele toepassingen te gebruiken in het primaire proces, maar wel te verwachten dit in de toekomst te gaan doen. 10 Zorgen rond mobiele toepassingen lopen uiteen. Acceptatie door zorgverleners (35%) en acceptatie door de organisatie (21%) zijn de meest genoemde zorgen. Voldoen aan wet- en regelgeving en het voorkomen van data leaks (19%) en technisch functioneren (10%) volgen op enige afstand. In de praktijk hebben veel zorgorganisaties de eerste stap gezet en bereidt de sector zich voor op de tweede stap: het structureel borgen van een (ICT)-innovatie proces in de dagelijkse uitvoering van primaire zorgprocessen. Hoe groot zijn de budgetten voor vernieuwing met automatisering? 13 Bijna 41% van de respondenten vindt dat er voldoende wordt geïnvesteerd in ICT. De bereidheid om meer te investeren in ICT lijkt derhalve zeker aanwezig. De vraag is natuurlijk per organisatie of hier ruimte voor is dan wel hoe hiervoor ruimte gemaakt kan worden. De patiënt centraal | 13 ‘Je belangrijkste waarden moeten ook in ICT tot uiting komen’ Case studie Pieter de Kort, directievoorzitter Rivas Zorggroep 14 | De patiënt centraal Samenvatting van het interview dat ook in het juni nummer van BoardRoom ZORG is verschenen. management summary •Rivas Zorggroep investeerde fors in een ketendossier voor al haar patiënten en cliënten in de care en cure: ziekenhuiszorg, woonzorg, verpleeghuiszorg, thuiszorg, particuliere zorg, maatschappelijk werk, jeugdgezondheidszorg en kraamzorg. •De organisaties gingen vijftien jaar geleden samen om effectiever te kunnen werken en zo de kwaliteit van zorg te verbeteren. •Het ketendossier moet daaraan een volgende impuls geven. •Het strategisch belang van ICT bij Rivas Zorggroep is zo groot dat het hoofd ICT wekelijks rechtstreeks rapporteert aan de directievoorzitter. ‘Als je de helft van je eigen vermogen in een ICTproject stopt, moet je je serieus afvragen of dat wel verstandig is’, zegt Pieter de Kort. Hij is directievoorzitter van Rivas Zorggroep in Gorinchem en omstreken. Recent investeerde Rivas Zorggroep in één ketendossier voor alle eigen patiënten/cliënten; van ziekenhuis tot verpleeghuis en van revalidatie tot jeugdzorg. Deze forse investering moet zo’n 60 fte kunnen vervangen en in een jaar of vier worden terugverdiend. Hoewel de stevige businesscase bij de keuze voor het nieuwe ketendossier anders doet vermoeden, staat in het rijtje essentiële organisatiewaarden doelmatigheid pas op de vijfde plaats bij Rivas Zorggroep. De financiën komen na veiligheid, hoffelijkheid, uitstraling en plezierig werken. De Kort: ‘Het sturingsprincipe dat de eerste vier waarden samenvat, is kwaliteit. Als het lukt kwaliteit te leveren, volgt het geld vanzelf.’ Rivas Zorggroep heeft nu een omzet van 270 miljoen euro per jaar en een positief resultaat van ongeveer twee procent. De solvabiliteit van de organisatie is twintig procent. Er werken bijna 7.000 mensen. Kwaliteit van zorg was al het leitmotief bij de start van de groep in 1995/1996. Zelf was hij eind jaren negentig interim-bestuurder van het Beatrixziekenhuis in Gorinchem, aangesteld om de vaste bestuurder vrij te stellen van de meeste operationele taken. Terwijl De Kort op de winkel paste, waren de besturen van onder meer thuiszorg, ziekenhuis en V&V-instellingen bezig een unieke fusie tot stand te brengen. ‘De gedachte was dat door samen te gaan werken in cure en care, onnodige en overbodige behandelingen in de keten konden worden vermeden’, vertelt De Kort. Het was vraaggericht werken avant la lettre toen de nieuwe organisatie op 1 januari 1999 ontstond. Korte tijd later vroeg de raad van Case studie toezicht aan De Kort of hij directievoorzitter van de nieuwe raad van bestuur wilde worden, niet meer interim maar voor vast. ‘Het was niet meteen een swingende, procesgeoriënteerde organisatie’, lacht De Kort als hem gevraagd wordt of zo’n fusieclub met dergelijke uiteenlopende disciplines in de praktijk wel echt kon samenwerken. Rivas Zorggroep herbergt nu ziekenhuiszorg, woonzorg, verpleeghuiszorg, thuiszorg, particuliere zorg, maatschappelijk werk, jeugdgezondheidszorg en kraamzorg. Dit is een unieke combinatie van care en cure onder één dak, precies zoals het vijftien jaar geleden bedoeld was. Maar is de organisatie nu ook werkelijk effectiever in vergelijking met regio’s waar al deze disciplines op eigen benen staan? ‘De zorgconsumptie is in ons verzorgingsgebied verhoudingsgewijs laag, ja. Wij hebben landelijk gezien significant minder ingrepen als gevolg van zorgvuldig overleg met de klant en met andere disciplines. Het nieuwe ketendossier dat sinds kort operationeel is, moet de effectiviteit van de zorgprocessen binnen Rivas een volgende impuls geven. Uitgangspunt is dat alle zorgverleners in alle onderdelen van de organisatie – uiteraard onder strikte voorwaarden – toegang hebben tot het dossier van de patiënt/cliënt. Dat maakt het mogelijk om een zorgvraag door de hele keten te volgen. Dubbel werk, overbodige vraagstellingen en onnodig tijdverlies behoren tot het verleden. Hier wordt dan de belangrijkste fte-winst behaald. Gedefinieerde zorgprocessen zijn leidend in het dossier. Casemanagers bewaken dat. De Kort spreekt trouwens liever van gidsen, die met name in de thuiszorg en de V&V-zorg samen met cliënten afspraken maken over de in te plannen behandeling(en) en deze waar nodig ook blijven volgen. ICT organisatie ICT valt bij Rivas Zorggroep onder de directeur bedrijfsvoering, die tevens andere staf- en facilitaire afdelingen aanstuurt. Het strategisch belang van ICT is volgens de raad van bestuur echter zo groot dat het hoofd ICT wekelijks rechtstreeks aan de directievoorzitter rapporteert. Dat laatste geldt ook voor de trekkers van de andere, strategisch zware programma’s binnen Rivas zoals Planetree en JCI (kwaliteitsmanagement). Uniek voor Nederland is dat Rivas bovendien een eigen adviesorganisatie kent, waarin negen organisatieadviseurs zijn opgenomen. Rivas Advies heeft een leidende rol bij het ontwikkelen en structureren van de organisatieprocessen en is dus onder meer nauw betrokken bij de innovaties die de businesscase van de in dit artikel beschreven, grote ICT-investering waarmaken. Ook Rivas Advies rapporteert rechtstreeks aan de raad van bestuur. De patiënt centraal | 15 2 Extramuralisering van de zorg Continu en dichtbij: zo is de zorg van de toekomst georganiseerd. Extramuralisering is een belangrijk kenmerk, in combinatie met zowel concentratie als deconcentratie van het zorgaanbod. De inzet van ICT speelt een strategische rol. Ook ten aanzien van de wijze waarop begeleiding en behandeling van cliënten en patiënten ter preventie plaatsvindt. De komende jaren zal de manier waarop cliënten en patiënten zorg krijgen drastisch gaan veranderen, daarover is iedereen het wel eens. Hoe precies is een vraag die nog niet valt te beantwoorden. Wel duidelijk is dat trends zoals van behandeling naar preventie en extramuralisering van de zorg de belangrijkste kenmerken van deze nieuwe werkelijkheid zijn. Dit zal grote impact hebben op de zorg. Functies die nu in een ziekenhuis of een instelling voor langdurende zorg worden uitgevoerd, zullen in de toekomst dichter bij de cliënt/patiënt plaatsvinden. Gelijktijdig krijgen (of nemen) cliënten en patiënten een andere, veel actievere rol. De inzet van ICT in dit proces is cruciaal. Daarom is ICT van strategisch belang voor de toekomst van zorgaanbieders. Concentratie en deconcentratie Nationaal en internationaal zijn al vele toekomstvisies voor de zorg ontwikkeld. Enkele van de daarbij meest gehanteerde inrichtingsprincipes zijn: •Zorg is gericht op de continue relatie en op behoud van gezondheid (begeleiding en preventie). •Zorg wordt waar mogelijk dichtbij de cliënt/patiënt geboden 16 | De patiënt centraal (decentralisatie, menselijke maat). • L aag volume, complexe zorg en acute zorg worden geconcentreerd (centralisatie). •Zorg is individueel bepaald op basis van de behoeften van de patiënt/cliënt (vraag- en casegestuurd). • De cliënt/patiënt heeft een actieve rol en is (mede)regisseur van de zorgverlening (zelfredzaamheid, gedeelde verantwoordelijkheid). In de toekomst gaan nieuw te vormen kleinschalige gezondheidscentra een centrale rol spelen. Deze gezondheidscentra bouwen voort op de eerstelijnszorgfuncties zoals wij die nu kennen, integreren deze en vullen ze aan met zorg die in de huidige situatie voornamelijk in het ziekenhuis of een instelling voor langdurende zorg plaatsvindt. In feite vindt daarmee een concentratie van de eerstelijnszorg plaats, gecombineerd met juist een deconcentratie van de traditionele tweedelijnszorg (uitgezonderd de laag volume zorg, hoog complexe zorg en de acute zorg die verder geconcentreerd worden). Juist doordat veel van de zorg direct vanuit de thuissituatie zal gaan plaatsvinden, ervaart de cliënt/patiënt de zorg meer continu en dichtbij. Curatieve zorglandschap Curatieve zorglandschap van devan toekomst de toekomst Nu Nu UMC UMC UMC 2e lijns diagnostische 2e lijns diagnostische en/of(thematische) en/of(thematische) behandelcentra behandelcentra Topklinische en Topklinische en algemene ziekenhuizen algemene ziekenhuizen Geïntegreerde Geïntegreerde gezondheidscentra gezondheidscentra 1e lijnspraktijken 1e lijnspraktijken specifiekespecifieke zorgprofessies zorgprofessies B Topreferente zorg/tertiaire zorg B Bijzondere & experimentele behandelingen B Opleiding & Onderzoek U Intercollegiale ondersteuning en MDO-deelname gekoppeld aanspecialistische expertise (via teleconsultatie en videoconferencing) N Directe (mede)behandeling en begeleiding complexe aandoeningen op afstand B Behandeling & diagnostiek op eigen locatie (gekoppeld aan kapitaalintensieve faciliteiten) op verwijzing B Basisspoedzorg buiten kantooruren + geïndiceerde spoedzorg (inclusief traumazorg) U Intercollegiale ondersteuning en MDO-deelname gekoppeld aan specialistische expertise (via teleconsultatie en videoconferencing) U Begeleiding en ondersteuning zelfmanagement & disease management U Secundaire preventie gekoppeld aan specifieke patiëntgroepen U Opleiden en trainen zorgprofessionals N Directe (mede)behandeling en begeleiding omplexe aandoeningen op afstand UMC Patiënt in Patiënt in thuissituatie thuissituatie B 1e lijns consulten diverse professies U Niet kapitaal intensieve diagnostiek (steeds breder spectrum agv technologische vernieuwingen) U Regie en zwaartepunt multidisciplinaire begeleiding chronische patiënten U Poliklinische behandelingen/ingrepen U Poliklinische nazorg (inclusief na 2e lijns behandeling) U Geïntegreerde (basis)spoedzorg tijdens kantooruren U Primaire en secundaire preventie N (Specialistische) Poliklinische zorg (kort cyclisch) N Dagbehandelingen/ingrepen Thuisvisite/behandeling aan huis door zorgprofessionals Zelfmanagement & Diseasemanagement Lotgenotencontact & Patiëntgroepparticipatie (Realtime) monitoring op afstand Advies en Behandeling op afstand vanuit gezondheidsof (thematisch) behandelcentrum (teleconsultatie) N Regie persoonlijk medisch dossier N Volgen e-health programma’s als behandeling(ondersteuning) of ter versnelling en begeleiding herstel (nazorg) U U U N N B Behoud U Uitbreiding N Nieuw Curatieve zorglandschap van de toekomst In de toekomst zullen: •Cliënten/patiënten minder vaak voor hun zorg uit huis moeten en ook minder vaak in het ziekenhuis of een andere tweedelijnsvoorziening komen. • Cliënten/patiënten vooral naar het nieuwe zorgcentrum gaan. •Specialisten minder locatiegebonden werken en ook in de gezondheidscentra actief zijn. •Taken (verder) verschuiven van artsen naar physician assistants (PA), verpleegkundig specialisten (VS), pharmacy practitioners (PP) en praktijkondersteuners (POH). Dit geldt zowel voor de gezondheidscentra als de meer gespecia liseerde centra. De vrij homogene ziekenhuizen zoals wij die nu kennen zullen transformeren naar specifieke centra en combinaties daarvan. Zij zullen veel minder herkenbaar zijn en veel meer een geïntegreerd geheel vormen. Daarbij stellen ze specifieke faciliteiten en expertises beschikbaar buiten de eigen muren. Zorg in de toekomst •Less bricks more clicks: verdere digitalisering van het primaire proces. •Meer teams gespecialiseerd in monitoring op afstand. •Meer coachend en in de rol van expertisecentrum en minder als afzonderlijke hoofdbehandelaar. • Meer vraaggeoriënteerd. •Meer onderlinge diversiteit, subspecialisatie en differentiatie. •Meer samenwerking en afstemming met andere zorgaanbieders en professionals. De patiënt centraal | 17 “Eerst moet de ICT-organisatie op orde zijn, daarna kunnen we verder met innovatie.“ Hoofd Informatiemanagement GGZ ICT als strategische sleutel voor zorginnovatie Waar ICT de afgelopen decennia vooral belangrijk is geweest om interne processen te verbeteren, is nu voor ICT een cruciale rol weggelegd bij het realiseren van een betere, patiëntgeoriënteerde zorg tegen lagere kosten. ICT is niet alleen belangrijk met het oog op de beschikbaarheid en uitwisseling van informatie (integraal medisch/persoonlijk gezondheidsdossier met regie bij de cliënt/patiënt), maar zal juist ook de wijze waarop begeleiding én behandeling van cliënten en patiënten plaatsvindt fundamenteel gaan veranderen. 1 ICT moet betrouwbaar zijn en geïntegreerd in de primaire processen – met de cliënt/patiënt in het middelpunt. Daarnaast moet de zorgprofessional zich comfortabel gaan voelen in een setting waarin veel meer virtueel contact is en data ook uit andere bronnen beschikbaar komen dan alleen uit de ziekenhuissystemen. Extramuralisering per zorgonderdeel Zorg is divers van aard. Vaak blijkt het praktisch om deze als volgt in te delen: 1 Spoedeisende zorg. 2 Electieve, kortdurende zorg. 3 Chronische, langdurende zorg. 4Hoog complexe, laag volume zorg (spoedeisend, electief of chronisch). De wijze waarop extramuralisering van de zorg vorm zal krijgen, verschilt per onderdeel. 18 | De patiënt centraal 2 Spoedeisende zorg In de spoedeisende zorg is inmiddels nadrukkelijk sprake van ketenintegratie; de scheiding tussen eerste en tweede lijn vervaagt. Trends die we zien zijn: •Verdere integratie spoedposten huisartsen en tweede lijn. • Concentratie/vermindering aantal spoedposten. • Gedeeltelijke extramuralisering van zorg: • diagnostiek op locatie (onder andere via telemonitoring bij opsporing chronische aandoeningen); • uitgebreidere mobiele(re) diagnostiek in ambulances; • toenemende behandelmogelijkheden in ambulances; • zich verder ontwikkelende triage en medical decision support systemen voor zorg op afstand (telefonisch en via Skype). Electieve, kortdurende zorg De effecten voor de planbare, kortcyclische zorg: •Gedeeltelijke verschuiving naar eerste en anderhalve lijn c.q. naar zorgcentra en ZBC’s. • Directe toegang tot afsprakensysteem ziekenhuis. •Uitwisselen patiëntervaringen (over artsen en zorgaanbieders). •Telezorg: virtueel spreekuur, e-consulten, teleradiologie. • Keuzesites. • Nazorg op afstand en via e-health programma’s. “De basis-ICT moet op orde zijn waardoor ICT daadwerkelijk strategisch ingezet kan worden en daardoor het verschil kan maken.” Enterprise architect, UMC 3 4 Chronische, langdurende zorg We zijn steeds beter in staat ziektes vroegtijdig op te sporen en om sterfte aan ernstige aandoeningen (zoals hart- en vaatziekten en diverse vormen van kanker) uit te stellen. Samen met de demografische ontwikkelingen betekent dit dat het aantal chronische patiënten de komende jaren zal toenemen. Trends waarmee ziekenhuizen en organisaties voor langdurende zorg rekening houden: •Verdere introductie en positionering van nieuwe zorgprofessionals (taakdifferentiatie bijvoorbeeld via NP’s en PA’s). •Zelfmanagement van cliënten/patiënten en meer participatie van mantelzorg. • Lotgenotencontact. •Realtime monitoring op afstand, signalering en interventie. •Ondersteunen therapietrouw/medicatiemanagement. •Telezorg: virtueel spreekuur, e-consulten, goedemorgen/goedenachtservice. •Gezondheidsdossier in (mede)beheer van cliënt/patiënt. • Educatie van cliënten/patiënten en mantelzorg. •E-health programma’s en behandel- en begeleidingsvormen. Hoog complexe, laag volume zorg • Expert netwerk. • Videoconferencing bij multidisciplinair overleg. • Meekijken en opereren op afstand. De patiënt centraal | 19 3 Ruimte voor innovatie De zorgsector kent een uitermate vruchtbaar klimaat voor innovatie. Het aantal vernieuwende toepassingen in de vorm van mobiele technologie en allerlei wearables is indrukwekkend. Hoe hiermee om te gaan is de uitdaging die op het bord van zorgorganisaties ligt. Innovatie kent vele verschijningsvormen. Innovatie kan gerelateerd zijn aan verbeteringen van zorgproducten en optimalisatie van diensten aan cliënten/patiënten. Innovatie kan ook de ontwikkeling of toepassing zijn van nieuwe ICT. Innovatie is geen doel op zich maar is juist een middel om doelen te bereiken, bijvoorbeeld: • Verhoging van de cliënt/patiënttevredenheid. • Vermindering van het aantal ligdagen. • Minimalisering van complicaties. • Optimalisering van contactmomenten en communicatievormen. • Een snellere diagnose, et cetera. Organisatiekenmerken: katalysator of rem? Er zijn kenmerken in organisaties die als katalysator dan wel als rem kunnen fungeren. Herkenbare kenmerken die innovatie stimuleren zijn bijvoorbeeld de aanwezigheid van een R&D-afdeling of een innovatiedirecteur, inclusief bijbehorend budget en mandaat. Een ander stimulerend kenmerk is de samenwerking met externe partners. Deze kan de zorgorganisatie toegang bieden tot bijvoorbeeld de nieuwste technologische ontwikkelingen of de nieuwste nationale en internationale best practices, mogelijk 20 | De patiënt centraal zelfs uit andere sectoren. Een herkenbaar kenmerk dat innovatie kan remmen is bijvoorbeeld een ‘scheef’ financieringsmodel waarbij de kosten en baten van innovatie niet goed kunnen worden verdeeld. Bijvoorbeeld als de investering in nieuwe technologie op één afdeling neerkomt, terwijl de baten (minder ligdagen, minimalisatie complicaties) weliswaar duidelijk zijn maar niet kunnen worden verrekend met de investering. Een lage volwassenheid van de ICT-organisatie is eveneens remmend voor innovatie. Een kenmerk dat vaak moeilijk concreet is aan te wijzen, is de cultuur van de organisatie. Deze kan innovatie in hoge mate stimuleren door mensen bijvoorbeeld de tijd en creativiteit te gunnen een idee verder te ontwikkelen. Ook wanneer niet iedereen de potentie ziet en de mogelijkheid bestaat dat sommige innovaties uiteindelijk minder succesvol zijn dan aanvankelijk verwacht. “Als wij het niet kunnen, wie dan wel?” Antwoord op de vraag wat de driver is voor innovatie. Directeur bedrijfsvoering, topklinische instelling “10% van de behandelingen gaat via het online zorgplatform, over enkele jaren is dat 30 tot 40%.” Directeur bedrijfsvoering, topklinische instelling Innovatie gedreven door technologische vernieuwingen (Technology push) Nieuwe Technologie Markt nut en noodzaak Specifieke zorgoplossing Zorgorganisaties vragen om specifieke vernieuwingen (Market pull) Marktvraag Technologie ontwikkeling Specifieke zorgoplossing Technology push en market pull Technologische vernieuwingen Daarnaast zijn tijd en ruimte om gestelde doelen te bereiken eveneens een randvoorwaarde voor innovatie. Als op dagelijkse basis voorkomen moet worden dat het primaire zorgproces vastloopt, dan is ruimte voor innovatie slechts in zeer beperkte mate aanwezig. Tijdens het blussen van brandjes kan men het huis immers niet verbeteren. ICT-innovatie wordt sterk gedreven door technologische vernieuwingen (technology push) in plaats van dat zorgorganisaties vragen om specifieke vernieuwingen (market pull). Daarmee komt technologie beschikbaar als afgerond product of als platform voor verdere toepassingen. Voorbeelden zijn mobiele technologie en allerlei wearables met biosensoren in de vorm van horloges, brillen en slimme pleisters die vitale lichaamsfuncties kunnen monitoren en via de smartphone delen in de cloud. Hiernaast zijn beeldbellen, cloud computing, maar ook infrastructurele technologie zoals near field communication, bluetooth low energy en hoge bandbreedte, al dan niet via wireless, meer en meer beschikbaar. Nieuwe standaarden helpen innovatie. Bluetooth low energy zorgt bijvoorbeeld voor een effectieve communicatie tussen wearables en smartphones, waardoor de wearables daadwerkelijk draagbaar kunnen zijn. Door het gebruik van near field communication kan, via aanraking van de smartphone of een pasje met een ander apparaat, veilige informatieuitwisseling plaatsvinden zoals een registratie (van bijvoorbeeld tijd of plaats). “IBM Watson gaat bijdragen aan de kwaliteit en snelheid van de diagnose.” Manager Informatie & Automatisering topklinisch ziekenhuis Vragen bij de implementatie Voor zorgorganisaties is een belangrijke vraag hoe om te gaan met deze technology push. En ook: •Welke vernieuwende technologie gaat ons helpen en heeft de grootste kans op succes? •Begrijpt mijn technologiepartner onze zorgprocessen? •Loopt de organisatie nieuwe risico’s door de toepassing van innovatie? •Hoe krijg ik mijn ICT-mensen mee in deze verandering? •Hoe borg ik deze innovatie in de staande organisatie en pas ik deze toe in het huidige ICT-landschap? Zorgorganisaties zelf zijn een bron van vernieuwing en spelen een belangrijke rol bij de ontwikkeling van verschillende innovaties. Naast de implementatie van technologische vernieuwing bedenken ze regelmatig technologische toepassingen. Voor het implementeren van innovatie in de organisatie en het tegelijkertijd deelnemen aan de ontwikkeling van innovatie zijn denkramen en structuren nodig zoals selectiecriteria, innovatieplannen, samenwerkingsvormen, aanpassingen in de huidige organisatievorm en inzicht in de cultuur en noodzakelijke cultuurveranderingen. De patiënt centraal | 21 4 Langer thuis wonen Langer thuis wonen van cliënten en patiënten lijkt aantrekkelijk en kan tot grote maatschappelijke winst leiden. De impact is groot, net als de maatschappelijke winst die in het verschiet ligt. Maar zonder de steun van zorgaanbieders en professionals lukt het niet. Is langer thuis wonen een zegen voor mensen met een (chronische) ziekte of handicap? Ja dat is het – als het tenminste kan zonder toenemende gezondheidsrisico’s, zonder gevoelens van onveiligheid en zonder een grote belasting van de informele zorg. Voor de meeste mensen heeft langer thuis blijven de voorkeur boven opname in een zorginstelling. Nieuwe technologie biedt een zee aan mogelijkheden om langer thuis wonen te bevorderen. Met behulp van social media kunnen mensen eenvoudiger continu in contact zijn met familie, lotgenoten en zorgverleners. Dit voorkomt dat mensen in een isolement komen te verkeren en buiten beeld raken. Veiligheid en autonomie De veiligheid neemt verder toe doordat cliënten 24 uur per dag gemonitord kunnen worden door hulpverleners op afstand. Denk bijvoorbeeld aan ‘opsta-alarmering’ bij mensen met een verhoogd valrisico of ‘verlaat-de-kamer-melding’. De autonomie van de cliënt/patiënt neemt hierdoor enorm toe. Waar men al jarenlang streeft naar vraaggestuurde zorg en een meer centrale positie van de cliënt, wordt dit nu tastbaar voor mensen. Het behoud van de eigen leefomgeving en het sociaal netwerk biedt forse maatschappelijke winst. Net zoals al geldt voor 22 | De patiënt centraal andere vormen van dienstverlening (online boodschappen, streaming muziek) zullen ook zorgdiensten meer het karakter krijgen van gebruik naar behoefte, ongeacht het tijdstip. Voor zorgaanbieders en professionals hebben deze ontwikkelingen grote impact. Als 50% van de cliënten van verpleeghuizen en andere care-organisaties verschuift van intramurale naar extramurale zorg, betekent dit een herinrichting van het zorgaanbod en bijbehorende capaciteiten (de kamers, bedden en gebouwen). Extramuralisering is al geruime tijd in volle gang met zelfsturende wijkteams en (F)ACT-teams in de GGZ, maar binnen de huidige extramurale zorg wordt nog veel op de klassieke wijze gewerkt. Ook het huidige extramurale zorgaanbod kan innoveren en aan effectiviteit winnen en dus per saldo meer zorg leveren met dezelfde inspanning. Deelsectoren in de zorg (ouderenzorg, GGZ, gehandicaptenzorg) kunnen samenwerken op het gebied van monitoring en alarmering. Verlaging zorglast Het succes van langer thuis wonen is afhankelijk van de mate waarin het lukt tegemoet te komen aan de wensen van verschillende belanghebbenden. Cliënten moeten de zorg en daarbij gehanteerde techniek ervaren als gebruiksvriendelijk en passend in hun dagelijks leven. Mantelzorgers moeten een verlaging van hun zorglast ervaren zonder zich daarover zorgen te hoeven maken. Zorgverleners zullen ervan overtuigd moeten zijn dat nieuwe technologische toepassingen evidence based en effectief zijn en bijdragen aan de verlaging van hun werklast. Beslissers en financiers zullen waarborgen verlangen in termen van terugverdientijd van investeringen en risicobeheersing. Na een moeizame opstartfase lijkt het tempo van de technologische ontwikkelingen (zoals social media, mHealth en domotica) de echte aanjager te zijn voor extramuralisering van de zorg en versterking van de autonomie van de cliënt. De patiënt centraal | 23 5 Slimmer met meer data De hoeveelheid slimme zorgtechnologieën groeit in snel tempo. Ze geven cliënten en patiënten meer regie over hun eigen leven. Daarmee neemt hun zelfredzaamheid toe en wordt de zorg goedkoper. Voor zorgprofessionals vraagt dit echter om nieuwe kennis en vaardigheden. Nieuwe zorgtechnologieën maken het mogelijk om zorg en welzijn niet alleen op individueel niveau, maar ook op maatschappijbreed niveau te verbeteren. Door de nieuwe technologie ontstaan nieuwe dienstverleningsconcepten en doen nieuwe spelers hun intrede in de zorg. Mensen willen de zorg zo lang mogelijk thuis ontvangen. Ze willen niet het gevoel hebben overgeleverd te zijn aan zorgorganisaties. Bovendien willen ze snappen wat er met hun lichaam en geest aan de hand is. De introductie van tal van nieuwe technologieën maakt het mogelijk om aan deze behoeften tegemoet te komen. Activatie van zorggebruikers In rap tempo komen digitale toepassingen beschikbaar die het mogelijk maken om onze lichamelijke en geestelijke conditie te monitoren en te verbeteren. Inmiddels sturen steeds meer zorgorganisaties op activatie van zorggebruikers en het netwerk daaromheen. De cliënt/patiënt staat hierin centraal. De activatie verschuift van het passief ondergaan wat de behandelaar zegt naar cliënten/patiënten die actief zelf doelen stellen en een belangrijk deel van de zorg zelf organiseren. Al dan niet met een beetje hulp op afstand van de behandelaar. De toepassingen die de verschuiving naar steeds actievere zorggebruikers mogelijk 24 | De patiënt centraal maken zijn zeer divers, maar worden allemaal gestimuleerd door digitale technologieën die slim omgaan met data. Iedere dag worden er nieuwe technologieën geïntroduceerd die data verzamelen en analyseren en op die manier leren. Het gaat dan bijvoorbeeld om nieuwe apps voor specifieke aandoeningen, te gebruiken op smartphones en tablets. Of om wearables met sensoren die mensen met het internet verbinden door middel van slimme armbanden, brillen, horloges, pleisters en luiers. In toenemende mate komen ook andere technologieën op de markt om voorwerpen in de omgeving van de cliënt/patiënt met het internet te verbinden. Naast medische objecten, zoals pillendozen of inhalers, gaat het ook om alledaagse objecten als tandenborstels, televisies, stofzuigers, vorken, lampen en bedden. Over niet al te lange tijd zullen consumenten bij de aanschaf van dit soort objecten kunnen kiezen tussen een domme en een slimme variant. De ontwikkeling zal naar verwachting voor onze vergrijzende bevolking van groot belang zijn om de zelfredzaamheid van ouderen te vergroten en tegelijkertijd de kosten voor de zorg terug te dringen. In de periode 2010–2013 is volgens cijfers van het CBS het aantal Nederlanders tussen 65 en 75 jaar dat overweg kan met Bij de zorgaanbieder ‘Domme’ technologie • Bewakingssysteem • Klimaatsysteem • Verlichting • Stethoscopen • Thermometers • Weegschalen • Spuiten • Implantaten ‘Slimme’ technologie • Slimme extra beveiligde kamer Bij de cliënt/patiënt • Separeerruimte • Dialyse apparaat • Muren/ramen • Bed • Verwarming • Verlichting • Thermometer • Weegschaal • Spuiten • Bril/contactlenzen • Pruik • Rollator • Slimme zorgtechnologiën • Meer regie voor de patiënt/cliënt • Thuisdialyse Regie bij de patiënt/cliënt en slim gebruik van informatie een zoekmachine toegenomen van 55% naar 72% en het aantal dat kan beeldbellen via internet (zoals met Skype) is toegenomen van 15 naar 25%. Wij verwachten dat deze percentages met de introductie van nieuwe zorg- en welzijnsdiensten via het internet de komende jaren gestaag zullen toenemen. Bovenstaande figuur laat de combinatie zien van twee megatrends: enerzijds toont het de ontwikkeling van medische devices bij de zorgaanbieder naar medische devices bij de cliënt/patiënt, anderzijds laat het de trend zien van domme technologie naar slimme technologie. De verschillende medische devices bewegen van linksboven (domme devices bij de zorgaanbieder) via de twee assen richting rechtsonder (slimme devices bij de patiënt/cliënt). Zo zijn er in de GGZ nieuwe vormen van de klassieke separeerruimte in de vorm van een slimme extra beveiligde kamer waarin licht en geluid zich automatisch aan kunnen passen. Op die manier komt de cliënt zo snel mogelijk tot rust en daarmee kan de afzonderingsduur tot een minimum beperkt worden. Op termijn zullen vergelijkbare devices, zoals slimme verlichting en slimme ramen die kleur en intensiteit van het licht afstemmen op de stemming van de bewoner, ook voor gebruik in de thuissituatie beschikbaar komen. Deze devices zullen direct gekoppeld zijn aan de cloud waardoor het ook mogelijk is om de omstandigheden op afstand te beïnvloeden. Innovatieve ICT biedt nieuwe mogelijkheden om niet alleen per patiënt te monitoren, maar bijvoorbeeld ook over patiëntof behandelgroepen. De technologie is bruikbaar om bij een specifieke groep meerdere aspecten (zowel mentaal als fysiek) op continue basis te meten. Een voorbeeld is het volgen van de gewichtsontwikkeling van een groep individuen in gezamenlijke therapie om af te vallen. Door healthcare communities te creëren kan men waardevolle data verkrijgen. Als cliënten/patiënten ermee instemmen dat hun eigen data voor ruimere toepassing worden ingezet, ontstaan nieuwe mogelijkheden voor onderzoek en behandeling. Ook biedt dit nieuwe commerciële mogelijkheden, door bijvoorbeeld data te verkopen aan externe partijen in de life sciences. “Veel mensen hebben nog een historisch en traditioneel standpunt, die vinden dat je bijvoorbeeld medische gegevens niet moet delen met de patiënt.” Medisch specialist, UMC De patiënt centraal | 25 “De patiënt zou nog niet direct toegang tot medische gegevens moeten hebben; beslismomenten en interpretatie van gegevens is nog te lastig. Je hebt dan kennis maar je kunt het niet interpreteren, of je hebt informatie maar niet de kennis.” Medisch specialist, UMC Digitale transformatie Om de strategische voordelen van door nieuwe technologie gegenereerde data optimaal te kunnen benutten, is een transformatie voor zorgorganisaties cruciaal. Gelukkig erkennen steeds meer organisaties het strategisch belang van dit soort technologieën. Ze zien het als een manier om cliënten/patiënten meer regie te geven over hun eigen leven, hen meer gemak te bieden en/of tijd te besparen. Een grote uitdaging is de verandering die dit teweeg gaat brengen voor zorgprofessionals. Het verzamelen van gegevens leent zich uitstekend voor geautomatiseerde, realtime verwerking – juist vanwege de beperkte actualiteit van de gegevens. Met behulp van digitale technologieën is het mogelijk om een groot deel van deze gegevens met behulp van (draagbare) biosensoren 24x7 te verzamelen. Een ander deel kan de cliënt of patiënt, bijvoorbeeld via eenvoudig te bedienen apps, zelf registreren. Door de toepassing van draagbare sensoren neemt ook de mobiliteit van de zorggebruiker toe, waardoor de grens tussen zorg binnen de muren en zorg buiten de muren van de zorgorganisatie vervaagt. De impact die deze ontwikkeling heeft op de werkzaamheden van verpleegkundigen 26 | De patiënt centraal is groot. Aan de ene kant verdwijnen er werkzaamheden maar worden er ook nieuwe kennis en vaardigheden gevraagd om op basis van deze stroom data de kwaliteit van de zorg verder te verhogen. Data in processen Naast slim gebruik van data ten behoeve van de inhoudelijke zorg zien we ook een sterke ontwikkeling in het gebruik van data voor het verbeteren van processen. Een goed voorbeeld hiervan is de zorgprogrammering, waarbij zorgprocessen op logistieke wijze worden geoptimaliseerd. Een ander voorbeeld van gebruik van data zijn systemen die een beeld geven van de individuele prestaties van werknemers. Hierbij kan men denken aan verschillen tussen behandelaren in de doorlooptijd van hun behandeling. De extra inzichten uit de data stellen organisaties in staat om maatregelen te nemen die de productiviteit, kwaliteit en betrokkenheid van medewerkers vergroten. Van zorgverleners wordt een vertrouwelijke, transparante en integere omgang met persoonsgegevens verwacht. Inzicht in welke persoonsgegevens worden verzameld en voor welk doeleinde, is van cruciaal belang om díe maatregelen (technisch, organisatorisch en juridisch) te treffen die noodzakelijk zijn om te voldoen aan de huidige en toekomstige privacy wetgeving (zoals de EU Privacy Verordening en de Wet Meldplicht datalekken) en de toepasselijke normen, zoals de NEN7510, maar ook om het vertrouwen van cliënten, patiënten en zorgverleners te behouden. Als de patiënt/cliënt echt centraal staat in het netwerk dan beheert deze ook de eigen medische gegevens. Zeker voor chronisch zieken is het van belang om direct toegang te krijgen tot de gegevens bij alle zorgverleners, zowel cure als care. Conform het Amerikaanse EMRAM-model houdt dit in dat zorgverleners die level 7 willen bereiken patiënten/cliënten in staat moeten stellen om hun medische gegevens in de vorm van een CCD/CCR-document te ontvangen. Op deze manier kan de patiënt/cliënt gegevens van zichzelf en van de rest van het netwerk samenbrengen in een persoonlijk gezondheidsdossier naar keuze. “Ik heb liever een opschrijfboekje en dan typt mijn secretaresse het wel over.” Over psychiaters bij een GGZ-instelling Hoofd Informatiemanagement GGZ De patiënt centraal | 27 6 Samenwerken in de regio De toekomstige organisatie van het zorgaanbod verschuift naar samenwerkingsverbanden van zorgaanbieders. Hierbij vormt de visie op de zorgverlening het uitgangspunt voor de vorm waarin partijen hun samenwerking gieten. Vervolgens zijn er nog tal van praktische vraagstukken te regelen. Zorgaanbieders bereiden zich voor op de aanbestedingen voor de zorg in 2015. Samenwerking tussen zorgaanbieders om efficiënte en hoogkwalitatieve zorg in de regio te leveren staat daarbij centraal. Belangrijkste achterliggende redenen zijn wijzigingen ten aanzien van de financiering en de visie op de organisatie van het zorgaanbod. Veel zorgaanbieders overwegen om samenwerkingsverbanden op te richten. De ervaring leert dat losse verbanden geld kosten en weinig opleveren. Voorwaarde is bovendien dat er een duidelijke visie is op de wijze van samenwerking en een krachtige groep mensen die daar gestalte aan geeft. Omvang en efficiency De visie kan gericht zijn op de omvang van het zorgaanbod, bijvoorbeeld door het leveren van complete dienstverlening op het gebied van wonen, welzijn, zorg, huishoudelijke zorg en begeleiding. Waarbij de zorgverlening gericht is op het voorkomen van problemen. Ook het efficiënt leveren van zorg kan de visie bepalen. De samenwerking is dan gericht op maximale efficiency in de 24x7 zorg. Kenmerken van dit concept zijn de gezamenlijke planning van bezoeken en behandelingen en het snel en moeiteloos doorverwijzen van cliënten en patiënten. Een grotere efficiency kan ook voortvloeien uit samenwerking tussen ondersteunende functies die te veel geld kosten om apart te ontwikkelen. 28 | De patiënt centraal Denk aan administratie en facturatie (nu voor zorgaanbieders drie factuurstromen), ICT-applicaties en research. Onze visie is dat samenwerkingsverbanden het mogelijk maken om ICT en technologie maximaal in te zetten voor patiënt centric networks. Samenwerkingsverbanden stellen zichzelf idealiter de vraag hoe ze zich moeten positioneren in de markt. Veel voorkomende doelstellingen zijn: •Verbeteren zorginkoop. •Vergroten van omzet en/of omzetverlies tegengaan. •Investeringen delen in bijvoorbeeld ICT, domotica, klantcontact. •Verbeteren van de efficiency in de eigen dienstverlening. Verkoop • Op offertes en aanbestedingen reageren. • M arketing en relatiebeheer samen uitvoeren. Flexibele samenwerkingsvormen Vaak kiest men voor een vaste maar flexibel in te richten samenwerkingsvorm, namelijk de coöperatieve vereniging. Deze vorm doet recht aan de verschillende deelnemers en hun inbreng. Dit kan betekenen dat er bijvoorbeeld een grote rol wordt gedefinieerd (meer stemmen, meer inbreng), een kleinere rol en een Efficiënte en ‘state of the art’ zorgverlening Samenwerkingsverband Inkoop/verkoop Gemeente/ zorgverzekeraar Diensten leveren Regio Samenwerkingspartners Dienstverlening van het samenwerkingsverband: gericht op verkoop en/of zorg en ondersteuning rol gericht op levering van specifieke diensten om het concept te completeren. Partijen beslissen zelf welke activiteiten via het samenwerkingsverband worden geleverd en welke activiteiten zij zelfstandig voor hun rekening nemen. Daarbij is het belangrijk dat partijen niet met het op te richten samenwerkingsverband concurreren. Overigens zijn ook andere samenwerkingsvormen mogelijk, zoals een alliantie, stichting, vereniging of projectverband met hoofdaannemer. Vaak blijkt dat partijen het over visie, doelstellingen en dienstenpakket wel eens worden. In de praktijk lopen ten aanzien van de volgende aspecten de meningen nogal eens uiteen: •Stemverhouding en financiële inbreng. •Kosten/batenprognose: kostenneutraal of gericht op winst? •Keuze van de rechtsvorm. •Regels over in- en uittreden van partners en toetreding van nieuwe partners. Het is belangrijk om niet met een goudgerand concept te beginnen (alle partners zijn gelijk en iedereen doet alles). Onze ervaring leert dat een pragmatische benadering de voorkeur verdient. Dit leidt tot de belangrijkste les die wij in de praktijk hebben geleerd. Haal direct in het begin van het traject waarin de samenwerking wordt besproken de angels er uit. Willen partijen niet investeren, dan is dat prima, maar geef ze dan gelijk een kleinere rol. Bepaal met elkaar duidelijke mijlpalen en houd het tempo hoog. Te veel samenwerkingsverbanden verzanden in te veel praten, waarbij een detail na maanden de voortgang alsnog kan doen stokken. Praktische vraagstukken Het is zaak om een aantal praktische vraagstukken binnen het samenwerkingsverband goed te regelen. De belangrijkste punten van aandacht zijn: 1.Markt, marketing & acquisitie >> doelgroep, marktomvang, concurrentie, communicatieplan, verkoopplan en relatiebeheer. 2.Diensten >> dienstenportfolio van de samenwerking, innovatie, leveringsvoorwaarden. 3.Organisatie en besturing >> organisatiestructuur, juridisch, fiscaal, governance, besluitvorming, stemverhouding. 4.Processen >> primaire proces, ondersteunende processen, koppeling met werk van partnerorganisaties, afspraken met klanten en cliënten, marketing. 5.ICT en infrastructuur >> ICT, informatiebeveiliging (IT-security) en de benodigde hardware en software, zelf doen of uitbesteden bij één van de partners. 6.Bezetting, cultuur >> formatie, functiebeschrijvingen, functionarissen, in dienst of detacheren. 7.Financiën >> kostenmodel, prijsbepaling, prognose winst & verlies. 8.Risicoanalyse >> kwalitatief en kwantitatief, zowel voor het samenwerkingsverband als voor de partnerorganisaties. De patiënt centraal | 29 Relevante quotes 30 | De patiënt centraal “Als ik niet als medisch specialist in dit huis had rondgelopen, was dit project nooit gelukt.” Medisch specialist, UMC “Historisch kennen we veel autonomie van de afdelingen. Dit leidt tot decentrale aankopen van ICT-middelen en medische technologie. Dit willen we meer centraal gaan organiseren.” Enterprise architect, UMC “Als kleinere innovaties onderdeel worden van een groter project, dan is de kans op succes en op daadwerkelijke uitvoering groter dan wanneer kleine innovaties zelfstandig als klein project worden opgepakt.” Medisch specialist, UMC “Het lukt niet om tot overeenstemming te komen met ICT waardoor workarounds worden opgezet die mogelijk nieuwe risico’s met zich meebrengen.” Medisch specialist, UMC “Er is een richtlijn van verzekeraars om minimaal 5% van de behandelingen via beeldbellen uit te voeren.” Hoofd Informatiemanagement GGZ Contactpersonen G.W. (Bert) Hilverda RA (Den Haag) Sectorvoorzitter Health Care & Life Sciences Assurance partner, Den Haag +31 88 407 40 77 [email protected] Dr. M.E.M. (Monique) van Dijen Health Advisory partner, Amsterdam +31 88 407 29 01 [email protected] Drs. J. (Jules) Verhagen RA Assurance partner, Amsterdam +31 88 407 18 88 [email protected] Drs. M. (Michèle) Hagers RA Assurance partner, Amsterdam +31 88 407 15 76 [email protected] Y.M. (Yvonne) Jansen RA Assurance partner, Amsterdam +31 88 407 18 67 [email protected] Drs. R.L.A. (Richard) Eveleens RA Assurance partner, Den Haag +31 88 407 40 81 [email protected] J.C.S.E. (Jan) Hendrikx, RA Assurance partner, Eindhoven +31 88 407 46 92 [email protected] Drs. J.J. (Jaap) van Bennekom RA Assurance partner, Utrecht +31 88 407 61 50 [email protected] Drs. R.H.W.H. (Rob) Leensen, RA Assurance partner, Arnhem +31 88 407 61 57 [email protected] Drs. A.J. (Ad) Buisman RA Real Estate Advisory partner, Zwolle +31 88 407 94 33 [email protected] Drs. M.J. (Mark) Noordhoff RA Assurance partner, Groningen +31 88 407 25 70 [email protected] T. (Tristan) Dhondt Real Estate Advisory partner, Amsterdam +31 88 407 10 06 [email protected] H. (Henk) de Wilde, RA Assurance director, Den Haag +31 88 407 40 78 [email protected] Drs. W. (Wolter) Pot Tax partner, Den Haag +31 88 407 38 53 [email protected] Ir. W.S.R. (Wilco) Bothof Advisory partner Health Care & Life Sciences, Amsterdam +31 88 407 24 71 [email protected] Mr. M.H.J. (Meindert) Eisenburger Tax director, Den Haag +31 88 407 38 46 [email protected] Drs. F.M.P. (Patrick) Boertien RA Transaction Advisory partner, Zwolle +31 88 407 94 18 [email protected] Mr. J.W. (Jan) Andringa Partner HVG, Den Haag +31 88 407 03 12 [email protected] D.R. (Eric) Schoonderbeek RA Transaction Advisory director, Amsterdam +31 88 407 12 94 [email protected] G.C. (Gaby) Heere Director HVG, Amsterdam +31 88 407 04 24 [email protected] Ir. J.G.G.V. (Guill) van den Boom RE IT Advisory partner, Den Haag +31 88 407 41 43 [email protected] Drs. A.M.W.J. (Angelique) Keijsers RA FIDS Advisory partner, Amsterdam +31 88 407 18 12 [email protected] Mr. H.J. (Hendrik-Jan) Bleijerveld Partner HVG, Utrecht +31 88 407 04 05 [email protected] B. (Bart) Breggeman Senior Business Development Manager Health +31 88 407 24 68 [email protected] De patiënt centraal | 31 EY | Assurance | Tax | Transactions | Advisory Over EY EY is wereldwijd toonaangevend op de gebieden assurance, tax, transaction en advisory services. Met de inzichten en de hoogwaardige diensten die wij bieden, dragen wij bij aan het versterken van het vertrouwen in de kapitaalmarkten en economieën overal ter wereld. Wij brengen toonaangevende leiders voort die door samen te werken onze beloften aan al onze stakeholders waarmaken. Daarmee spelen wij een cruciale rol bij het creëren van een beter functionerende wereld voor onze mensen, onze cliënten en de maatschappij. De aanduiding EY verwijst naar de wereldwijde organisatie en mogelijk naar een of meer lidfirma’s van Ernst & Young Global Limited (EYG), die elk een afzonderlijke rechtspersoon zijn. EYG is een UK company limited by guarantee en verleent zelf geen diensten aan cliënten. Voor meer informatie over onze organisatie, kijk op ey.com. Over de sectorgroep Health Care De professionals van de sectorgroep Health Care maken deel uit van een wereldwijd netwerk dat zorgprofessessionals uit Assurance, Tax, Transactions en Advisory samenbrengt en anticipeert op trends, de gevolgen daarvan overziet en een visie ontwikkelt om op adequate wijze op kritische sectorvraagstukken te reageren. Deze multidisciplinaire benadering en bewezen kennis van de zorgsector, zowel nationaal als internationaal, stelt ons in staat om u te helpen uw strategische doelen te behalen en op koers te blijven. © 2014 Ernst & Young Nederland LLP. Alle rechten voorbehouden. 140049 ED None Deze publicatie bevat informatie in samengevatte vorm en is daarom enkel bedoeld als algemene leidraad. Ze is niet bedoeld om te dienen als een substituut voor gedetailleerd onderzoek of voor het aanwenden van een professioneel oordeel. Noch EYGM Limited, noch enig ander lid van de wereldwijde EY organisatie kan aansprakelijk worden gesteld voor het verlies van iemand die handelde of die ervan afzag te handelen ten gevolge van enige informatie in deze publicatie. Bij elke specifieke aangelegenheid dient steeds een geschikte adviseur geraadpleegd te worden. ey.com/nl