Denktank, 2 oktober 2009 Anne van den Berg Hoe de gehechtheidrepresentaties zich in de interactie uiten (meten met GBI): Veilig en autonoom (coherent, open) Onveilig: - Vermijdend (idealiserend, devaluerend, geen contact met gevoel) - Ambivalent (blijven steken in details, verdwalen in verhaal - Gedesorganiseerd (verward, verleden en heden door elkaar, geen strategie, trauma) Veilige gehechtheid bevordert het mentaliseren Mentaliseren is: Het doen en laten van zichzelf en van anderen waarnemen en begrijpen in termen van gevoelens, gedachten, bedoelingen Dismentaliseren door: Psychische equivalentie (binnen=buiten, geen ander) Pretend mode (binnen ̸buiten, ander = object) Teleogical mode (geen woorden maar daden, ander = instrument) 4 facetten Interpersoonlijke dimensie Arrogante en leugenachtige omgang met anderen Affectieve dimensie Kilheid en gebrek aan empathie Factor 1 Emotionele vervreemding of agressief narcisme Levensstijl dimensie Impulsief en onverantwoordelijk gedrag Antisociale dimensie Schending van sociale normen en agressief gedrag Factor 2 Sociale deviantie Bordin (1997): Overeenstemming doelen Overeenstemming taken Kwaliteit gevoelsmatige band Trijsburg e.a. (2002) Primaire relatie Overdrachtsrelatie Samenwerkingsrelatie Reële relatie Psychopathie (≤26 en ›26) Gehechtheid (GBI) Werkrelatie (WAV) Thornton & Blud (2007): Cognitief vervormen in eigen voordeel Manipuleren vanwege geen oprechte intenties Altijd zorgen voor dominante positie Geen verandering vanuit grootheidsgedachte Geen verandering, geen noodzakelijkheid Geen samenwerkingsrelatie, regels, afspraken Geen wederkerige relaties aangaan Hoe gehechtheid, mentaliseren bevorderen? Impliciet (het ‘hoe’) intervenieren: via fysieke kenmerken (dossier, welkom) via tijdskenmerken (betrouwbaar in tijd) via plaatskenmerken (omgeving, objectconstantie) via houdingskenmerken (concrete taal, iets te halen, op afstand vriendelijk, respectvol) Consigliere positie? Wees mijn raadgever [email protected] [email protected] Total sample Scale Mean (SD) PCL-R Total Facet 1: Interpersonal Facet 2: Affective Facet 3: Lifestyle Facet 4: Antisocial 23.10 (6.40) 4.0 (2.24) 5.73 (1.82) 5.65 (2.15) 5.85 (2.70) PCL-R < 26 PCL-R ≥ 26 (n = 47) (n =27) Mean (SD) Mean (SD) 19.35 (4.32) 29.61 (3.51) 3.34 (2.14) 5.15 (1.97) 5.19 (1.78) 6.67 (1.52) 4.83 (1.86) 7.07 (1.88) 4.74 (2.48) 7.78 (1.89)