1 Visie 58 - Elite Research

advertisement
58
1 Visie
59
Drs. Jos R.M. van Hezewijk
Directeur Elite Group
De nieuwe klassenstrijd:
academici versus niet-academici
Academici hebben te veel macht gekregen, schreef Ralf Dahrendorf, lid van het Brits Hogerhuis en
voormalig rector van de London School of Economics, een jaar geleden in een essay getiteld ‘De val
van de meritocratie’. Die constatering kan men ook voor Nederland maken. De afgelopen jaren is het
percentage academici onder de topbestuurders hier gegroeid naar bijna 100 procent. Bij de overheid
en de non-profit sector zijn dezelfde ontwikkelingen gaande. Maar, de weerstand tegen de vanzelfsprekendheid waarmee de academici zich de macht toe-eigenen, neemt ook toe. Bij de Fortuynistische
opstand, bij het verzet tegen topinkomens en bij de afwijzing van de Europese grondwet waren telkens weer scheidslijnen tussen hoog en lager geschoolden zichtbaar. We noemen dat de groeiende
kloof tussen burger en bestuur. Er dreigt een nieuwe klassenstrijd te ontstaan.
De Britse sociale wetenschapper en Labourpoliticus Michael Young schetste al veertig jaar geleden
zo’n grimmig beeld. In zijn veelbesproken boek The Rise of the Meritocracy beschreef hij hoe een
meritocratie van veelal academisch gevormden bezig was zich exclusief de hoogste macht en status
toe te eigenen. Daaronder zag hij een ‘gepredestineerde’ middenklasse van geschoolde arbeiders, en
dááronder een onontkoombare nieuwe onderklasse van ongeschoolden met vooral veel immigranten.
Van gelijke kansen zou in een zo gestructureerde samenleving geen sprake meer zijn, en het maakt
de term ‘meritocratie’ totaal misplaatst, aangezien ‘verdienste’ synoniem zou zijn met ‘academisch
geschoold’. Volgens Dahrendorf is die voorspelling dus uitgekomen. De enge, ‘academische’ meritocratie van heden ten dage is misschien wel de wreedste vorm van ongelijkheid, stelt hij. De nietacademische midden- en onderklasse kan immers alleen maar concluderen dat ze mislukkelingen zijn
zonder enige hoop op verbetering.
De term ‘meritocratie’ is totaal misplaatst, aangezien ‘verdienste’ hier synoniem is met
‘academisch geschoold’
Young meende dat de academische elites vroeger of later ook hun kinderen voorrang op de maatschappelijke ladder zouden bezorgen, zoals de elites al eeuwen plegen te doen. Hij was ervan overtuigd dat dit zou uitmonden in revolutie. Dat gaat Dahrendorf te ver, maar hij wijst er wél op dat in
Frankrijk al veel weerstand bestaat tegen de toplaag, veelal afgestudeerd aan de beroemde grandes
écoles, en dat in Engeland de voorkeur van de Britse Labourregering voor een academische meritocratie ter discussie staat. Volgens ‘The Economist’ groeit ook in de Verenigde Staten de kloof tussen
hoger en lager opgeleiden sterk, zowel in inkomen als in de opleidingskansen van hun kinderen.
De situatie in Nederland is in veel opzichten vergelijkbaar. Uit eigen onderzoek – gepubliceerd
in Intermediair van 15 maart 2005 en Folia Civitatis van 25 maart 2005 – blijkt dat de top van het
Nederlandse bedrijfsleven nagenoeg exclusief geleid wordt door academici. Was in 1998 al 88 procent
van de 100 invloedrijkste commissarissen academisch geschoold, in 2004 was dat opgelopen naar 98
De nieuwe klassenstrijd: academici versus niet-academici
60
procent. Aan de top van de overheid zullen de academische schriftgeleerden niet minder talrijk zijn.
Ook in Nederland neemt de weerzin tegen de academische toplaag toe en groeit de kloof tussen burger en bestuur. Dat uitte zich onder meer in brede kritiek op het onbegrijpelijke bestuurlijk taalgebruik,
op achterkamertjespolitiek, op de hoge beloningen van toplieden en de afwijzing van de Europese
grondwet. ‘Professor’ Pim Fortuyn verwierf niet voor niets veel aanhang onder ondernemers, die grote
bedrijven hadden opgebouwd zonder enige noemenswaardige opleiding, maar moesten constateren
dat hun verdiensten door de top van Nederland nauwelijks worden gewaardeerd, laat staan worden
gehonoreerd met politieke macht – wat je toch zou mogen verwachten in een meritocratie.
De enge, ‘academische’ meritocratie van heden ten dage is misschien wel de wreedste vorm
van ongelijkheid
De kloof tussen academici en niet-academici zou mede kunnen verklaren waarom de Fortuynisten zo
te hoop lopen tegen de Linkse Kerk. Het socialisme heeft immers altijd veel aanhang gehad onder
academici. Het is ook voortgekomen uit de Verlichting, het geloof in de maakbaarheid van de samenleving, en sterk verbonden met de wetenschap.
Hoewel Ralf Dahrendorf voor de gevaren van een puur academische meritocratie waarschuwt,
betoogt hij dat meritocratie op zichzelf de voorkeur heeft boven plutocratie en aristocratie. Hij vergeet
hierbij evenwel dat plutocraten en aristocraten in eerste instantie ook aan de macht zijn gekomen
door verdiensten. De adel was voor de samenleving in de Middeleeuwen van groot belang door haar
militaire kracht, de handelslieden maakten Nederland in de Gouden Eeuw rijk en tijdens de industrialisatie stuwden fabrikanten Nederland op in de vaart der volkeren. Helaas verging het de Nederlandse
samenleving volgens het grimmige beeld van Young: deze elites probeerden hun macht ook te handhaven toen hun verdiensten afnamen. Meritocratie leidt uiteindelijk vaak tot ‘aristocratie’.
1 Visie
Download