Themadienst ‘Geestelijke groei’ (6) Schriftlezing: Galaten 5:1-21 Deze keer letten we op de relatie tussen geestelijke groei en christelijke vrijheid. Veel christenen blijven steken in de geestelijke groei omdat zij geen helder zicht hebben op de christelijke vrijheid. Gevolg is dat ze God dienen vanuit een slaafse houding. Ze blijven steken in wettische dienstbaarheid. Ze houden zich aan de wet. Maar niet zozeer uit liefde, maar uit angst. Ze durven niet te leven in kinderlijke blijdschap en kinderlijke gehoorzaamheid van het geloof. Wat is christelijke vrijheid? Denk aan Galaten 5:1 Sta dan vast in de vrijheid waarmee Christus ons vrijgemaakt heeft, en laat u niet weer met een juk van slavernij belasten. Het evangelie van de christelijke vrijheid is gebaseerd op het feit dat wij te zondig zijn om ook maar iets bij te dragen aan onze verlossing en op het feit dat we gered worden door te geloven in het volbrachte werk van Jezus Christus. En verder niets!! Wat is dat moeilijk voor ons mensen om te geloven. Toen en nu. Dat klinkt wel erg makkelijk. Moet daar niet iets aan toegevoegd worden? Besnijdenis? Het houden van bepaalde dagen? Berouw? Keurig leven? Regelmatige kerkgang? Nee! Anders worden we ‘evangelie-plussers’: behouden word je door het geloof in Jezus plus…. Dat tast het Evangelie in z’n kern aan. Daarom reageert Paulus zo fel in zijn brief aan de Galaten (o.a. 3:1). Door het geloof in Jezus ben je een vrij mens geworden. Het is een gewetensvrijheid die zijn weerga niet kent. Als een blij en onbekommerd kind mag je God nu onder ogen komen. Je bent gekocht en betaald. Door God aangenomen als Zijn kind waardoor je leert zeggen: Abba, Vader. Het is niet altijd gemakkelijk om met zoveel vrijheid om te gaan. Gevaar is groot dat je weer terugvalt in oude denk- en gedragspatronen. Dat je je weer laat belasten met een juk van dienstbaarheid, van slavernij, met alle gevoelens van dien: tekortschieten in de ogen van God, Hem teleurstellen, onzekerheid of Hij je wel/niet aanneemt enzovoorts. Daarom klinkt de oproep in Gal. 5:1 Sta dan vast! Houd stand! Wees alert! Zo komt er in je leven een vrijheid van geweten (geen schuld) en motivatie (drijfveer). Christelijke vrijheid kent één grens: de liefde (zie Rom. 14). Terugblik Vorige keer gehad over belemmeringen voor geestelijke groei. Centraal Hebr. 12:15 “Zie erop toe dat niemand achterop rake in de genade van God…” Achterop raken in de genade, kan door vast te houden aan de zonde in je leven. Die zonde kan zich in allerlei vormen voordoen (individualisme, materialisme, wereldgelijkvormigheid, verkeerde denkbeelden van God, hoogmoed). Het vallen in de zonde begint meestal met een slordig leven. Geestelijke luiheid.. Wat zijn de symptomen van achterop raken in de genade? Te merken aan liefdeloosheid en onverschilligheid tegenover God en de naaste. Kilheid in het geestelijk leven. Kerkgang, bijbellezen, bidden, het zegt je allemaal niet zoveel meer. Let wel: als oorzaak van geestelijke luiheid. Soms kan er ook sprake zijn van geloofsbeproeving; maar dan is er altijd het heimwee en verlangen naar Gods liefde. Daarom is het zo belangrijk dat je vecht tegen geestelijke luiheid en traagheid. Er is maar één medicijn tegen die sluipende geestelijke luiheid en oppervlakkigheid: Het kruis van Jezus Christus! En om ons dicht bij dat grote kruis van Christus te houden laat God soms in ons leven een klein kruis toe. Doel: meer en meer op Jezus Christus gaan lijken. Reacties en vragen zijn van harte welkom: Dr. H. van den Belt in zijn boekje ‘Bloeien, snoeien en groeien’: “Staan in de christelijke vrijheid betekent, midden in de geestelijke strijd tegen de zonde, zeker weten dat die zonden vergeven zijn en dat de wet wel de zonde veroordeelt, maar geen vat heeft op de zondaar die in Christus is. Vanuit die wetenschap wordt de strijd tegen de zonde eenvoudiger, omdat de angel eruit gehaald is. Een christen kan tegen de zonden vechten omdat zij vergeven zijn. ‘Hoe kun je nog zondigen?’ vraagt Paulus. Doe die oude jas toch uit, namelijk toorn, woede, slechtheid, laster, schandelijke taal, tegen elkaar liegen (Kol. 3:8). Dat kun je toch niet maken als je de nieuwe mens hebt aangedaan. Het probleem is natuurlijk dat die oude mens net zo lekker zit als de oude broek waarvan je vrouw zegt: heb je dat oude vod nu nog niet weggegooid? De oude mens zit zo lekker, het voelt zo vertrouwd, terwijl de nieuwe mens zo onwennig aandoet. Het kost strijd en tijd om je gedachten gevangen te laten nemen door de Heere Jezus en op een nieuwe manier te leren denken. De nieuwe mens is de Mens met een hoofdletter. Als je de Heere Jezus hebt aangedaan en als Zijn gerechtigheid je mantel is, wandel dan ook zo in Hem. Dat betekent een leven lang vechten tegen jezelf. De nieuwe mens is in Christus Jezus herschapen tot goede werken. Dat heeft onmiskenbaar consequenties voor de praktijk van het leven. Maar het geheim van de geestelijke groei is nu juist dat die consequenties in een heilig leven tot eer van God voortvloeien uit een dieper inzicht in de vrijheid in Christus. De oude mens die nog springlevend lijkt, kun je alleen bestrijden in de wetenschap dat die oude mens met Christus nis gestorven. De opstanding van de nieuwe mens als groeiproces, de toenemend vreugde in God door Christus, wordt vooral ervaren in de belijdenis: Christus leeft in mij…” [email protected]