Instituut voor de Opleiding van Leraren Onderwysleerspsychologie Samensteller => Naam Voornamen Stud-num Instelling Hoofdrichting Vak Module Docent Datum : Behari : Wikash, Vidjai : 82551 : I.O.L. : Natuurkunde : Beroepsvorming : Psychologie van de adolescentie : Tjoen Tak Seu : 23-mei-2008 Voorwoord In het kader van m’n studie op het Instituut voor de Opleing van Leraren voor het vak beroepsvorming moest ik, in opdracht van onze docent een portfolio samenstellen voor de module onderwijsleerspsychologie. Ik vond het een leerrijke ervaring, omdat ik bij het samenstellen van dit verslag veel te weten ben gekomen. 2 Inhoudsopgave Inleiding ........................................................................................................................................................ 4 Hoe kan je als leerkracht het leerproces bij de leerlingen zodanig beinvloeden dat dit optimaal verloopt?Bijeenkomst 1 ............................................................................................................................... 4 Bijeenkomst 1 ............................................................................................................................................... 5 Opdracht 1 ................................................................................................................................................ 5 Opdracht 2 ................................................................................................................................................ 5 Bijeenkomst 2 ............................................................................................................................................... 6 Opdracht 4 ................................................................................................................................................ 6 Opdracht 5 ................................................................................................................................................ 6 Opdracht 6 ................................................................................................................................................ 7 Bijeenkomst 3 ............................................................................................................................................... 7 Opdracht 7 ................................................................................................................................................ 7 Bijeenkomst 4 ............................................................................................................................................... 8 Opdracht 8 ................................................................................................................................................ 8 Opdracht 9: ............................................................................................................................................... 9 Bijeenkomst 5 ............................................................................................................................................... 9 Opdracht 10 .............................................................................................................................................. 9 Opdracht 11 ............................................................................................................................................ 10 Conclusie:.................................................................................................................................................... 10 3 Inleiding Een van de problemen bij het onderwijzen is dat leren een onzichtbaar proces is. Als het leren zelf ontzichtbaar is, is dat ook het geval met de kwaliteiten ervan. Je kunt het niet zien of horen. Het speelt zich helemaal in iemands hoofd af. Gewoonlijk wordt de kwaliteit van het leren afgemeten aan het resultaat: de kennis, inzicht en vaardigheden die tot uiting komen in de toets, het referaat, het werkstuk dat het produckt van een leerproces vormt. In dit verslag gaat men meer op de vraag: Hoe kan je als leerkracht het leerproces bij de leerlingen zodanig beinvloeden dat dit optimaal verloopt? 4 Bijeenkomst 1 Leerdoelen: Studenten kunnen Uitleggen waarom sommige informayie makkelijk vergeten wordt en welke factoren een rol spelen Expliciteren hoe hij zelf leert Opdracht 1 1. Wie kent verschijnsel dat je hard heb geleerd voor het tentamen en dat je na het tentamen alle leerstof weer bent vergeten? Ik zelf en m’n vriend- en vriendinnen, nou niet alle leerstof meestal, maar toch merendeels. 2. Waardoor zou het snel vergeten van voor een tentamen geleerde stof veroorzaakt worden? Het kan liggen aan het feit dat de leerlingen het studeren, met het “1 maal gehaald daarna niet meer nodig” Het kan ook eraan liggen dat de andere vakken niet gerelateerd zijn aan zo’n vak, zodat men als het ware die stof niet nodig heeft en dus ook nooit gaan herhalen Opdracht 2 Doel: Studenten meer specifiek laten nadenken over verschillende aspecten van de manier waarop ze leren. Wat weet ik van de manier waarop ik leer? 1. De leerstijltest in de module Persoonlijke Ontwikkeling heeft opgeleverd dat mijn voorkeur bij het leren bestaat uit: Planningen Gezond voeding Samenwerking Positieve zelfbeeld 2. In de volgende situatie, leer ik het gemakkelijkst iets nieuws: Als de docent de stof goed en op een leuke manier uitlagt Als ik op mijn eigen manier met de leerstof om ga Als ik geїnteresseerd ben o Als ik in mijn vrije tijd leer Als ik voor een cijfer leer 3. Om iets nieuws te begrijpen is het belangrijk voor mij om: Te luisteren naar wat een ander daarover vertelt o Op te schrijven wat een ander uitlegt Mijzelf vragen te stellen over de inhoud Te kijken hoe een ander iets doet o Hardop aan mezelf te vertellen wat belangrijk is o Aantekeningen over de leerstof 1 a 2 keer over te lezen Zelf iets uit te proberen 4. Om iets goed te onthouden gebruik ik de volgende manieren: Studeren in een rustige omgeving (kamer(bed)) Studeren als ik zin heb Om een beeld te creëren van die dingen wat ik studeer 5 Bijeenkomst 2 Leerdoelen: Studenten kunnen: Ervaringen met de BBB strategie expliciteren A.d.h.v. een model de werking van het geheugen weergeven De verschillende geheugenprocessen beschrijven Verschillen in schema’s kunnen verklaren Opdracht 4 Doel: checken wat studenten onder bewaard hebben opgeschreven en reflectie op de BBB werkwijze 1. Wissel uit wat je onder bewaard hebt geschreven en geef aan waarom je dat belangrijk vond. Bewaard => { respect, geld, vriendenkring, familie, zelfvertrouwen } Ik vond ’t belangrijk omdat het zijn die dingen die veel menen voor me in het leven. 2. Bespreek in hoeverre de werkwijze Bekend, Benieuwd, Bewaard je heeft geholpen om deze informatie te begrijpen. Bekend => Omdat k veel ervaringen heb opgedaan van de mensen in m’n omgeving Benieuwd => omdat ik me zelf vroeg hoe ik ook die ‘ goede’ mens kon worden Bewaard => Hoe meer men bewaard des te meer hulp men kan verwachten Opdracht 5 Doel: checken of studenten de hoofdzaken begrepen hebben 1. Het proces van informatieverwerking verloopt in 4 stadia. Waar/Niet waar 2. In het langtermijngeheugen wordt geselecteerde informatie omgesmeed tot kennis. Waar/Niet waar 3. Elaboreren omvat bewuste cognitieve verwerkings activiteiten, waarbij de leerlig leerstof aan aanwezige voorkennis relateert. Waar/Niet waar 4. ‘Leren is een construktief proces’ betekent dat kennis uit lange termijngeheugen wordt teruggehaald. Waar/Niet waar 5. Schema’s worden ook semantische netwerken genoemd. Waar/Niet waar 6. Het opnemen van nieuwe kennis in het juiste schema gaat beter, als dit schema tijdens het leerproces is geactiveerd. Waar/Niet waar 7. De leraar kan de cognitieve verwerking van leerstof door de leerlingen beїnvloeden. Waar/Niet waar 6 Opdracht 6 Doel: verwerking van de informartie door deze in een verband te plaatsen en te visualiseren. Model van het geheugen Geheugenschemata Begripsniveau Opslaan Organiseren Episodisch niveau Plan niveau Constueren van betekenis Bijeenkomst 3 Leerdoelen: Studenten kunnen: Uitleggen hoe kennisvelden op verschillende niveau’s wordt opgeslagen en waarom er verschillen zijn in de opslag per individu Onderscheid maken tussen declaratieve en procedurele kennis Opdracht 7 Doel: Studenten: Verwerken hun eigen kennis over een begrip in een kennisveld op drie niveau’s Trekken conclusies voor de maniere waarop zij het kennisveld hebben ingevuld Trekken ook conclusies wat dit betekent voor het lesgeven Voor welk van de 3 kennisvelden vond je het gemakkelijkste om het kennisveld in te vullen? 7 Bijeenkomst 4 Leerdoelen: studenten kunnen uitleggen hoe leerlingen inhoudelijke/declaratieve en vaardigheden/procedurele kennis verwerven. Opdracht 8 Doel: bewust worden van verschillende typen kennis # 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 A. B. Verkeersregels kennen Weten wat de ingrediënten zijn van moksi alesi Datum afschaffing slavernij weten Weten wanneer de binnenlandse oorlogen in Suriname woeden Weten wat kolonialisme is De titel kennen van Helman’s bekendste boek De dagen van de week in het engels weten Weten wat zelfstandig naamwoord is Weten hoe voedsel wordt verteerd Weten hoe drugs en criminaliteit samenhangen Auto ryden Ryst koken Emailen Een verslag schrijven over de kolonisatie Een boek van Stephen King in het engels lezen Een samenvatting maken Een presentatie geven over Helman Een cel tekenen Een vierkantsvergelijking oplossen Een grafiek maken Verschil tussen A en B # A. B. 1 Je leert wat je bij de regels moet doen Je gebruik die regels bij auto rijden 2 benodigheden kennen dat je met rijst kookt om moksa alesi te Je zet alleen rijst en water en geen extra maken benodigheden 3 Niks met elkaar te maken 4 Datum wanneer de binnenlandse oorlogen plaats vond kennen Samenvatting maken van kolonisatie 5 Wat het woord betekend en hoe, waarom het gebeurd Informatie in engels opnemen 6 Onthouden van de titel uit het hoofd Boek al gelezen en belangrijke punten op papier zetten 7 Heeft niks met elkaar te maken 8 Heeft niks met elkaar te maken 9 Heeft niks met elkaar te maken 10 Analyse maken Analyse in grafiek zetten Verschil tussen B nu doen en B doen na een paar maanden # B. Nu 1 Auto ryden 2 Ryst koken 3 Emailen 4 Een verslag schrijven over de kolonisatie 5 Een boek van Stephen King in het engels lezen 6 Een samenvatting maken 7 Een presentatie geven over Helman 8 Een cel tekenen 9 Een vierkantsvergelijking oplossen 10 Een grafiek maken B. Na een paar maanden Meer ervaring Meer ervaring Gewend Meer kennis Meer kennis, gewend Meer ervaring, Kennis Meer ervaring Meer ervaring Meer kennis, inzicht Meer ervaring 8 Opdracht 9: Maak een schematisch stappenplan van het e-mailen van een bericht naar je vriendin met Yahoo Doel: de noodzakelijkheid van een volledig stappenplan voor het aanleren van vaardigheden kunnen inzien Welke stappenplan zou je willen gebruiken om iemand die niet kan mailen dat aan te leren? Ik zou deze schema van me geven met meer uitleg waar je die opties ongeveer van het blad kan vinden Bijeenkomst 5 Leerdoelen: Studenten kunnen: Een strategie om voorkennis in kaart brengen met betrekking tot het leren van begrippen toepassen 3 verschillende strategieën om voorkennis te activeren, beschrijven Voor- en nadelen noemen van verschillende strategieën Opdracht 10 Doel: studenten doen zelf ervaring op met 1 van de 4 technieken die in deze module aan de orde komen om voorkennis te activeren Stelling 1: In de lange termijn geheugen kan men contextuele informaties, emoties onthouden en terughalen als men het nodig heeft. Stelling 2: Het korte termijngeheugen kan men dingen memoriseren maar daarna is het snel weer te verrgeten. 9 Opdracht 11 Doel: studenten bereiden zich inhoudelijk voor om 1 van de strategieën toe te passen om voorkennis te activeren bij leerlingen bij een onderwerp uit eigen vakgebied. Voorkennis activeren m.b.v. woordveld Wat is de formule van resulterendekracht op een voorwerp? Wat is het verschil tussen afgelegde weg en verplaatsing? Conclusie: In deze module worden verschillende strategieёn aangeboden om bewust bepaalde leerprocessen bij leerlingen op gang te brengen. Het veelvuldig oefenen met deze strategieën heeft en zal ertoe leiden dat de leerkracht (ik) in spe in staat is om leerprocessen positief te beinvloeden bij m’n toekomstige leerlingen 10