PMT Verslag Yvonne ten Voorde (137478)

advertisement
Inleiding in de
Psychomotorische
Therapie
Yvonne ten Voorde
Pagina |1
Inhoudsopgave
Inleiding ................................................................................................................................................... 2
Deel 1....................................................................................................................................................... 3
Complete beschrijving vakgebied psychomotorische therapie .......................................................... 3
Doel van Psychomotorische therapie.............................................................................................. 3
Werkwijze van een psychomotorische therapeut........................................................................... 3
Doelgroep ........................................................................................................................................ 3
Hulpvragen voor een PMT-er .......................................................................................................... 3
Instelling waar psychomotorische therapeuten kunnen werken ................................................... 4
Competenties .................................................................................................................................. 4
Theorieën en ideeën ....................................................................................................................... 5
Toekomstig vakgebied ..................................................................................................................... 5
Interview met een PMT-er .............................................................................................................. 6
Deel 2....................................................................................................................................................... 8
Eigen sessie 1 ....................................................................................................................................... 8
Voorbereiding sessie 1 .................................................................................................................... 8
Beoordeling sessie 1 ........................................................................................................................ 9
Eigen sessie 2 ....................................................................................................................................... 9
Voorbereiding sessie 2 .................................................................................................................... 9
Beoordeling sessie 2 ...................................................................................................................... 10
Deel 3..................................................................................................................................................... 11
Reflectie per les ................................................................................................................................. 11
Les 1 9-2-2016 ............................................................................................................................... 11
Les 2 16-2-2016 ............................................................................................................................. 11
Les 3 23-2-2016 ............................................................................................................................. 12
Les 4 8-3-2016 ............................................................................................................................... 13
Les 5 15-3-2016 ............................................................................................................................. 14
Les 6 22-3-2016 ............................................................................................................................. 14
Les 7 29-3-2016 ............................................................................................................................. 14
Reflectie over de gehele cursusperiode ............................................................................................ 15
Mijn kijk op de gehele cursus ........................................................................................................ 15
Tips en tops cursus PMT ................................................................................................................ 15
Bibliografie ............................................................................................................................................ 16
Inleiding in de psychomotorische therapie
Pagina |2
Inleiding
Voor mijn opleiding Sport Gezondheid en Management aan de Hanze Hogeschool in Groningen,
moesten vrije punten ingevuld worden doormiddel van cursussen. Een van de cursussen die ik
gekozen heb, is psychomotorische therapie. Deze cursus had zeven bijeenkomsten van ongeveer twee
uur.
De cursus heb ik gekozen, omdat ik later met mensen met een beperking wil gaan werken. Hierdoor
kan ik dingen die ik leer tijdens deze cursus, later toepassen bij de doelgroep. Door sport als middel te
gebruiken, kan het gedrag van de cliënten veranderd worden.
Het verslag bestaat ui drie delen. Het eerste deel geeft een beschrijving van het vakgebied en een
interview met een PMT-er weer. Het tweede deel zijn de eigengegeven sessies met reflectie en het
derde deel geeft de reflecties van alle sessies en over de gehele periode weer.
Veel leesplezier.
Inleiding in de psychomotorische therapie
Pagina |3
Deel 1
Complete beschrijving vakgebied psychomotorische therapie
Doel van Psychomotorische therapie
Het doel van psychomotorische therapie is, anders leren omgaan met problemen en meer naar het
eigen lichaam luisteren. Doormiddel van oefeningen het lichaam, gevoelens en gedragspatronen
leren herkennen en begrijpen. Wanneer de cliënt zijn eigen lichaam en gevoelens herken en begrijpt,
kunnen manieren aangeleerd worden om de problemen en klachten te verminderen of zelfs weg te
nemen, waardoor er gedragsverandering op treedt (vvgnet, 2012).
Werkwijze van een psychomotorische therapeut
Als eerst is er een intake met de therapeut, waar in wordt gekeken wat de klachten zijn en wat de
hulpvraag is. Wanneer de therapeut van de hulpvraag en de aard van de klachten op de hoogte is
wordt er een behandelplan gemaakt door de therapeut. Het behandelplan kan in overleg tussentijds
aangepast worden.
Tijden de sessies worden bewegingsvormen en lichaamsgerichte technieken gebruikt. Door deze
technieken en bewegingsvormen wordt de cliënt zich bewust van lichaamssignalen, gevoelens en
gedragspatronen.
De behandeling wordt per individu opgesteld. Er wordt gekeken wat effectiever is, individuele
therapie of in groepsverband en er wordt gekeken welke bewegingsvormen het effectiefst zullen zijn.
Tussentijds en aan het eind van de behandeling wordt er gekeken naar de behandelperiode en hoe
deze bevallen is (UMCG, 2016).
Doelgroep
Psychomotorische therapie kan bij alle leeftijden worden toegepast. De therapie kan individueel of in
teamverband gegeven worden. Klachten op psychosociaal niveau die de deelnemers kunnen hebben
zijn:
-
Somberheid,
Angsten,
Prikkelbaarheid,
Onzekerheid tegen over anderen,
Spanningen,
Eetproblemen,
Burn-out
Wat ook een doelgroep kan zijn, zijn kinderen (of volwassenen) die gepest zijn. Deze hebben vaker
een negatief zelfbeeld of emotie regulatie problemen, hierbij kan de therapie ook helpen (Joren,
2015).
Hulpvragen voor een PMT-er
De doelgroep die bij de therapie komt, heeft altijd een hulpvraag. Voorbeelden hier van zijn:
-
Beheersen van impulsen
Leren concentreren/luisteren
Verbeteren zelfzicht
Leren samenwerken
Omgaan met winnen/verliezen
Inleiding in de psychomotorische therapie
Pagina |4
-
Plezier beleven aan bewegen
Uiten, durven, doen en doorzetten,
“Vrienden maken”
Leren op tijd te stoppen
Zelfvertrouwen
Positief zelfbeeld
Niet zo snel boos worden (Bloemen van der laan, 2016).
Instelling waar psychomotorische therapeuten kunnen werken
De volgende instellingen zijn voorbeelden van instellingen waar psychomotorische therapeuten aan
het werk kunnen:
- Geestelijke gezondheidszorg,
- Verstandelijke gehandicaptenzorg,
- Forensische psychiatrie,
- Verslavingszorg,
- Psychogeriatrie,
- Jeugdhulpverlening,
- TBS- Kliniek
- Kinder- en jeugd psychiatrie,
- Speciaal onderwijs,
- Revalidatie (FVB, 2015).
Competenties
Belangrijke competenties voor een psychomotorische therapeut zijn:
-
Motorische vaardigheden,
Zelfstandig werken,
In teamverband werken,
Creativiteit
Inlevingsvermogen,
Motiveren,
Sociale vaardigheden.
Motorische vaardigheden: Deze zijn nodig, aangezien de therapeut de oefeningen voor moet kunnen
doen. Hiervoor moet de therapeut kracht hebben, lening zijn en voornamelijk behendig.
Zelfstandig werken: Tijdens de sessie is de therapeut zelfstanding aan het werk met een of meerdere
cliënten. Hierbij is geen hulp van andere therapeuten.
In teamverband werken: Naast de sessies die zelfstandig worden uitgevoerd, moet er overlegd
worden met andere hulpverleners om de cliënten te bespreken.
Creativiteit: Creativiteit is belangrijk, aangezien de oefeningen bij de problematiek van de cliënt
moeten passen. En aangepast moeten worden wanneer het niet past bij de cliënt.
Inlevingsvermogen: Inlevingsvermogen is nodig om te kunnen observeren, analyseren en heel
belangrijk kunnen luisteren naar de cliënt.
Motiveren: Oefeningen kunnen niet leuk of lastig zijn voor een cliënt, hierdoor zal de cliënt
gemotiveerd en gestimuleerd moeten worden. Wat daarbij kan helpen is het duidelijk vertellen wat
de bedoeling is van de oefening en waar het goed voor is.
Sociale vaardigheden: Tijdens de sessie moet je met de cliënt kunnen praten, maar ook kunnen
omgaan met moeilijke of afwijkende gedragingen (tijger, 2016).
Inleiding in de psychomotorische therapie
Pagina |5
Theorieën en ideeën
Psychomotorische therapie is gebaseerd op deels overlappende wetenschappelijke disciplines. De
filosofie, geneeskunde, bewegingswetenschappen en de sociale-, ontwikkelings-, klinische- en
gezondheidspsychologie.
Een relationeel bewegingsconcept
Bewegen kan op verschillende manieren bekeken worden. Voor Psychomotorische therapie sluit een
gedragswetenschappelijke benadering goed aan, waarbij het bewegen als relationeel gebeuren
wordt gezien. In deze benadering wordt er gefocust op intentionaliteit en de betrokkenheid van de
omgeving. Bij Psychomotorische therapie is het bewegen verbonden zijn met de omgeving en
betekenissen onderkennen en realiseren. Het relationeel bewegingsconcept is belangrijk, omdat de
doelstellingen liggen op het gebied van betekenisvol handelen en niet op het fysiek functioneren en
beter worden.
Het bio psychosociale model
Het relationeel bewegingsconcept wordt vaak gebruik, echter zijn er ook andere benaderingswijzen in
Psychomotorische therapie. Bij het gebruik van een bio psychosociaal model wordt gekeken naar
gezondheid en klachten. Het model onderscheidt drie subsystemen gerelateerd aan gezondheid die
elkaar continu beïnvloeden, het biologische- , psychologische- en sociale systeem. De therapeut kan
op niveaus van elk subsysteem een interventie geven.
Het levensloopperspectief
Problematiek in de levensgeschiedenis en het toekomstperspectief. In elke levensfase is het mogelijk
om veranderingsprocessen te ondergaan. Elke levensfase heeft specifieke mogelijkheden en
beperkingen op cognitief, sociaal, emotioneel en lichamelijk niveau. Voor een kind wordt meer
gekeken naar de ontwikkelingspsychologie, terwijl bij ouderen meer gekeken wordt naar
ouderenpsychologie.
Klinisch en sociaal psychologische referentiekaders
Psychomotorische therapie is een experimentele bewegings- en lichaam gerichte vorm van
psychotherapie, waarbij ook gebruik wordt gemaakt van constructen uit psychotherapeutische
referentiekaders. Drie hoofdstromingen zijn hierbij van belang. De cliënt centered therapie, waarbij
aandacht is voor lichaamsbewustzijn en (non) verbale expressie van emoties. Het psychodynamische
model, waarbij aandacht is voor innerlijke conflicten en uiting daarvan en het cognitiefgedragstherapeutisch model. Dit model biedt handvaten voor het ontwikkelen van systematisch
opgebouwde programma’s voor gedragstraining in combinatie met het bewerken van disfunctionele
cognities. Competentiebeleving, attributiestijl en zelfbeeld zijn ook verwant aan dit model.
Voor groepen richt psychomotorische therapie zich op groepsdynamica. Theorievorming over
therapeutische factoren van groepen en hoe deze optimaal benut kunnen worden. Voor gezinnen
wordt gebruik gemaakt van systeemtheoretische benadering, waarin net als bij groepsdynamica
theorievorming over non verbale aspecten van interactie extra van belang is.
De beschreven theoretische achtergronden geven aan vanuit welke kaders psychomotorische
therapeuten kunnen handelen en sessie kunnen vormgeven (Rijkepmt, 2009).
Toekomstig vakgebied
Nu ik informatie heb gezocht over PMT, een les heb mee gelopen bij mij stage en de lessen heb
gevolgd van de cursus, heb ik een goed beeld gekregen wat PMT is en kan doen voor mensen. Ik wil
graag gaan werken met mensen die een licht tot matig verstandelijke en/of lichamelijke beperking
hebben. Bij deze doelgroep kan PMT veel bijdragen, aangezien sommige cliënten het lastig vinden om
Inleiding in de psychomotorische therapie
Pagina |6
hun gevoelens te uiten, waardoor agressie, angst of verdriet kan optreden. Bijvoorbeeld wanneer er
op de woning een akkefietje is, kan het zijn dat een cliënt dit niet kan verwerken en er over kan
praten. Waardoor de cliënt boos of agressief worden. Door sport/bewegen als middel te gebruiken,
kan het gedrag veranderd worden, waardoor het uiten via een andere manier dan gesprekken
gestimuleerd kan worden.
Daarnaast komen enkele competenties overeen, zoals inlevingsvermogen, creativiteit en motiveren.
Cliënten met een beperking vinden nieuwe dingen vaak lastig of eng, hierdoor zal de cliënt
gemotiveerd moeten worden en eventueel via een creatieve manier gemotiveerd moeten worden om
toch iets nieuws te proberen. Ook moet er creatief omgegaan worden met het in een rolstoel zitten of
het niet kunnen gebruiken van een lichaamsdeel, wat voor de cliënt ook frustraties kan op leveren.
Door je in te leven in de mogelijkheden van de cliënt, kan je beter voorkomen dat er situaties komen,
waarin frustraties ontstaan door het niet kunnen uitvoeren van een oefening. Helemaal voorkomen
lukt niet, maar wel zo goed mogelijk. Per cliënt zal de opbouw van de sessies bekeken moeten
worden. Aangezien diep opzoek gaan naar emoties voor mensen met een beperking niet altijd
mogelijk is. Aangezien het geestelijke niveau dit soms niet toelaat. Wanneer dit het geval is zal dit
wellicht op een speelsere manier opgepakt kunnen worden.
Interview met een PMT-er
Interview Anne v/d Tuin PMT-er stichting De Trans (instelling voor mensen met een verstandelijke beperking
en/of Autisme Spectrum Stoornis. )
1. Heb jij een opleiding tot PMT-er gehad?
Ik heb 3 maand een opleiding tot master PMT-er gedaan. Alleen was het te druk in
combinatie met werk en thuissituatie.
Wel opleiding psychologie, sport en bewegen (CIOS) en orthopedie
2. Wat is volgens jou de kracht van PMT?
De lichamelijke ervaring die een cliënt op doet en het kunnen uiten, doormiddel van nonverbale communicatie, wanneer verbaal een moeilijke stap is. Zoals werken met
pictogrammen: angstig, blij, boos en verdrietig. Wanneer een cliënt zich niet verbaal kan
verwoorden hoe de cliënt zich voelt kan dit doormiddel van de pictogrammen aanwijzen. Ook
het gebruiken van een stoplicht (groen-> geen spanning, oranje -> opbouwende spanning,
rood -> hoog inde spanning) is makkelijker voor de cliënt om aan te geven hoe de cliënt zich
voelt, in plaats van het beschrijven van hoe hoog de spanning zit. Wat ook de kracht is, is het
insteken op sociaal/emotioneel vlak en niet op het cognitieve vlak.
3. Hoe pas je de sessie aan op een hulpvraag?
Goed luisteren wat de vraag is, om te weten waar het probleem ligt en kijken wat de cliënt
leuk vindt om te doen. Wanneer de cliënt de les vorm niet bevalt, zal het probleem niet
opgelost worden. De hoeveelheid sessies ligt aan de hulpvraag en de cliënt. Wanneer een
cliënt al veel therapieën voor die tijd heeft gehad, zal er waarschijnlijk meer sessie voor nodig
zijn, dan wanneer dit niet het geval is. Enkele cliënten hebben 3 jaar lang sessies nodig.
4. Hoe ziet een eerste sessie met een cliënt eruit?
 Eerst komt er een vraag vanuit een team, vaak de gedragsdeskundige van de cliënt,
 De vraag moet duidelijk worden gemaakt,
 Vervolgens wordt het door de PMT-er bedachte traject besproken met cliënt en
begeleider(s),
 Wat zegt de cliënt zelf over de vraag?,
 Werkwijze, hoe worden de sessies ingevuld, dit wordt besproken met de cliënt,
Inleiding in de psychomotorische therapie
Pagina |7
 Daarna wordt er begonnen met de sessies.
Wanneer nodig wordt er tussentijds veranderd van werkwijze. Stap voor stap worden
problemen opgelost.
5. Wat voor voorwerk doe je?
Lange termijn doelen worden per cliënt opgesteld met verschillende thema’s. Mogelijke
thema’s zij: motorische instrumentele sensibiliteit, motorische sociale sensibiliteit, ruimte,
kracht, lichaamsbeleving, vertrouwen en relaxatie (ontspanningsoefeningen).
Lichaamsbeleving komt het vaakst voor.
Voor de sessie, wordt per cliënt vooraf deels bedacht hoe de sessie zal verlopen, maar welke
activiteit (schommelen, fietsen, basketballen etc.) gedaan wordt in de sessie bekeken en
besproken met de cliënt.
6. Hoe bouw jij de lessen op?
Eerst met de cliënt zitten, problemen en gebeurtenissen bespreken, wanneer de cliënt hier
behoefte aan heeft (bijna altijd wel). Vervolgens bezig met een door de cliënt gekozen
activiteit bezig. Wanneer de spanning heel hoog is zal doormiddel van een activiteit en soms
materiaal als een knuffel geprobeerd worden de spanning te verlagen door ontspanning. (Een
voorbeeld: er wordt een knuffel mee gegeven aan de cliënt, zodat de cliënt bij hoge spanning
het knuffeltje kan pakken en aan het ontspannen moment kan denken. Wanneer dit niet
meer nodig is, komt de knuffel weer terug).
7. Wat zijn volgens jou competenties die een PMT-er moet hebben?
 Professionele houding
 Integer
 Empathie
 Kwetsbaarheid kunnen tonen
 Feedback geven
 Bewust zijn van eigen lichaamshouding
 Kunnen omgaan met afstand en nabijheid
 Bewust zijn van de context
8. Zijn de sessies vaak succes vol, of heb je ook een voorbeeld van een niet succesvolle sessie?
Een voorbeeld van een niet succesvolle sessie: een cliënt had ’s ochtends thuis al een slechte
start, niet lekker in het vel. Bij de groep liep het ook niet lekker, daarom had de cliënt geen zin
in PMT. De sessie had de cliënt geen zin in, ook niet in een activiteit en wilde niks. Daardoor
was de sessie niet succesvol en is er bijna niks gedaan, de cliënt was niet te motiveren.
Wanneer dit vaker is, zal er een overleg plaatsvinden met de gedragsdeskundige, zorg
coördinator en ondergetekende. Hierin worden de problemen terug gekoppeld. De reden
hiervoor is dat een sessie van PMT altijd succesvol moet zijn/iets moet brengen voor een
cliënt. De betrouwbaarheid is hierin ook erg belangrijk zowel voor cliënt als PMT-er.
9. Welke tips heb jij voor een beginnend PMT-er?
 Wees jezelf,
 Echtheid,
 Sta in je eigen kracht,
 Laat je niet meeslepen door bepaalde (negatieve) gevoelens,
 Focus bij de cliënt houden,
 Kijk ook naar jezelf.
Inleiding in de psychomotorische therapie
Pagina |8
Deel 2
Eigen sessie 1
Voorbereiding sessie 1
Doelgroep:
Deze sessie is bedoeld voor personen die angst hebben om zichzelf los te laten, waardoor deze
persoon het lastig vindt om de regie over het eigen lichaam aan anderen toe te vertrouwen.
Doelstelling:
Doormiddel van oefeningen de controle over het eigen lichaam aan anderen toevertrouwen.
Activiteiten:
Eerste activiteit: Ga met z’n tweeën tegenover elkaar staan en een steek de arm uit de andere pakt de
arm vast. De bedoeling is dat de gene die de arm uitsteek zijn arm volledig ontspand en de gene die
de arm vast heeft gaat er mee schudden. Hierdoor kan je duidelijk zien of de gene die zijn arm
uitsteekt de arm ontspand of juist aanspant. Bij de oefening wissel je van rol en van partner.
Tweede activiteit: Ga met z’n tweeën tegen over elkaar staan en pak elkaars armen vast bij de polsen.
Wanneer de armen goed worden vastgehouden, spreek je af wie eerst helemaal naar achteren gaat
leunen. Daarna wordt er gewisseld. Ook wordt er van partner gewisseld.
Derde activiteit: Wanneer de andere twee oefeningen goed zijn gegaan, gaan twee zitten op de grond
met de rug tegen elkaar aan. De armen in elkaar en vervolgens tegelijk op gaan staan en weer gaan
zitten. Hierbij is het van belang dat de twee elkaar vertrouwen, anders gaat deze oefening niet
lukken. Ook hierbij wordt van partner gewisseld.
Organisatie tekening
Attitude therapeut:
Begrijpend reageren, wanneer iemand moeite heeft of het niet durft. Het tempo van de sessie
aanpassen op de cliënt en hulp aanbieden wanneer nodig.
Interventie therapeut:
Vragenstellen als:
-
Hoe voel je je erbij?
Heb je meer tijd nodig voor de oefening of kunnen we verder?
Vind je het lastig om los te laten?
Vind je het aan het eind van de sessie makkelijker je los te laten dan aan het begin?
Inleiding in de psychomotorische therapie
Pagina |9
Beoordeling sessie 1
Beoordeeld door: Myrthe, Marrit & Berber
Organiseren:




Uitleg duidelijk en helder
Geen materialen maar wel veel lichamelijk contact
Goed om de veiligheid gedacht
Kan iets uitgebreider en langer
Begeleiden:




Contact was vriendelijk en lief
Nog meer de taak van therapeut op je nemen, wat wil jij?
Meer positief bekrachtigen
Je bent enthousiast
Overige opmerkingen:




Ervaringen worden gedeeld, doordat je dit vraagt
Je vraagt of er ook ervaringen uit het dagelijks leven zijn
Doel volgende keer beter benoemen
Interventie wordt steeds geëvalueerd.
* Mijn eigen reflectie staat in deel 3
Eigen sessie 2
Voorbereiding sessie 2
Doelgroep:
De doelgroep zijn personen die alles zelf willen doen en geen hulp willen bij zaken die ze denken alleen
te kunnen.
Doelstelling:
De deelnemers laten ervaren dat geholpen worden ook een fijne ervaring kan zijn.
Activiteiten:
Eerste activiteit: De deelnemers gaan in tweetallen werken. Een van de twee zorgt dat hij/zij niks
meer ziet de ander pakt die gene bij de hand en neemt haar mee door de zaal. Onderweg moet er een
hoepel, hoedje en tennisbal gepakt worden. In dezelfde volgorde moeten deze om/op een pion
gedaan worden. Vervolgens wisselen van rol.
Tweede activiteit: De deelnemers werken weer in tweetallen en weer met gesloten ogen. Vervolgens
wordt het zelfde uitgevoerd, alleen deze keer wordt degene niet bij de hand gepakt maar begeleidt
met de stem. De drie materialen moeten weer in de volgorde hoepel, hoedje, tennisbal gepakt
worden en om/op de pion gedaan worden.
Derde activiteit: De deelnemers werken weer in tweetallen en weer met gesloten ogen. Vervolgens
wordt het zelfde uitgevoerd, alleen deze keer wordt degene niet begeleidt met de stem, maar moet
degene het helemaal zelf doen en zelf de weg zoeken. De gene die begeleidt, zorgt alleen dat die gene
niet valt over materialen op de grond of tegen iemand aan loopt. De drie materialen moeten weer in
de volgorde hoepel, hoedje, tennisbal gepakt worden en om/op de pion gedaan worden.
Inleiding in de psychomotorische therapie
P a g i n a | 10
Organisatie tekening
Attitude therapeut:
Zorgen dat de deelnemers zich op hun plaats voelen en voelen dat er hulp is wanneer dat gewenst
wordt. Het tempo kan daar op aangepast worden. Daarnaast duidelijk uitleggen wat de bedoeling is
en aangeven waarvoor het is.
Interventie therapeut:
Vragenstellen als:
-
Hoe vond je het om geleidt te worden
Wat vond je fijner? Geleidt worden met de hand, met de stem of zelf uitzoeken?
Had je het idee dat de spanning op liep? En bij welke vorm het meest?
Voelde je ook frustraties?
Beoordeling sessie 2
Beoordeeld door: Myrthe, Marrit, Marlous & Berber
Organiseren:




Veilige omgeving
Duidelijke uitleg
Goed gebruik van verschillende materialen
Goede opbouw oefening
Begeleiden:




Goede houding bij de uitleg
Een paar keer goed gemotiveerd
Maakt ook tussentijds contact met de groep
Rustige houding
Overige opmerkingen:
 Doel goed voor ogen, na de oefening ook duidelijk het doel verteld
 Goede vragen gesteld, soms meer doorvragen
 Evalueert goed, door te vragen welke oefening het fijnst voelde
* Mijn eigen reflectie staat in deel 3
Inleiding in de psychomotorische therapie
P a g i n a | 11
Deel 3
Reflectie per les
Les 1 9-2-2016
Met de bal lopen en ruilen
Tijdens het lopen met de bal moest ik er eerst aan wennen om naar de houding van anderen te kijken.
Na dat ik wist dat met deze oefening gezien kon worden wat voor verschillende houdingen anderen
hebben bij zo’n oefening, ging ik er meer bij voelen en merkte ik de verschillen ook dat sommige
minder snel oogcontact maakte dan anderen. Uiteindelijk deed iedereen het wel, alleen het tempo
erin verschilde. In hoeverre ik zelf meteen oogcontact maakte vind ik lastig te zeggen. Ik heb het
gevoel dat ik het wel snel maakte met iedereen, alleen kunnen anderen dat anders interpreteren.
Met de bal overgooien om namen te leren kennen
Bij deze oefening geldt het zelfde als de vorige oefening. Door te kijken hoe iemand oogcontact
maakt, maar voor mijzelf vond ik het een fijne opdracht om de namen te leren kennen, waardoor ik
fijner met de mensen om kan gaan door de bij de naam te noemen.
Met je ogen dicht naar de muur lopen
Door op een keer op mijn eigen manier(op gevoel) naar de muur te lopen, de tweede ronde liep ik
zonder na te denken naar de overkant in een hoger tempo. Dit vond ik minder prettig dan de eerste
keer aangezien ik de eerste keer meer het idee had dat ik mezelf onder controle had en dat ik wist
wanneer ik er bijna was. De tweede keer had ik veel minder het idee dat ik er bijna was.
Naar elkaar toe lopen en stop zetten
Deze oefening vond ik wel leuk om te doen, omdat ik op een bepaald moment echt voelde dat ik die
gene tegen over mij dichtbij genoeg vond. Dit verschilde een klein beetje tussen de twee verschillende
personen, maar dit was een nihil verschil.
Met een stok tussen ons in lopen en leiding nemen of volgen.
De eerst keer had geen van ons echt te leiding, het ging vanzelf. Bij het een voor een leiding nemen,
vond ik het allebei goed. Bij beide had ik een goed gevoel, zowel bij het leiding nemen als bij het
volgens van de leider.
Deze sessie had ik aan het begin wat herkenning van vroeger. Vroeger was ik heel verlegen, waardoor
ik het lastig vond om mensen aan te kijken. Inmiddels heb ik daar veel minder last van, maar bij
sommige anderen zag ik dat ze dat ook een beetje hadden. Juist omdat ik er vroeger last van had,
lette ik er op hoe ik daar nu mee omging.
Les 2 16-2-2016
Op je buik liggen, terwijl een bal over je lichaam gaat.
Ik wist niet wat ik van deze oefening zou vinden, maar ik vond het wel lekker. Het voelde als een soort
kietelen/ massage over je rug, ik vond het ontspannend. Ik vond het ook niet erg dat het gedaan werd
door een van de meiden. Om het bij een meid te doen op de rug vond ik grappig, maar ik vond het wel
wat raar, aangezien het niet iets is wat je vaak doet.
Inleiding in de psychomotorische therapie
P a g i n a | 12
Matten op geschatte breedte van je heupen leggen.
Dit vond ik wel lastig om in te schatten. Ik weet dat mijn heupen niet heel breed zijn, maar de
inschatting van boven af vond ik wel lastig. Ik had de matten te ver uit elkaar gelegd, na dat ik op
stond zag ik dat mijn inschatting niet klopte vooraf. Verder vond ik het niet moeilijk om te doen,
aangezien ik niet ontevreden ben over mijn lichaam.
Je lichaam laten omtrekken met krijt op de grond.
Deze opdracht deed mij aan vroeger denken, aangezien we ons op de basisschool ook wel eens
moesten laten omtrekken. Daarom vond ik het wel grappig om weer te doen. Echter het aangeven
van mijn positieve punten hoefde toen niet. Ik vond dit best lastig, aangezien ik weinig delen van mijn
lichaam echt lelijk vind of juist heel mooi. Maar ik heb uiteindelijk wel een keuze kunnen maken waar
ik tevreden over was. Het uitkiezen van de twee andere meiden hun mooie punten vond ik
makkelijker. Aangezien je naar een ander kan kijken en dan vaak wel iets moois ziet. Dit vond ik dan
ook niet lastig om te doen en aan de meiden te vertellen.
Observeren
Dit vond ik nog wel wat lastig, aangezien ik moest observeren bij het gooien van de bal op de pion.
Doordat ik vooral op de bal aan het letten was, lette ik minder op de houding. Maar wel heb ik een
aantal punten op gepikt die mij opvielen. Deze heb ik haar terug gegeven, ze gaf aan dat het wel
redelijk klopte wat ik had opgemerkt.
Deze sessie zag ik voornamelijk bij anderen dat ze het lastig vonden om hun lichaam te accepteren,
zelf heb ik hier niet zo’n last van, want ik ben tevreden met mijn lichaam. Wel kan ik mijn goed
voorstellen, wanneer je niet tevreden bent met je lichaam, doordat je liever wat slanker was, wat
steviger wil zijn of wat meer gespierd, dat je het lastige oefeningen vindt, aangezien het wel
confronterend is. Echter was het goed te zien, dat het lastig is, maar misschien ook wel uit
zelfbescherming iedereen van mijn groepje zichzelf breder inschatte bij de matten, inclusief mijzelf.
Want niemand vindt het leuk om de matten uiteindelijk verder uit elkaar te moeten leggen, omdat je
dacht dat je dunner was dan dat je bent.
Les 3 23-2-2016
Eigen sessie
Deze week mocht ik mijn eigen sessie geven. Ik vond het best lastig om wat te bedenken voor de les.
Na wat op internet te hebben gekeken, had ik twee oefeningen bedacht. De eerste opdracht was het
schudden van de arm van een ander om te kijken of deze persoon de arm kan loslaten. De tweede
opdracht was het hangen naar achteren terwijl een ander je vast houdt. Het waren leuke opdrachten,
alleen bleek het wat kort achteraf. Zelf vond ik dat ik duidelijke uitleg gaf, alleen doordat ik het lastig
vond om volledig in mijn rol te gaan stond ik niet altijd even goed boven de groep. Ik vond dat lastig,
omdat ik het met drie meiden deed die de oefeningen niet lastig vond om te doen. Daardoor ging het
gevoel van er boven staan wat weg. De oefeningen waren goed, alleen moeten wat uitgebreid
worden voor de volgende sessie die ik ga geven. Met de gekregen feedback heb ik een beeld gekregen
hoe anderen over mijn sessie dachten. Met de punten die ik heb gekregen kan ik mij de volgende keer
verbeteren. Voornamelijk het meer voor/boven de groep staan is een belangrijk punt, wanneer je
sessies geeft. Ook het meer positief bekrachtigen vind ik belangrijk, aangezien cliënten dit erg nodig
kunnen zijn, helemaal wanneer ze onzeker zijn. Ik ben blij met de feedback en dat ze eerlijk zijn
geweest. Daardoor kan ik mij verder ontwikkelen.
Inleiding in de psychomotorische therapie
P a g i n a | 13
Les 4 8-3-2016
Energie level omhoog brengen
Voor deze oefening had ik gekozen voor een bal die ik ging overgooien met Marlous. We gooiden
continu op verschillende manieren, dit zorgde er voor dat mijn energie leven iets steeg. Wat ik vooraf
niet had verwacht.
Boos, Blij, Bang, Bedroeft
De volgorde van de hoedjes was bij mij als volgt: Blij en Bedroeft op een paar stappen van mij
vandaan en Bang en Boos een heel eind weg. Ik had hier voor gekozen, omdat ik aan de ene kant blij
was, maar ook bedroeft (misschien niet helemaal het juiste woord) omdat ik geen zin had in de les
omdat ik erg moe was. Bang en boos ervaarde ik niet, waardoor deze ver bij mij weg stonden. Ik vond
het wel goed om er over na te denken hoe ik mij voelde. Aangezien ik daar normaal niet erg bij stil
sta.
Stok duwen
Bij deze oefening merkte ik wel als ik aan een boos moment dacht, dat ik harder kon duwen. Ook
merkte ik dat wanneer ik er geluid bij moest maken, dat ik dit niet prettig vond en daardoor juist
minder hard duwde. Dit komt ook omdat ik dat normaal nooit doe en ook wat onzeker om geluid te
gaan maken bij een dergelijk oefening. Bij het tegenhouden, merkte ik dat ik op de
gezichtsuitdrukking van mijn tegenspeler lette, waardoor ik mij daar (onbewust) op aanpaste.
Rood, oranje, groen
Met het gooien van de bal, vond ik het prettig om steeds harder te kunnen gooien. Normaal sta ik er
niet bij stil hoe hard ik een bal gooi, maar nu ik steeds harder moest vond ik het lekker. Bij het hardst
gooien heb ik een keer geluid gemaakt, alleen dit werkte alleen maar tegen. Zonder geluid ging het
beter. Dit heeft ook weer te maken met het normaal niet doen en daardoor onzeker aanvoelen.
Badminton/smashen
Deze oefening voelde ik niet zoveel bij. Ik had meer het gevoel van even lekker badmintonnen. Dit had
ik misschien anders moeten aan pakken, om te zorgen dat ik het anders ervaarde. Bij het smashen
probeerde ik hard te smashen, alleen dit mislukte meestal, waardoor ik er wel klaar mee was. Omdat
ik niet dicht genoeg bij de muur stond. Dit wist ik van mijzelf, maar aangezien er veel mensen gooiden
leek het mij niet handig om dichterbij te gaan staan en had ik daar ook geen zin in om dat aan te
geven.
Vragenstellen
Bij de oefening van iemand in een hoek duwen doormiddel van leiding nemen in het duwen van de
stok was ik de therapeut. Hierbij merkte in meteen weerstand van de cliënt. Deze wilde de leiding
continu overnemen. Hier ben ik met mijn vragen ook op in gegaan en probeerde ik steeds door te
vragen. Hierdoor voelde in mij wel in de rol van therapeut en merkte ik dat ik met de vragen de cliënt
ook liet nadenken. Dat was leuk om te ervaren, dat er echt over werd na gedacht met wat ik wilde
bevragen.
Deze sessie had ik weinig zin en was ik moe. Dit merkte in meteen met het uitvoeren van de
oefeningen. Ik ging overal wat minder voor als dat ik normaal zou doen. Wel heb ik aan alles mee
gedaan en ook wel inzet getoond. Voornamelijk het geluid maken om meer kracht te zetten vond ik
erg ongemakkelijk. Ik werd er onzeker door wat negatief werkte op de kracht. Doordat ik het niet fijn
Inleiding in de psychomotorische therapie
P a g i n a | 14
vind om in het middelpunt te staan, hou ik er niet van om geluid te maken bij de oefening. Omdat het
voor mij niet natuurlijk voelt en om zomaar geluid te maken en ik het idee heb dat anderen dan
allemaal naar mij gaan kijken.
Les 5 15-3-2016
Afwezig
In verband met stage in de avond.
Les 6 22-3-2016
Bedenk met vier materialen een spelvorm
Bij deze oefening moest ik met vier andere meiden tegelijk met vijf jongens een spelvorm bedenken
met een hockeybal, hockeystick, handbal en een stok. Ik vond het best lastig om wat te bedenken,
aangezien de materialen niet echt bij elkaar horen. Maar wel vond ik duidelijk dat je met deze
oefening, maar ook de andere oefeningen die deze les aan de orde kwamen het verschil zag tussen
mannen en vrouwen. Normaal sta ik niet stil bij dit duidelijke verschil, nu ik dat wel deed was het wel
leuk om te zien hoe groot dat verschil is in sommige oefeningen.
Bedenk 10 typische mannen en 10 typische vrouwen eigenschappen
Voor de mannen hadden wij: competitie, rationeel, verantwoordelijk, vlak in emotie, eigenwijs,
materieel/prestatiegericht, jager, doeners, vriendengroep en slordig.
Voor de vrouwen hadden wij: denkers, emotioneel, twijfelaars, relatiegericht, empathisch, praten,
toekomstgericht, zorgzaam, gezondheid en verzorging/uiterlijk.
Deze eigenschappen, vind ik soms wel wat getypeerd, maar over het algemeen gezien zal elke man of
vrouw wel voldoen aan een aantal van de 10 genoemden.
Deze sessie vond ik de verschillen tussen de mannen en vrouwen erg aangedikt. Met de oefeningen
werd wel duidelijk dat er een verschil is, echter in het dagelijks leven vind ik dat je dat minder duidelijk
ziet dan dat in de sessie naar voren kwam. Dit komt misschien ook wel doordat tijdens de sessie
duidelijke settingen waren.
Les 7 29-3-2016
Eigen sessie
Deze week heb ik mijn eigen sessie geven. Voor de les had ik een oefening bedacht, die ik op drie
manieren ging uitvoeren. Waarbij de deelnemers konden ervaren dat het laten leiden door een ander
ook fijn kan zijn, in plaats van alles zelf willen doen. Deze sessie had ik goed voorbereidt en ik wist
precies wat ik wilde doen en kon het daarom ook goed uitleggen. Het doel had ik aan het begin nog
wel beter kunnen uitleggen, dit deed ik nu na de oefening. Tijdens de uitvoering moest ik soms erg
lachen, omdat het er grappig uit zag. Dit zou in een sessie met een echte cliënt niet kunnen. Het
stellen van vragen vond ik niet aldoor even makkelijk. De basis vragen zoals: welke vorm vond je fijner
of hoe voelde je erbij lukten prima, maar daarna nog doorvragen vond ik nog lastig. Als ik daar
achteraf op terug keek, had ik dat beter kunnen aanpakken en waren er ook mogelijkheden voor om
door te vragen. Als ik kijk naar deze sessie en de vorige, vond ik mijn oefening beter en stelde ik al
betere vragen. Voornamelijk het doorvragen is voor mijn nog een leerpunt. Met de feedback die ik
deze keer heb gekregen, kan ik naar boven halen dat ik tijdens mijn tweede sessie de punten van de
eerst keer heb aangepakt. Dit keer was mijn houding goed en de sessie was uitgebreider dan de
vorige keer. Het meer doorvragen heb ik mee gekregen als verbeter punt voor een volgende keer. Hier
Inleiding in de psychomotorische therapie
P a g i n a | 15
kan ik mijn goed in vinden, want dit vind ik ook lastig, vooral omdat ik het lastig vind om iemand te
raken tot zijn pijnpunt/probleem.
Reflectie over de gehele cursusperiode
Mijn kijk op de gehele cursus
Wanneer ik op de gehele cursus terugkijk, vond ik het een leuke en leerzame cursus. In het begin vond
ik het lastig om mij in te leven. Ik had er een nuchtere kijk op, dit maakte het moeilijk om in te zien dat
cliënten doormiddel van niet te moeilijke oefeningen geholpen kunnen worden. Daarnaast heb ik een
keer mee gelopen bij een sessie op stage. Dit was met een vrouw met een beperking. Deze sessie liep
anders dan in de cursus, maar dit komt ook doordat de vrouw een beperking heeft en de les altijd het
zelfde verloop heeft. Eerst even praten, vervolgens een bewegingsvorm. Door met deze sessie mee
gelopen te hebben, heb ik wel een extra beeld gekregen van hoe een sessie ook kan lopen. Na mate
de cursus vorderde, kreeg ik een beter beeld over hoe PMT kan helpen. Ik heb geleerd dat oefeningen
niet moeilijk hoeven te zijn, maar simpele oefeningen voor personen die PMT volgen erg kunnen
helpen en bijdragen aan het verdwijnen of verminderen van problemen. Voornamelijk les 2 en 4
hebben mij geholpen om een beter beeld te krijgen over PMT. De oefeningen in die lessen gaven een
duidelijk beeld en waren goed uit te voeren, waardoor ik het me beter kon inbeelden. Ook in het
dagelijks leven komen verschillende vormen naar voren zoals het wel al dan niet aan kijken van
mensen en het leiding nemen of geven. Doormiddel van oefeningen kunnen punten aangepakt
worden en kunnen mensen veranderen van hun gedrag. Ook dagelijkse gedragingen die iedereen
heeft kunnen worden veranderd door middel van PMT.
Tips en tops cursus PMT
Tops:
-
Verschillende hulpvragen behandeld in korte tijd.
Tussentijds een sessie geven, daardoor verdiep je je al snel in PMT en heb je de mogelijkheid
om jezelf te verbeteren.
Het tempo waarin alles werd behandeld.
Af en toe een persoonlijk voorbeeld noemen, dit geeft een duidelijk beeld.
Je laat het open, wil je iets niet, dan hoeft het niet.
Tips:
-
Het tijdstip(mocht je hier invloed op hebben) een half uur later is fijner (voor mij), i.v.m. stage,
eten en door naar cursus.
Feedback sturen naar iedereen afzonderlijk in plaats van in de groep, na de eerst gegeven
sessie, zodat je voor jezelf weet wat je moet verbeteren.
Inleiding in de psychomotorische therapie
P a g i n a | 16
Bibliografie
Bloemen van der laan. (2016). Psychomotorische Therapie (PMT). Opgeroepen op maart 1, 2016, van
Bloemen van der laan: http://www.bloemenvanderlaan.nl/pmt
FVB. (2015). psychomotorische therapie. Opgeroepen op maart 3, 2016, van Federatie
vaktherapeuten beroepen:
http://www.vaktherapie.nl/pages/nl/over_vaktherapie/info_vaktherapie_en_creatieve_ther
apie/psychomotorische_therapie
Joren. (2015). Psychomotorische therapie. Opgeroepen op maart 3, 2016, van Joren cousin:
http://www.jorencousin.com/
Rijkepmt. (2009). Beroepsprofiel psychomotorisch therapeut. Opgeroepen op mei 23, 2016, van
rijkepmt: http://www.rijkepmt.nl/images/beroepsprofiel%20pmt%202009.pdf
tijger, C. (2016). Hbo-opleiding Psychomotorische Therapie en Beweginsgagogie. Opgeroepen op
maart 3, 2016, van Carriere tijger:
http://www.carrieretijger.nl/opleiding/gezondheidszorg/psychomotorische-therapie-enbeweginsgagogie
UMCG. (2016). Psychomotorische therapie. Opgeroepen op maart 2, 2016, van UMCG:
https://www.umcg.nl/NL/Zorg/Volwassenen/zob2/psychosen/behandelingen/Psychomotori
scheTherapie/Paginas/default.aspx
vvgnet. (2012). Psychomotorische therapie (PMT). Opgeroepen op maart 2, 2016, van vvgnet:
http://www.vggnet.nl/upload/pdf/folder4125_PsychomotorischeTherapie.pdf
Inleiding in de psychomotorische therapie
Download