Burgerservicenummer (BSN) in de zorg per 1.6.2008

advertisement
DD-NR 0804-439
Regelingen en voorzieningen
CODE 1.4.2.27
Burgerservicenummer (BSN) in de zorg per 1.6.2008
bronnen
Nieuwsbericht: Eerste Kamer stemt in met BSN in de Zorg, d.d. 9.4.2008,
www.minvws.nl/nieuwsberichten: ek stemt in met bsn in de zorg
Onderwerp: Burgerservicenummer in de zorg (BSN-Z), april 2008,
www.minvws.nl/dossiers:burgerservicenummer
datum inwerkingtreding
1.6.2008
verwijzingen
meer informatie over het burgerservicenummer (BSN) in het algemeen is opgenomen in code 6.2.6
Nieuwsbericht: Eerste Kamer stemt in met BSN in de Zorg, d.d. 9.4.2008
De Eerste Kamer heeft gisteren ingestemd met de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg (Wbsn-z)
per 1 juni 2008.
Voordelen
Het BSN maakt in de zorgsector een eind aan de verschillende persoonsnummers die zorgaanbieders, indicatieorganen
en zorgverzekeraars nu nog gebruiken.
Invoering van het BSN in de zorg heeft een aantal voordelen:
• het vermindert het aantal fouten bij het uitwisselen van patiëntgegevens
• het voorkomt persoonsverwisseling
• het maakt declareren eenvoudiger
• het geeft betere bescherming tegen identiteitsfraude.
Het BSN is een voorwaarde voor het invoeren van het landelijk elektronisch patiëntendossier (EPD).
Niet iedereen
Niet iedereen in de zorg kan zomaar gebruik maken van het BSN; alleen zorgaanbieders, verzekeraars en
indicatieorganen die bij wet zijn aangewezen. Vanaf 1 juni 2008 mogen zorgaanbieders het BSN gebruiken, een jaar
later moet het BSN worden gebruikt. Dit geldt niet alleen voor de eigen administratie, maar ook bij de onderlinge
communicatie.
In de wet is verder bepaald dat zorgaanbieders verplicht zijn de identiteit van een patiënt vast te stellen om er zeker
van te zijn dat het BSN en de gegevens bij de persoon horen. Dat kan door naar het identiteitsdocument te vragen of
door het stellen van een aantal persoonsidentificerende vragen (vergewisplicht).
Veiligheid
Om de veiligheid van de gegevensuitwisseling te garanderen, wordt voldaan aan internationale en nationale normen.
Met de aangenomen wet en hiermee het gebruik van het BSN in de zorg verandert er niets in bestaande wet- en
regelgeving over uitwisseling van gegevens. Deze is vastgelegd in onder meer de wet bescherming persoonsgegevens
(WBP) en de wet geneeskundige behandelovereenkomst (WGBO).
Onderwerp: Burgerservicenummer in de zorg (BSN-Z), april 2008
Een uniek persoonlijk nummer voor patiënten is nodig om gegevensuitwisseling in de zorg betrouwbaar te
maken.
Iedereen in Nederland heeft een burgerservicenummer (BSN). Dit nummer vervangt het sofinummer (sociaal-fiscaal
nummer). Behalve de overheid gaat ook de zorgsector het BSN gebruiken bij het uitwisselen van gegevens met andere
zorgaanbieders en in het declaratieverkeer.
1
CODE 1.4.2.27
found.0804-439
Regelingen en voorzieningen DD-NR Error! Reference source not
Wet gebruik BSN in de zorg
De Eerste Kamer heeft 8 april 2008 ingestemd met de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg (Wbsn-z). Per 1
juni 2008 gaat deze wet in. Niet iedereen in de zorg kan zomaar gebruik maken van het BSN; alleen zorgaanbieders,
verzekeraars en indicatieorganen die bij wet zijn aangewezen. Vanaf 1 juni 2008 mogen zorgaanbieders het BSN
gebruiken, een jaar later moet het BSN worden gebruikt.
Het BSN maakt in de zorgsector een eind aan de verschillende persoonsnummers die zorgaanbieders, indicatieorganen
en zorgverzekeraars nu nog gebruiken. Invoering van het BSN in de zorg heeft een aantal voordelen:




het
het
het
het
vermindert het aantal fouten bij het uitwisselen van patiëntgegevens
voorkomt persoonsverwisseling
maakt declareren eenvoudiger
geeft betere bescherming tegen identiteitsfraude.
Het BSN wordt ook gebruikt om op een betrouwbare en veilige manier patiëntgegevens uit te wisselen via het
elektronisch patiëntendossier.
Legitimeren
Op basis van de Zorgverzekeringswet moeten patiënten zich sinds 1 januari 2006 in ziekenhuizen en poliklinieken
kunnen legitimeren met een geldig paspoort, identiteitskaart of rijbewijs. Zodra de wet over de invoering van het BSN
in de zorg van kracht is en daartoe verplicht, moeten patiënten zich óók legitimeren bij andere zorgverleners, zoals de
huisarts of fysiotherapeut, bij indicatieorganen en bij zorgverzekeraars. Patiënten moeten zich identificeren om vast te
kunnen stellen dat BSN en persoon bij elkaar horen.
2
Download