Het einde van een monarchie

advertisement
Het einde van een monarchie
4 februari | 17 september 2017
Hét kantelpunt in de Russische
geschiedenis. De laatste tsaar
en de revolutie, een eeuw later
exclusief in Amsterdam.
 Tsaar Nicolaas II en tsarevitsj Aleksej, ca. 1910
© GARF, The State Archive of the Russian Federation, Moscow
Persbericht
 Toespraak van Lenin op het Paleisplein, Petrograd, 1920
De mensenmassa is in 1924 toegevoegd door een fotoredactie,
die vond dat op de originele foto (van Viktor Bulla uit 1920) te
weinig mensen op het plein stonden. De combinatiefoto kreeg
een valse datering: 1917.
© State Hermitage Museum, St Petersburg
Hermitage Amsterdam opent voor West-Europa exclusieve tentoonstelling
1917. Romanovs & Revolutie
Honderd jaar na het uitbreken van de Russische Revolutie opent de Hermitage Amsterdam
in februari 2017 de tentoonstelling 1917. Romanovs & Revolutie. Het einde van een
monarchie. Met meer dan 250 objecten, afkomstig uit Staatsmuseum de Hermitage in
St.-Petersburg, het Russisch Staatsarchief in Moskou en het Artillerie Museum in
St.-Petersburg, heeft deze tentoonstelling exclusiviteit voor West-Europa.
Schilderijen, toegepaste kunst, persoonlijke kostuums van de tsaren, intieme archiefstukken,
historische documenten, films en foto’s vertellen het indrukwekkende verhaal van het
tsarenpaar Nicolaas II en Alexandra en de explosieve politieke en sociale omstandigheden
tijdens Nicolaas’ regering. Het publiek ervaart het scherpe contrast tussen enerzijds het
mondaine St.-Petersburg met zijn bloeiende kunsten en anderzijds de om zich heen
grijpende maatschappelijke onrust. Achteraf blijken keuzes en beslissingen van de tsaar de
revolutie en het einde van de Romanovs in Rusland na ruim 300 jaar onafwendbaar te
hebben gemaakt. De laatste levensdagen van het tsarengezin komen heel nabij.
1917: hét kantelpunt in de Russische geschiedenis. De laatste tsaar en de revolutie, een eeuw
later exclusief in Amsterdam. Van 4 februari t/m 17 september 2017.
Grote variëteit in objecten
Om de scherpe contrasten van het tentoonstellingsverhaal te vertellen, heeft de Hermitage
Amsterdam gekozen voor een ruime variëteit in de objecten, afkomstig uit de collectie van
de Hermitage in St Petersburg, het Staatshistorisch Archief in Moskou en het
Artilleriemuseum in St.-Petersburg. Daaronder opmerkelijke objecten zoals brieven,
dagboeken en persoonlijke eigendommen van Nicolaas en Alexandra en hun vijf kinderen,
schilderijen, foto’s, prenten, tekeningen en toegepaste kunst. Daarnaast zijn ook talrijke
voorwerpen die onlangs in de collectie herontdekt, zoals briefjes en portretten van
hofgenezer Raspoetin, een exemplaar van Marx’ Das Kapital uit de collectie Stroganov. Te
zien zijn ook objecten van nationaal historisch belang, zoals de Akte van Abdicatie van
Nicolaas (facsimile), telegrammen, archiefstukken, een van de moordwapens. Van de
mondaine stad St.-Petersburg rond de eeuwwisseling getuigen originele zwart-witfoto’s van
de befaamde stadsfotograaf Karl Bulla – een fotopionier zoals tijdgenoot Jacob Olie –
kostuums, diverse Fabergé-objecten en prachtige kunstwerken uit deze tijd, Ruslands
‘zilveren eeuw’.
Afbeelding: Tsaar Nicolaas II en tsarevitsj Aleksej, ca. 1910
© GARF, The State Archive of the Russian Federation, Moscow
Hermitage Amsterdam
Afdeling Communicatie, Educatie & Marketing
Martijn van Schieveen en Kim van Niftrik
T 020 530 87 55
[email protected]
hermitage.nl/pers
De Hermitage Amsterdam is een particulier initiatief. Cultureel ondernemerschap zit in
onze genen en dat is mede mogelijk gemaakt door onze sponsors. Voor de volledige lijst van
onze sponsors, zie hermitage.nl/nl/steun_ons.
Persbericht
 Toespraak van Lenin op het Paleisplein, Petrograd, 1920
De mensenmassa is in 1924 toegevoegd door een fotoredactie,
die vond dat op de originele foto (van Viktor Bulla uit 1920) te
weinig mensen op het plein stonden. De combinatiefoto kreeg
een valse datering: 1917.
© State Hermitage Museum, St Petersburg
Intieme archiefstukken en moordwapen laatste Romanovs naar
Hermitage Amsterdam
Voor de aankomende tentoonstelling 1917. Romanovs & Revolutie heeft de
Hermitage Amsterdam buitengewone toestemming weten te krijgen om – naast
ruim 200 objecten uit het Staatsmuseum de Hermitage in St.-Petersburg –
tientallen intieme archiefstukken te tonen uit het Russisch Staatsarchief in Moskou.
Uit deze collectie worden brieven van de duistere hofgenezer Raspoetin getoond,
alsook eigen vakantiefoto’s van de keizerlijke familie, liefdesbrieven, de laatste
dagboeken van tsaar Nicolaas II en tsarina Alexandra, kindertekeningen van de
tsarevitsj en zijn zussen. Ook te zien zijn de Akte van Abdicatie (facsimile), met
potlood getekend door Nicolaas, en een van de bajonetten waarmee het keizerlijke
gezin in juli 1918 in gevangenschap is vermoord.
Aan het woord
De bruikleengevers beschikken over grootse collecties historische documenten,
persoonlijke eigendommen en brieven van de laatste Romanovs. In die objecten
komen de hoofdrolspelers heel nabij, in veel documenten zijn ze letterlijk aan het
woord. Zo is in het dagboek van tsarina Alexandra op de dag voor de moord te lezen:
‘11 uur. Grijze morgen, later heerlijke zon. […] Iedereen was een half uur buiten,
maar Olga en ik sorteerden onze juwelen’ (red: om te verbergen of in te naaien). Of
hofgenezer Raspoetin in een briefje aan de tsaar: ‘Verlies de moed niet in
beproevingen, de Heer zal verheerlijken met zijn verschijning.’
Een groot aantal foto’s en filmfragmenten vormt een waar beeldverhaal in de
tentoonstelling. Op persoonlijke foto’s van de Romanovs zien we hun intieme
familieleven. Originele zwart-witfoto’s van de befaamde stadsfotograaf Karl Bulla –
een fotopionier zoals tijdgenoot Jacob Olie – tonen de stad St.-Petersburg rond de
eeuwwisseling.
Hermitage Amsterdam
Afdeling Communicatie, Educatie & Marketing
Martijn van Schieveen en Kim van Niftrik
T 020 530 87 55
[email protected]
hermitage.nl/pers
Achtergrondverhaal
1917. Romanovs & Revolutie.
Het einde van een monarchie
ACHTERGRONDVERHAAL
St.-Petersburg anno 1900
Het St.-Petersburg dat Peter de Grote voor ogen had toen hij de stad in 1703 stichtte, was
in 1900 een feit: bruisend, bloeiend, luxueus, alles was verkrijgbaar. Veel buitenlanders
hadden er een handel, zoals naaimachinefabrikant Singer. De stad was uiterlijk net zo
Europees als Berlijn, Wenen, Londen en Parijs. Het cultuurbeleid van Catharina de Grote
in de achttiende eeuw had St.-Petersburg tot een stad gemaakt waar Europese kunstenaars
naartoe trokken en bijdroegen aan het stadsleven. Hun werken, vaak in opdracht van de
tsarendynastie en haar entourage, sierden in- en exterieurs in de stad. In de negentiende
eeuw kwamen nieuwe kunststromingen op, die leidden tot een Zilveren Eeuw (de
Gouden was midden negentiende eeuw, de tijd van de grote Russische schrijvers) in de
eerste twee decennia van de twintigste eeuw. Overal waren privémusea gesticht die op
gezette tijden toegankelijk waren voor publiek. De rijke adel bezat bovendien huizen in
het buitenland, waardoor zij op de hoogte bleven van de laatste Europese trends en die
meenamen naar hun geboortestad. In de negentiende eeuw was, net als in de rest van
Europa, een grote burgerklasse opgekomen, die zich net als de adel wilde laven aan de
rijkdom in de stad. Zo bevond zich aan de Nevski Prospekt – tegenover het beroemde
warenhuis Gostiny Dvor – de Passage, die de prachtigste waar aanbood: van de laatste
mode van Charles Poiret of het Engelse modehuis Worth tot de fraaiste kostbaarheden
van beroemde juweliers als Carl Fabergé.
Die rijkdom stond in schrijnende tegenstelling met het leven van de grote massa, de
boeren, kleine burgers en de arbeiders van de fabrieken. Het was een vruchtbare
voedingsbodem voor sociale onrust en straatprotesten. De tsaar had moeite om die het
hoofd te bieden. Voor en tijdens zijn regering maakte Nicolaas II een aantal cruciale
misstappen, die bij elkaar opgeteld een omwenteling onafwendbaar zouden maken.
Nicolaas en Alexandra
Troonopvolger Nikolaj Aleksandrovitsj en Alix van Hessen-Darmstadt ontmoetten
elkaar in 1884 tijdens de bruiloft van haar oudere zus Elisabeth en zijn oom Sergej. Hij
was zestien, zij twaalf jaar oud. Deze ontmoeting legde de basis voor een diepe
wederzijdse verliefdheid die tien jaar later leidde tot hun huwelijk. Het was niet
onomstreden: zowel de ouders van Nicolaas als Alix’ grootmoeder, de Engelse koningin
Victoria, waren ertegen. Maar toen tsaar Alexander III ziek werd en snel achteruitging,
drukte hij het huwelijk erdoor. Alexander stierf op 20 oktober 1894 (volgens de Russische
kalender, in de West-Europese kalender was dit 1 november). Nicolaas volgde conform
protocol zijn vader direct op. Op 14 (26) november trouwde hij met Alix, die vanaf toen
de Russische naam Alexandra Fjodorovna droeg.
Nicolaas moest de troon bestijgen terwijl hij er emotioneel en politiek niet op was
voorbereid. Hij zei direct na de dood van zijn vader dat hij ‘niet wist wat er zou gebeuren’,
dat hij ‘helemaal niet geschikt was om tsaar te zijn’. Hij zette de autocratische stijl van zijn
vader voort zonder daar diens charisma aan te kunnen koppelen. Politieke innovatie hield
hij hardnekkig tegen. Nicolaas was conservatief en geloofde vurig in zijn rol als Gods
vertegenwoordiger. Hij bleef doof voor de aanzwellende roep om politieke verandering.
Nicolaas was van nature een zachtaardig mens met een afkeer voor zijn verplichtingen als
monarch. Hij gaf de voorkeur aan het gezinsleven, zozeer dat hij het hof verhuisde van het
Winterpaleis in het stadshart naar het Alexander Paleis buiten St.-Petersburg. Zijn
moeder tsarina-weduwe Maria Fjodorovna steunde hem in zijn vroege jaren, maar
benadrukte ook dat hij als autocraat moest regeren. Hoewel een zeer elegante en hoogst
intelligente vrouw, had ze ook rotsvaste ideeën en mogelijk te veel invloed op haar zoon,
die nauwelijks wist hoe te regeren.
Alexandra stond bekend om haar schoonheid, maar ook om haar afstandelijkheid en
afkeer van het mondaine leven. Zij zag haar rol als die van moreel kompas voor haar man
en wees hem, net als haar schoonmoeder, voortdurend op zijn verheven, ongenaakbare
positie in het rijk. Alexandra was bepaald geen zonnige persoonlijkheid. Haar kinderen
noemden in hun dagboeken haar chagrijnige buien. Ze kregen eerst vier dochters: Olga in
1895, Tatjana in 1897, Maria in 1899 en Anastasia in 1901. In 1904 kwam eindelijk een
zoon, Aleksej. Dit was voor het echtpaar essentieel, want alleen mannen konden volgens
de wet de troon bezetten. Maar de blijdschap sloeg algauw om in paniek, omdat Aleksej
leed aan hemofilie, een ziekte die in de familie van Victoria ruim aanwezig was. Het
hemofilie-gen wordt door vrouwen overgedragen, maar kan juist mannelijke erfgenamen
treffen. Ze worden dan opgezadeld met de ziekte waarbij het bloed niet vanzelf stolt bij
een bloeding. Tegenwoordig is de ziekte behandelbaar (zij het niet geneesbaar), rond
1900 was elke bloeding levensbedreigend. Nicolaas en Alexandra hadden hun hart
gevolgd in de wetenschap dat dit kon gebeuren.
Uiteraard bleek de gezondheid van de jonge tsarevitsj uiterst fragiel. In 1907 nodigde de
wanhopige Alexandra de gebedsgenezer Grigori Raspoetin voor het eerst uit na een val
van Aleksej die heftige bloedingen uitlokte. In de jaren daarna werd hij een persoonlijke
vriend die door het tsarenpaar ook wel zo werd aangesproken, of zelfs als ‘Heilige Man’.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog kreeg Nicolaas II briefjes van hem toegezonden die de
tsaar interpreteerde als orakelspreuken, met alle gevolgen van dien.
Kroning 1896
De overhaaste troonsbestijging betekende dat de traditionele kroning van de tsaar in
Moskou, die veel voorbereiding vroeg, pas na anderhalf jaar plaatsvond. De festiviteiten
zouden duren van 6 tot en met 26 mei (18 mei t/m 7 juni) 1896. Nicolaas’ oom Sergej
Aleksandrovitsj, de man van Alexandra’s zuster Elisabeth (Jelizaveta Fjodorovna), was
belast met de organisatie.
Het middeleeuwse Kremlin speelde een centrale rol. In de Oespenski Kathedraal waren
vrijwel alle tsaren en tsarina’s gekroond vanaf Ivan de Verschrikkelijke (1547). Uit Europa
en het Oosten kwamen een koningin, drie groothertogen, twee regerend vorsten, twaalf
kroonprinsen, zestien prinsen en prinsessen, afgezien van de talrijke Romanovs. Voor het
eerst werd film ingezet om een en ander vast te leggen.
In de middag van 9 (21) mei ging de plechtige intocht van start: Nicolaas te paard, zijn
moeder Maria Fjodorovna zat alleen in de eerste gouden koets, Alexandra in de tweede,
ook alleen. De stoet reed van het Peter Paleis even buiten de stad naar het Kremlin. Daar
verbleven tsaar en tsarina vijf dagen tot de daadwerkelijke kroning.
Tijdens de dienst in de Oespenski Kathedraal gleed de ketting van de Sint-Andreasorde
van Nicolaas’ schouders. De aanwezigen zagen dit als een slecht voorteken.
Op 18 (30) mei stond een groot volksfeest gepland op het Chodynka-veld. Talloze
kroningsgeschenken zouden worden uitgedeeld onder de bevolking. Normaliter diende
het veld als oefenplaats voor het leger; de loopgraven en kuilen waren provisorisch
dichtgemaakt. In de vroege ochtend, er hadden zich inmiddels 500.000 mensen op het
veld verzameld, begon het gerucht rond te zingen dat er te weinig cadeaus voor iedereen
waren. Toen de piramides met de bekers erop verschenen, stortte de massa zich op de
cadeaus ‘alsof zij achtervolgd werden door vuur’, aldus een ooggetuige. Duizenden mensen
vielen en werden vertrapt. Officiële cijfers melden 2690 slachtoffers, waaronder 1389
doden. Het waren er waarschijnlijk veel meer. Nicolaas en Alexandra bezochten dezelfde
dag gewonden in ziekenhuizen, maar lieten zich door Sergej Aleksandrovitsj overtuigen
alle festiviteiten te laten doorgaan. Het was niet bevorderlijk voor de populariteit van de
tsaar, maar nog minder voor die van zijn oom, die in de volksmond ‘Vorst van Chodynka’
ging heten.
Winterpaleis
In het begin van Nicolaas’ regering woonden hij en Alexandra beurtelings in het
Winterpaleis in St.-Petersburg en in het Alexander Paleis in Tsarskoje Selo, even buiten
de stad. Ze gaven steeds vaker de voorkeur aan het laatste; het Winterpaleis werd meer en
meer een staats- en werkpaleis. Een klein deel was verbouwd voor het gezin. Zo was een
vertrek omgevormd tot bibliotheek in gotische stijl als werkkamer voor Nicolaas, en waren
de privévertrekken van het gezin onder leiding van Alexandra verbouwd in de moderne art
nouveau-stijl. Alexandra had ook een tuin laten aanleggen zodat mensen van buitenaf niet
zomaar in de keizerlijke appartementen konden kijken. Deze tuin is er nog steeds, tussen
Winterpaleis en Admiraliteit.
Het tsarenpaar organiseerde nauwelijks grote bals en dat stoorde de adel enorm. Dit was
de manier om te netwerken en elkaar te ontmoeten. Maar de tsarina minachtte en
wantrouwde de Petersburgse adel: ‘St.-Petersburg is een verrotte stad en niet één atoom is
Russisch.’
Vanaf 1905, na de geboorte van Aleksej, een mislukte aanslag op de tsaar in Japan en
Bloedige Zondag (zie onder), waardoor Nicolaas steeds vaker bang werd voor aanslagen,
woonde het gezin permanent in het Alexander Paleis, maar verplaatste zich voortdurend:
in maart naar Livadia op de Krim, in mei naar Peterhof in een villa naast het grote paleis,
juni werd doorgebracht op het keizerlijke jacht de Sjtandart, in augustus ging het gezin
naar zijn jachthuis in Spala, Polen en in september keerde het gezin terug naar Livadia,
alvorens voor de winter zich weer te nestelen in Tsarskoje Selo.
1905
De politieke en sociale onrust onder arbeiders, boeren en etnische minderheden werd,
aangewakkerd door revolutionaire activiteiten in de steden, steeds groter. Rusland leed
grote verliezen in een oorlog met Japan, wat leidde tot economische neergang en tekorten.
Op zondag 9 (22) januari 1905 probeerden ongewapende demonstranten onder leiding
van de geestelijke Georgi Gapon een petitie aan Nicolaas II aan te bieden in het
Winterpaleis. De tsaar was niet in de stad uit angst voor rellen. De paleiswacht voelde zich
door de grote menigte bedreigd en opende het vuur. Vele mensen kwamen om. Officiële
bronnen spraken van 130 doden en 299 gewonden, Lenin sprak later van duizenden,
journalisten van 4.600 slachtoffers. Nicolaas noemde de dag ‘pijnlijk en triest’. Deze
gebeurtenis, Bloedige Zondag, veroorzaakte een keten van grote stakingen, opstanden,
waarvan het neerslaan weer duizenden slachtoffers maakte. In het leger en de marine
namen muiterijen en desertie hand over hand toe. Al sinds 1902 was sprake van een golf
van terroristische aanslagen, die de jaren daarna duizenden politieagenten, legerofficieren,
ambtenaren, geestelijken (zoals vader Gapon), ministers (onder wie de befaamde Sergej
Witte en premier Pjotr Stolypin) en gouverneurs fataal werden. In februari 1905 werd
‘Vorst van Chodynka’ Sergej Alexandrovitsj vermoord.
Deze revolutionaire sfeer noodzaakte Nicolaas herhaaldelijk om hervormingsmaatregelen
te beloven, zoals instelling van een Grondwet en van een volksvertegenwoordiging, de
Doema. Maar al vanaf de eerste bijeenkomst in 1906 was dit parlement vleugellam, omdat
Nicolaas stelselmatig de activiteiten ervan dwarsboomde en echte concessies afwees. Om
ontluikende politieke tegenstand te voorkomen gebruikte de tsaar herhaaldelijk zijn recht
tot ontbinding van de Doema. De vierde en laatste Doema bestond tot de
Oktoberrevolutie van 1917, maar had weinig om het lijf. Tot een grondwet is het nooit
gekomen.
Russische deelname aan de Eerste Wereldoorlog
In 1914 stapte het Russische Rijk de Eerste Wereldoorlog in als antwoord op de
oorlogsverklaring van Oostenrijk-Hongarije aan de Russische bondgenoot Servië.
Rusland was een van de geallieerden en vocht op verschillende fronten tegen de Centralen
(Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en iets later het Ottomaanse Rijk). Vlak na het
uitbreken van de oorlog werd Sankt-Peterburg omgedoopt tot Petrograd, omdat de naam
te Duits klonk.
Na aanvankelijke successen verliep de oorlog vanaf 1916 steeds slechter voor Rusland. De
Russische wapenindustrie had de capaciteit niet om genoeg wapens, munitie en zelfs
schoeisel te leveren. Doordat de regering veel geld liet bijdrukken, verachtvoudigde de
geldhoeveelheid met als gevolg enorme inflatie. Grote delen van de infrastructuur werden
alleen gebruikt voor militaire transporten, waardoor veel voedsel op het platteland
achterbleef en wegrotte. Ondervoeding leidde tot nog meer sociale onrust. Het
vertrouwen in Nicolaas bereikte een dieptepunt.
In een poging om zijn imago te verbeteren had Nicolaas in de zomer van 1915 zelf
besloten opperbevelhebber van het leger te worden. Terwijl het leger aan het front grote
verliezen leed (begin 1917 waren er al zes miljoen Russische slachtoffers te betreuren)
hadden de impopulaire Alexandra en, nog erger, Raspoetin de macht in Rusland in
handen. De wildste geruchten deden de ronde over de tsaar en de keizerin, die met
Raspoetin voor Duitsland zou spioneren.
De revoluties van 1917
Op 8 maart 1917 (23 februari op de Russische kalender) begon de Februarirevolutie in
Rusland. Het was Internationale Vrouwendag. Vrouwen demonstreerden in het
stadscentrum voor gelijke rechten. (In Nederland was dat gebeurd op 18 oktober 1916.)
Ook elders in de stad kwamen demonstraties, later ook van mannen. Aan het einde van de
middag deden ongeveer 100.000 mensen mee met de demonstratie in het centrum. De
volgende dag gingen 150.000 mensen de straat op en weer een dag later lagen alle grote
fabrieken plat. Ongeveer 200.000 mensen sloten zich aan bij de staking en
demonstraties. Demonstranten en politieagenten raakten slaags. Nicolaas, nog aan het
front, gaf opdracht het leger in te zetten tegen de demonstranten. Maar een groot deel van
de soldaten liep over naar de opstandelingen en het bevel van de tsaar werd niet
opgevolgd. Drie dagen later meldde de Doemavoorzitter, Michail Rodzjanko, dat de
hoofdstad in een ‘staat van anarchie’ verkeerde. Nicolaas geloofde hem niet en klaagde dat
‘die dikke Rodzjanko alweer een hoop onzin’ had geschreven.
Toch besloot Nicolaas dat het nu beter was terug te keren naar Petrograd. Maar het was al
te laat. Vrijwel alle soldaten hadden zich aangesloten bij de revolutie en de trein met de
tsaar werd tegengehouden. Nicolaas zag het hopeloze van de situatie in en deed de
volgende dag, nog in de trein, afstand van de troon. Hij bood die aan zijn broer Michail
aan. Deze weigerde, een vrouwelijke opvolging was niet mogelijk, dus Rusland zat nu
zonder tsaar. Nicolaas werd verbannen naar Tsarskoje Selo.
Er werd een Voorlopige Regering ingesteld, die na een paar maanden onder leiding kwam
van de liberaal-socialist Aleksandr Kerenski. Hij hield kantoor in de voormalige
werkkamer van Nicolaas, de gotische bibliotheek in het Winterpaleis. De maanden tussen
maart en oktober kenmerkten zich door economische crises, nieuwe opstanden, rivaliteit
tussen de bolsjewieken en de rest van de politieke partijen en de voortdurende oorlog
tegen Duitsland, die Kerenski niet wilde beëindigen. De aanvankelijke blijdschap en
opluchting onder de Russische bevolking sloeg om in nieuwe ontevredenheid. De uiterst
fanatieke bolsjewieken onder leiding van Vladimir Iljitsj Lenin grepen deze onrust aan om
de macht te grijpen en een volgende revolutie te ontketenen.
Lenin en de Aprilstellingen
Lenin had al jaren in ballingschap in het neutrale Zwitserland geleefd. Hij kon in 1917
weer in Rusland binnenkomen met hulp van de Duitse regering, de vijand van Rusland die
hoopte dat Rusland zo verzwakt raakte. Hij kwam op 3 (16) april aan en hield vanaf een
pantserwagen een fanatieke speech voor de verzamelde socialisten die hem verwelkomden.
Enkele dagen erna publiceerde Lenin zijn Aprilstellingen, die in het kort neerkwamen op:
alle grond aan de boeren, alle macht aan de sovjets (arbeidersraden), alle fabrieken aan de
arbeiders en vrede met Duitsland. Dit plan mislukte aanvankelijk en hij moest in juli
opnieuw uitwijken, naar Finland. In september probeerde een Russische generaal een
staatsgreep te plegen en Kerenski riep de hulp van de sovjet van Petrograd in, die ook
bolsjewieken inschakelde. Lenin kon terugkeren en de bolsjewieken kregen wapens in
handen, letterlijk en figuurlijk. Ze zouden de wapens niet meer afgeven.
Op de avond van 24 oktober (6 november) zetten de bolsjewieken op strategische
plaatsen in Petrograd wegversperringen op. In de vroege ochtend van 25 oktober hadden
ze de treinstations, telefooncentrale, elektriciteitscentrale en telegraafkantoren bezet. De
Voorlopige Regering zat verschanst in het Winterpaleis. Om tien over half tien ’s avonds
schoot de kruiser Aurora aan de overkant van de Neva enkele losse flodders af, als teken
voor de bolsjewieken om het Winterpaleis binnen te vallen. Om tien over twee ’s nachts
kwamen de bolsjewistische bestormers van het Winterpaleis de ministerraadkamer
binnen, waar ze alle ministers arresteerden uitgezonderd Kerenski, die juist weg was
gegaan om versterking te halen. De Voorlopige Regering werd zonder bloedvergieten
verdreven en de bolsjewieken kwamen met Lenin en Trotski aan de macht. De
veranderingen die Lenin in de Aprilstellingen had geëist, voerde hij door. Voor Rusland
begon het communistische tijdperk.
Op 27 oktober (9 november) sloten de bolsjewieken de kranten van de oppositiepartijen
en werden redacteurs gearresteerd. Twee dagen later stelde de vakbond voor het
spoorwegpersoneel een ultimatum aan de bolsjewieken, waarin stond dat zij gesprekken
moesten beginnen met de sociaal-revolutionairen en mensjewieken om gezamenlijk een
coalitieregering te vormen. Honderden soldatenvergaderingen, fabrieken en garnizoenen
stuurden petities om deze eis te ondersteunen. De vakbond dreigde om het gehele
treinverkeer stil te leggen als de bolsjewieken niet aan deze eis voldeden. De gesprekken
werden op 6 (19) november afgebroken, toen ondanks zeer beperkte tegemoetkomingen
de vakbond een akkoord sloot met de bolsjewieken. Dit kan worden beschouwd als de
laatste hindernis die Lenin overwon om de totale macht in handen te krijgen.
De laatste maanden
Het keizerlijke gezin was op 1 (14) augustus ondergebracht in het gouverneurshuis in het
Siberische Tobolsk, 2.800 kilometer van Petrograd. Zij leefden daar in de winter van
1917–18 in relatieve rust, al mochten ze het landgoed niet verlaten. Ze brachten de tijd
door met elkaar, zoals zij al jaren gewend waren. Ze lazen en speelden toneel. De vrouwen
hielden zich bezig met handwerk en hielden hun dagboek bij. Nicolaas was veel buiten,
houthakken was zijn favoriete bezigheid, met de kwetsbare Aleksej steeds in zijn buurt.
Onwetend van de chaotische tijd na de Oktoberrevolutie en de burgeroorlog waarop die
begon uit te lopen, knapte Nicolaas op. Na de slopende jaren sinds 1905, de Eerste
Wereldoorlog en de revolutie, was de bevrijding van staatszaken – ook in verbanning –
duidelijk een opluchting.
Vanwege het oprukken van antibolsjewistische eenheden werd het gezin eind april 1918
verplaatst naar Jekaterinenburg, een zeer pro-bolsjewistische stad. Zij werden daar
ondergebracht in het geconfisqueerde huis van militair ingenieur Nikolaj Ipatjev. Het was
aanzienlijk kleiner dan het onderkomen in Tobolsk en had maar een kleine tuin met een
inderhaast opgezette hoge schutting. De ramen waren dichtgekit en witgeschilderd, het
gezin mocht tweemaal per dag een half uur luchten in de tuin. De gezondheid van Aleksej
en Alexandra ging achteruit, de verveling was enorm en de sfeer in het snikhete, bedompte
huis werd steeds slechter.
Veel andere leden van de Romanov-familie waren inmiddels ook gevangen gezet in de
Oeral en ook in Petrograd. In juni werd Nicolaas’ broer Michail in Perm geëxecuteerd.
Omdat de antibolsjewistische Witten, de tegenstanders van de bolsjewieken,
Jekaterinenburg dreigden in te nemen, nam de regionale sovjet van de Oeral het besluit
om de familie te elimineren. In de nacht van 17 op 18 juli 1918 werden Nicolaas,
Alexandra, Olga, Tatjana, Maria, Anastasia en Aleksej bijeengedreven in de kelder van het
huis en door een vuurpeloton onder leiding van Jakov Joerovski omgebracht. Het moet
een gruwelijk tafereel geweest zijn doordat de vrouwen niet direct stierven; de in hun
jurken genaaide juwelen zouden de kogels aanvankelijk hebben tegengehouden.
De lichamen werden op een geheime plek in de bossen buiten Jekaterinenburg begraven.
In de jaren daarna werden alle leden van het huis Romanov die niet hadden kunnen
vluchten in de Oeral (Alapajevsk) en Petrograd (Peter en Paul Vesting) geëxecuteerd.
In 1976, een jaar voordat Boris Jeltsin – toen leider van de communistische partij van
Sverdlovsk (de Sovjetnaam van Jekaterinenburg) – de opdracht kreeg het Ipatjev-huis te
slopen, werden door de geoloog Aleksandr Avdonin in het bos nabij een plaats genaamd
Ganina Jama de overblijfselen van de Romanovs gevonden. Hij hield die plek geheim
totdat de Sovjet-Unie in 1991 uiteen viel. In dat jaar werden de restanten opgegraven en
met DNA-onderzoek geverifieerd. Twee leden van het gezin werden niet gevonden. Dat
gebeurde pas in 2007, toen de 46-jarige bouwvakker Sergej Plotnikov, lid van een team
dat al jaren naar de twee nog niet gevonden Romanovs op zoek was, niet ver van de
begraafplaats een kuil ontdekte onder een bedekking met brandnetels. Hij vond er de
overblijfselen van een jongen tussen 10 en 13 jaar en een jonge vrouw tussen 18 en 23. Het
bleek te gaan om tsarevitsj Aleksej en grootvorstin Maria. Behalve de laatste twee zijn alle
overige gezinsleden op 17 juli 1998, n.a.v. de 80° verjaardag van de moord, begraven in de
Petrus- en Pauluskathedraal van Sint-Petersburg. In 2000 werden Nicolaas en zijn gezin
heilig verklaard en in 2003 werd op de plek van het Ipatjevhuis de “Op het bloedkathedraal” ingewijd. Over de bijzetting van Aleksej en Maria moet nog worden besloten.
Collectie
Om de scherpe contrasten van het tentoonstellingsverhaal te vertellen, heeft de
Hermitage Amsterdam gekozen voor een ruime variëteit in de objecten, afkomstig uit de
collectie van de Hermitage in St Petersburg, het Staatshistorisch Archief in Moskou en
het Artilleriemuseum in St.-Petersburg. Daaronder opmerkelijke objecten zoals brieven,
dagboeken en persoonlijke eigendommen van Nicolaas en Alexandra en hun vijf kinderen,
schilderijen, foto’s, prenten, tekeningen en toegepaste kunst. Daarnaast zijn ook talrijke
voorwerpen die onlangs in de collectie herontdekt, zoals briefjes en portretten van
hofgenezer Raspoetin, een exemplaar van Marx’ Das Kapital uit de collectie Stroganov.
Te zien zijn ook objecten van nationaal historisch belang, zoals de Akte van Abdicatie van
Nicolaas, telegrammen, archiefstukken, een van de moordwapens. Van de mondaine stad
St.-Petersburg rond de eeuwwisseling getuigen originele zwart-witfoto’s van de befaamde
stadsfotograaf Karl Bulla – een fotopionier zoals tijdgenoot Jacob Olie – kostuums,
diverse Fabergé-objecten en prachtige kunstwerken uit deze tijd, Ruslands ‘zilveren eeuw’.
Factsheet
Tentoonstelling
1917. Romanovs & Revolutie
Het einde van een monarchie
Locatie
Hermitage Amsterdam, Amstel 51 Amsterdam
Data
4 februari – 17 september 2017
Gesloten op 27 april 2017
Website
hermitage.nl, facebook.com/hermitage.amsterdam
Publieksinformatie
[email protected]
Opdrachtgever
Stichting Hermitage aan de Amstel
Founder
BankGiro Loterij
Hoofdsponsors
ABN AMRO en Heineken
Sponsor
Fugro
Regenten
De Nederlandsche Bank, Stichting Kramer-Lems,
Zweegers Foundation, Wilhelmina E. Jansen Fonds,
SGA Schoonmaak, Stichting Virtutis Opus,
Van Oord
Strategiepartner
Bain & Company
Mediapartner
AVROTROS
Partner Hermitage voor Kinderen
AMVJ Fonds
Dutch Flower Group
VandenEnde Foundation
Stichting Zabawas
Internetpartner
Drukwerkpartner
Reispartner
Security partner
Sixmo
Zalsman
SRC Reizen
Bosch Security Projects
Colleges
Vrije Academie voor Kunsthistorisch Onderwijs
Met dank aan
Stichting Vrienden van de Hermitage Nederland
Directeur
Cathelijne Broers
Ontwerp publiciteitscampagne
en publicatie
Ruimtelijk en grafisch ontwerp
tentoonstelling
UNA designers
unadesigners.nl
Caspar Conijn, Ilona Laurijsse
Samenstellers tentoonstelling
Staatsmuseum de Hermitage, St.-Petersburg
Dr. Vjatsjeslav Fjodorov, commissaris
Dr. Jelena Solomacha, conservator
Hermitage Amsterdam
Vincent Boele, tentoonstellingsconservator
Arnoud Bijl, assistent-conservator
Openingstijden
Dagelijks 10–17 uur
Toegangsprijzen
(onder voorbehoud)
Combinatieticket*
€25
* Hollanders van de Gouden Eeuw , Outsider Art
Museum en 1917. Romanovs & Revolutie
Museumkaart
€ 2,50 (toeslag)
Volwassenen
€ 17,50
Groepen > 15 pers.
€ 15 pp
CJP
€ 14
Stadspas
gratis
Kinderen < 12 jaar
gratis
Vrienden
gratis
I amsterdam City Card
gratis
Catalogus
1917. Romanovs & Revolutie
Het einde van een monarchie
Uitgave Hermitage Amsterdam
Rondleidingen
Op aanvraag voor groepen van max. 15 personen.
€ 90 per uur. [email protected]
Lezingen
Te boeken in een van vergaderzalen. € 175 per lezing
(excl. entree tentoonstelling en zaalhuur).
[email protected]
Programmering
Rondom de tentoonstelling worden diverse
activiteiten georganiseerd. Actueel overzicht in het
seizoensprogramma en op hermitage.nl.
Onderwijs
Voortgezet: programma voor verschillende niveaus.
Introductie in het studiecentrum, daarna
tentoonstellingsbezoek met themakaarten.
Basis (Amsterdam): lespakket voor groep 4, 5 en 6.
Voorbereiding op school, bezoek tentoonstelling en
workshop in de Hermitage voor Kinderen.
hermitage.nl/onderwijs
Museumshop
Dagelijks 10.30–17.30 uur, geen entreekaartje nodig.
Café-restaurant Neva
Aan de oostzijde van het gebouw, met terras in de
binnentuin. Open dagelijks 10–17.30 uur.
[email protected]
Auditorium
Boven Café-restaurant Neva, geschikt voor diverse
doeleinden. [email protected]
Vergaderzalen
Drie zalen, zeer geschikt voor lezingen en
vergaderingen, voor kleinere gezelschappen.
[email protected]
Bus
In- en uitstappen Weesperstraat,
groepsingang Nieuwe Keizersgracht
Voor hoofdingang Amstel,
Nieuwe Keizersgracht
Parkeergarages Nationale Opera & Ballet,
Waterlooplein, Markenhoven en The Bank
Tram 4 (Rembrandtplein), 9, 14 (Waterlooplein)
Metro 51, 53, 54 (Waterlooplein, uitgang Nieuwe
Herengracht)
Boot
Auto
Openbaar vervoer
Toegankelijkheid
Het gebouw is goed toegankelijk. Rolstoelen en
rollators te leen, reserveren aangeraden.
+31 (0)20 530 87 55 of [email protected]
Meer informatie en beeld
Hermitage Amsterdam
Press Office
Martijn van Schieveen en Kim van Niftrik
T31 (0)20 530 87 55
[email protected]
hermitage.nl/pers
Meer informatie
Afdeling Communicatie, Educatie & Marketing
Martijn van Schieveen, Kim van Niftrik
+31 (0)20 530 87 55
[email protected]
Bezoekadres
Hermitage Amsterdam
Amstel 51, Amsterdam
+31 20 530 87 55
hermitage.nl
Ontwerp
UNA designers
Download