Procedure Besluitvorming toepassen vrijheidsbeperkende

advertisement
Procedure Besluitvorming
toepassen
vrijheidsbeperkende maatregelen
Commissie VBM
September 2015
Procedure Besluitvorming toepassen vrijheidsbeperkende maatregelen
De besluitvorming over en het toepassen van vrijheidsbeperkende maatregelen (vbm) is een
cyclisch proces.
Opheffen vbm
of opnieuw
proces
doorlopen
constatering
van een gevaar
of risico
registreren en
evalueren
informatie
verzamelen en
keuze van vbm
toepassing van
de gekozen
vbm
wilsbekwaamheid,
toestemming
en verzet
Onderstaande stappen moeten continu doorlopen te worden gedurende de gehele periode dat
vrijheidsbeperkende maatregelen bij cliënt toegepast worden.
Stap 1: constatering van een gevaar of risico
In deze eerste stap wordt de constatering gedaan van een gevaarlijke of risicovolle situatie
en/ of gedrag.
De persoonlijk begeleider verzamelt, op basis van rapportage, de benodigde informatie om
bij de volgende stap een goede afweging te kunnen maken. Zie hiervoor de vragenlijst bij
stap 2.
Is een vrijheidsbeperkende maatregel echt noodzakelijk om het gevaar of risico af te wenden
voor cliënt of anderen?
De persoonlijk begeleider plant in overleg met teammanager een multidisciplinair overleg.
Bij een multidisciplinair overleg moeten minimaal aanwezig zijn de persoonlijk begeleider
van de cliënt, een gedragskundige, de teammanager en de cliënt en/ of zijn
vertegenwoordiger
Stap 2: informatie verzamelen en keuze van vrijheidsbeperkende maatregel/interventie
In een multidisciplinair overleg wordt besproken of het geconstateerde nadeel/gevaar een
vrijheidsbeperkende maatregel rechtvaardigt en welke vrijheidsbeperkende maatregel het
minst ingrijpend is.
Hoe is de verhouding tussen het aanwezige en te verwachten gevaar van de situatie/gedrag
en de gevolgen van de vrijheidsbeperking.
Dat wil zeggen dat een eventueel vrijheidsbeperkende maatregel moet voldoen aan de
volgende criteria:
Procedure Besluitvorming toepassen vrijheidsbeperkende maatregelen, commissie VBM, herzien september 2015
2
Proportionaliteit: betekent dat er een redelijke verhouding moet bestaan tussen het doel
(verminderen van gevaar) en de vrijheidsbeperkende maatregel die wordt ingezet.
Subsidiariteit: betekent dat het minst ingrijpende alternatief wordt gekozen en ingezet
Effectiviteit: betekent dat een vbm niet langer mag duren dan noodzakelijk is. Als de
maatregel geen effect meer heeft, moet deze worden gestaakt.
Om deze afweging te maken kan de volgende vragenlijst hierbij behulpzaam zijn:
• Wat gebeurt er als er niet wordt ingegrepen?
• Wanneer noemen wij iets gevaarlijk of een ernstig nadeel?
• Wat is het gevaar/nadeel, direct of indirect, nu en in de toekomst?
• Voor wie ontstaat er gevaar/nadeel?
• Is het gevaar/nadeel op een andere manier af te wenden?
• Hoe komt het dat dergelijke gevaarsituaties ontstaan?
• Wat is ons beleid op dit punt?
Als de betrokken cliënt zich verzet tegen de toepassing
van vrijheidsbeperkende maatregelen komen daar nog de volgende vragen bij:
• Waaruit bestaat het verzet?
• Waartegen is het verzet gericht (de toepassing vrijheidsbeperkende
maatregelen of anderszins)?
• Om welke dringende redenen mag je verzet negeren?
Van deze afweging en de keuze voor de vbm wordt verslag gedaan door het profiel
VBM/Bopz in ONS te vullen of te wijzigen. In het profiel wordt ook aangegeven of de cliënt
en/ of diens vertegenwoordiger toestemming geven voor het toepassen van een vbm.
Stap 3: wilsbekwaamheid, toestemming en verzet
Na het nemen van het besluit om een vbm toe te passen moet er toestemming gevraagd
worden aan de cliënt en /of diens vertegenwoordiger. De cliënt en/of diens
vertegenwoordiger is/zijn voor zover mogelijk al eerder geïnformeerd en betrokken geweest
bij de besluitvorming omtrent toepassen vbm bij stap 2.
Bij het vragen om geven van toestemming is de juridische status (t.a.v. verblijf) van de cliënt
en het criterium verzet van belang. Zie ook het stroomdiagram VBM/ Bopz in het
Kwaliteitsportaal
1. De cliënt, met een verstandelijke beperking, is ouder dan 12 jaar en kan uiting geven aan
de nodige bereidheid tot opneming en verblijf in de inrichting.
(van toepassing voor de behandelgroep LVB jongeren)
Procedure Besluitvorming toepassen vrijheidsbeperkende maatregelen, commissie VBM, herzien september 2015
3
Wanneer voor een effectieve en verantwoorde uitvoering van het behandelplan
vrijheidsbeperkende maatregelen nodig zijn, wordt daarvoor vooraf instemming gevraagd
aan de cliënt en diens wettelijke vertegenwoordiger. Daarbij mag en kan door de behandelaar
met duidelijke argumenten verwoord worden wat de nadelen voor de behandeling zouden
zijn als er geen vrijheidsbeperkende maatregelen worden toegepast.
Het komt voor dat tijdens het toepassen van de vrijheidsbeperkende maatregel (in een
conflictsituatie) de cliënt de toestemming weer intrekt. Na het incident wordt de situatie met
de cliënt nabesproken en wordt achteraf alsnog de instemming van de cliënt met het
toepassen van de vbm gevraagd.
Als een cliënt aangeeft geen toestemming (meer) te geven, wordt opnieuw in een
multidisciplinair overleg de situatie besproken en wordt zo mogelijk gezocht naar andere
alternatieven. Mocht er geen overeenstemming bereikt worden, wordt de situatie voorgelegd
aan de commissie VBM voor advies.
2. De cliënt, met een verstandelijke beperking, is ouder dan 12 jaar en geeft geen blijk van
bereidheid noch van bezwaar tegen opneming.
Als bij een cliënt, die geen blijk kan geven van bereidheid noch verzet tegen opname, een
vbm wordt toegepast waartegen de cliënt verzet laat blijken, moet deze cliënt een art.60 van
het CIZ hebben. De woonlocatie waar deze cliënt woont, moet een Bopz aanmerking
hebben. Als dit nog niet het geval is moet de art.60 indicatie voor de cliënt en/ of de Bopz
aanmerking voor de locatie worden aangevraagd.
Uit het oogpunt van respectvolle bejegening moet consistent verzet van de cliënt ruim
geïnterpreteerd worden. In twijfelgevallen wordt ervan uitgegaan dat betrokkene zich verzet.
Het aanvragen van een Bopz aanmerking of Bopz indicatie gebeurt via de commissie VBM.
Iemand die onder de wet BOPZ is opgenomen, diens (wettelijke) vertegenwoordiger, naaste of een medebewoner kan op de
grond van de wet BOPZ over de volgende zaken een klacht indienen bij de klachtencommissie van de instelling (art.41):

Het wilsonbekwaam verklaren

Het toepassen van dwangbehandeling of M&M

Het niet uitvoeren van en behandelingsplan
Naast dit speciale klachtrecht geldt voor iedere cliënt de Klachtwet cliënten zorgsector.
3. Over cliënten beneden de 12 jaar wordt de ouderlijke macht of voogdij uitgeoefend.
De wettelijke vertegenwoordiger wordt, als dat nog niet is gebeurd in de voorafgaande stap,
geïnformeerd over het besluit een vbm toe te passen en de afwegingen, die hebben geleid tot
dit besluit.
Het betrokken kind krijgt uitleg over de toe te passen VBM, rekening houdend met het
ontwikkelingsniveau van het kind. Ook wordt steeds na een incident met het kind de situatie
nabesproken.
Als de wettelijk vertegenwoordiger aangeeft geen toestemming (meer) te geven, wordt
opnieuw in een multidisciplinair overleg de situatie besproken en wordt zo mogelijk gezocht
naar andere alternatieven. Mocht er geen overeenstemming bereikt worden, wordt de situatie
voorgelegd aan de commissie VBM.
In het profiel VBM/Bopz wordt aangegeven of de cliënt en /of diens vertegenwoordiger
instemmen met het toepassen van de afgesproken vbm.
De aandachtsfunctionaris Bopz leest het profiel na op volledigheid en juistheid van de
gevolgde procedure en laat, indien van toepassing, de gedragskundige en de BOPZ arts het
uitgeprinte profiel ondertekenen.
Procedure Besluitvorming toepassen vrijheidsbeperkende maatregelen, commissie VBM, herzien september 2015
4
De BOPZ arts, die deel uitmaakt van de commissie VBM, kan zo nodig al eerder in consult
gevraagd worden om mogelijke somatische oorzaken voor gedrag en/of contra-indicaties
voor de voorgestelde vbm duidelijk te krijgen.
Stap 4: Toepassing van de gekozen interventie
Bij het toepassen van vrijheidsbeperkende maatregelen moet aan een aantal
zorgvuldigheidseisen worden voldaan;
 Medewerkers moeten bekwaam zijn in het toepassen van vrijheidsbeperkende
maatregelen. Medewerkers hebben zelf de verantwoordelijkheid te beslissen of ze
zich voldoende bekwaam achten deze vbm toe te passen.
 Om medewerkers de mogelijkheid te geven zich te bekwamen in het toepassen van
vbm is het mogelijk diverse scholingen te volgen. Deze scholingen zijn opgenomen
in de scholingskalender
 Eventueel materiaal/ domotica dat gebruikt wordt bij het toepassen van vbm moet
systematisch worden gecontroleerd op deugdzaamheid en veiligheid.
 Vbm mogen alleen worden toegepast volgens de daarvoor geldende protocollen.
Stap 5: Registreren en evalueren
In het zorgplan moet worden geregistreerd hoe vaak en wanneer de vbm wordt toegepast en
de reactie van de cliënt op het toepassen van de vbm. In ONS is hiervoor een speciaal
tabblad ingericht.
Bij de besluitvorming een vbm toe te passen wordt ook afgesproken hoe en wanneer de vbm
geëvalueerd wordt.
Zowel VBM die worden toegepast op verzoek van of in overeenstemming met de cliënt
(geen verzet) als VBM, die worden toegepast en waarbij de cliënt verzet vertoont, worden
1 x per 6 maanden, bij de halfjaarlijkse zorgplanbespreking of in de teamvergadering
geëvalueerd in aanwezigheid gedragskundige. Ook met de cliënt en/of diens
vertegenwoordiger wordt het toepassen van deze vbm besproken en geëvalueerd.
Het evalueren vindt plaats op basis van de registratiegegevens en de bovengenoemde stappen
worden daarbij doorlopen. De uitkomst van de evaluatie wordt schriftelijk vastgelegd door in
het profiel VBM/Bopz de items met betrekking tot evaluatie in te vullen en het profiel aan te
passen waar nodig.
Het evalueren begint met het verzamelen van informatie, zoals in stap 1 en stap 2 van deze
procedure beschreven wordt.
Het toepassen van vbm moet onderdeel zijn van een zodanige benadering van de cliënt dat
de oorzaak, aanleiding, omgevingsfactoren etc. die leidden tot gevaar, waar mogelijk worden
opgeheven en vbm minder ingrijpend of niet meer nodig zijn. De vrijheidsbeperkende
maatregelen moeten zijn gericht op het bevorderen dan wel in stand houden van de kwaliteit
van bestaan van de cliënten.
Procedure Besluitvorming toepassen vrijheidsbeperkende maatregelen, commissie VBM, herzien september 2015
5
Samenvatting procedure ‘Besluitvorming toepassen vrijheidsbeperkende maatregelen’
Stap 1: constatering van een gevaar of risico


Persooonlijk begeleider verzamelt informatie over voorkomen gevaarlijke of
risicovolle situatie waarvoor toepassen vbm overwogen wordt m.b.v. vragenlijst.
Persoonlijk begeleider plant, in overleg met teammanager een multidisciplinair
overleg, waarbij aanwezig zijn cliënt en/ of diens vertegenwoordiger, de persoonlijk
begeleider, de teammanager, een gedragskundige
Stap 2: informatie verzamelen en keuze van vrijheidsbeperkende
maatregel/interventie

Persoonlijk begeleider maakt verslag van mdo door het profiel VBM/Bopz in ONS te
vullen of te wijzigen
Stap 3: wilsbekwaamheid, toestemming en verzet




De juridische status van cliënt wordt, zo nodig i.o.m. gedragskundige, vastgesteld
Deze gegevens worden, samen met de toestemming van cliënt en /of diens
vertegenwoordiger ingevuld in het profiel VBM/Bopz
Ingevuld profiel wordt gelezen door aandachtsfunctionaris Bopz: A. Nieuwland,
verpleegkundig adviseur.
Indien van toepassing laat aandachtsfunctionaris het geprinte profiel ondertekenen
door de gedragskundige en BOPZ arts. Het getekende profiel wordt opgeslagen bij
documenten.
Stap 4: Toepassing van de gekozen interventie


Toepassen van een vbm is een risicovolle handeling in het kader van de wet BIG
Medewerkers moeten bekwaam zijn in het toepassen van vrijheidsbeperkende
maatregelen. Medewerkers hebben zelf de verantwoordelijkheid te beslissen of ze
zich voldoende bekwaam achten deze vbm toe te passen.
Vbm mogen alleen worden toegepast volgens de daarvoor geldende protocollen.
Stap 5: Registreren en evalueren


Op initiatief van de persoonlijk begeleider wordt de toepassing van de vbm
geëvalueerd:
 Zowel VBM die worden toegepast op verzoek van of in overeenstemming met de
cliënt (geen verzet) als VBM, die worden toegepast en waarbij de cliënt verzet
vertoont, worden 1 x per 6 maanden geëvalueerd bij de halfjaarlijkse
zorgplanbespreking of in teambespreking, in aanwezigheid gedragskundige. Zo
mogelijk zijn hierbij de cliënt en/of diens vertegenwoordiger aanwezig.
De uitkomst van de evaluatie wordt door de persoonlijk begeleider schriftelijk
vastgelegd in het profiel VBM/Bopz door betreffende items te vullen en zo nodig het
profiel te wijzigen.
Voor vragen en/ of advies kunt u terecht bij de commissie VBM, te bereiken via
aandachtsfunctionaris Bopz: A. Nieuwland, verpleegkundig adviseur
Procedure Besluitvorming toepassen vrijheidsbeperkende maatregelen, commissie VBM, herzien september 2015
6
Download