Werkwoordsvervoeging vergevorderden

advertisement
Werkwoordsvervoeging:
In de Europese talen is de volgorde: ik, jij, hij, wij, jullie, zij gebruikelijk; dus eerst de 1e, 2e, 3e persoon enkelvoud en
vervolgens de 1e, 2e, 3e persoon meervoud. In Arabische leer- en schoolboeken wordt een andere volgorde gebruikt. Men
noemt:
Eerst de ‘aanwezigen’:
‘degenen die spreken’
ik
wij
‘degenen tot wie gesproken wordt’
jij ♂
jij ♀,
jullie ♂♀ tweevoud
jullie ♂ meervoud
jullie ♀ meervoud
Vervolgens de ‘afwezigen’:
hij
zij
zij ♂♀ tweevoud
zij ♂ meervoud
zij ♀ meervoud
Op de volgende pagina’s wordt een matrixmodel gepresenteerd dat behulpzaam kan zijn bij het leren van
werkwoordsvervoegingen. Eerst is er een toelichting op het model met invulling van bijbehorende Arabische termen.
Vervolgens zijn er voorbeelden waarbij de matrices zijn ingevuld met vervoegingen. Tot slot is er een lege matrix die
geprint kan worden en door de student zelf kan worden ingevuld en zo kan dienen als oefenmodel.
1
In deze matrix zijn twee benaderingen in een algemeen schema gecombineerd. Voor de Arabische benadering moet de
matrix per rij van rechts naar links en uiteraard van boven naar beneden gelezen worden:
Voor de Europese benadering per kolom en van rechts naar links (dit laatste is weer volgens de Arabische conventie).
De persoonlijke voornaamwoorden zijn in zwarte letters weergegeven, functies en woordsoorten in groene. Hier en in de
volgende matrices zijn de hulptekens steeds rood.
‫الـضـمـائـرالـشـخـصـيـة‬
persoonlijke voornaamwoorden
‫الـمـُـفــرد الـمـُثـنـى الـجـمـع‬
meervoud
eerste
persoon
tweede persoon
mannelijk
tweede persoon
vrouwelijk
derde persoon
mannelijk
derde persoon
vrouwelijk
‫نـحـن‬
‫أنـتـم‬
‫أنـتـن‬
‫هـم‬
‫هـن‬
tweevoud
enkelvoud
‫أنـتـما‬
‫أنـتـما‬
‫هـمـا‬
‫هـمـا‬
‫أنـا‬
‫أنـت‬
‫أنـت‬
‫هـو‬
‫هـي‬
‫الـمـُـتــكــلــم‬
‫الـمـُخـاطـب‬
‫الـمـُخـاطـبـة‬
‫الـغـائــب‬
‫الـغـائــبـة‬
2
de spreker
degene tot wie
gesproken wordt ♂
degene tot wie
gesproken wordt ♀
de afwezige ♂
de afwezige ♀
Deze matrix is ingevuld met de vervoeging van de verleden tijd van het werkwoord ‘‫ ‘ درس‬/ ‘leren’.
-
De uitgangen zijn met blauw weergegeven.
meervoud
eerste
persoon
tweevoud
wij
‫درسـنـا‬
‫نـحـن‬
tweede
persoon
mannelijk
jullie
♂
tweede
persoon
vrouwelijk
‫درسـتـ ُم‬
‫أنـتـم‬
jullie
♀
derde
persoon
mannelijk
‫درسـتـ ُن‬
‫أنـتـن‬
zij
♂
zij
♂
derde
persoon
vrouwelijk
‫درسـ ُوا‬
‫هـم‬
zij
♀
‫درسـن‬
‫هـن‬
zij
♀
jullie
♂♀
enkelvoud
ik
ُ‫درسـت‬
‫أنـا‬
jij
♂
‫درسـت‬
‫أنـت‬
jij
♀
‫درسـت‬
‫أنـت‬
‫درسـا‬
‫هـمـا‬
hij
♂
‫در س‬
‫هـو‬
‫درسـتـا‬
‫هـمـا‬
zij
♀
‫درسـت‬
‫هـي‬
‫درسـتـ ُمـا‬
3
‫أنـتـمـا‬
De vervoeging van de tegenwoordige tijd van het werkwoord ‘‫ ‘ درس‬/ ‘leren’.
-
De uitgangen, voorvoegsel en achtervoegsel, zijn met blauw weergegeven.
meervoud
eerste
persoon
tweevoud
wij
‫س‬
ُ ‫نـد ُر‬
‫نـحـن‬
tweede
persoon
mannelijk
jullie
♂
tweede
persoon
vrouwelijk
‫تـد ُرسـ ُون‬
‫أنـتـم‬
jullie
♀
‫تـد ُرسـن‬
‫أنـتـن‬
derde
persoon
mannelijk
zij
♂
zij
♂
derde
persoon
vrouwelijk
‫يـد ُرسـ ُون‬
‫هـم‬
zij
♀
‫يـد ُرسـن‬
‫هـن‬
zij
♀
jullie
♂♀
enkelvoud
ik
‫س‬
ُ ‫أدَ ُر‬
‫أنـا‬
jij
♂
‫س‬
ُ ‫تـد ُر‬
‫أنـت‬
jij
♀
‫تـد ُرسـيـن‬
‫أنـت‬
‫يـد ُرسـان‬
‫هـمـا‬
hij
♂
‫س‬
ُ ‫يـد ُر‬
‫هـو‬
‫تـد ُرسـان‬
‫هـمـا‬
zij
♀
‫س‬
ُ ‫تـد ُر‬
‫هـي‬
‫تـد ُرسـان‬
‫أنـتـمـا‬
N.B. toelichting bij de vormen van jullie ♂ en zij ♂ meervoud: de stam eindigt op een korte ‘oe’; zie de hij-vorm:
De waw verlengt deze korte klinker tot een lange; de verlenging hoort bij de vervoeginguitgang en is daarom in de blauwe kleur weergegeven.
4
Invulschema voor het oefenen van werkwoordsvervoeging (kopieerblad):
‫صـــيـــغـــة الـــمــاضــي‬
Verleden tijdsvorm:
..........:ُ ‫الـــفــعــل‬
Werkwoord: ...........
meervoud
tweevoud
eerste
persoon
wij
‫نح ُن‬
tweede
persoon
mannelijk
tweede
persoon
vrouwelijk
derde
persoon
mannelijk
derde
persoon
vrouwelijk
jullie
♂
‫أنت ُم‬
jullie
♀
‫أنت ُن‬
zij
♂
‫ُهم‬
zij
♂
zij
♀
‫ُهن‬
zij
♀
enkelvoud
ik
‫أنا‬
jij
♂
‫أنت‬
jij
♀
‫أنت‬
‫ُهما‬
hij
♂
‫هو‬
‫ُهما‬
zij
♀
‫هي‬
‫أنتما‬
jullie
♂♀
5
Invulschema voor het oefenen van werkwoordsvervoeging (kopieerblad):
‫صـــيـــغـــة الـــمـَـضــار ع‬
Tegenwoordige tijdsvorm:
..........:ُ ‫الـــفــعــل‬
Werkwoord: ...........
meervoud
tweevoud
eerste
persoon
wij
‫نح ُن‬
tweede
persoon
mannelijk
tweede
persoon
vrouwelijk
derde
persoon
mannelijk
derde
persoon
vrouwelijk
jullie
♂
‫أنت ُم‬
jullie
♀
‫أنت ُن‬
zij
♂
‫ُهم‬
zij
♂
zij
♀
‫ُهن‬
zij
♀
enkelvoud
ik
‫أنا‬
jij
♂
‫أنت‬
jij
♀
‫أنت‬
‫ُهما‬
hij
♂
‫هو‬
‫ُهما‬
zij
♀
‫هي‬
‫أنتما‬
jullie
♂♀
6
7
Download