Mona Eltahawy over de ‘Twitterrevoluties’ Vraag: In hoeverre zijn sociale media nuttig geweest voor recente revoluties? Antwoord: Ik denk dat mensen het belangrijkst zijn voor elke revolutie, of deze zich nu in de beginfase, in de middenfase of in de eindfase bevindt; de betrokkenheid en aanwezigheid van mensen, en hun bereidheid om in opstand te komen tegen regimes en dictators en te zeggen: "Ik tel mee en laat me niet langer tiranniseren". Zij kunnen sociale media gebruiken als hulpmiddel waarmee zij dit kunnen zeggen en waarmee zij contact kunnen maken met anderen die dit zeggen, maar uiteindelijk zijn de belangrijkste componenten van een revolutie mensen en hun betrokkenheid bij de revoluties die in de echte wereld plaatsvinden. Vraag: Hoe heeft Twitter bijgedragen aan de Egyptische revolutie? Antwoord: Ik denk dat Twitter in de Egyptische situatie meer een hulpmiddel was om contact te maken met de buitenwereld. Aangezien Twitter een middel was waarmee mensen zich organiseerden, ging het duidelijk meer om communicatie dan om interne organisatie, maar ik denk dat er in Egypte veel andere en effectievere middelen beschikbaar waren. Sms was waarschijnlijk veel effectiever dan Twitter omdat meer mensen mobiele telefoons hebben en elkaar eerder berichten sturen dan dat zij op Twitter gaan. Niet iedereen in Egypte heeft een Twitteraccount en niet iedereen in Egypte heeft een internetverbinding. Naar mijn idee kan Twitter sommige mensen dus geholpen hebben bij het leggen van contacten, maar wanneer we nu terugkijken op de rol die Twitter heeft gespeeld tijdens de revolutie, kunnen we zeggen dat Twitter over het algemeen eerder een hulpmiddel was voor mensen om te communiceren met de buitenwereld, en de buitenwereld kon dankzij Twitter op de eerste rang zitten bij de Egyptische revolutie. Vraag: Was het goed voor de revolutie dat Moebarak de toegang tot internet blokkeerde, of was dit juist schadelijk? Antwoord: Ik noem het afsluiten van internet door Moebarak om aan te tonen dat internet niet cruciaal was voor de revolutie. Internet of sociale media en de mogelijkheid die mensen hebben om deze te gebruiken waren slechts een paar van de vele hulpmiddelen die zij aangrepen om de straat op te kunnen gaan en andere Egyptenaren aan te sporen en te inspireren om mee te doen. Het is grappig dat het afsluiten van internet de revolutie op geen enkele manier heeft beëindigd. Integendeel: de mensenmassa op straat werd groter. Veel mensen zochten immers thuis informatie op internet en zij gingen nu de straat op om deel te nemen aan de revolutie. Ik denk dat de revolutie in Egypte doorgaat. De revolutie is niet voorbij, dus ik praat er nooit over in de verleden tijd, althans, dat probeer ik. De revolutie gaat door, maar Moebarak zou sowieso ten val zijn gebracht, of hij de toegang tot internet nu had geblokkeerd of niet. Ik denk namelijk dat er dag in dag uit dynamiek is opgebouwd, en bovendien waren er genoeg steden en mensen betrokken bij de Egyptische revolutie: naar schatting tussen de 15 en 20 miljoen. Dus het zou hoe dan ook gebeurd zijn. Misschien is het sneller gegaan omdat hij internet afsloot? We zullen het nooit weten. Maar hij is binnen 18 dagen gedwongen tot aftreden. Vraag: Hebben sociale media de boodschap minder samenhangend gemaakt? Antwoord: In zekere zin zou dat kunnen omdat niet iedereen toegang tot sociale media heeft, niet iedereen er gebruik van kan maken en niet iedereen sociale media kan lezen of kan raadplegen. In mijn lezing gaf ik voorbeelden van de manier waarop ayatollah Khomeini cassettebandjes gebruikte om zijn boodschap naar Teheran te sturen voordat hij terugkeerde uit zijn ballingschap in Parijs om deel te nemen aan de Iraanse revolutie, van de manier waarop de fax werd gebruikt bij de gebeurtenissen op het Tiananmenplein, en van de manier waarop de drukpers werd gebruikt bij de christelijke reformatie. Dit zijn allemaal hulpmiddelen waarmee iets heel groots heeft kunnen 1 gebeuren. Maar we hebben het nooit over de 'drukpersrevolutie', de 'cassettebandrevolutie' of de 'faxrevolutie'. Uiteindelijk is het de bedoeling dat je mensen bereikt met je boodschap, dat mensen de straat op gaan en zeggen "dit is de verandering die wij willen". In feite is dit een soort Revolution 101. Vraag: Hoe kan het management van de sociale media revoluties verder bevorderen? Antwoord: Wanneer Mark Zuckerberg, Facebook, Google, Yahoo, kortom, al deze bedrijven en hun leidinggevenden zich iets gelegen lieten aan revoluties, zouden zij waarschijnlijk beter luisteren naar activisten die hen allemaal doordringen of proberen te doordringen van de verschillende manieren waarop activisten ter plekke anoniem gebruik proberen te maken van sociale media om de aandacht te vestigen op politiegeweld, en dit in dikwijls zeer gevaarlijke gebieden, in landen waar hun leven in gevaar is. Een voorbeeld is het geval van Wael Abbas, een activist in Egypte. Zijn YouTube-account werd gesloten omdat Abbas een heleboel video's over politiegeweld had geplaatst. Yahoo zei: "U schendt onze regels omdat uw video's gewelddadige inhoud bevatten". Maar de gewelddadige inhoud was geen doel op zich. Dit was niet een of andere horrorfilm; in deze filmpjes werd politiegeweld aan het licht gebracht. En zo ook Facebook: De Facebookpagina "Wij zijn allemaal Khaled Said", een van de drijvende krachten achter de revolutie in Egypte, werd ook met sluiting bedreigd, omdat de man die de pagina is gestart - we weten inmiddels dat dit Wael Ghonim was, een leidinggevende bij Google - de pagina destijds anoniem heeft aangemaakt. Facebook heeft gedreigd hem te sluiten omdat je geen anonieme pagina's kunt hebben. Dus al deze managers die niets geven om revoluties en alleen denken alleen aan hun bedrijven en aan het verdienen van geld zullen moeten begrijpen dat mensen hun middelen gebruiken; mensen maken namelijk gebruik van Facebook, Google en Yahoo om zichzelf te helpen in gebieden waar zij sterk onderdrukt worden. Ik vind ook dat deze managers, alleen al uit het oogpunt van maatschappelijk verantwoord ondernemen, meer zouden moeten luisteren naar activisten zodat zij te weten komen op welke manier zij hen daadwerkelijk kunnen helpen en in sommige gevallen kunnen bijdragen aan het redden van levens. 2