Parnassia Synaptospermie bij palustris L. door Ch.H. De zaden KLIPHUIS, goed Andreas (Botanisch Laboratorium, afd. Systematiek, Parnassia van 1968) worden ontwikkelde palustris ook vrucht in bevat L. (eventueel Nederland in aantal bloemen per In plant variëren land worden deze ons zaden 1 van gebeuren als de vruchten in door spelen; mensen en de zaden van drijvende blijven. horizontale Parnassia Aan de zone van Bij jonge een zijn oever niet verdere klein van Parnassia’s terwijl planten zover mij minder dan in en 130 een plas aan, stand in de winter. 74 en treft juist (ANDREAS, en kan ook het kunnen, althans men op het dan ook niveau 10—40 van het 1959). kunnen dan laatste zal vooral b.v. door de wind verspreiding licht met & Een bekend is, kan september rijp gebracht, GADELLA voortgebracht. doosvrucht verlaten. Dit worden beweging dieren. tot hoofdzakelijk de inmiddels opengesprongen 4-kleppige ook aantallen Voor zijn. zie subsp. palustris ; grote 1500—2000 zaden, ca. bloemen, resp. vruchten, geen uitzondering Groningen) en voor soms de mogelijk water een rol enige tijd, een hoogste smalle water- De afstand, 10 km Dikwijls echter verschijnsel 1. Fig. in bekend ver nog omgeven door een van Parnassia dikwijls palustris hortus Slechts de grond seizoen het gevallen zijn. meestal voorjaar op niet. een De hieruit De meeste daarvoor groeide bodem. Eind worden aangetroffen, (1951) niet nauwkeurig hebben m moet acht bedragen afstand een van de maart de van restant L. in Wolf, een de vruchtwand van stuk Haren, van de vruchtwand. de Dit genoemd; kiemplanten b.v. een kunnen dan vaak ongeveer 2—10 cm 2 groot Materiaal (foto Gr. zaden overwinteren als april op {fig. 1). synaptospermie nog vóór de winter, voortgekomen geschikt substraat, of in groepjes in ouderplanten worden waargenomen. Parnassia-zaden kiemen weinig WESTHOFF uitzaaien wordt groepsgewijze Par/taroia-vegetaties Kiemplanten 100 overbruggen. te het zich van gepubl.); is plaats hebben, deze zeker waar komen de zaden niet soms kan zaadverspreiding gevallen gemakkelijk grond terecht, het kan zijn in hortus de Wolf, niet (waarneming 5 k de waarover Er vastgesteld. de en L. direkt nadat overleven zodanig en uit Alkema) ze op het koude ontkiemen in vochtige, niet geheel groepjes van kiemplanten bestaande uit ca. onbe- 100—200 individuen. Kieming Of onder water synaptospermie wikkeling der planten en teel nagegaan. Wel is uit planten er centraal in het is een onder invloed heeft op de gunstige als zodanig van voordeel is waarnemingen gebleken, volgende jaar staande bepaalde omstandigheden exemplaren nog slechts 20 iets groter over waren 75 voor dat eveneens ontkieming verdere deze soort, is niet van een groepje waren, waarvan dan mogelijk. en ont- experimen- van 200 kiem- enkele min of meer de anderen. In het derde jaar, de toen 2 of 3, overgeblevenen dus slechts de bloei hier pas Dat in ervaring onze beginnen te de bloeien, gedurende daarna het voor 1,5 % ca. van in het derde dat Wolf, een enige jaren een plant is jaar begon, opeenvolgende al dadelijk plant in zijn toe en eerste in De het tot Het is nl. 6 zijn. Dikwijls vervolgens bloeijaar een maar tweede weer af. groot jaar kunnen exemplaren (waarnemingen te nog uitzonderlijk. eerste. zomers er aantal. gewoonlijk seizoenen in bloei komen dat waren enigszins maal zelfs al in het het aantal bloemen per voorkomen dat bloei kwamen, oorspronkelijk aanwezige Parnassia-p lanten enkele dit behoeft echter niet steeds in eerste in eerst het jaar toe); neemt in de Het kan ook aantal bloemen ontwikkelt, b.v. 45 of zelfs 77. Is onder kieming ontwikkeling onder plantjes Alleen water voorkomt volwassen geraken, van is door de bladen brengen niet. dan de het substraat, hoge en wel omstandigheden dat kan gewoonlijk gebeurt, planten verrotten bepaalde plant het verder bij tijdig droogvallen Parnassia Als in water volwassen tot Het de enige van in de hetgeen natuur ontwikkeling de de mogelijk, zomer de vruchten niet kleine op verdere dat onwaarschijnlijk vorming waterstand in worden is jonge blaadjes. plaatsen waar doorgaan. te vroeg onder water rijp. Literatuur ANDREAS, CH. H., GADELLA, TH. W. 17, p. Abnormaliteiten E. KLIPHUIS, bij Parnassia 1968. Parnassia palustris. palustris in De Lev. Nat. the Netherlands. 62, p. 247—252. Acta Bot. Neerl. 165—172. WESTHOFF, V., p. 1959. J. & 1951. Iets over verspreiding en standplaats van Parnassia palustris L. Natura 48, 143—146. Summary Some details Occurrence of seed of groups dispersal, germination and flowering in of young seedlings points to 76 collective Parnassia palustris germination L. are of clustered described. seeds.