November 2016 9 december 2016 In november ontving de GGD de volgende meldingen: 1 melding van E. Coli 1 melding van acute hepatitisB 1 melding van chronische hepatitis B 2 meldingen van hepatitis C 6 meldingen van kinkhoest 2 meldingen van legionella 2 meldingen van salmonella E.Coli: de gemelde patiënt heeft de besmetting in Nederland opgedaan. Het afnemen van een voedselanamnese heeft geen duidelijke besmettingsbron opgeleverd. Acute hepatitis B: bij de gemelde patiënt was sprake van een opvlammen van een langer bestaande chronische infectie tengevolge van een immuunsysteemonderdrukkende behandeling. Chronische hepatitis B: de gemelde patiënt is afkomstig uit een land waar hepatitis B veel voorkomt. contactonderzoek werd opgestart. Hepatitis C: er werden twee mensen met een chronische hepatitis C infectie gemeld. De besmettingsbron is in beide gevallen niet duidelijk geworden. Het kan ongeveer tien tot twintig jaar duren voordat iemand die besmet is duidelijke klachten krijgt. Hepatitis C wordt in de meeste gevallen chronisch: ongeveer 80% van de mensen die besmet raken, krijgen een chronische leverontsteking waarbij het hepatitis C virus langdurig in het lichaam aanwezig blijft. Hierdoor kan de lever ernstig ontstoken raken. Bij 20% van de mensen met chronische hepatitis C ontstaat levercirrose. Levercirrose is een ernstige leverziekte, waarbij gezond weefsel in de lever vervangen wordt door littekenweefsel. Levercirrose kan ook een verhoogde kans geven op het ontstaan van leverkanker. Kinkhoest: er werden in november 6 patiënten gemeld, bij één patiënt was sprake van een risicocontact in de directe leefomgeving. Kinkhoest is vooral risicovol voor jonge baby’s die nog niet of niet volledig tegen kinkhoest gevaccineerd zijn. Eind vorig jaar heeft de Gezondheidsraad geadviseerd om zwangere vrouwen in het derde trimester van de zwangerschap een vaccinatie tegen kinkhoest aan te bieden zodat baby’s ook voordat zij de kinkhoestvaccinatie gekregen hebben beter beschermd zijn. De verwachting is dat de minister van VWS dit advies overneemt. Legionella: er werden deze maand twee patiënten gemeld. In beide gevallen werd de besmetting in het buitenland opgedaan. Salmonella: er werden twee op zichzelf staande patiënten gemeld, die allebei in Nederland besmet zijn geraakt. De besmettingsbron is niet duidelijk geworden. Overige meldingen en signalen: Meldingen artikel 26: drie kindercentra en twee basisscholen uit de regio maakten melding van meerdere kinderen met huiduitslag (krentenbaard, roodvonk, hand-voet-mondziekte). Daarnaast werden er meerdere personen met acute maagdarmklachten gemeld door drie kindercentra en twee verpleeghuizen (norovirus). Besmettingsaccidenten: er werden drie besmettingsaccidenten gemeld waarbij mensen zich prikten aan een gebruikte naald en één accident waarbij sprake was van bloedcontact bij een reanimatie. Daarnaast werden er drie reisgerelateerde rabies incidenten gemeld. Het ging in alle gevallen om een risicovol contact met een zoogdier (gekrabd door aap, gekrabd door kat, aangevallen door meerdere wilde honden). Brucella: vanuit de NVWA werd een hond met een brucella suis infectie gemeld. De menselijke contacten van de hond werden in kaart gebracht. Een aantal medewerkers van een diergeneeskundig laboratorium kregen antibioticaprofylaxe en worden serologisch vervolgd. De NVWA doet onderzoek naar de besmettingsbron en heeft een aantal honden in de directe omgeving van de besmette hond onderzocht. Brucella komt in Nederland sporadisch voor. Mensen kunnen besmet worden door contact met besmette dieren of door het consumeren van rauwe melk of rauwmelkse producten. Als mensen ziek worden is er sprake van een sluimerend begin en tamelijk aspecifieke klachten als koorts, hoofdpijn, moeheid en gewrichtsklachten. De ziekte kan behandeld worden met antibiotica en bij niet tijdige ontdekking chronisch worden. Brucellose is wereldwijd een van de meest voorkomende arbeidsgerelateerde infectieziekten in laboratoria. Blootstelling aan brucellose kan plaatsvinden in alle laboratoria voor medische microbiologie, zoals onderzoekslaboratoria voor dierlijke of menselijke materialen waar gericht onderzoek plaatsvindt naar brucellose, maar ook in een algemeen ziekenhuislaboratorium waar de ziekteverwerker van te voren niet bekend is (bron: RIVM). Antibiotica Awareness Week: in de week van 14 november werd wereldwijd extra aandacht gegeven aan de toenemende antibioticaresistentie. Iedereen kan een infectie door resistente bacteriën oplopen, bijvoorbeeld doordat andere mensen resistente ziekteverwekkers verspreiden. Zo’n infectie is moeilijker te behandelen dan een infectie door ‘normale’ bacteriën die nog wel gevoelig zijn voor alle antibiotica. Voor mensen met een verminderde weerstand, zoals ziekenhuispatiënten, vormt antibioticaresistentie een groter risico. Zij hebben meer kans op een bacteriële infectie die soms leidt tot ernstige klachten. Zijn resistente bacteriën de oorzaak van deze klachten, dan helpt de gebruikelijke behandeling niet. De artsen moeten dan zoeken naar een geschikte kuur. In Nederland komen, in tegenstelling tot in veel andere landen, relatief weinig resistente bacteriën bij mensen voor. Dit komt omdat artsen terughoudend zijn met het voorschrijven van antibiotica en zorginstellingen, zoals ziekenhuizen en verpleeghuizen, alert zijn op deze problematiek. Daarnaast is het antibioticagebruik in de veehouderij de laatste jaren aanzienlijk teruggedrongen. Vogelgriep: in november werd vanuit meerdere Europese landen hoogpathogene vogelgriep (H5N8) bij wilde watervogels gemeld. In Nederland werden op verschillende plaatsen, waaronder ook de regio Gooi en Vechtstreek, besmette watervogels aangetroffen. Inmiddels zijn er een aantal besmette vleeseendenbedrijven geruimd. Er werd een landelijke ophokplicht afgekondigd en er geldt een aangescherpte bezoekregeling voor pluimveebedrijven. Pagina 2 van 2