Factsheet 3. Knoop/Aansluiting Laarbeek Tracéalternatieven Toelichting alternatieven Milieueffecten en kosten In de onderstaande tabel worden de tracés van de verschillende alternatieven kort toegelicht. In onderstaande tabel zijn de milieueffecten (inclusief mitigatie) en kosten van de alternatieven samengevat. Op de volgende pagina volgt een toelichting op de effecten en kosten. Nr. 3A 3B Toelichting Aansluiting vormgegeven als half klaverblad, waarbij de doorgaande route de route van/naar de oostwest verbinding is. Volledige verknoping waarbij de doorgaande route de route van/naar de N279 Midden-Zuid is. Alternatief 3A is de uitwerking van de aansluiting Laarbeek zoals deze in de Notitie reikwijdte en detailniveau (NRD) was opgenomen. Deze aansluiting was in eerste instantie vormgegeven als Haarlemmermeer aansluiting. Bij de nadere uitwerking van het ontwerp bleek dit echter niet mogelijk te zijn omdat de toe- en afritten naar de aansluiting door zouden lopen tot in de tunnel of op de brug bij de kruising van de ZuidWillemsvaart. Om deze reden is de aansluitvorm gewijzigd in een kwart klaverblad. Alternatief 3B is aan het onderzoek toegevoegd om te bekijken of de milieueffecten in dit deelgebied beperkt kunnen worden door de doorgaande route te wijzigen in de N279 waardoor meer bestaand tracé benut kan worden. Onderw erp Aspect Toetsingscriteria Referentie 3A 3B Bodem Bodemkw aliteit Beïnvloeding milieuhygiënische bodemkw aliteit 0 + 0 Grondw ater Grondw aterstand Beïnvloeding grondw aterstand 0 0 0 Grondw aterstroming Beïnvloeding grondw aterstroming 0 0 0 Grondw aterkw aliteit Beïnvloeding grondw aterkw aliteit 0 0 0 Beschermingsgebieden Beïnvloeding van w aterw in- en grondw aterbeschermingsgebieden en natte natuurparels 0 0 0 Oppervlaktew aterstelsel Beïnvloeding oppervlaktew aterstelsel Oppervlaktew ater Natuur 0 0 0 Oppervlaktew aterkw aliteit Beïnvloeding oppervlaktew aterkw aliteit 0 - - Waterberging Beïnvloeding w aterbergingsgebied 0 0 0 Beschermde soorten Ruimtebeslag 0 - 0 Versnippering/barrièrew erking 0 - 0 Ruimtebeslag 0 - 0 Verstoring 0 - - Versnippering/barrièrew erking 0 0 0 Verdroging 0 0 0 Stikstofdepositie 0 - - Karakteristiek 0 - 0 Doelbereik/Verkeerseffecten NOC als geheel In onderstaande tabel zijn de effecten van de gehele NOC op doelbereik/verkeer samengevat. Onder de tabel volgt een toelichting op de effecten. Beschermde gebieden Referentie Noordoost situatie corridor Aspect Toetsingscriteria Bereikbaarheid bedrijventerreinen Brainport Reistijden naar clusters van bedrijvigheid Brainport 0 Betrouw baarheid van reistijden 0 ++ Landschapselementen, patronen en/of -eenheden 0 - 0 Verkeersafw ikkeling in regio (ochtend / avondspits) 0 +++ Visueel ruimtelijke kenmerken 0 -- 0 Verkeerseffecten in bebouw d gebied Voertuigkilometers 0 + Geomorfologie Geomorfologische w aarden 0 - 0 Intensiteiten bebouw d gebied 0 +++ Cultuurhistorie Cultuurhistorie Cultuurhistorisch w aardevolle structuren en patronen 0 - 0 Intensiteiten Rijk van Dommel en Aa 0 +++ en archeologie Cultuurhistorische elementen 0 0 0 Beïnvloeding bekende archeologische w aarden 0 - - Beïnvloeding verw achte archeologische w aarden 0 -- --- Totaal aantal ernstig geluidgehinderden 0 0 0 Aantal ernstig geluidgehinderden 0 0 0 Verschuiving in blootstelling 0 + + Trillingen Trillinghinder 0 - - NO2 Verschuivingen in blootstelling per µg/m3 NO2 0 0 0 Fijn stof Verschuivingen in blootstelling per µg/m3 (extra) Fijn stof 0 0 0 Plaatsgebonden risico (PR) Aanw ezigheid PR10-6 contour 0 0 0 Verkeerseffecten in Rijk van Dommel en Aa Robuustheid hoofdw egennet Verkeersaantrekkende w erking en alternatieve functie Rijksw egennet Omleiden bij incidenten/calamiteiten 0 0 +++ Aandeel doorgaand autoverkeer 0 +++ Aandeel doorgaand vrachtverkeer 0 --- Afname autoverkeer op autosnelw egen 0 Archeologie Geluid en 0 ++ Luchtkw aliteit Externe veiligheid Groepsrisico (GR) Verandering groepsrisico t.o.v. oriëntatiew aarde 0 0 0 Gezondheid Gezondheid Beïnvloeding van de gezondheid (GES methodiek) 0 0 0 Sociale aspecten Visueel Visuele hinder 0 - - Gedw ongen vertrek Aantal malen gedw ongen vertrek uit w oningen en/of bedrijven 0 -- - Bereikbaarheid omgeving Barrièrew erking Doorsnijding stedelijk gebied Ontw ikkelingsmogelijkheden omgeving Deelgebied Aansluiting/Knoop Laarbeek In onderstaande tabel zijn de relevante verkeerseffecten in dit deelgebied samengevat. Onder de tabel wordt kort ingegaan op de verschillen tussen de alternatieven in dit deelgebied. Ref. 3A 3B Verkeersafw ikkeling in regio (ochtend / avondspits) 0 ++ +++ Verkeersintensiteiten 0 ++ +++ Verkeersveiligheid 0 -- - Sociale integratie Recreatie Landbouw Een volledige verknoping (alternatief 3B) heeft verkeerskundig de voorkeur. Naast het feit dat dit een robuustere oplossing is dan een half klaverblad met geregelde kruispunten op de toe- en afritten (alternatief 3A), heeft de verknoping ook een groter effect op het verminderen van verkeer op het onderliggend wegennet. Dit is vooral het geval op de Lieshoutseweg. Ten zuiden van de knoop Laarbeek en ten noorden van de N272 zijn er geen effecten op de NOC. Voor verkeersveiligheid scoort de verknoping (alternatief 3B) minder negatief dan de aansluiting (alternatief 3A). Het toevoegen van een aansluiting verhoogt het ongevalsrisico, doordat kruisende verkeersstromen via verkeerslichten afgewikkeld worden. Hierdoor is de kans op ongevallen groter dan bij de volledige verknoping. 25 september 2014, versie 3.0 Geluid trillingen --- Uit de beoordeling blijkt dat de NOC het wegennet robuuster maakt, zeer toekomstbestendig is en daarmee op veel verkeersaspecten zeer positief scoort. De NOC verbetert de verkeersafwikkeling in de regio en vermindert (in geringe mate) de voertuigkilometers gereden op het onderliggend wegennet. Hierdoor neemt het verkeer door het bebouwd gebied en het rijk van Dommel en Aa af. Daarnaast zorgt de NOC voor een betrouwbare reistijd op verschillende trajecten en een betere bereikbaarheid van clusters bedrijvigheid. De verkeersveiligheid gaat door een verschuiving van verkeer van het onderliggend wegennet naar het hoofdwegennet vooruit en met name het aanleggen van de oostwestverbinding zorgt voor nieuwe mogelijkheden voor omleidingsroutes bij calamiteiten op het rijkswegennet. Als nadeel van de verbeterde wegsituatie neemt het aandeel van doorgaand vrachtverkeer op de route toe. Verkeer dat op de Rijkswegen zou kunnen rijden kiest nu deels voor een route via de NOC. Toetsingscriteria Landschap - 0 Verkeersveiligheid Landschap +++ Toekomstbestendig / restcapaciteit Afname vrachtverkeer op autosnelw egen Verkeersveiligheid +++ Kosten 0 - 0 Doorsnijding op stedelijk afw egingsniveau 0 0 0 Beïnvloeding ontw ikkelingsmogelijkheden in de omgeving 0 0 0 Beïnvloeding van sociale relaties 0 0 0 Beïnvloeding sociale contacten door sloop w oningen 0 - 0 0 0 0 0 0 0 0 -- 0 -- Beïnvloeding sociale veiligheid, met name relevant bij fietsSociale veiligheid en voetgangerstunnels Recreatieve ontw ikkelings- Toe- of afname van recreatieve mogelijkheden ontw ikkelingsmogelijkheden Recreatieve Doorsnijding recreatieve routes, voorzieningen en voorzieningen gebieden Landbouw grond Ruimtebeslag oppervlakte landbouw grond 0 -- Doorsnijding Doorsnijding en bereikbaarheid van landbouw percelen 0 -- - Landbouw bedrijven Beïnvloeding landbouw bedrijven 0 --- -- Investeringskosten, excl. BTW (mln. euro), in combinatie met alternatief 10A € 87,3 € 73,7 Investeringskosten, excl. BTW (mln. euro), in combinatie met alternatief 10B € 97,1 € 76,5 Factsheet 3. Knoop/Aansluiting Laarbeek Toelichting milieueffecten en kosten Hieronder worden kort de effecten van de alternatieven toegelicht. Bodem Alternatief 3A raakt 2 (potentieel) ernstig verontreinigde locaties en alternatief 3B raakt 1 potentieel ernstig verontreinigde locatie. Als gevolg van de realisatie van de Noordoostcorridor worden deze locaties (indien nodig) gesaneerd, wat een positieve invloed heeft op de bodemkwaliteit. Vanwege het feit dat bij alternatief 3A een daadwerkelijk ernstig geval van bodemverontreiniging wordt geraakt, worden de effecten van alternatief 3A licht positief beoordeeld, ten opzichte van een neutraal effect voor alternatief 3B. Grond- en oppervlaktewater Geen van beide alternatieven heeft effect op de criteria voor grondwater. Voor grondwater zijn de alternatieven dan ook niet onderscheidend. Het grootste effect van de alternatieven is de aantasting van de leggerwatergangen (oppervlaktewaterstelsel) door beide alternatieven. Compensatie van de waterafvoerende functie van dergelijke watergangen komt echter 1 op 1 terug in het wegontwerp. Er treden in beide alternatieven beperkte effecten op de oppervlaktewaterkwaliteit op door emissie van het wegverkeer via de lucht. Al met al zijn de effecten van beide alternatieven op grond- en oppervlaktewater vergelijkbaar en zeer beperkt. Natuur Natura2000 gebieden liggen op dusdanige afstand van de NOC dat effecten door ruimtebeslag, verstoring en verdroging/vernatting kunnen worden uitgesloten. Wel zorgt de NOC voor een toename van stikstofdepositie. De alternatieven zijn hierin echter niet onderscheidend. In navolgende tabel is per alternatief het ruimtebeslag op EHS gebieden en de toename van verstoord EHS gebied weergegeven. Aspect Beoordelingscriterium Natuur Beschermde gebieden: 3A 3B Ruimtebeslag EHS (ha) 0,62 0 Toename verstoord oppervlak EHS (ha) 4,75 4,72 Als gevolg van het ruimtebeslag op en doorsnijding van het Biggenbos, waar naast een droge EVZ ook vliegroutes van vleermuizen zijn, is het effect van alternatief 3A groter dan dat van alternatief 3B. Alternatief 3B (knoop) maakt meer gebruik van het huidige tracé van de N279 en leidt niet tot nieuw ruimtebeslag of doorsnijding van EHS en leefgebied van soorten. Bij beide alternatieven nemen de verstoring en de depositie van stikstof in de EHS iets toe. De effecten van alternatief 3A kunnen deels gemitigeerd worden door inpassing van de kruising met de EVZ, bijvoorbeeld met amfibie/reptielentunnels en een hop-over voor vleermuizen. Alternatief 3A (aansluiting) is per saldo iets negatiever voor natuur dan alternatief 3B (knoop) als gevolg van de effecten op beschermde soorten. Landschap en cultuurhistorie Beide alternatieven ontzien het kloostercomplex van missieklooster Heilig bloed. Alternatief 3A (aansluiting) heeft het grootste effect op de lokale karakteristiek en de (kleinschalige) openheid van het landschap. De doorgaande route tussen de N279 en de oostwestverbinding ligt midden in het beekdal landschap van de Aa, in een karakteristiek broekgebied. De hier thans aanwezige karakteristieke weg begeleidende beplanting verdwijnt grotendeels bij alternatief 3A. De ruimtelijke samenhang van deze waardevolle groenstructuren wordt daarmee aangetast. Bovendien blijft er van het stroomgebied van de Broekse Aa weinig over in alternatief 3A. Alternatief 3B legt de nadruk op de noord-zuid richting, waarbij de aansluiting op de oostwestverbinding zo compact mogelijk is vormgegeven. Hierdoor is de aantasting van het karakteristieke broekgebied kleiner dan in alternatief 3A. De knoop (alternatief 3B) wordt vormgegeven binnen de bestaande ruimtelijke grenzen die voornamelijk bestaan uit oude wegbegeleidende beplanting. De splitsing van de Zuid-Willemsvaart en de aantakking van de Aa, en de aansluiting tussen de N279 (noord-zuid) en oostwestverbinding, komen in alternatief 3B samen in een infrastructurele knoop van gelijke schaal en omvang als de splitsing van de Zuid-Willemsvaart. Bij alternatief 3A kan de aantasting van het beekdal en de historische structuren beperkt worden door de weg door het beekdal op palen te leggen. Bij beide alternatieven is het wenselijk het kloostercomplex Heilig bloed als cultuurhistorisch object te versterken en zichtbaar te maken. 25 september 2014, versie 3.0 Archeologie AMK-terreinen worden niet doorsneden. Wel wordt de historische kern geraakt ter hoogte van de Kloosterdreef 4 te Aarle-Rixtel. Deze historische kern is aangegeven op de gemeentelijke kaart en zal door de geplande ingrepen grotendeels verdwijnen, het ruimtebeslag op deze kern bedraagt circa 0,2 hectare in alternatief 3A en 0,3 ha in alternatief 3B.Alternatief 3A doorsnijdt 8,4 ha gebied met (middel)hoge archeologische verwachtingswaarden en wordt negatief beoordeeld. Het ruimtebeslag van alternatief 3B is met 13,3 ha hoger en wordt als zeer negatief beoordeeld. Kanttekening daarbij is wel dat een groot deel van dit ruimtebeslag op of rond de bestaande N279 ligt en daardoor mogelijk al verstoord is. Toponiemen deelgebied Knoop/Aansluiting Laarbeek Geluid In navolgende tabel is per alternatief het aantal ernstig geluidgehinderden opgenomen. Onder de tabel zijn de effecten op geluid nader toegelicht. Aspect Beoordelingscriterium Geluid Ernstig geluidgehinderden: Totaal aantal ernstig geluidgehinderden Ref. 3A 3B 16 15 15 In absolute zin zijn er binnen dit deelgebied weinig ernstig geluidgehinderden aanwezig, wat duidt op relatief weinig woningen/ geluidsgevoelige bestemmingen vlak bij het bestaande/nieuwe tracé. Voor beide alternatieven geldt dat het totaal aantal ernstig geluidgehinderden nagenoeg gelijk blijft aan de referentiesituatie. Ten opzichte van de referentie verbetert de geluidsituatie wel iets door het verschalen van ernstig gehinderden naar lagere geluidsbelastingsklassen. De verschillen met de referentiesituatie en tussen de alternatieven onderling zijn echter dusdanig klein dat dit niet tot onderscheidende effecten leidt. Beide alternatieven zijn daarom neutraal beoordeeld. Bij de verschuiving in blootstelling blijkt het aantal blootgestelden voor alternatief 3A en 3B af te nemen ten opzichte van de referentiesituatie. Onderling verschillen de alternatieven 3A en 3B niet veel. Beide alternatieven worden licht positief beoordeeld. Op de NOC wordt standaard een stil wegdektype toegepast. Direct ten westen van de aansluiting/knoop Laarbeek wordt, na toepassing van het stille wegdektype, de maximaal onthefbare geluidbelasting vanwege de weg overschreden, waardoor er wettelijk gezien – ondanks de kosten – maatregelen getroffen moeten worden. Bij alternatief 3B (knoop) geldt dit ook voor een aantal woningen direct ten zuiden van de knoop. De maatregelen zijn in navolgende tabel en de kaart met toponiemen opgenomen. De nummers in de tabel verwijzen naar de nummers in de kaart met toponiemen. Nr. Alt. Reden van plaatsing Hoogte Lengte [m] Zijde 1 3A Overschrijding max. onthef. waarde Laag 200 Noordzijde 2 3B Overschrijding max. onthef. waarde Laag 200 Noordzijde 3 3B Overschrijding max. onthef. waarde Laag 370 Oostzijde Deze maatregelen hebben een geringe afmeting en worden voor een klein aantal woningen geplaatst, waardoor het effect op het totaal te verwaarlozen is. De effectscores wijzigen dan ook niet als gevolg van het treffen van maatregelen. Trillingen De effectscores zijn gebaseerd op het aantal adressen dat binnen 50 meter van de weg aanwezig is en waarvoor mogelijk sprake kan zijn van trillinghinder voor personen. In dit deelgebied is weinig bebouwing aanwezig, maar bij beide alternatieven kan bij voorbaat de kans op trillinghinder niet geheel worden uitgesloten. Ten opzichte van de referentiesituatie neemt het aantal bestemmingen binnen 50 meter van de weg met 2 (alternatief 3A, aansluiting), respectievelijk 3 (alternatief 3B, knoop) toe. Dit verschil is niet onderscheidend. Beide alternatieven worden licht negatief beoordeeld. Lucht Voor luchtkwaliteit geldt dat de grenswaarden vanuit de Wet milieubeheer nergens worden overschreden. Wel kan er sprake zijn van toe- en afnames van de concentraties van verontreinigende stoffen als gevolg van toe- of afnames van verkeer. Voor zowel NO2 als fijn stof (PM10 en PM2,5) treden er in beide alternatieven geen relevante verschuivingen in blootstelling op. De effecten zijn daarom neutraal beoordeeld. Omdat de berekende concentraties ruim onder de daarvoor geldende grenswaarden liggen, hoeven er wettelijk gezien geen maatregelen te worden getroffen om de effecten te mitigeren. Externe veiligheid -6 Aan het plaatsgebonden risico (PR) is een wettelijke grenswaarde van 10 verbonden, -6 een jaarlijkse kans van één op de miljoen. Binnen de PR10 contour bestaat een kans van ≥ 1 op de miljoen om als individuele burger te overlijden als gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen op de weg. Op basis van de rekenresultaten is er zowel voor de -6 referentiesituatie als voor de alternatieven 3A en 3B geen PR10 contour aangetroffen in de berekeningen. Het groepsrisico (GR) is de kans per jaar per kilometer transportroute dat een groep van 10 of meer personen in de omgeving van de transportroute in één keer slachtoffer wordt van een ongeval. Voor het GR geldt geen norm, maar een verantwoordingsplicht als de zogeheten “oriëntatiewaarde (OW)” wordt overschreden (GR > 1,0), of als het GR toeneemt door het besluit ten opzichte van de autonome situatie. Uit de berekeningen blijkt dat het GR niet wijzigt ten opzichte van de referentie en voor zowel de referentie als de alternatieven ver onder de oriëntatiewaarde blijft (<0,1*OW). Factsheet 3. Knoop/Aansluiting Laarbeek Gezondheid Gezondheidseffecten als gevolg van de Noordoostcorridor worden vooral bepaald door de veranderingen in geluidhinder, luchtkwaliteit en externe veiligheid. Deze effecten zijn deels in beeld gebracht in de reguliere onderzoeken voor deze aspecten, waarbij voor geluid en lucht ook is gekeken naar de (gezondheids)effecten (ver) onder de grenswaarden en (verschuivingen in) blootstelling (advies Cie m.e.r.). Aanvullend daarop zijn, via de GES-methodiek, effecten op de genoemde aspecten vertaald naar een effectscore voor gezondheid. Op basis van de GESmethodiek zijn allereerst effectscores bepaald voor de afzonderlijke aspecten. Vervolgens zijn deze scores vertaald naar een overkoepelende effectscore voor gezondheid, waarbij steeds de meest negatieve effectscore op geluid, lucht (NO2 en fijn stof) of externe veiligheid als maatgevende score is overgenomen. Dit omdat een negatief gezondheidseffect van bijvoorbeeld geluid niet kan worden verminderd door een positief gezondheidseffect van bijvoorbeeld een verbetering van de luchtkwaliteit. In dit deelgebied hebben beide alternatieven een neutraal effect op gezondheid. Dit wordt veroorzaakt door een neutrale beoordeling voor luchtkwaliteit (fijn stof) en externe veiligheid. Voor luchtkwaliteit (NO2) en geluid is er sprake van een lichte verbetering doordat het aantal mensen met een lagere geluidbelasting en kleine verbetering van de luchtkwaliteit door wegverkeer licht toeneemt. Sociale aspecten en recreatie In navolgende tabel is per alternatief het aantal te amoveren panden opgenomen. Onder de tabel worden de effecten op sociale aspecten en recreatie nader toegelicht. Aspect Beoordelingscriterium Sociale aspecten Gedwongen vertrek: Aantal te amoveren panden (woningen, bedrijven, overige panden) 3A 3B 11 2 De effecten van beide alternatieven zijn relatief beperkt omdat de tracés in dit deelgebied niet op korte afstand van woonkernen liggen. Wel lopen de tracés over of langs verspreid liggende bebouwing, met bijbehorende effecten op visuele hinder en gedwongen vertrek. Het aantal panden dat geraakt wordt door alternatief 3A (aansluiting) is groter dan van alternatief 3B (knoop), wat er toe leidt dat de effecten van alternatief 3A op gedwongen vertrek negatiever zijn beoordeeld dan alternatief 3B. Omdat het bij beide alternatieven niet gaat om clusters van woningen, zijn de effecten op sociale contacten beperkt. In alternatief 3A doorsnijdt de verbindingsboog tussen de oostwestverbinding en de N279 Zuid de Kloosterdreef, Langedijk en Bakelseweg. Om het gebied bereikbaar te houden worden de Langedijk en Bakelseweg over de NOC geleid. Via de Langedijk blijft ook de Kloosterdreef bereikbaar. Er ontstaan wel omrijdbewegingen waardoor er sprake is van een beperkte barrièrewerking voor alternatief 3A (aansluiting). Alternatief 3B (knoop) doorsnijdt geen bestaande verbindingen. Alternatief 3A heeft ruimtebeslag tot gevolg op de zichtstal Agro-Zicht, wat negatieve effecten heeft op recreatie. 25 september 2014, versie 3.0 Vergelijking alternatieven deelgebied Knoop/Aansluiting Laarbeek Landbouw In navolgende tabel is de kwantitatieve informatie over beïnvloeding van landbouwbedrijven opgenomen. Onder de tabel worden de effecten op landbouw nader toegelicht. Aspect Beoordelingscriterium Landbouwbedrijven Beïnvloeding landbouwbedrijven: Onderstaand is een vergelijking opgenomen van de alternatieven in deelgebied Knoop/Aansluiting Laarbeek. Daarbij wordt ingegaan op het doelbereik/verkeerseffecten, de milieueffecten en de kostenramingen van de alternatieven. 3A 3B Agrarische bouwblokken (aantal) 8 4 Agrarische gebouwen (aantal) 12 4 De verbreding en verlegging van de N279 heeft in beide alternatieven ruimtebeslag op landbouwgronden tot gevolg. Alternatief 3A (grotendeels nieuw aan te leggen weg) heeft met 22,0 ha een groot ruimtebeslag op landbouwgebied. Het ruimtebeslag van alternatief 3B (verbreding) is met 18,1 ha kleiner, maar dit verschil is niet onderscheidend. In alternatief 3A is sprake van een nieuwe doorsnijding van landbouwgebied ten oosten van de N279. Bij alternatief 3B is dit niet het geval. Voor beide alternatieven geldt dat een stuk landbouwgebied ten zuiden van de brug (of tunnel) tussen de aansluiting/knoop en de kruising met de Zuid-Willemsvaart onbereikbaar wordt. Zowel in alternatief 3A als 3B worden agrarische bouwblokken aangesneden. Doordat er in alternatief 3A (aansluiting) een groter aantal gebouwen moet worden geamoveerd dan in alternatief 3B (knoop), is alternatief 3A negatiever beoordeeld. De effecten op de bereikbaarheid van landbouwpercelen kunnen beperkt worden door het toepassen van ruilverkaveling of kavelruil, het uitplaatsen van bedrijven en het zoveel mogelijk volgen van eigendomsgrenzen. Daarnaast kan in beide alternatieven aantasting van een kas direct ten westen van de N279 voorkomen worden door een kleine verschuiving van de NOC in oostelijke richting. Kosten Uit de kostenraming blijkt dat alternatief 3B (knoop) minder kost als alternatief 3A (aansluiting). Het verschil in investeringskosten is vooral te verklaren door de lagere vastgoedkosten, met name doordat de zichtstal Agro-Zicht met bijbehorende gebouwen niet geraakt wordt. De bouwkosten zijn voor beide alternatieven vergelijkbaar. In de kostenraming zijn de kosten van de aansluiting of knoop Laarbeek in deelgebied 3 samengenomen met de kosten voor een brug of aquaduct in deelgebied 10 Kruising Zuid-Willemsvaart. Dit omdat deze twee deelgebieden qua ontwerp en uitvoering niet los van elkaar te koppelen zijn. In de tabel zijn daarom de kosten weergegeven van de mogelijke combinaties tussen de deelgebieden 3 en 10. Doelbereik/verkeer: Alternatief 3B is robuuster Een volledige verknoping (alternatief 3B) is een robuustere oplossing dan een half klaverblad met geregelde kruispunten op de toe- en afritten (alternatief 3A). Daarnaast heeft de verknoping ook een groter effect op het verminderen van verkeer op het onderliggend wegennet. Verder is de knoop voor verkeersveiligheid gunstiger omdat er geen gelijkvloerse kruispunten zijn, in tegenstelling tot de aansluiting. Milieueffecten: Alternatief 3B heeft de minste milieueffecten Met uitzondering van de beïnvloeding van de bodemkwaliteit en de beïnvloeding van verwachte archeologische waarden, scoort alternatief 3B (knoop) op alle toetsingscriteria gelijkwaardig of positiever dan alternatief 3A (aansluiting). Dit is met name het gevolg van de compactere vormgeving van de knoop ten opzichte van de aansluiting, waardoor meer het bestaande tracé van de N279 gevolgd kan worden. Vooral effecten op landschap en cultuurhistorie worden hierdoor beperkt, doordat aantasting van karakteristieke begeleidende beplanting langs wegen en de Broekse Aa voorkomen kan worden. Daarnaast heeft dit alternatief minder negatieve effecten op de sociale aspecten en landbouw, doordat er minder (agrarische) panden hoeven te worden geamoveerd en de barrièrewerking kleiner is (er worden minder wegen doorsneden). Ook kan in alternatief 3B aantasting van de zichtstal Agro-Zicht voorkomen worden. Wel heeft een knoop een groter ruimtebeslag op verwachte archeologische waarden dan alternatief 3A (aansluiting). Kanttekening daarbij is echter dat een groot deel van dit ruimtebeslag onder of rond de bestaande N279 ligt en daardoor mogelijk al verstoord is. Kosten: Alternatief 3B heeft de laagste investeringskosten Met name door het verschil in vastgoedkosten, zijn de investeringskosten voor alternatief 3B (knoop) lager dan voor alternatief 3A (aansluiting). Vergelijking alternatieven Uit het voorgaande blijkt dat alternatief 3B (knoop) het beste scoort op doelbereik/verkeer, de minste nadelige milieueffecten heeft en het minste kost. Factsheet 3. Knoop/Aansluiting Laarbeek Uitsnede Maatgevende kenmerkenkaart met tracéalternatieven Natuur Landschap, cultuurhistorie en archeologie ① Aandachtspunten voor de betreffende thema’s* *Als bijlage bij de factsheets is een overzicht opgenomen van de aandachtspunten die door de ambtelijke deelprojectgroepen en klankbordgroepen zijn ingebracht en die zijn overgenomen op de MKK’s. De nummers die op de MKK’s zijn opgenomen zijn hierin terug te vinden. 25 september 2014, versie 3.0 Factsheet 3. Knoop/Aansluiting Laarbeek Uitsnede Maatgevende kenmerkenkaart met tracéalternatieven Bodem en water 25 september 2014, versie 3.0 Ruimtelijke ordening