Preek en gespreksvragen

advertisement
Preek over Markus 4: 35-41. JFC, 19 maart 2017
Themapreek bij het Jaarthema 'Verbinding'. Thema: 'Jezus is erbij, ook in de stormen!'
Geliefde vrienden in Jezus Christus,
Binnen onze gemeente van zo'n 900 mensen hadden we tot december j.l. al bijna
twee jaar geen begrafenis gehad, hoewel velen van ons in de persoonlijke kring wel verlies
meemaakten. Maar dit jaar zijn er al drie begrafenissen geweest en een aantal andere leden
is ernstig ziek. Wanneer je rouw, verdriet of ziekte meemaakt dan kan dat voelen als een
storm die je leven overspoelt. Juist dan hebben we de bemoediging en het gebed van de
gemeente hard nodig. Dit, en de lijdenstijd waarin we ons bevinden, zijn redenen waarom
we ons bezinnen op de hevige storm die Jezus en zijn discipelen meemaakten.
De verbinding die we met elkaar hebben als gelovigen kan door stormen hechter worden.
De verbinding die we hebben met Jezus en met onze hemelse Vader kan ook sterker worden
door beproevingen die we meemaken. Tegelijk roept dat vragen op. Wat hebben de stormen
die wij meemaken bv. te maken met het lijden dat Jezus zelf onderging? In de groeigroepen
kunt u hierover doorpraten en daarbij ook voor elkaar en voor anderen bidden.
In de bijbel lezen we over Jona die in een zware storm terecht kwam. En over Paulus
die wel twee weken rondzwalkte op de Middellandse Zee voordat zijn stuurloze schip bij de
kust van Malta schipbreuk leed. Vele leerlingen van Jezus waren vissers en die wisten uit
ervaring dat het op het meer van Galilea behoorlijk kon stormen. Dit meer ligt in een kom
tussen de berghellingen en de wind kan plotseling van over de bergen opsteken en fikse
stormen veroorzaken. Hebt je zelf ooit in een houten boot een storm meegemaakt die je
bedreigde? Ik wel, toen we 20 jaar geleden een jaar of vijf in Midden-Sulawesi woonden aan
de rand van het grote Posomeer. Toevallig is onze dochter Linda met haar man Elbert en hun
kinderen daar deze week en dus denken we er vaak aan terug. Destijds kwam de Zwitserse
directeur van onze zendingsorganisatie op bezoek en we hadden speciaal voor hem en z'n
vrouw een houten scheepje afgehuurd om aan de andere kant van het meer, na zo'n twee
uur varen, een orchideeëntuin te gaan bekijken en er te picknicken. Een aantal collega's van
de bijbelschool waar ik toen lesgaf ging ook mee dus we waren wel met een man of twintig
en onze, toen nog jonge kinderen waren er ook bij. De orchideeëntuin was prachtig en de
picknick erg geslaagd. De kapitein van de vissersboot maande ons wel steeds aan om op tijd
terug te gaan maar toch werd het laat, te laat merkten we even later.
Het Posomeer ligt helemaal in het binnenland en is aan alle kanten omringd door fikse
groene heuvels. Net als bij het meer van Galilea kan het er flink spoken en dat gebeurde ook
toen we een uurtje onderweg waren. De wind stak op en de golven werden steeds hoger.
Vrouwen en kinderen werden naar beneden in het ruim verbannen. Het houten bootje
kreunde aan alle kanten onder het geweld van de wind en de golven en de kapitein
probeerde naar de dichtstbijzijnde oever te komen om er te schuilen. Maar de golven
werden vrij snel wel twee, drie meter hoog en het schip bonkte hard op de golven. Je voelde
de houten planken van het dek onder je voeten schuiven. Ik zie nog de blik van ontzetting in
de ogen van onze directeur. "Henk, we have to pray!" riep hij en dat deden we. Het gevoel
dat je als sterke kerels niks anders kon doen in dat geweld van water, wind en golven terwijl je vrouw en kinderen hulpeloos zijn, dat gevoel van ontzetting kan ik nog voelen.
Onze kinderen weten ook nog goed hoe bang ze waren. De kapitein riep dat we allemaal een
plank of een stuk hout moesten pakken wanneer de boot kapot zou slaan. Gelukkig
gebeurde dat niet en bereikten we een inham waar we twee uur stil lagen totdat de storm
wat ging liggen en daarna laveerden we in het donker langs de kust terug naar ons dorp.
Twee weken later kwam ik langs de haven en zag dat de bewuste boot half onder water lag.
Door de storm was er zoveel schade ontstaan dat de boot lek was geslagen, dus we hebben
toen nog maar eens gedankt dat we het overleefd hadden.
De storm die Jezus en zijn discipelen overviel, was ook erg heftig. In vers 37 lezen we:
"Er stak een hevige storm op en de golven beukten tegen de boot, zodat die vol water kwam
te staan." De leerlingen van Jezus maakten hem in paniek wakker, want ze dachten dat ze
zouden vergaan. Dat wil heel wat zeggen omdat velen van hen ervaren vissers waren.
Het meer van Galilea ligt er vandaag nog meestal heel vredig bij. Je kunt er nu tripjes maken
met de z.g. Jesus boat. Maar nog kan het er, m.n. aan het eind van de middag, flink spoken.
Deze geschiedenis zorgde dat vanaf het vroegste begin de Kerk is afgebeeld als een schip.
Liederen als 'scheepje onder Jezus' hoede' en 'Ruwe stormen mogen woeden' zijn nog
populair in vissersdorpen als Urk/Katwijk en Bunschoten.
In Markus 4 lezen we hoe Jezus op de dag ervoor een groep mensen onderwees bij het
meer. In 4: 1 wordt zelfs gesproken over 'een enorme menigte'. Het was zo druk dat hij zelf
in de boot op het meer ging zitten, terwijl de mensen op de oever bleef staan. De boot was
een soort preekstoel geworden. Dit versterkt het beeld van een boot als symbool van de
Kerk. Want wij komen naar de kerk om er Gods stem te horen en Hem te ontmoeten. Maar
er is dus ook die andere kant dat het schip van de Kerk soms in ruig water terecht kan komen
en dat ons geloof in dreigende situaties beproefd kan worden. Jezus wilde het meer
oversteken, wellicht op zoek naar een rustige plek waar hij met zijn leerlingen kon uitrusten
en doorpraten. Door de drukke tijd die hij had gehad viel hij als een blok in slaap op een
kussen achter in de boot. Toen stak de storm op: heftiger dan de discipelen gewend waren.
Het lijkt haast op een demonische aanval waarbij de tegenstander wachtte totdat Jezus
sliep. Deze storm is zo angstaanjagend en heftig dat ze totaal in paniek raken.
Wij maken dat soms ook wel mee. Er zijn kleine en grotere stormen die soms ons
levensscheepje bedreigen en die het schip van de kerk vaak bijna doen vergaan. Je kunt
ineens een berichtje krijgen, een mail, een app-je of telefoontje die je de adem beneemt:
een beroerd bericht over ziekte of een ongeluk van geliefden; de uitslag van een onderzoek;
een bericht over ontslag of faillissement op je werk of over de scheiding van je kinderen.
Vaak zijn het kleine stormen en valt het na de eerste schrik wel mee. Maar soms zijn het ook
grote stormen die heel je leven op z'n grondvesten doen schudden: verschillende van ons
weten daarover mee te praten.
Soms lijkt het of de Kerk in een voortdurende storm is terecht gekomen en, net als Paulus in
zijn tijd, tijdenlang rondzwalkt zonder stuur en lijkt te vergaan. Gelovige vluchtelingen uit
Syrië en Irak, Zuid-Soedan en Nigeria ervaren dat maar ook wij kunnen dat gevoel krijgen als
we zien hoe de kerken in ons land achteruit gaan. Je kunt in zo'n storm het gevoel krijgen dat
Jezus slaapt. 'Meester, kan het u dan niet schelen dat wij vergaan?', roepen de discipelen en
wellicht brandt die vraag ook wel eens op je eigen tong als je ziet hoe geliefden lijden en dat
ondanks onze gebeden het alleen maar beroerder lijkt te gaan.
De nadruk ligt er bij Markus op dat Jezus dit alles gebruikt om zijn leerlingen te
vormen. Ze zouden later nog veel heftiger stormen meemaken waarbij het leek alsof er niets
overeind bleef. Hier leren ze dat Jezus machtiger is dan de natuurkrachten. In hoofdstuk 5
zien ze in het land van de Gerasenen dat Jezus groter is dan demonische krachten. Met het
dochtertje van Jaïrus leren ze dat Jezus macht heeft over ziekte en zelfs over de dood.
Maar die les is niet zomaar geleerd. De onrust en de stress gieren in de storm door hun lijf;
ze denken dat hun einde nabij is. Wij kunnen ook dat gevoel hebben en ons afvragen: 'Heer,
waar bent U? Kan het u dan niks schelen wat we meemaken?'
Het mooie is hier wel dat de leerlingen met hun wanhoop en vragen naar Jezus toe
gaan. Ze schudden hem wakker. Dat zie je ook in de psalmen als er gebeden wordt: 'Heer,
waarom verbergt u zich? U slaapt toch niet?' Daar zit een belangrijke les in.
Met de stormen van ons hart, met de lastige vragen kunnen we blijkbaar bij God terecht.
Want we weten dat Hij aan onze kant staat, dat Hij nooit ver weg is.
Jezus wordt wakker en wat doet Hij? Hij bestraft zijn bange leerlingen niet om hun
paniek en ongeloof. Hij gaat aan hun kant staan en spreekt juist de wind en het water
bestraffend toe; hij beteugelt de demonische chaoskrachten.
En dan komt het kolkende meer geheel tot rust. Het wordt heel stil; er komt vrede in plaats
van angst. Want wij hebben een God die leeft en die almachtig is.
Je kunt altijd en overal bij Hem terecht. Dus wees niet bezorgd maar laat Hem weten wat je
nodig hebt en dank Hem in al je gebeden. Dan zal de vrede van God, die alle verstand te
boven gaat, je hart en gedachten bewaren (Fill. 4:6-7).
'Zwijg! Wees stil!' zegt Jezus tegen de storm. Hier en in het volgende hoofdstuk van Markus
laat Hij zien Wie Hij is: dat Hij groter is dan ze beseffen.
Wat er ook gebeurt, Jezus is erbij, ook in de zwaarste storm die je kan treffen.
'Al is de zee ook hol en hoog en zweept de storm ons voort,
Wij hebben 's Vaders Zoon aan boord en veilig strand voor 't oog.'
Dat geeft moed en vertrouwen, kalmte en vrede, soms zelfs midden in een storm.
Maar in de stilte erna volgt wel een lastige vraag.
Jezus zegt tegen zijn leerlingen: 'Waarom was je nu zo angstig? Waar was je geloof?
Vertrouwen jullie me nog steeds niet?'
Hier kijkt Jezus terug op wat er gebeurde. Hij wil iets blootleggen in de harten van zijn
leerlingen - hun twijfel, hun vragen, hun angst, hun ongeloof.
Als we eerlijk zijn is dat heel herkenbaar: want hoewel we geloven in Jezus als Heer wordt
ook in ons hart soms overspoeld door golven van paniek en twijfel. Het donker van pijn, van
ziekte en dood en graf, dat alles maakt ons bang en onzeker.
De Heer brengt ons soms in stormen om ons te leren dat we Hem ook dan kunnen
vertrouwen, opdat we beseffen dat Hij zegt: 'Ik ben met je, alle dagen, tot het einde.'
Betekent dit dat je als gelovige geen vragen meer hebt? Nee, dat zeker niet. Wij beleven in
deze gebroken wereld vaak dingen waarop we geen passende antwoorden ontvangen. Jezus
had in hfst 4: 17 in de gelijkenis van het zaad ook al gezegd dat ze het bij beproeving of
vervolging moeilijk zouden krijgen. Maar met die vragen en emoties kun je wel bij God
terecht - al ontvang je dan niet altijd sluitende antwoorden over het hoe en waarom.
Het gevolg van Jezus' optreden was dat zijn leerlingen werden bevangen door grote
schrik, door een diep ontzag. Ze zeggen tegen elkaar: 'Wie is Hij toch, dat zelfs de wind en
het meer hem gehoorzamen?'
Dat zouden ze zich in de dagen erna nog veel vaker afvragen en zo groeit in hen, dwars door
de stormen heen, hun vertrouwen in Jezus als de Gods Zoon.
Het doel van de stormen in ons leven is dat ons ontzag voor de Heer groeit, dat ons geloof
en vertrouwen in hem toeneemt. In stormen en beproevingen leren we dikwijls meer dan
wanneer alles ons voor de wind gaat. Wij leven in een tijd en cultuur waarin we verwachten
dat alles voorspoedig gaat, waarin we proberen ons maximaal te verzekeren voor tegenslag.
Maar vroeg of laat ontkomen we niet aan de gebrokenheid en dan is het beter dat je gehard
bent in de strijd.
Daarom zegt de bijbel dat we moeten leren ons te verheugen in moeilijkheden, al mogen we
die nooit bewust opzoeken.
Doel van de stormen is dat we beseffen: Jezus is groter dan ik wist, nog groter!
Zo is de Heer met ons bezig, met elk van ons persoonlijk maar ook met ons als gemeente, als
land en volk, met heel zijn kerk, met onze wereld.
Bij ons als zijn volgelingen groeit daardoor ons geloof en het ontzag voor Hem.
Bovendien is Hij niet een Heer die aan de zijkant als toeschouwer toekijkt hoe wij
zitten te worstelen in onze bootjes. Hij zit bij ons in de boot, al beseffen we het niet en lijkt
het soms alsof Hij slaapt. Want Hij is onze levende Heer, Hoofd van de Kerk.
Op het moment dat dit gebeurde was Jezus zelfs al onderweg naar de felste stormen die een
mens kan bedenken: de beproevingen in Getsemané en op Golgotha.
Hij weet wat het is om angstig te zijn, want Hij riep tot de Vader in zijn angst. 'Heer, als het
kan, laat deze drinkbeker aan mij voorbij gaan. Maar niet wat ik wil, maar wat U wilt,
geschiede.'
Aan het kruis schreeuwde Hij het uit in zijn eenzaamheid, van God en mensen verlaten: 'Mijn
God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten.'
Jezus ging heel bewust de heftigste storm in - de golven van Gods toorn om onze zonden
sloegen over hem heen. Toen was er geen goddelijk ingrijpen op het laatste moment. Hij
verging in onze plaats door de hevige storm van Gods woede.
Hij verging zodat wij ons nooit meer zullen vergaan of totaal verlaten worden.
Hij deed dat uit liefde voor ons, juist omdat Hij zich zo om ons bekommert.
Omdat Hij zichzelf zo heeft gegeven, weten u en ik nu dat we als zijn kinderen altijd
vastgehouden zullen worden, wat er ook gebeurt.
Want we hebben Gods Zoon aan boord en kunnen daarom nooit meer vergaan.
Amen.
Gespreksvragen naar aanleiding van de preek op 19 maart 2017 over de storm op het meer.
(Niet alle vragen hoeven te worden besproken. Kies die vragen die voor jullie groep het meest
relevant zijn. Probeer het ook toe te passen op je eigen leven en bid daarna ook voor elkaar.)
1. Lees samen Markus 4: 35-41.
Wat valt je als eerste op in deze tekst?
Als je de preek erover hebt gehoord, wat is je daaruit dan vooral bijgebleven?
2. Schrijf 5 kleine of grotere 'stormen' op die je zelf in je leven hebt meegemaakt.
Deel er allemaal 2 of 3 van in je groep.
3. Ben je eens met de stelling uit de preek dat de Heer stormen in ons leven vaak gebruikt om
ons te vormen? Is dat ook in je eigen ervaring gebeurt en wanneer/hoe weet je dat?
4. 'Waar was jullie geloof?', vroeg Jezus aan zijn leerlingen.
Waaruit blijkt ons geloof als we het moeilijk hebben in ons leven?
Hoe kunnen we op zulke momenten elkaar helpen? Wat helpt juist niet?
5. Lees Matteüs 16: 13-26
Wat betekent het voor ons om Jezus te volgen op de weg van het kruis?
Krijgt dat in jouw leven wel eens concreet gestalte?
6 Zijn we in onze welvaartscultuur, ook als gelovigen, te veel ingesteld op comfortabel leven?
Hoe kunnen we als Christenen ook andere prioriteiten ontwikkelen?
7. Ken je mensen of organisaties die momenteel stormen meemaken?
Hoe kunnen wij hen bijstaan of voor hen bidden?
8. De kerken in Nederland/Europa verkeren momenteel in zwaar weer.
Hoe moet onze houding zijn in die situatie? Hoe blijven we zelf alert en waakzaam?
9. In de preek werd ook het lijden van Jezus genoemd als een storm in zijn leven.
Ben je het daarmee eens? Wat leren we daarin van Jezus?
Is het reëel om ons eigen leven met het zijne te vergelijken?
10. Lees Jakobus 1: 2-4. Zijn de beproevingen hier te vergelijken met stormen?
Lees ook Jakobus 1: 12-15. Wat is het verschil tussen beproevingen en verleidingen?
Download