Zwangerschap, postpartumperiode en werk - Opdrachten - In dit document staan drie soorten opdrachten die kunnen worden gebruikt bij cursussen rondom de NVAB richtlijn ‘Zwangerschap, postpartumperiode en werk’. Bij elke opdracht staat welke leerdoelen ermee kunnen worden behaald. U kunt bij de opdrachten gebruik maken van het bestand ‘Casuïstiek’ bij de NVAB richtlijn ‘Zwangerschap, postpartumperiode en werk’. Maar natuurlijk zijn ook casus uit de eigen praktijk bruikbaar. Opdracht 1: Casusbespreking Opdracht 2: Advisering werkgever (als casusbespreking) Opdracht 3: Gesprek met het management om te investeren in een preventief consult van zwangeren Deskundigenuitwerkingen van casus 1 t/m 11 (zie ‘Casuïstiek’) NVAB RL Zwangerschap en postpartum – Opdrachten – Oktober 2007 1 Opdracht 1: Casusbespreking In een stapsgewijze casusbespreking krijgen de deelnemers enkele keren nieuwe informatie aangeboden nadat de discussie over de vorige stap is afgerond. De casussen staan in het document ‘Casuïstiek’ bij de NVAB Richtlijn ‘Zwangerschap, postpartumperiode en werk’. Aanpak De aanpak is als volgt: - Kies de leerdoelen uit onderstaande tabel. - Kies de bij het leerdoel passende vraag uit de tabel. Neem vervolgens de daarbij genoemde stap van de casus en koppel de vraag aan deze stap. Natuurlijk zijn er ook andere vragen te maken als u zelf leerdoelen maakt. - Lever de casus aan in de vorm van 1 stap per A4. - Neem per casus ongeveer 30 tot 45 minuten. - Houd bij gebruik van casus 1 t/m 11 de uitwerking van de deskundigen achter de hand. Geef na afloop de uitwerking aan de deelnemers of lees deze voor. Discussieer zonodig over een verschil met de aanpak van de deelnemers. Leerdoelen en vragen Het algemene leerdoel van de casusbehandeling is: het toepassen van de kennis uit de richtlijn ‘Zwangerschap, postpartumperiode en werk’. Er kunnen echter ook diverse gerichtere leerdoelen gekozen worden. Per leerdoel kunnen één of meer vragen worden gesteld bij de casus. Hieronder wordt dit in tabelvorm weergegeven. Leerdoel Vraag Nummer casus en stap Benoemen van gegevens die nog ontbreken bij een consult. Beschrijven van een risicoprofiel bij een individuele casus tijdens diverse stadia van de zwangerschap, bij preventief consult en tijdens verzuimspreekuur. Welke gegevens heb je nog nodig om een interventie te formuleren? Is er een verhoogd risicoprofiel? Casus 1, stap 1 Beschrijven van risico’s in een instelling. Benoemen van interventies naar het individu in diverse stadia van de zwangerschap. Inzetten van acties naar het werksysteem in diverse stadia van de zwangerschap. Casus 2 stap 1 Casus 5 Casus 6 Casus 7, stap 1 en 2 Casus 8 Casus 9 Casus 10 Casus 11 Welke risico’s voor zwangeren zijn Casus 1, stap 3 er in deze instelling? Casus 3, stap 1 Casus 4 Casus 7 Welk interventie(s) zijn op basis Casus 1, stap 2 van de richtlijn aangewezen? Bij Casus 2, stap 2 preventief consult en bij Casus 5 verzuimspreekuur. Casus 6 Casus 7, stap 1 en 2 Casus 8 Casus 9 Casus 10 Casus 11 Welke acties adviseer je het Casus 1, stap 2 werksysteem in het een concrete Casus 2, stap 2 individuele casus? Bij preventief Casus 3 consult en bij verzuimspreekuur. Casus 5 Casus 6 Casus 7, stap 1 en 2 Casus 8 NVAB RL Zwangerschap en postpartum – Opdrachten – Oktober 2007 2 Adviseren over beleid Kiezen van verwijzing naar (para) medicus Formuleren vraagstelling aan (para)medicus Hoe ziet een advies naar een bedrijf in een concrete casus eruit? Is verwijzing naar een (para) medicus in een betreffende casus aangewezen? Wat is de vraagstelling bij verwijzing naar een (para)medicus? NVAB RL Zwangerschap en postpartum – Opdrachten – Oktober 2007 Casus 1, stap 3 Casus 4 Casus 2, stap 2 Casus 5 Casus 6 Casus 7 Casus 5 3 Opdracht 2: Advisering werkgever Leerdoel Het doel van deze opdracht is te oefenen in het adviseren van een bedrijf. Tijdsduur Een dergelijke casusbespreking voer je uit in groepjes van 4 tot 5 collega’s. Per casus neem je ongeveer 30 tot 45 minuten. Toelichting U kunt voor deze opdracht gebruik maken van casus 1 (stap 3), casus 3 of casus 4 of uiteraard een eigen casus. Met behulp van de casus kunt u besprekingen met verschillende leerdoelen opzetten. Afhankelijk van deze leerdoelen formuleert u de vragen bij de casus. Hieronder een aantal voorbeelden van leerdoelen en vragen die u voor deze casusbespreking kunt formuleren. Mogelijke leerdoelen en vragen Voorbeelden van leerdoelen - Het geven van voorlichting over wettelijke verplichtingen om de risico’s voor zwangeren en vrouwen postpartum in kaart te brengen; - Het nagaan of de arbeid op de juiste wijze en zonder risico’s georganiseerd is (o.a. arbeidshygiënische strategie); - Het adviseren tot (ontwikkeling en) uitvoering en het uitdragen van een protocol ‘informatievoorziening en voorlichting’; - Het adviseren aan de werkgever bij elke melding van zwangerschap een preventief consult door de bedrijfsarts uit te laten voeren. Voorbeelden van vragen bij de casus - Welke onderdelen neem je in deze casus op in je voorlichting over wettelijke verplichtingen en hoe formuleer je deze? - Welke risico’s signaleer je bij een bedrijf in deze sector die relevant zijn voor zwangeren? - Wat zou je de werkgever in deze casus adviseren met betrekking tot een beleid voor zwangeren en postpartum? - Hoe argumenteer je je advies voor een preventief consult? NVAB RL Zwangerschap en postpartum – Opdrachten – Oktober 2007 4 Opdracht 3: Gesprek management over investering in preventief consult Leerdoel Het kiezen van argumenten waarmee je als bedrijfsarts (eventueel samen met een arboverpleegkundige) het management kunt overtuigen om te investeren een preventief consult van zwangeren. Het oefenen van een gesprek om het management te overtuigen om te investeren in een preventief consult. Tijdsduur Deel 1 voorbereiding: minimaal 30 minuten Deel 2 gesprek: minimaal 30 minuten Toelichting Wanneer er in een bedrijf of instelling zwangeren (kunnen) zijn, is het van belang dat de werkgever investeert in preventie. Als bedrijfsarts, eventueel samen met een arboverpleegkundige, moet je soms moeite doen om zo’n werkgever te overtuigen van nut en noodzaak. Je kunt deze opdracht uitvoeren met een eigen casus (een beschrijving van een bedrijf) van één van de deelnemers of met casus 1, 3 of 4 uit het bestand casuïstiek. Werkwijze Deel 1: Voorbereiding van het gesprek Ga in een groepje van 4 (maximaal 5 of 6) bedrijfsartsen (en eventueel arboverpleegkundigen) bij elkaar zitten. Lees de casus door. Pak de richtlijn erbij waar het over preventief consult gaat. Neem ook de informatiebrief voor de werkgever erbij. Eén van jullie is de bedrijfsarts van dit bedrijf. Hij of zij gaat volgende week met het management praten en wil het management ervan overtuigen dat een preventief consult zonvol is. Je gaat met dit groepje dat gesprek voorbereiden. Gebruik daarbij de volgende vragen: - Wat wil je concreet bereiken met het aanstaande gesprek? - Welke argumenten zouden de werkgever kunnen overtuigen? - Wat zou de werkgever aan tegenargumenten inbrengen? - Hoe begin je het gesprek? - Hoe ziet zo’n preventieprogramma er op hoofdlijnen uit, zoals jij het aan de werkgever gaat uitleggen? - Wat mis je nog aan kennis of gegevens voor je gesprek van volgende week en hoe ga je daaraan komen? - Ga je de informatiebrief aan de werkgever gebruiken, en zo ja wanneer? Deel 2: Rollenspel van het gesprek Verdeel de rollen: 1 bedrijfsarts 1 manager 1 arbo-verpleegkundige 1 observator De bedrijfsarts en de arbo-verpleegkundige gaan het gesprek voeren met de manager. Dit duurt ongeveer 15 minuten. De observator observeert het gesprek. NVAB RL Zwangerschap en postpartum – Opdrachten – Oktober 2007 5 Vragen na afloop van het gesprek: Aan de manager: wat vond je van de argumenten (inhoud) en van de manier van praten (relatie) door bedrijfsarts en arbo-verpleegkundige? Zou jij als werkgever overtuigd zijn? Aan de bedrijfsarts en de arbo-verpleegkundige: kon je je argumenten kwijt? Heb je je doel bereikt? Aan de observator: Hoe ging het gesprek? Waar zijn verbeterpunten? Liggen die op argumentatie (inhoud) of op sfeer en communicatie (relatie)? Wat zijn leerpunten voor jezelf? NVAB RL Zwangerschap en postpartum – Opdrachten – Oktober 2007 6 Deskundigenuitwerking van casus 1: ‘De waterpokken’ Stap 1 Het ontbrekende gegeven is of ze zelf waterpokken heeft doorgemaakt. De kans hierop is kleiner bij mensen die enig kind zijn of die afkomstig zijn uit (sub)tropische gebieden. Stap 2 Individuele actie: - negatieve anamnese: verwijzen naar ziekenhuis en bepalen immuunstatus indien het risicocontact minder dan 96 uur geleden is; - starten met Varicella Zoster ImunnoGlobuline (VZIG) bij negatieve status of als deze uitslag niet binnen de 96 uur termijn bekend is; - bij reeds waterpokken of contact meer dan 96 uur geleden heeft VZIG geen zin meer. Actie naar het werksysteem: Bij aanvang van de werkzaamheden vrouwelijke werknemers in de vruchtbare periode in de gezondheidszorg, het primair onderwijs en kinderopvang screenen op varicella (waterpokken). Stap 3 De risico’s in deze sector zijn: - Fysieke belasting - Werktijden - Werkdruk - Chemische stoffen - Biologische agentia Interventies richting bedrijf: - Adviseer de werkgever over de wettelijke verplichtingen om de risico’s voor zwangeren en vrouwen postpartum in kaart te brengen. - Adviseer de werkgever vast te stellen of de arbeid op de juiste wijze en zonder risico’s georganiseerd is (o.a. arbeidshygiënische strategie). - Adviseer over de (ontwikkeling en) uitvoering en het uitdragen van een protocol ‘informatievoorziening en voorlichting’. - Adviseer de werkgever bij elke melding van zwangerschap een preventief consult door de bedrijfsarts uit te laten voeren. NVAB RL Zwangerschap en postpartum – Opdrachten – Oktober 2007 7 Deskundigenuitwerking van casus 2: ‘Druk, druk, druk’ Er is sprake van een risicoprofiel. Plan van aanpak: - Werkgebonden risicoprofiel: mogelijk werkdruk, intercontinentale reizen: onregelmatige werktijden en afhankelijk van reisbestemming: biologische belasting en extreme temperaturen. Advies aan werkneemster en werkgever: - Uitleg over invloed van stress op uitkomst zwangerschap. - Werkdruk in loop van zwangerschap verminderen. - Streven naar regelmatige werktijden. - Genoeg rustperiodes tussendoor. - Infectierisico’s nagaan. - Bepaalde vaccinaties vermijden. In het preventieve consult moet ook aandacht zijn voor tijd na de bevalling: is er al nagedacht over de opvang, overleg met partner? Overleg met de leiding is zinvol. Mogelijk een keer uitleggen dat zwangerschap invloed heeft op de belastbaarheid en andersom, dat stress schadelijk kan zijn voor de baby. Wel in overleg met de werkneemster. Verwijzing niet noodzakelijk. Vervolgafspraak: bij klachten of als leiding niet openstaat voor eventuele werkaanpassing NVAB RL Zwangerschap en postpartum – Opdrachten – Oktober 2007 8 Deskundigenuitwerking van casus 3: ‘Het verpleegtehuis’ Mogelijke risico’s in een verpleeghuis: - Fysieke belasting - Werktijden - Werkdruk - Chemische stoffen - Biologische agentia Advies aan de werkgever kan inhouden: - Adviseer de werkgever over de wettelijke verplichtingen om de risico’s voor zwangeren en vrouwen postpartum in kaart te brengen. - Adviseer de werkgever vast te stellen of de arbeid op de juiste wijze en zonder risico’s georganiseerd is (o.a. arbeidshygiënische strategie). - Adviseer over de (ontwikkeling en) uitvoering en het uitdragen van een protocol ‘informatievoorziening en voorlichting’. - Adviseer de werkgever bij elke melding van zwangerschap een preventief consult door de bedrijfsarts uit te laten voeren. NVAB RL Zwangerschap en postpartum – Opdrachten – Oktober 2007 9 Deskundigenuitwerking van casus 4: ‘Het chemische bedrijf’ De risico’s liggen in de gebieden: - Chemische stoffen - Fysieke belasting - Werktijden? - Werkdruk? Het advies aan de werkgever: - Adviseer de werkgever over de wettelijke verplichtingen om de risico’s voor zwangeren en vrouwen postpartum in kaart te brengen - Adviseer concreet om te beginnen met de risico’s van chemische stoffen in kaart te brengen. Nadere invulling zwangerenbeleid: - Eventueel andere risico’s in kaart brengen (zie boven). - Adviseer de werkgever vast te stellen of de arbeid op de juiste wijze en zonder risico’s georganiseerd is (o.a. arbeidshygiënische strategie). - Adviseer over de (ontwikkeling en) uitvoering en het uitdragen van een protocol ‘informatievoorziening en voorlichting’. - Adviseer de werkgever bij elke melding van zwangerschap een preventief consult door de bedrijfsarts uit te laten voeren. Het advies aan de werkneemsters: Er mag rond de conceptie, tijdens de zwangerschap en borstvoedingsperiode geen blootstelling plaatsvinden aan: - Stoffen die een direct genotoxisch werkingsmechanisme kennen. Dat zijn alle mutagene en een belangrijk deel van de carcinogene stoffen. Er kan voor deze stoffen namelijk geen veilig blootstellingsniveau worden vastgesteld. (Stoffen op de lijst voor carcinogene, mutagene en voor de voortplanting giftige stoffen: zie http://home.szw.nl en/of www.arbo.nl) Overige stoffen: bepaling limiet door deskundige arboprofessional (zie bijlage 1 en 2 van de Europese richtlijn 92/85/EEG zie: http://eurlex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=CELEX:31992L0085:NL:HTML en/of : http://nl.osha.europa.eu/). Raadpleeg zonodig de helpdesk van het NCvB. Verband tussen de casus (open ruggetje) en het werk in het laboratorium. Het is aangetoond dat vrouwen die beroepsmatig zijn blootgesteld aan oplosmiddelen een verhoogde kans hebben op een kind met aangeboren afwijkingen of een miskraam. A1 Martin 1998. Er zijn aanwijzingen dat vrouwen die beroepsmatig zijn blootgesteld aan oplosmiddelen een hoger risico lopen op een kind met een gespleten lip en/of gehemelte B Laumon 1996. Oftewel, het is mogelijk dat er een verband is in deze casus. NVAB RL Zwangerschap en postpartum – Opdrachten – Oktober 2007 10 Deskundigenuitwerking van casus 5: ‘Postpartum depressie vorige zwangerschap’ Ja, er is een verhoogd risicoprofiel. Plan van aanpak: - Werkgebonden risicofactoren: Mogelijk werkdruk en bij reizen: werktijden, biologische agentia en extreme temperaturen - Persoonsgebonden risicofactoren: belaste obstetrische anamnese: postpartumdepressie in VG: kans op recidief is groot. Advies werkneemster en werkgever, afhankelijk van verloop (zijn er klachten, ervaart ze stress?): - Preventief stress vermijden (in ieder geval bij klachten of uitval (zie bijlage 1). - Stress beperken: regelmogelijkheden: meer vrijheid in werktijden, aanpassen werktempo en werkduur. Uitleg aan leiding. - Reizen: overweeg dit te vermijden als dit onregelmatige werktijden of extreme temperaturen tot gevolg heeft of blootstelling aan schadelijke biologische agentia. Overleg met de leiding is aangewezen (met toestemming werkneemster) Een eenmalige verwijzing naar een specialist is te adviseren. Vervolgafspraak: in ieder geval later in de zwangerschap of tijdens bevallingsverlof 8 weken na de bevalling) om te checken hoe de zwangerschap verloopt en of de werkaanpassingen zijn gerealiseerd. NVAB RL Zwangerschap en postpartum – Opdrachten – Oktober 2007 11 Deskundigenuitwerking van casus 6: ‘Eindelijk zwanger’ Een verhoogd risicoprofiel is mogelijk. Plan van aanpak: - Werkgebonden risicofactor: fysieke belasting in het werk/ werkdruk (bijlage 1) - Persoonsgebonden risicofactor: bij normaal verloop is deze zwangerschap met IVF geen reden tot verhoogd risicoprofiel, ook niet vanwege rugklachten (bijlage 5). Advies aan werkneemster en leidinggevende: - Nagaan wat de fysieke belasting is. Adviezen meegeven over vermijden fysieke belasting uit bijlage 1, met name staan en lopen en tillen. - Idem over werkdruk: eventueel extra pauzes nemen. Overleg met leidinggevende, in overleg met werkneemster. Verwijzing niet nodig. Vervolg: bij klachten of als werkaanpassing niet gerealiseerd wordt: terugkomen. NVAB RL Zwangerschap en postpartum – Opdrachten – Oktober 2007 12 Deskundigenuitwerking van casus 7: ‘Verpleging is zwaar werk’ Stap 1 Er is sprake van een verhoogd risicoprofiel. Plan van aanpak: - Werkgebonden risicofactor: fysieke belasting en onregelmatige werktijden. Advies aan werkneemster en werkgever: - Fysieke belasting aanpassen, volgens bijlage 1 aanpak - Geen onregelmatig werk na de 20e week, zie aanpak bijlage 1. Als de werkneemster dit wenst: eerder stoppen dan na 20e week. Voer overleg met de leiding na toestemming van de werkneemster. Verwijzing is niet geïndiceerd. Overweeg een vervolgafspraak. Dit is mede afhankelijk van de werkneemster en het verloop van het overleg met de leidinggevende. Maar in ieder geval is een vervolgafspraak gewenst bij klachten of als de werkaanpassing niet gerealiseerd wordt. Stap 2 Bekijk het risicoprofiel uit het preventieve consult. Ga na of het werk daarna is aangepast en of dat voldoende was. Persoonsgebonden factoren: - Er zijn diverse klachten (moe, harde buiken, pijn in de rug). Als de aanpassingen voldoende gerealiseerd waren, overweeg dan ander werk, geen fysiek belastend werk meer. De volgorde van de interventies is: - eerst werk aanpassen (fysieke belasting zoveel mogelijk vermijden) - daarna andere functie (geen fysieke belasting meer) - daarna pas (gedeeltelijk) ziek melden. NVAB RL Zwangerschap en postpartum – Opdrachten – Oktober 2007 13 Deskundigenuitwerking van casus 8: ‘Ik ben zo moe!’ Als er nog geen risicoprofiel is opgesteld bij een preventief consult, begin dan daarmee. Er is een verhoogd risicoprofiel: mogelijk werkdruk en vermoeidheid. Vraag verder na: - Ervaart Monica hoge werkdruk, weinig regelmogelijkheden of beslissingsvrijheid en weinig sociale ondersteuning? - Is werkdruk de oorzakelijke factor in het werk? - Zijn er andere oorzakelijke factoren? Bijvoorbeeld situationele factoren zoals ondersteuning partner, belasting huishouden en andere kinderen. Advies aan de werkneemster: - Werkdruk verminderen, zie bijlage 1 kolom aanpak. - Rusttijd 1 uur per dag. Als dat niet genoeg is: verminderen werktijden. - Privé meer ondersteuning vragen. Wat betreft het verzuim: dat hangt af van het gesprek. Indien mogelijk het aantal werkuren per dag beperken. Vervolgafspraak maken bij verzuim na 3 weken. NVAB RL Zwangerschap en postpartum – Opdrachten – Oktober 2007 14 Deskundigenuitwerking van casus 9: ‘Rustig aan doen’ Het risicoprofiel is veranderd sinds het preventieve consult. Er is een persoonsgebonden risicofactor gekomen: hypertensie tijdens zwangerschap. Advies aan de werkneemster: - Beperking van dagelijkse werkzaamheden, extra rust. - Werktijd verminderen bijvoorbeeld halve dagen of helemaal stoppen. - Er is dus een reden tot verzuim. In eerste instantie is overleg met de leidinggevende niet nodig. Maak een afspraak over 3 weken. Als de bloeddruk niet daalt terwijl ze nog halve dagen werkt dan is het advies om eerder langs te komen. Dan kan alsnog volledig ziekmelden zijn aangewezen. NVAB RL Zwangerschap en postpartum – Opdrachten – Oktober 2007 15 Deskundigenuitwerking van casus 10: ‘Nog elke nacht twee keer eruit!’ Er is een persoonsgebonden risicofactor gekomen: bevalling van premature baby. Een ziekenhuisopname van drie weken. Daarnaast is ze moe. Er is zeker een reden tot verzuim. Overweeg extra verlof krijgen vanwege de ziekenhuisopname (zie bijlage 2). Daarnaast zou de fysieke belasting in het werk moeten verminderen, en zou ze het werk kunnen opbouwen. Geef haar uitleg over het advies dat je geeft. Maak een afspraak over 3 weken, om te checken of het dan wel gaat. NVAB RL Zwangerschap en postpartum – Opdrachten – Oktober 2007 16 Deskundigenuitwerking van casus 11: ‘Bekkenklachten’ Er is een persoonsgebonden risicofactor bij gekomen: bekkenklachten. Dit is een reden tot verzuim. Advies aan de werkneemster: - Dosering van beweging afgewisseld met rust, fysiotherapie voortzetten. - Werktijden aanpassen, overweeg om thuis te werken en/of halve dagen. Dan langzaam opbouwen. Verwijzing is in eerste instantie niet nodig. Wel een schriftelijk advies van de behandelaar(s). Maak een vervolgafspraak over 3 weken, bekijk dan het verloop van de klachten. NVAB RL Zwangerschap en postpartum – Opdrachten – Oktober 2007 17