analyse van de jaarrekening = financiële analyse

advertisement
ANALYSE VAN DE JAARREKENING
=
FINANCIËLE ANALYSE
Prof. Dr. H. Vandenbussche
Naamsestraat 69
Bureau: 04-111
Tel:016/32.69.20
Doelstelling cursus
De bedoeling van deze cursus is om de deelnemers
vertrouwd te maken met de belangrijkste begrippen
en technieken waarvan financiële analysten gebruik
maken. Doorheen de cursus zal een welbepaalde
onderneming (XYZ) gevolgd worden als ‘case study’
om de gehanteerde methodes te illlustreren.
Cursusmateriaal wordt uitgedeeld.
1
Referenties:
Cursusnota’s
 Jaarrekening onderneming XYZ voor twee boekjaren
 H. Ooghe en C. Van Wijmeersch (1999), Financiële
analyse van ondernemingen, Stenfert-Kroese
 R.H. Parker, Understanding Company Financial
Statements, Pinguin (UK)
 R. Lewis & D. Pendrill, Advanced Financial
Accounting, Pitman Publishing, 4rth edition (UK)
 D. Ordelheide, Transnational Accounting, 2nd edition
(a comparative study of accounting standards of 21
countries), 3200 p.

2
Inhoud
Deel 1: Situering van de financiële analyse
Introductie
I.
1)
2)
3)
4)
5)
6)
7)
Doel financiële analyse
Inhoud
Gebruikers
Financiële analyses versus technische analyse
Verschillende rechtsvormen en publicatieverplichting
Openbaarmaking jaarrekening
Documenten voor financiële analyse
+ Situering van de onderneming XYZ
Herwerking van balans en resultatenrekening voor financiële
analyse
II.
1)
2)
Balans
Resultatenrekening
+ toepassing op de onderneming XYZ en bespreking
3
Deel 2: Analysetechnieken voor financiële analyse
I.
II.
III.
IV.
V.
Horizontale of tijdsanalyse
Vermogenstroomanalyse
Verticale of structuuranalyse
Ratio-analyse
Sector analyse
+ toepassing op de onderneming XYZ
Appendix



Jaarrekening van de onderneming XYZ
Verschillende rechtsvormen
De jaarrekening in Europese context
4
DEEL 1: Situering van de Financiële analyse
I. Introductie
1.
Wat is het doel van financiële analyse?
Boekhouden
= registratie
2.
Financiële analyse
= interpretatie
Wat houdt financiële analyse o.a. in?




Liquiditeit, solvabiliteit en rentabiliteit
Horizontale en verticale analyse
Bronnen en aanwendingen van vermogen
Verklaringen en oorzakelijke verbanden
5
3.
Wie gebruikt er technieken van financiële
analyse?
Externe partijen: aandeelhouders, schuldeisers, concurrenten,
potentiële overnemers, werknemers overheid, managers
Aandeelhouders
Werknemers
-Jobzekerheid
-Participaties en stock options
-Looneisen
-Rentabiliteit
-Risico-niveau: kapitaalstructuur
-Dividendenbeleid
Jaarrekening
Rechtspersoon

Natuurlijke persoon
-Solvabiliteit en rente
-Liquiditeit
-Grootte: onderhandelingsmacht
Overheid
Concurrenten
-Marktaandeel
-Winst
-Capaciteit
Schuldeisers
Overnemers
-Rentabiliteit
-Overnameprijs
-Activa waardering
-Vennootschapsbelasting
-BTW
-Regulering
6
Hoe verschilt financiële analyse van technische
analyse?
4.

Technische analyse = grafische analyse van aandelenkoersen
over de tijd heen met de bedoeling patronen te kunnen afleiden
die helpen bij beslissingen naar de toekomst toe (‘chartisme’)



Speculatief: hopend op korte termijn meerwaarde van aandelen
Vuistregels mbt koop/verkoopbeslissingen van aandelen
Financiële analyse = zoekt meer naar de ‘fundamentals’ door
de boekhouding onder de loupe te nemen

Voor lange termijn deelname aan het kapitaal van een onderneming
Vb. KBC: intrinsiek goede onderneming maar omstandigheden op
een bepaald moment kunnen de koers sterk beïnvloeden.
7
5. Verschillende rechtsvormen &
publicatieverplichting
Een grote onderneming: ‘volledig schema’ van de jaarrekening:



Werknemers > 100
Jaaromzet (excl. BTW) > 200 MIO BF
Balanstotaal > 100 MIO BF
Nota: Vanaf 1/1/1999 heeft een Belgische onderneming de keuze
tussen BF en EURO voor het voeren van de boekhouding.
8
6.
Openbaarmaking van de boekhouding
1)
2)
3)
4)

31.12.19X1
1)
2)
3)
4)
6 maand na 31/12: goedkeuring van jaarrekening door AV
1 maand na goedkeuring: neerlegging bij Nationale Bank
8 dagen voor logische en rekenkundige controles door NB.
Indien de goedkeuring volgt, stuurt de NB de jaarrekening
door naar de griffie van de Rechtbank van Koophandel van
de plaats waar de hoofdzetel van de onderneming gevestigd
is. In het Belgisch Staatsblad verschijnt dan het bericht van
de goedkeuring van de jaarrekening van de onderneming.
Indien de jaarrekening niet wordt goedgekeurd, wordt ze
teruggestuurd naar de onderneming die dan 2 maanden de
tijd krijgt om haar werk over te doen.
Op het niet respecteren van deze termijnen staan
strafrechtelijke en administratieve boetes
9
7.
Waarop baseert financiële analyse zich?

De gepubliceerde jaarrekening van grote ondernemingen
( > 100 werknemers, omzet > 200 MIO, balanstotaal > 100
MIO)
I.
II.
III.
IV.
V.
VI.
VII.
De Balans
De Resultatenrekening en resultaatverwerking
De Toelichting
De Sociale Balans
Waarderingsregels
Het jaarverslag
Het verslag van de Commissaris-Revisor
In appendix 1 vinden we al deze documenten terug in de
jaarrekening van de onderneming XYZ voor twee
opeenvolgende boekjaren 19X1 en 19X2.
10
I.
Vaste activa
I.
II.
III.
IV.
Eigen vermogen
Oprichtingskosten
Immateriële vaste activa
Materiële vaste activa
Financiële vaste activa
Vlottende activa
Liquiditei
VI.
VII.
I.
II.
III.
IV.
V.
VI.
Vorderingen op meer dan 1 jaar
Voorraden en bestellingen in
uitvoering
Vorderingen op ten hoogste 1
jaar
Kapitaal
Uitgiftepremies
Herwaarderingsmeerwaarde
Reserves
Overgedragen winst/verlies
Kapitaalsubsidies
Voorzieningen & uitgestelde
belastingen
VII.
opeisbaarheid
V.
Balans
Voorzieningen voor risico’s en
kostten
Uitgestelde belastingen
Schulden
VIII.
IX.
X.
Geldbeleggingen
Liquide middelen
Overlopende rekeningen
viii.
ix.
x.
Schulden op meer dan één jaar
Schulden op ten hoogste 1 jaar
Overlopende rekeningen
Activa = Passiva
Bezittingen = Schulden
11
II.
Resultatenrekening en resultaatverwerking
Resultatenrekening (in staffelvorm)
I.
II.
III.
IV.
V.
VI.
VII.
VIII.
IX.
X.
XI.
XII.
XIII.
Bedrijfsopbrengsten
Bedrijfskosten
Bedrijfswinst/Bedrijfsverlies
Financiële opbrengsten
Financiële kosten
Winst/Verlies uit de gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen
Uitzonderlijke opbrengsten
Uitzonderlijke kosten
Winst/Verlies voor belastingen
Belastingen op het resultaat
Winst/Verlies van het boekjaar
Onttrekkingen aan de belastingsvrije reserves
Overboeking naar de belastingsvrije reserves
Te bestemmen winst/verlies van het boekjaar
12
(vervolg) Resultaatverwerking
A.
Te bestemmen winstsaldo/verliessaldo
A.1. Te bestemmen winst/verlies van het boekjaar
A.2. Overgedragen winst/verlies van het boekjaar
B.
C.
D.
E.
F.
Ontrekking aan het eigen vermogen
Toevoeging aan het eigen vermogen
Over te dragen resultaat
Tussenkomst van de vennoten in het verlies
Uit te keren winst
13
III.
Toelichting
Hierin vinden we meer details over bepaalde onderdelen van Balans en
Resultatenrekening
Voorbeeld uit de toelichting (onderneming XYZ)
III. Staat van de materiële vaste activa
a) Aanschaffingswaarde
Per einde van vorig boekjaar
Mutaties tijdens het boekjaar
 Aanschaffingen incl. gepr. VA
 Overdrachten en buitengebruikstellingen
 Overboekingen van een post naar andere
Per einde boekjaar
b) Meerwaarden
Per einde van vorig boekjaar
Mutaties tijdens het boekjaar
 Geboekt
 Verworven van derden
 Afgeboekt
 Overgeboekt van één post naar andere
Per einde boekjaar
c) Afschrijvingen en waardeverminderingen
Per einde van vorig boekjaar
Mutaties tijdens het boekjaar
 Geboekt
 Teruggenomen want overtollig
 Verworven van derden
 Afgeboekt
 Overgeboekt van één post naar andere
Per einde boekjaar
d) Netto boekwaarde per einde boekjaar
Terreinen en gebouwen
1231955
10688
(11716)
1230927
153800
(6074)
147726
1026669
42288
(15071)
1053886
324767
Balans: BW
14
IV.
Sociale balans
Staat van de tewerkgestelde personen
I.
A.
B.
Werknemers ingeschreven in het personeelsregister
Uitzendkrachten en ter beschikking van de onderneming
gestelde personen
Tabel van de personeelsbewegingen tijdens het boekjaar
II.
A.
B.
Ingetreden
Uitgetreden
III.
Staat over het gebruik van de maatregelen ten gunste van
de werkgelegenheid tijdens het boekjaar
IV.
Inlichtingen over de opleidingen voor de werknemers tijdens
het boekjaar
15
V.
Waarderingsregels
De wetgever laat keuzes toe i.v.m. waardering van Actief- en
Passiefposten.
Vb.:
 Materiële vaste activa: gevolgde afschrijvingsmethode
 Voorraden: LIFO, FIFO
 Vorderingen: de gebruikte wisselkoers in geval van vreemde
munten
16
VI.
Jaarverslag
Hierin geeft het management van een onderneming rekenschap
over het gevoerde beleid:



Belangrijke ontwikkelingen
Commentaar op de jaarrekening
Voorstel tot winstverdeling
17
VII.
Verslag van commissaris-revisor
De Commissaris-revisor is een onafhankelijke externe expert
die zich moet uitspreken over:
–
–
Getrouw beeld
Continuïteit
Soorten verslagen van de Commissaris-Revisor:
A.
De goedkeurende verklaring

Zonder voorbehoud (‘unqualified audit report’)

Met voorbehoud (‘qualified audit report’)
Voorbeeld: wel getrouw beeld maar voorbehoud mbt de continuiteit
B.
De niet-goedkeurende verklaring

Afkeurende verklaring (‘adverse audit opinion’)
Voorbeeld: geen ‘getrouw beeld’

Onthoudende verklaring (‘disclaimer of opinion’)
Voorbeeld: onvoldoende informatie
Nota: belangenvermenging mogelijk? (zie krantenartikel)
18
8.
Situering van de onderneming XYZ
Onderneming XYZ is actief in de transportsector, meer bepaald in het ontwerpen en de
constructie van rijwielen voor het spoor en de tram. In deze sector werkt men op bestelling.
1.
GROEPSSTRUCTUUR
Uit de toelichting: staat V.A. ‘Deelnemingen en Maatschappelijke rechten in andere
ondernemingen’, leiden we af dat XYZ behoort tot een groep met volgende
structuur in het jaar X2:
Moedermaatschappij
Canada
XYZ
EV = 1.872.596.000 BEF
A
EV = 338.740.000 FRF
NR = 50.519.000 FRF
Frankrijk
B
EV = 96.206.000 BEF
NR = 117.213.000 BEF
België
C
EV = 9.201.000 GBP
NR = -28.000 GBP
Engeland
D
EV = 83.673.000 ATS
NR = -36.377.000 ATS
Zwitserland
99%
0.01%
100%
99%
E
EV = 71.898.000 BEF
NR = -10.502.000 BEF
België
F
EV = 17.907.000 BEF
NR = -10.502.000 BEF
België
G
EV = 63.569.000 DEM
NR = -4.087.000 DEM
Duitsland
H
EV = 596.233.000 BEF
NR = 15.826.000 BEF
België
40.9+59.1 %
99.99+0.01 %
99%
85.3%
19
Bespreking groepsstructuur XYZ
Informatie hierover in de toelichting
 Staat V.A. ‘Deelnemingen en Maatschappelijke Rechten in
andere ondernemingen’
Moeder – Dochter (XYZ) relatie:
- mogelijkheid tot inter-groep leningen en andere ondersteuning
- meer mogelijkheid tot autofinanciering bij dochter
Moeder (XYZ) – Dochter relatie:
- positief/negatief indien dochters winstgevend/verlieslatend zijn
- bij XYZ zijn 5 van de 8 dochterondernemingen verlieslatend in
19X2
20
2.

VERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR
In 19X1:
– Verlies van 1.866 mio BF: overgedragen naar jaar X2
– Kapitaalverhoging van 2.971 mio BF
– Verkopen van een deel in een verbonden onderneming (B)

In 19X2:
– Nettowinst van 589 mio BF maar negatief bedrijfsresultaat en
financieel resultaat
– Kapitaalvermindering waarbij overgedragen verliezen werden
afgeboekt allicht om aan de alarmbelprocedure te ontlopen (indien
het netto-actief kleiner is dan ¼ van het maatschappelijk kapitaal)
– Overgedragen verliezen naar X3 (1.8 mia BF)
21
3.
VERSLAG VAN DE COMMISSARIS-REVISOR
Voor beide jaren: goedkeurend verslag zonder voorbehoud:
‘getrouw beeld en continuïteit’ (mede dank zij de steun van de
moeder)
19X1: continuïteit?  beraadslaging
19X2: - afboeken van verliezen
- daling van de schulden
22
II.
Herwerking van Balans en
Resulatenrekening
De Balans
1.
Vóór herwerking:
DE BALANS
ACTIVA
Vaste activa
I.
II.
III.
IV.
Oprichtingskosten
Immateriële vaste activa
Materiële vaste activa
Financiële vaste activa
Vlottende activa
V.
VI.
VII.
VIII.
IX.
X.
Vorderingen op meer dan 1 jaar
Voorraden en bestellingen in
uitvoering
Vorderingen op ten hoogste 1 jaar
Geldbeleggingen
Liquide middelen
Overlopende rekeningen
PASSIVA
Eigen vermogen
I.
II.
III.
IV.
V.
VI.
Kapitaal
Uitgiftepremies
Herwaarderingsmeerwaarde
Reserves
Overgedragen winst/verlies
Kapitaalsubsidies
Voorzieningen & uitgestelde
belastingen
VII.
Voorzieningen voor risico’s en
kostten
Uitgestelde belastingen
Schulden
viii.
ix.
x.
Schulden op meer dan één jaar
Schulden op ten hoogste 1 jaar
23
Overlopende rekeningen
Na herwerking:

Uitgebreide vaste activa
I.
II.
III.
IV.
V.

Oprichtingskosten
IMVA
MVA
FVA
Vorderingen > 1 jaar

Eigen vermogen
I.
II.
III.
IV.
Permanent V.
vermogen VI.
Kapitaal
Uitgiftepremies
HWMW
Reserves
Overgedragen winst
Kapitaalsubsidies
Beperkte vlottende activa
VI.
VII.
VIII.
IX.
X.
Voorraden

Vorderingen < 1 jaar
Realiseerbare
activa
Geldbeleggingen
Overlopende rekeningen
Liquide middelen
Vreemd vermogen LT
VI.
VII.

Voorzieningen en
uitgestelde belastingen
Schulden > 1 jaar
Vreemd vermogen KT
IX.
X.
Schulden < 1 jaar
Overlopende rekeningen
24
Toepassing op onderneming XYZ
Herwerkte balans + bespreking van 2 opeenvolgende boekjaren X1 en X2
19X2
19X1
0
7075
607732
319895
240011
47741
0
85
0
7483528
6653994
6653994
0
0
0
0
618658
324767
229420
64379
0
92
0
8996397
8166843
8166843
0
0
0
0
829534
827202
2332
0
0
0
0
0
829554
827202
2352
0
0
0
8098335
9615055
ACTIVA
I. Oprichtingskosten
II. Immateriële vaste activa
III. Materiäle vaste activa
A. Terreinen en gebouwen
B. Installaties, machines en uitrusting
C. Meubilair en rollend materieel
D. Leasing en soortgelijke rechten
E. Overige materiële vaste activa
F. Activa in aanbouw en vooruitbetalingen
IV. Financiële vaste activa
A. Verbonden ondernemingen
1. Deelnemingen
2. Vorderingen
B. Ondernemingen waarmee een
deelnemingsverhouding bestaat
1. Deelnemingen
2. Vorderingen
C. Andere financiële vaste activa
1. Aandelen
2. Vorderingen en borgtochten in contanten
V. Vorderingen op meer dan één jaar
A. Handelsvorderingen
B. Overige vorderingen
=> Uitgebreide vaste activa
25
19X2
19X1
4678591
2980814
85692
0
0
0
0
2895122
1697777
1800581
1633475
167106
0
0
0
16952
5333385
3510539
69715
0
0
0
0
3440824
1822846
1897452
1749137
148315
366000
0
366000
12816
6496124
7609653
26668
35681
6522792
7645334
14621127
17260389
ACTIVA (vervolg)
VI. Voorraden en bestellingen in uitvoering
A. Voorraden
1. Grond- en hulpstoffen
2. Goederen in bewerking
3. Gereed product
4. Handelsgoederen
5. Onroerende goederen bestemd voor verkoop
6. Vooruitbetalingen
B. Bestellingen in uitvoering
VII. Vorderingen op ten hoogste één jaar
A. Handelsvorderingen
B. Overige vorderingen
VIII. Geldbeleggingen
A. Eigen aandelen
B. Overige vorderingen
X. Overlopende rekeningen
= realiseerbare activa
IX. Liquide middelen
=> beperkte vlottende activa
TOTAAL DER ACTIVA
26
PASSIVA
I. Kapitaal
A. Geplaatst kapitaal
B. Niet opgevraagd kapitaal
II. Uitgiftepremies
III. Herwaarderingsmeerwaarden
IV. Reserves
A. Wettelijke reserves
B. Onbeschikbare reserves
1. Voor eigen aandelen
2. Andere
C. Belastingvrije reserves
D. Beschikbare reserves
V. Overgedragen winst of verlies
VI. Kapitaalsubsidies
= eigen vermogen
VII. Voorzieningen en uitgestelde belastingen
A. Voorzieningen voor risico’s en kosten
1. Pensioenen en soortgelijke verplichtingen
2. Belastingen
3. Grote herstellings- en onderhoudswerken
4. Overige risico’s en kosten
B. Uitgestelde belastingen
VIII. Schulden op meer dan één jaar
A. Financiële schulden
1. Achtergestelde leningen
2. Niet achtergestelde obligatieleningen
3. Leasingschulden en soortgelijke schulden
4. Kredietinstellingen
5. Overige leningen
B. Handelsschulden
1. Leveranciers
2. Te betalen wissels
C. Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen
D. Overige schulden
= vreemd vermogen op lange termijn
 permanent vermogen
19X2
19X1
3500000
3500000
0
0
89115
102354
22255
0
0
0
80099
0
-1823986
5113
1872596
6721046
6721046
0
0
89115
103587
22255
0
0
0
81332
0
-5634209
6383
1285922
874801
860249
584216
0
47700
228333
14552
2762670
332539
0
0
0
0
332539
0
0
0
2386652
43479
3637471
5510067
966212
949980
690908
0
47700
211372
16232
5610711
1070571
449250
0
0
0
621321
0
0
0
4494043
46097
6576923
7862845
27
PASSIVA (vervolg)
19X2
IX. Schulden op ten hoogste één jaar
A. Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen
B. Financiële schulden
1. Kredietinstellingen
2. Overige leningen
C. Handelsschulden
1. Leveranciers
2. Te betalen wissels
D. Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen
E. Schulden m.b.t. belastingen, bezoldigingen en sociale lasten
1. Belastingen
2. Bezoldigingen en sociale lasten
F. Overige schulden
X. Overlopende rekeningen
= vreemd vermogen op korte termijn
vreemd vermogen 
TOTAAL DER PASSIVA
19X1
9022835
2871306
719575
2
719573
2276562
2262716
13846
2390219
759069
28114
730955
6104
9339240
3689180
1621849
0
1621849
2078657
2046377
32280
1420443
521373
91419
429954
7738
88225
58304
9111060
9397544
12748531
15974467
14621127
17260389
28
Bespreking herwerkte balans XYZ:

Gezonde structuur?
( = LT-financieringsmiddelen voor LT-Activa)
Maw permanent vermogen in evenwicht tov uitgebreid vast actief?
19X2: UVA: 8.098.335 BF
PV: 5.510.067 BF
 PV < UVA: niet in evenwicht dwz dat sommige UVA gefinancierd
worden met KT schuld  risico!
 Reden: de grote verliezen uit het verleden kalven EV af
29

Actief:
 UVA > Beperkt Vlot. Activa: dit is normaal, gegeven dat het hier om een
industriële onderneming (productie-) gaat. Bij een handelsonderneming
verwacht je het omgekeerde.
 FVA is een belangrijke post op het actief. Deze post bestaat uit
‘Vorderingen’ en ‘Deelnemingen’. Gegeven de besproken groepsstructuur
gaat het hier om deelnemingen in andere ondernemingen.
 Binnen de voorraden merken we duidelijk dat hier op bestelling gewerkt
wordt. Er is geen voorraad handelsgoederen (distributie!).
 Vorderingen < 1 jaar zijn gedaald tussen X1 en X2. Gerelateerd tot de
omzet? (zie later)
 Geldbeleggingen zijn volledig van de balans verdwenen in X2. Uit de
toelichting blijkt dat een termijnrekening bij een kredietinstelling is
afgelopen.
30

Passief
 Opvallend  veel VVKT: 9.111.060 BF  onverantwoord gegeven
de structuur van het actief
 De beperkt vlottende activa zijn niet voldoende om de KT schuld te
voldoen (zie bespreking Netto Bedrijfskapitaal)
 Het permanent vermogen bestaat in hoofdzaak uit VVLT eerder
dan EV
 Het eigen vermogen is flink gedaald: er is een kapitaalvermindering
gebeurd ter compensatie van een deel van het overgedragen
verlies.
 Schuld > 1 jaar: ongeveer met de helft teruggevallen tussen X1 en
X2.
 Schuld < 1 jaar: constant gebleven.
31
2.
Resultatenrekening
Vóór herwerking:
Kosten
Resultatenrekening (in scontrovorm)
Opbrengsten
Bedrijfskosten
Financiële kosten
Uitzonderlijke kosten
Herwerking:
Bedrijfsopbrengsten
Financiële opbrengsten
Uitzonderlijke opbrengsten
D
C
D
C
+
-
-
+
 Opsplitsing tussen kaskosten (personeelskosten,…) en niet-kaskosten
(afschrijvingen, waardeverminderingen, voorzieningen, …) om beter
inzicht te krijgen in de geldstromen van de onderneming. Dit doen we
voor elke component van de resultatenrekening (bedrijfs-, financieel-,
en uitzondelijk resultaat)
32
Na herwerking:
Bedrijfsresultaat:
Bedrijfsopbrengsten (excl. Subsidies)
- Bedrijfs-kaskosten ( excl. Personeelskosten)
= Bruto toegevoegde waarde
- Personeelskosten (excl. Niet-kaskosten)
= Bruto bedrijfsresultaat vóór niet-kaskosten (a)
- Niet-kaskosten (afschrijvingen, waardeverminderingen, voorzieningen)
= Netto bedrijfsresultaat na niet-kaskosten
Financieel resultaat:
Financiële opbrengsten
- Financiële kosten (excl. Kosten verbonden aan schulden)
= Bruto Financieel Resultaat (b)
- Niet-kaskosten
= Netto-Financieel Resultaat na niet-kaskosten
33
Uitzondelijk resultaat:
Uitzonderlijke opbrengsten
- Uitzonderlijke kaskosten
= Bruto Uitzonderlijk Resultaat (c)
- Uitzonderlijke niet-kaskosten
= Netto Uitzonderlijk Resultaat voor niet-kaskosten
Totaal resultaat:
Bruto Resultaat vóór niet-kaskosten (a+b+c)
- Niet-kaskosten
= Netto resultaat vóór financiële kosten
- Financiële kosten verbonden aan schulden
= Winst of verlies van het boekjaar voor belasting
- Belastingen op het boekjaar
= Winst na belastingen
Voorbeeld: 2 ondernemingen met gelijke winst maar andere structuur
34
Toepassing op onderneming XYZ
Herwerkte resultatenrekening en resultaatverwerking
X2
X1
Bedrijfsreslutaat
Bedrijfsopbrengsten excl. subsidies
- internmediair verbruik
= Bruto TW
- Personeels- en andere bedrijfskosten excl. Niet-kaskosten
= Bruto-bedrijfsresultaat
- Bedrijfs niet-kaskosten
= Netto-bedrijfsresultaat na niet-kaskosten
11119070
8671964
2447106
2443031
4075
175142
-171067
10620667
9433660
1187007
2334186
-1147179
253279
-1400458
121757
35054
67463
123248
54294
470359
-416065
-88194
0
-88194
1329513
1346
1328167
41723
1286444
23597
1095
22502
252910
-230408
Finnancieel resultaat
Financiële kasopbrengsten
(excl. Kap. Subsidies)
- V.C. Andere financiële kaskosten excl. Disconto van vorderingen
en voorzieningen met financieel karakter
= Bruto Financieel resultaat voor niet-kaskosten
- Financiële niet-kaskosten
= Netto Financieel Resultaat na niet-kaskosten
Uitzonderlijk resultaat
Uitzonderlijke kasopbrengsten
- Uitzoncerllijke kaskosten
= Bruto-uitzonderlijk resultaat voor niet-kaskosten
- Uitzonderlijke niet-kaskosten
= Netto Uitzonderlijk resultaat na niet-kaskosten
35
X2
X1
Totaal resultaat
Bruto totaal resultaat voor niet-kaskosten
- Niet-kaskosten
= Netto resultaat na niet-kaskosten, voor financiële kosten en belastingen
- Financiële kosten van het VV
= Winst of verlies van het boekjaar voor belasgingen
- Belastingen op het resultaat van het boekjaar
= Winst of veflies van het boekjaar na belastingen
Onttrekkingaan de belastingvrije reserves
Overboeking naar de belastingvrije reserves
= Te bestemmen winst van het boekjaar
1386536
687224
699312
111369
587943
0
587943
-1234
-1212871
506189
-1719060
148166
-1867226
0
-1867226
-1234
589177
-1865992
0
-5045032
3221046
-1823986
0
0
0
-1823986
0
-5634209
0
-5634209
0
0
0
-5634209
Resultaatverwerking
A Te bestemmen winstsaldo
Te verwerken verliessaldo
= B Onttrekking aan het eigen vermogen
= Te bestemmen of te verwerken totaal
- C Toevoeging aan het eigen vermogen
+ Tussenkomst vennoten in het verlies
- F Uit te keren winst
= Over te dragen resultaat (winst of verlies)
36
Bespreking resultatenrekening van XYZ

Totaal resultaat:
 Van verlies in X1 (-1.867 MIO) naar winst in X2 (587 MIO)
 Netto resultaat: dezelfde tendens
 2 mogelijke verklaringen: minder Niet-kaskosten in X2 en/of meer
bruto resultaat
 Er zijn méér niet-kaskosten in X2 maar de stijging van het brutoresultaat is sterker! (door uitz. res.)
 Bruto resultaat = kasopbrengsten – kaskosten
(= Cash flow)
is negatief in X1 en positief in X2 dwz dat er terug voldoende grote
kasopbrengsten zijn ter dekking van de uitgaven.
Welke van de drie deelcomponenten van het resultaat is
verantwoordelijk voor het totaal resultaat?
37

Bedrijfsresultaat:
 Bruto bedrijfsresultaat: negatief in X1 en lichtjes positief in X2
 Met name de bruto toegevoegde waarde is gestegen in X2 terwijl
personeelskosten nagenoeg gelijk gebleven zijn.
 Maar negatief Netto Bedrijfsresultaat

Financieel resultaat:
 Dezelfde tendens als het bedrijfsresultaat
 Verbetering maar nog niet uit de rode cijfers
 In X2 zijn er zeer grote financiële niet-kaskosten: waardeverminderingen
op de dochterondernemingen.

Uitzonderlijk resultaat:
 Uitzonderlijke opbrengsten: in X2 is dit de sterkste stijger van de drie
deelcomponenten. Uit het verslag van de Raad van Bestuur kan afgeleid
worden dat het hier gaat om een meerwaarde op verkoop van een
verbonden onderneming.
Dus: De onderneming heeft in X2 terug een positieve cash flow
dankzij een uitzonderlijke opbrengst. Dit is echter geen stabiele
situatie naar de toekomst toe. Het bedrijfsresultaat is nog
steeds te laag.
38
Bespreking Resultaatverwerking XYZ
Winst of verlies kan:

Gereserveerd worden

Uitgekeerd worden

Overgedragen worden naar de toekomst
Onder A. Te Bestemmen winstsaldo vinden we nog de volgende
opsplitsing (zie achteraan in appendix):
1.
2.
Te bestemmen winst / verlies van het boekjaar
Overgedragen winst / verlies van vorig boekjaar
Vandaar dat het saldo dat onder A. staat veel groter is dan enkel wat
te bestemmen is van het boekjaar.
In beide jaren X1 en X2 is er een totaal te bestemmen verlies dat
overgedragen wordt.
In X2 wordt een deel van dit gecumuleerde verlies teniet gedaan
door afboeking op het eigen vermogen.
39
DEEL 2:
Analysetechnieken voor financiële analyse
Horizontale of tijdsanalyse
I.
Ter illustratie:
Resultatenrekening over
19X1
19X2
19X1
19X2
IA
Omzet
100000
120000
100
120
IIA
B
C
D
III
V
XA
XI
Handelsgoederen
60000
Diensten en diverse goederen 7500
Bezoldigingen
13300
Afschrijvingen
7500
Bedrijfswinst
11700
Financiële kosten
1700
Belastingen
4000
Winst boekjaar
6000
72600
14380
11870
8250
12900
1500
4560
6840
100
100
100
100
100
100
100
100
121
192
89
110
110
88
114
114
40
BALANS PER ..
31.12.X1 31.12.X2 31.12.X1 31.12.X2
ACTIEF
III
Materiële vaste activa
70000 69150
VI
Voorraden
60000 54000
VIIA Handelsvorderingen
7000
8400
IX
Liquide middelen
9000 13000
X
Overlopende rekeningen
4000
2000
TOTAAL
150000 146550
100
100
100
100
100
100
99
90
120
144
50
98
PASSIEF
I
Kapitaal (85 aandelen)
IV
Reserves
VIII
Schulden > 1 jaar
IX
Schulden < 1 jaar
TOTAAL
100
100
100
100
100
100
127
72
89
98
85000 85000
15000 19000
10000
7150
40000 35400
150000 146550
41
II.
Vermogenstroomanalyse
De horizontale analyse kan ook gebeuren door de identificatie van
bronnen en aanwendingen van vermogen.

Bronnen
Passiefstijging
•
•
•
Aantrekken van meer kapitaal
Het reserveren van winst
Aantrekken van meer vreemd vermogen
Actiefdaling
•

De liquidatie van actiefbestanddelen
Aanwendingen
Actiefstijging
•
Nieuwe investeringen zowel in vlottend als in vast actief
Passiefdaling
•
•
Uitbetaling van winst aan de aandeelhouders
Een schuldreductie
Bronnen- en aanwendingstabel (= vermogenstroomanalyse) ook wel
‘mutatiebalans’ genoemd.
42
Een voorbeeld volgt:
31.12.X0
31.12.X1
Bron
Aanwending
Materiële vaste activa
60
80
-
20
Voorraden
40
50
-
10
Vorderingen <= 1 jaar
60
46
14
-
Liquide middelen
40
44
-
4
200
220
31.12.XO
31.12.X1
Bron
Aanwending
Kapitaal
60
60
-
-
Reserves
60
70
10
-
Schulden > 1 jaar
40
30
-
10
Schulden <= 1 jaar
40
60
20
-
200
220
Uit deze mutatiebalans zou worden afgeleid dat de onderneming zich in de afgelopen periode
financierde via kortlopende schulden, reserveringen en de afbouw van vorderingen <= 1 jaar.
Zij besteedde deze middelen aan een toename van de materiële vaste activa en voorraden, aan
de reductie van langlopende schulden en in mindere mate aan de verhoging van de kaspositie.
43
Toepassing op onderneming XYZ
Horizontale analyse van 2 boekjaren
Een vereenvoudigde stromenanalyse heeft tot doel vast te stellen of de groei (of inkrimping
van de balans) op een efficiënte manier is gebeurd.
19X2
Horizontaal
Absolute bedragen
Aanwending Bronnen
19X1
19X2-19X1 19X2-19X1
ACTIVA
I.
II.
III.
IV.
V.
Oprichtingskostten
Immateriële vaste activa
Matieriiële vaste activa
Financiële vaste activa
Vorderingen op meer dan één jaar
0
7075
607732
7483528
0
0
0
618658
8996397
0
0
7075
0
0
0
0
0
10926
1512869
0
=> Uitgebreide vaste activa
8098335
9615055
0
1516720
4678591
1800581
0
16952
5333385
1897452
366000
12816
0
0
0
4136
654794
96871
366000
0
6496124
26668
7609653
35681
0
0
1113529
9013
6522792
7645334
0
1122542
14621127
17260389
0
2639262
VI. Voorraden en bestellingen in
uitvoering
VII. Vorderingen op ten hoogste één jaar
VIII. Geldbeleggingen
X. Overlopende rekeningen
= realiseerbare activa
IX. Liquide middelen
=> beperkte vlottende activa
TOTAAL DER ACTIVA
44
19X2
19X1
Horizontaal
Absolute bedragen
Aanwending Bronnen
19X2-19X1
19X2-19X1
PASSIVA
I.
II.
III.
IV.
V.
VI.
Kapitaal
Uitgiftepremies
Herwaarderingsmeerwaarden
Reserves
Overgedragen winst of verlies
Kapitaalsubsidies
= eigen vermogen
VII. Voorzieningen en uitgestelde belastingen
VIII. Schulden op meer dan één jaar
= vreemd vermogen op lange termijn
 permanent vermogen
IX. Schulden op ten hoogste één jaar
X. Overlopende rekeningen
= vreemd vermogen op korte termijn
vreemd vermogen 
TOTAAL DER PASSIVA
3500000
0
89115
102354
-18239
5113
1872596
6721046
0
89115
103587
-5634209
6383
1285922
3221046
0
0
1233
0
1270
0
0
0
0
0
3810223
0
586674
874801
2762670
3637471
966212
5610711
6576923
91411
2848041
2939452
0
0
0
5510067
7862845
2352778
0
9022835
88225
9111060
9339240
58304
9397544
316405
0
286484
0
29921
0
12748531
15974467
3225936
0
14621127
17260389
2639262
0
45
Toepassing op XYZ
Horizontale analyse op de balans (mutatiebalans)

Bronnen:
– Afbouwen van uitgebreide vaste activa (1,5 MIA)
– Afbouwen van vlottende activa (1,1 MIA)
– Optrekken van EV (587 MIO)

Aanwendingen
– Afbouwen van het kapitaal (3,2 MIA)
– De schulden op LT af te bouwen (2,9 MIA)
– De schulden op KT af te bouwen (286 MIO)
46
III.
Verticale of Structuuranalyse
Hierbij worden diverse posten van de resultatenrekening uitgedrukt als een
percentage van de omzet, en de diverse posten van de balans als een percentage
van het balanstotaal.
Hierbij kan op een eenvoudige wijze de structuur der financiële staten worden belicht
waarbij vrij vaak de noodzaak om verder onderzoek wordt gereveleerd.
Ter illustratie:
(de absolute bedragen zijn dezelfde als deze vermeld bij de horizontale analyse)
Resultatenrekening over
IA
IIA
B
V
D
III
V
XA
XI
Omzet
Handelsgoederen
Diensten en diverse goederen
Bezoldigingen
Afschrijvingen
Bedrijfswinst
Financiële kosten
Belastingen
Winst boekjaar
19X1
19X2
100
(60)
(8)
(13)
(7)
12
(2)
(4)
6
100
(60)
(12)
(10)
(7)
11
(1)
(4)
6
47
Balans per
31.12.X1
31.12.X2
ACTIEF
III
Materiële vaste acitva
VI
Voorraden
VIIA Handelsvorderingen
IX
Liquide middelen
X
Overlopende rekeningen
TOTAAL
46
40
5
6
3
100
47
37
6
9
1
100
PASSIEF
Kapitaal
Reserves
Schulden > 1 jaar
Schulden <= 1 jaar
TOTAAL
57
10
7
26
100
58
13
5
24
100
I
IV
VIII
IX
48
Toepassing op onderneming XYZ
Verticale analyse van de balans
Verticaal
19X2
19X2
19X1
19X1
Oprichtingskosten
Immateriële vaste activa
Materiäle vaste activa
Financiële vaste activa
Vorderingen op meer dan één jaar
0
7075
607732
7483528
0
0
0
618658
8996397
0
0,00%
0,05%
4,16%
51,18%
0,00%
0,00%
0,00%
3,58%
52,12%
0,00%
=> Uitgebreide vaste activa
8098335
9615055
55,39%
55,71%
Voorraden en bestellingen in uitvoering
Vorderingen op ten hoogste één jaar
Geldbeleggingen
Overlopende rekeningen
4678591
1800581
0
16952
5333385
1897452
366000
12816
32,00%
12,31%
0,00%
0,12%
30,90%
10,99%
2,12%
0,07%
6496124
26668
7609653
35681
44,43%
0,18%
44,09%
0,21%
6522792
7645334
44,61%
44,29%
14621127
17260389
100%
100%
ACTIVA
I.
II.
III.
IV.
V.
VI.
VII.
VIII.
X.
= realiseerbare activa
IX. Liquide middelen
=> beperkte vlottende activa
TOTAAL DER ACTIVA
49
19X2
19X1
Verticaal
19X2
19X1
PASSIVA
I.
II.
III.
IV.
V.
VI.
Kapitaal
Uitgiftepremies
Herwaarderingsmeerwaarden
Reserves
Overgedragen winst of verlies
Kapitaalsubsidies
= eigen vermogen
VII. Voorzieningen en uitgestelde belastingen
VIII. Schulden op meer dan één jaar
= vreemd vermogen op lange termijn
 permanent vermogen
IX. Schulden op ten hoogste één jaar
X. Overlopende rekeningen
= vreemd vermogen op korte termijn
vreemd vermogen 
TOTAAL DER PASSIVA
3500000
0
89115
102354
-18239
5113
1872596
6721046
0
89115
103587
-5634209
6383
1285922
23,94%
0,00%
0,61%
0,70%
-12,48%
0,03%
12,81%
38,94%
0;00%
0,52%
0,60%
-32,64%
0,04%
7,45%
874801
2762670
3637471
966212
5610711
6576923
5,98%
18,90%
24,88%
5,60%
32,51%
38,10%
5510067
7862845
37,69%
45,55%
9022835
88225
9111060
9339240
58304
9397544
61,71%
0,60%
62,31%
54,11%
0,34%
54,45%
12748531
15974467
87,19%
92,55%
14621127
17260389
100,00%
100,00%
50
Toepassing op onderneming XYZ
Verticale analyse op de balans
Totaal der activa ( = totaal der passiva) = 100%
 FVA maken groot deel uit van de UVA dwz XYZ is zeer sterk afhankelijk
van dochters voor resultaat
 UVA en BVA zijn nagenoeg constant gebleven.
 PV is aanzienlijk gedaald ondanks een stijging van het EV maar door
de grote daling van de VVLT
 VVKT is sterk gestegen in gewicht op de balans ondanks een daling in
absolute cijfers.
Balansstructuur X1
Balansstructuur X2
100%
100%
UVA 55,39%
BVA 44,61%
EV
12,81%
VVLT 24,88%
VVKT 62,31%
100%
100%
opeisbaarheid
EV
7,45%
VVLT 38,10%
VVKT 54,45%
Realiseerbaarheid NBK
UVA 55,71%
BVA 44,29%
51
Toepassing op onderneming XYZ
Verticale analyse van de resultatenrekening en verwerking
(Verkopen = 100%)
X2
X1
X2 – X1
11119070
8671964
2447106
2443031
4075
175142
-171067
10620667
9433660
1187007
2334186
-1147179
253279
-1400458
121757
Stijg
Dal.
X2
X1
498403
761696
1260099
108845
1151254
78137
1229391
x
x
x
x
x
x
x
-
99,11%
77,30%
21,81%
21,78%
0,04%
1,56%
-1,52%
75,58%
67,14%
8,45%
16,61%
-8,16%
1,80%
-9,97%
35054
86703
x
-
1,13%
0,25%
67463
54294
470359
-416065
123248
-88194
0
-88194
55785
142488
470359
327871
x
x
-
x
x
0,60%
0,48%
4,19%
-3,71%
0,88%
-0,63%
0,00%
-0,63%
1329513
1346
1328167
41723
1286444
23597
1095
22502
252910
-230408
1305916
251
1305665
211187
1516852
x
x
x
x
x
-
11,85%
0,01%
11,84%
0,37%
11,47%
0,17%
0,01%
0,16%
1,80%
-1,64%
Bedrijfsreslutaat
Bedrijfsopbrengsten excl. subsidies
- internmediair verbruik
= Bruto TW
- Personeels- en andere bedrijfskosten
= Bruto-bedrijfsresultaat
- niet-kaskosten
= Netto-bedrijfsresultaat
Finnancieel resultaat
Financiële kasopbrengsten
(excl. Kap. Subsidies)
- Financiële kaskosten
= Bruto Financieel resultaat
- Financiële niet-kaskosten
= Netto Financieel Resultaat
Uitzonderlijk resultaat
Uitzonderlijke kasopbrengsten
- Uitzoncerllijke kaskosten
= Bruto-uitzonderlijk resultaat
- Uitzonderlijke niet-kaskosten
= Uitzonderlijk resultaat na nietkaskosten
52
X1
X2 – X1
1386536
687224
699312
-1212871
506189
-1719060
111369
587943
0
X2
X1
Stijg
Dal.
2599407
181035
2418372
x
x
x
-
12,36%
6,13%
6,23%
-8,63%
3,60%
-12,23%
148166
-1867226
0
36797
2455169
0
x
x
x
x
0,99%
5,24%
0,00%
1,05%
-13,29%
0,00%
587943
-1867226
2455169
x
-
5,24%
-13,29%
-1234
-1234
0
x
x
-0.01%
-0,01%
589177
-1865992
2455169
x
-
5,25%
13,28%
-5045032
3221046
-1823986
0
0
0
-1823986
-5634209
0
-5634209
0
0
0
-5634209
589177
3221046
3810223
0
0
0
3810223
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
-
100,0%
-63,85%
36,15%
0,00%
0,00%
0,00%
36,15%
100,00%
0,00%
100,00%
0,00%
0,00%
0,00%
100,00%
X2
Totaal resultaat
Bruto totaal resultaat
- Niet-kaskosten
= Netto resultaat voor financiële kosten
en belastingen
- Financiële kosten van het VV
= Winst of verlies voor belasgingen
- Belastingen op het resultaat van het
boekjaar
= Winst of veflies van het boekjaar na
belastingen
- Onttrekking/Overboeking naar
belastingvrije reserves
= Te bestemmen winst van het boekjaar
Resultaatverwerking
A Te bestemmen winstsaldo
= B Onttrekking aan het eigen vermogen
= Te bestemmen of te verwerken totaal
- C Toevoeging aan het eigen vermogen
+ Tussenkomst vennoten in het verlies
- F Uit te keren winst
= Over te dragen resultaat
53
Toepassing op onderneming XYZ
Verticale analyse op de resultatenrekening
Totaal der verkopen (RR) = 100%
 Grote stijging van Bruto TW tov Verkopen
 In X2 is Bruto bedrijfsresultaat 0.04% dwz dat per 100 BF dat de
onderneming verkoopt, ze slechts 0.04 BF aan bedrijfsopbrengst
realiseert.
 Op bedrijfsactiviteiten wordt per 100 BF, 1,52 BF verlies gemaakt
 Groot gewicht van het uitzonderlijk resultaat in X2
Verticale analyse op de resultaatverwerking
Te bestemmen winst = 100 %
• In X2 een grote onttrekking aan het EV
54
IV.

Ratio-analyse
Liquiditeit
– Netto Bedrijfskapitaal
= Permanent vermogen – Uitgebreid Vast Actief
= Beperkt Vlottend Actief – VVKT
NBK > 0  gezond
– Current Ratio
= Beperkt Vlottend Actief / VVKT
CR > 1 (‘kritische waarde’)  NBK > 0
– Acid Ratio
= (Beperkt Vlottend Actief - Voorraden – Overlopende Rekeningen)/ schuld < 1 jaar
– Voorraadrotatie
= Kostprijs van de verkopen / voorraden en bestellingen in uitvoering
 Hoeveel maal de gemiddelde voorraad verkocht wordt.
55
Gezonde situatie:
NBK = PV – UVA
NBK = BVA - VVKT
ACTIEF
Uitgebreide
Vast activa (UVA)
PASSIEF
vaste activa
vorderingen op
meer dan 1 jaar
eigen vermogen
voorzieningen en
uitgestelde
belastingen
Schulden op ten
meer dan één jaar
Permanent
Vermogen (PV)
NBK
NBK
Beperkte vlottende
Activa (BVA)
voorraden en
bestellingen in
uitvoering
vorderingen op
ten hoogste 1 jaar
geldbeleggingen
liquide middelen
overlopende rek.
actief
Schulden op ten
hoogste 1 jaar
overlopende
rekeningen van
passief
Vreemd
Vermogen
KT (VVKT)
NBK > o  ‘gezond’ (genuanceerd)
56
– Aantal dagen voorraad
= Voorraden en Bestellingen in uitvoer / (kostprijs van de verkopen / 365)
– Aantal dagen klantenkrediet
= Handelsvorderingen / [(verkopen + BTW) / 365]
– Handelsschulden
= (Aankopen + BTW) / 365
Aankoop
Leverancier
Betaling
Leverancier
Verkoop
aan klant
Aantal dagen leverancierkrediet
Betaling
klant
Klantenkrediet
Aantal dagen voorraad
Te financieren periode
57
 Solvabiliteit

–
Algemene schuldgraad
= VV / EV of VV / TV
–
Financiële onafhankelijkheid
= EV / VV of EV / TV
–
Zelffinancieringsgraad
= (Reserves + Overgedragen Resultaat) / TV
Rentabiliteit
–
Verkoopmarge
= Bedrijfsresultaat / Verkopen
–
Rendabiliteit TV
= (Winst + Financiële lasten) / TV
–
Rendabiliteit EV
= Winst / EV
–
Financiële hefboom
= Rentabiliteit EV / Rentabiliteit TV
De Hefboom wordt groter naarmate er minder met EV en meer met VV gefinancierd
wordt. Financiële hefboom > 1: positieve hefboomwerking
58

Toegevoegde Waarde en personeelskosten
Productiviteit personeel
= Toegevoegde waarde (herwerkte RR) / Aantal personeelsleden (sociale balans)
Aandeel van de personeelskosten in de toegevoegde waarde
 Hiervoor enkel de post ‘Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen’ nemen.
59
Toepassing op onderneming XYZ
Liquiditeit

Netto Bedrijfskapitaal
X2
X1
NETTO BEDRIJFSKAPITAAL
Permanent vermogen
- Uitgebreide vaste activa
= Netto bedrijfskapitaal
5510067
8098335
7862845
9615055
-2588268
-1752210
Zowel in X 1 als in X 2 is het NBK negatief, wat suggereert dat het permanent vermogen
kleiner is dan de uitgebreide vaste activa. Dit betekent dat vaste activa ten dele gefinancierd
worden met kortlopende schuld wat risico’s inhoud voor wat betreft de aflossing van die schuld.
60

Current and acid ratio
ACID TEST RATIO = T/N * 100
Met:
T = vorderingen op ten hoogste één jaar
+ geldbeleggingen + liquide middelen
N = schulden op ten hoogste één jaar
T/N
CURRENT RATIO = T/N * 100
Met:
T = beperkte vlottende activa
N = vreemd vermogen op korte termijn
T/N
X2
X1
1827249
2299133
9022835
9339240
0,202513844
0,246179882
6522792
9111060
7645334
9397544
0,715920211
0,813545965
<< 1
<1
 Vergelijk met de sector
61

Voorraadrotatie, klantenkrediet en leverancierskrediet
X2
X1
10971628
4678591
2,35
155,65
15221751
5333385
2,85
127,89
7496084
2980814
8136792
3510539
2,51
145,14
2,32
157,48
Rotatie van de geproduceerde voorraden en bestellingen in
uitvoering
T: Kostprijs van de verkopen
N: Voorraad GIB, gereed product, OG bestemd voor verkoop en BIU
Ratio: T/N
 aantal dagen voorraad
11389657
1697777
6,71
54,41
15452202
1822846
8,48
43,06
AANTAL DAGEN KLANTENKREDIET
T: handelsvorderingen < 1 jaar (+ geëndosseerde handelseffecten)
N: verkopen + BTW op verkopen
Breuk:
 aantal dagen klantenkrediet
1633475
12270257
0,13
48,59
1749137
15033794
0,12
42,47
2276562
9299350
0,24
89,36
2078657
10068790
0,21
75,35
VOORRAADROTATIE
Rotatie van de voorraad (algemeen)
T: Kostprijs van de verkopen
N: Voorraden en bestellingen in uitvoering
Ratio: T/N
 aantal dagen voorraad = (1/rotatie)x365
Rotatie van de voorraad handelsgoederen en grond-en
hulpstoffen
T : aankopen
N : Vooraad grond-en hulpstoffen, handelsgoederen,
onroerend goed bestemd voor verkoop en vooruitbetalingen
Ratio: T/N
 Aantal dagen voorraad
AANTAL DAGEN LEVERANCIERSKREDIET
T: handelsschulden < 1 jaar
N: verkopen + BTW op verkopen
Breuk
 aantal dagen leverancierskrediet
62

Situatie in X 1:
Aankoop bij
de leverancier
75 d
Betaling van
de leverancier
Verkoop aan
Betaling door
de klant 42 d de klant
53 d
128 d voorraad
Te financieren periode: 95 dagen

Situatie in X 2:
Aankoop bij
de leverancier
89 d
Betaling van
de leverancier
67 d
Verkoop aan
de klant
49 d
Betaling door
de klant
156 d voorraad
Te financieren periode: 116 dagen
63
Solvabiliteit
X2
X1
GRAAD VAN FINANCIËLE ONAFHANKELIJKHEID
= T/N*100
met:
T = eigen vermogen
N = totaal der passiva
T/N
1872596
14621127
1285922
17260389
0.128074669
0.074501334
De graad van financiële onafhankelijkheid is duidelijk te laag (13% in X2). Dit is ook te zien als
men vergelijkt met de resultaten van de andere bedrijven in deze sector (gemiddelde van de sector
is 17.2). Hierdoor is de bescherming van de schuldeisers zeer laag. Positief is dan echter wel dat
de graad van financiële onafhankelijkheid stijgt. Dit komt door de relatieve en absolute stijging van
het eigen vermogen (zie verticale analyse). Dit is zeker niet te danken aan een kapitaalverhoging,
vermits het kapitaal daalt met +/- 3221046. De onderneming heeft tijdens X2 wel een deel van de
verliezen afgeboekt op het kapitaal (kapitaalsvermindering van 3221045700, zie jaarverslag), maar
dit heeft geen effect op de totale som aan eigen vermogen. Wel heeft de onderneming dit jaar
winst geboekt en heeft ze dit bedrag overgedragen naar volgend boekjaar. Dit heeft wel een effect
op het eigen vermogen, met name een stijging. Nochtans moet opgemerkt worden dat voor een
productie onderneming een dergelijk lage solvabiliteitsgraad zeker negatief werkt op de continuïteit
van de onderneming en mogelijke terugbetalingsproblemen van de schulden kan meebrengen
indien de rentabiliteit onvoldoende hoog is.
64
X2
X1
ZELFFINANCIERINGSGRAAD
= T/N*100
met:
T = reserves + overgedragen winst of verlies
N = totaal vermogen
T/N
-1721632
14621127
-5530622
17260389
-0.11774961
-0.32042279
De zelffinancieringsgraad is een indicator van:
1. de gecumuleerde rentabiliteit uit voorgaande boekjaren en het boekjaar
zelf
2. van de dividend- en reserveringspolitiek
3. van de leeftijd van de onderneming (bij jonge ondernemingen is deze ratio
namelijk eerder laag).
Voor beide jaren is deze ratio negatief (-0.12 en -0.32) en dit omwille van de
overgedragen verliezen die niet door reserves opgehaald kunnen worden. De
zelffinancieringsgraad wordt in X2 artificieel verhoogd doordat het overgedragen
verlies aangezuiverd werd in X2 door het verminderen van het kapitaal. De
onderneming is dus duidelijk niet in staat zelf een eventuele expansie te
financieren; ze is volledig afhankelijk van de kredietverleners. M.a.w. financieel
kan de onderneming totaal geen weerstand bieden.
65
Rentabiliteit
X2
X1
4075
11218590
0.00
-1147179
14051744
-0.08
-171067
11218590
-0.02
-1400458
14051744
-0.10
587943
-1867226
1872596
0.31
1285922
-1.45
BRUTO VERKOOPMARGE = T/N*100
met:
T = bedrijfsresultaat voor niet-kaskosten
N = verkopen
T/N
NETTO VERKOOPMARGE = T/N*100
met:
T = bedrijfsresultaat na niet-kaskosten
N = verkopen
T/N
RENTABILITEIT VAN HET EIGEN VERMOGEN = T/N*100
met:
T = netto resultaat van het boekjaar
= winst of verlies van het boekjaar (uit herwerkte RR)
N = eigen vermogen
T/N
66
X2
X1
NETTO RENTABILITEIT VAN HET TOTAAL VERMOGEN
= T/N*100
met:
T = winst van het boekjaar
- verlies van het boekjaar
+ belastingen op het resultaat van het boekjaar
+ kosten van schulden
+ bedrag van het disconto ten laste van de
onderneming bij de verhandeling van vorderingen
- door de overheid toegekende interestsubsidies,
aangerekend op het resultaat
N = totaal der activa
T/N
587943
0
0
111369
0
-1867226
0
0
148166
0
0
0
14621127
17260389
0,05
-0,10
FINANCIËlE HEFBOOM = T/N*100
met:
T = rentabiliteit van het eigen vermogen
N = rentabiliteit van het totaal vermogen
0,313972154 -1,452052302
0,047828871
-0,09959567
T/N
6,564490157
14,57947226
67
Toegevoegde waarde en personeelskosten

Toegevoegde Waarde per personeelslid
= Bruto toegevoegde waarde / aantal personeelsleden
Voor onderneming XYZ in het jaar X1 geeft deze ratio:
1.187.007/1319,3 = 900 BF
Hiermee zit de onderneming bij de 25% laagsten van de sector (zie sectoranalyse)

Aandeel van de personeelskosten (enkel de post ‘Bezoldigingen,
sociale lasten en pensioenen’) in de toegevoegde waarde
Voor X 1 wordt deze ratio:2.303.389/1.187.007 = 194%
De personeelskosten zijn maw dubbel zo groot als de toegevoegde waarde terwijl het
gemiddelde in de sector 88.7% is. In dit licht lijken de afvloeiingen die de onderneming in
X2 doorvoerde, gerechtvaardigd.
Als we nu deze ratio bekijken voor het jaar X2 dan zien we het volgende:
Aandeel van personeelskosten in de toegevoegde waarde: 2.413.326/2.447.106 = 99%
Na de ontslagen ziet deze ratio er al heel wat beter uit!
68
Download