Practicum

advertisement
Practicumboekje opdracht 23: anatomie van de hersenen
Tijdens dit practicum zullen jullie gedurende het uur de hersenen van een kalf
bekijken. Jullie werken samen in een groepje van vier personen. Als meerderen
graag willen snijden, zorg dan dat jullie dat afwisselen. Ga niet tegelijkertijd
met z’n vieren aan de hersenen zitten, want dan is de kans groot dat je elkaar
prikt of snijdt.
Doe het practicum op de manier zoals hieronder wordt beschreven. Volg rustig de
stappen, op deze manier kun je echt proberen bepaalde hersengebieden te herkennen en
te benoemen. Uiteraard mag je je module gebruiken bij de opdrachten. Ga niet ‘blind’
snijden, op die manier maak je bepaalde structuren kapot en dan leer je aanzienlijk
minder van het snijpracticum.
Stel van tevoren vast wie de tekeningen gaat maken: de docent loopt rond en kan aan
de hand van de tekeningen aanwijzingen geven.
Stap 1: de hersenen van de buitenkant bekeken: vergelijking met
mensenhersenen
In het practicum werk je met kalfshersenen. Bekijk de hersenen goed van de buitenkant.
Uiteraard zijn er meerdere verschillen te zien tussen menselijke hersenen en
kalfshersenen. Welke verschillen vallen onmiddellijk op? Noem er drie.
………………………………………………………………………………….
………………………………………………………………………………….
………………………………………………………………………………….
Stap 2: de zijkant en bovenkant van de kalfshersenen
Hieronder staat een plaatje van de kalfhersenen van de zijkant gezien. Probeer de
volgende onderdelen te benoemen in figuur 1. Daarvoor kun je ook bijlage 1 gebruiken
(achterin het practicumboekje):
 hersenschors grote hersenen (cerebrale cortex)
 kleine hersenen (cerebellum)
 pons
 verlengde merg (medulla oblongata).
Figuur 1: buitenkant van de kalfshersenen
Stap 3: het onderaanzicht van de hersenen
Bestudeer het onderaanzicht van de hersenen in het intacte brein. Probeer de hieronder
genoemde structuren aan de hand van figuur 2 te herkennen en in te vullen in de tabel.
Bekijk ter vergelijking ook het model van het humane brein. Tevens kun je achterin dit
practicumboekje bijlage 2 gebruiken (onderaanzicht van menselijke hersenen).
In te vullen structuren:
 hersenzenuwen (2 keer in te vullen)
 reukzenuw (bulbus olfactorius)
 pons
 ruggenmerg
 chiasma opticum
 hypothalamus
 kleine hersenen (cerebellum).
Figuur 2: onderkant van de kalfshersenen
Invultabel bij figuur 2
Nr Naam onderdeel
1
3
5
8
Nr
10
15
17
18
Naam onderdeel
Stap 4: een verticale (midsagittale) doorsnede van het brein
Leg de kalfshersenen zo neer dat je hem van boven bekijkt, en zorg daarbij dat de kleine
hersenen naar de persoon die gaat snijden zijn toegekeerd. Snijd het brein nu voorzichtig
tussen de twee hersenhelften door. Zorg dat je ook recht door het eventuele ruggenmerg
snijdt.
In figuur 3 zie je kalfshersenen die op een midsagittale manier zijn doorgesneden. Bekijk
nu je eigen doorsnede en probeer de hieronder genoemde structuren aan de hand van
figuur 3 te herkennen en in te vullen in de tabel hieronder. Bekijk ter vergelijking ook het
model van het humane brein. Tevens kun je achterin dit practicumboekje bijlage 3
gebruiken (midsagittale doorsnede menselijke hersenen).
In te vullen structuren:
 thalamus
 ventrikel (derde ventrikel)
 pons
 grote hersenen (cerebrum)
 kleine hersenen (cerebellum)
 hersenbalk (corpus callosum)
 centrale kanaal
 epifyse (pijnappelklier).
Figuur 3: midsagittale doorsnede van de kalfshersenen
Invultabel bij figuur 3
Nr Naam onderdeel
1
3
7
9
Nr
10
11
13
14
Naam onderdeel
Stap 5: een frontale doorsnede van de kalfshersenen
Haal de twee helften weer bij elkaar. Snijd nu het brein door zoals in figuur 4 is
aangegeven (dus van links naar rechts). Kies voor doorsnede F2! Kijk dus goed waar je
daarvoor moet snijden. Kun je het verschil zien tussen de witte stof en de grijze stof?
Figuur 4: doorsneden kalfshersenen
Lukt het je om de volgende onderdelen te benoemen aan de hand van figuur 5? Vul tabel
5 hieronder in. Gebruik ook bijlage 4 achterin dit boekje.
 hersenbalk (corpus callosum)
 staartkern (nucleus caudatus)
 lensvormige kern (nucleus lentiformis = putamen en globus pallidus samen)
 derde ventrikel
 laterale ventrikel
 thalamus.
Figuur 5; frontale doorsnede van de
kalfshersenen bij F2
Invultabel bij figuur 5
Nr Naam onderdeel
1
2
3
Nr
4
5+12
8
Naam onderdeel
Stap 6 Verwerkingsopdracht: functie van verschillende hersenonderdelen
In de voorgaande stappen heb je een aantal onderdelen van de hersenen benoemd.
Interessant natuurlijk, die anatomie, maar vooral een hele hoop ‘namen’. Veel leuker en
leerzamer is het als je ook weet wat de functie van de in dit practicumboekje genoemde
onderdelen is. Vul daarom in de tabel in figuur 6 de functie in van de genoemde
hersenonderdelen. Je kunt dat opzoeken in je boek, maar ook thuis op internet of iets
dergelijks kijken. Succes!
Naam onderdeel
Cortex (Hersenschors)
Functie onderdeel
Kleine hersenen (Cerebellum)
Pons
Verlengde merg
Hersenzenuwen
Reukzenuw
Ruggenmerg
Chiasma opticum
Hypothalamus
Thalamus
Ventrikels
Hersenbalk (Corpus callosum)
Centrale kanaal
Epifyse (pijnappelklier)
Staartkern (Nucleus caudatus
Lensvormige kern
(Nucleus lentiformis =
putamen en globus pallidus
samen)
Figuur 6 : tabel met hersenonderdelen
Bijlage 1 : de grote hersengebieden van de mens
Bijlage 2: de menselijke hersenen van onder gezien
Bijlage 3: een midsagittale doorsnede van de menselijke hersenen
Bijlage 4: een frontale doorsnede van de menselijke hersenen
Download