HOOFDSTUK 2: FYSIOLOGISCHE VERANDERINGEN 2.1 Uterus 1. Myometrium (spierlaag) 2. Endometrium (slijmlaag) 3. Cervix en OUS 2.1.1 Uterus VOOR de zwangerschap • Lengte: 8 cm (3 cm cervix en 5 cm corpus) • Breedte: 5 cm • • Dikte: 3 cm + 1.5 cm bij vrouwen die reeds gebaard hebben Gewicht: 30-50 gr 70 gr bij vrouwen die reeds gebaard hebben 2.1.2 Uterus NA de partus • Myometrium = spierlaag van de baarmoeder Lengte: 15 cm Gewicht: involutie Onmiddellijk: 1000 gr Na week: 500 gr Na 2 weken: 300-350 gr Na 8 weken: 70 gr • Involutie van de baarmoeder Verschillend voor elke moeder Belangrijk ‘gezond’- geen pathologie Borstvoeding Navelhoogte achter de symfyse In relatie Hardheid Vaginaal bloedverlies Algemeen welzijn moeder – Omvangsvermindering – Gewichtsvermindering – Veranderingen van het bloedvatenstelsel Hyaliene-degeneratie vasoconstrictie – Ligamenten: slap en uitgerekt na 6 à 8 weken tonus en lengte herwonnen Endometrium = baarmoederslijmvlies – Wonde zonder epitheellaag granulerende wonde – In de uterus: Decidua Necrotische weefselresten Bloed = lochia – Na 10 dagen: cavum uteri opnieuw bekleedt met endometrium – Na 6 weken: placentabed is terug normaal – Vanaf 4 weken is nidatie terug mogelijk 1 Cervix = baarmoedermond - Onmiddellijk postpartum: o Ruptuurtjes o Week o Oedemateus o Gekneusd o gestuwd o 2 à 3 cm open - Na 1 week: o 1 cm o vaster • Ostium externum: Portio nullipara (0 bevallingen) portio multipara (meerdere bevallingen) = spleetvormig en wijder • OUS = onderste uterus sigment Onmiddellijk postpartum Week en dun Na enkele weken Weg t.g.v. contracties 2.2 Vagina • Verbindt uitwendige en inwendige voortplantingsorganen • Ingang vagina = introïtus vaginae • Portio • Schedegewelven: voorste achterste Laterale Rugae vaginalis 2.2.2 Vagina NA de partus • Onmiddellijk pp: Uitgerekt Gekneusd Oedemateus Open t.h.v. introïtus • Na 1 dag: Tonus herwonnen Minder gezwollen Minder open • Na 3 à 4 weken: Herstel Introïtus vaginae blijft wijder • • • • • Rugaetekening Kleine scheurtjes herstellen Vagina epitheel is broos + atrofie ( lage oestrogeenspiegel) Bekkenbodemspieroefeningen hymen 2.3 Perineum 2 Uitgerekt Gaaf of ongeschonden Schaafwondjes Rupturen Episiotomie 1e graads ruptuur = huid en epitheel van vaginawand zijn ingescheurd 2e graads ruptuur = huid, vaginawand en bindweefsel (ev spierweefsel) zijn gescheurd 3e graads ruptuur = huid en spieren zijn ingescheurd 4e graads ruptuur = huid, spieren en sfincter ani zijn doorgescheurd Episiotomie = perineum wordt kunstmatig ingeknipt om een ruimere ingang van het baringskanaal te verkrijgen. (meestal medio-lateraal) 2.4 De buik 2.4.1 De buikwand VOOR de zwangerschap Buikwand = buikgordel of korset, geeft steun aan ingewanden en organen 2.4.2 de buikwand NA de zwangerschap • Slap • Diastase van de buikspieren Afh. Spiertonus van de vrouw Postnatale oefeningen na elke zwangerschap Pariteit Snel opeenvolgende zwangerschappen Extreem uitgezette buik • Diastase oefenen oefenen en nog eens oefenen • Om rugproblemen te voorkomen • Om hangbuik te voorkomen • Volgende zwangerschap: kan indaling bemoeilijken 2.5 De borsten zie lactatie 2.6 Gewicht – Onmiddellijk pp: - 5 à 6 kg. Kind + placenta + vruchtwater en bloed – Na één week: - 2kg Vocht via diurese – Na 6 à 8 Weken : oorspronkelijke gewicht – Meestal nog teveel : opgestapeld vet –wordt traag afgebroken • Normale gewichtsvermindering 3 Eerste 3 maanden pp: 2 kg/maand Vanaf 3 tot 6 maanden: 0.3 kg/maand Vanaf 6 maanden tot 1 jaar : 0.2 kg/maand Na studies o 28% na 6 weken: gewichtsretentie = 0 o 0.5 kg tot 3 kg extra gewicht blijft één jaar pp behouden o Vanaf > 4.5 kg hoge gewichtsretentie o 12% tot 20%: gewichtsretentie > 4.5 kg Verhoogd risico Macrosomie Sectio Obesitas => … 2.7 Hematologische veranderingen 2.7.1 De samenstelling van bloed – PLASMA water (91%), opgeloste eiwitten (7.5%) andere opgeloste stoffen 1,5 % Transport van afbraakproducten, voedingsstoffen en koolzuur Cellulaire elementen: • Rode bloedcellen of erythrocyten zuurstoftransport bij vrouw: 4.500.000 per mm3 • Witte bloedcellen of leucocyten afweer 5.000 tot 9.000 per mm3 • Bloedplaatjes of thrombocyten bloedstolling 150.000 à 400.000 per mm3 2.7.2 De hematologische veranderingen tijdens de zwangerschap Wat verandert er allemaal: Erytrocyten Plasmavolume Leucocytose Bloedstolling Fibrinolyse – De hoeveelheid plasma en rode bloedcellen stijft tijdens de zwangerschap. – In de zwangerschap stijgt de zuurstofbehoefte en de totale hoeveelheid erytrocyten stijgt met ca. 18%. – De toename in het plasmavolume ca.40% - 50% berust op vasodilatie (vaatverwijding) ten gevolge van progesteron. – Progesteron stijgt tijdens de zwangerschap. 4 Hemodilutie (bloedverdunning) = stijging plasmavolume > stijging van de totale hoeveelheid RBC Leidt tot: Daling hematocriet (Ht Daling hemoglobine (Hb) Hemoglobine (Hb) • = een eiwithoudende rode kleurstof • O2 opname en O2 afgifte • Het bloed bevat ongeveer 14 tot 16 g hemoglobine per 100 ml bloed. Hematocriet (Ht) • = in % uitgedrukte verhouding van het erytrocytenvolume tot het totale bloedvolume. • normale hematocrietwaarde = 45% • verhoogt bij deshydratatie (uitdroging) • verlaagt na acuut bloedverlies Leucocytose (concentratie leucocyten) is hoger door: toename van oestrogenen toename van prostaglandines Bloedstolling neemt toe : fibrinogeen stijgt Stolling = afdichten van een lek in de vaatwand Fibrinolyse vermindert Fibrinolyse = moet het bloed in de bloedbaan ten alle tijde vloeibaar te houden. 2.7.3 De hematologische veranderingen NA de zwangerschap – Witte bloedcellen Tijdens de eerste postpartumdagen kan de leucocytose stijgen tot 10.000 à 20.000 per mm3 zonder pathologische oorzaken - – Plasma Bloed verliezen 2 tot 4 liter extravasculair vocht verdwijnt = verhoogde urineproductie – Een laag hemoglobinegehalte = Anemie (bloedarmoede) 24-48 uur postpartum fysiologisch : omwille van hemodilutie Bloedverlies tijdens partus Ijzergebrek of andere tekorten. • Hb ≥ 10.4 gr/dl (6.5 mmol/l ) + tijdens de zwangerschap Geen Fe suppletie = Geen actie • Hb ≥ 10.4 gr/dl (6.5 mmol/l) + tijdens de zwangerschap Wel Fe suppletie = Onderhoudsdosis Fe gedurende 6 weken = Controle Hb 6 weken postpartum • Hb < 10.4 gr/dl (6.5 mmol/l) = Overwegen ijzersuppletie + vervolgcontrole 6 weken postpartum 5 Vroedkundige aandachtspunten bij een vermoeden van bloedarmoede: – Hoe is de zwangerschap en de bevalling verlopen? – Heeft u ijzer genomen in de zwangerschap? – Bloedverlies postpartum observeren en controleren? – Hebt u last van bloedend tandvlees? – Hebt u bloedverlies in de ontlasting? – Hebt u bloed in de urine? – Is de huid bleker dan normaal? , de lippen, het mondslijmvlies en deconjunctiva (oogzak) – Hebt u last van energiegebrek – Hebt u last van duizeligheid? – Hebt u last van tachycardie of hartkloppingen, dyspnoe, oorsuizen? – Heeft u last van visusstoornissen (zichtsstoornis) ? – Hoe zijn uw eetgewoonten? Is er sprake van een dieet dat mogelijk een tekort aan vitamine B 12, foliumzuur of ijzer veroorzaakt? – Hebt u last van ontstoken mondslijmvlies in de mond of kapotte mondhoeken ( vit B 12 gebrek) – Gebruikt van NSAID’s of aspirine ( kan bloedverlies veroorzaken). De hematologische veranderingen na de zwangerschap de stollingsfactoren dalen fibrinolytische activiteit neemt toe. Opletten voor Rh-immunisatie Wanneer het Rh-positief bloed van het kindje overgaat in de bloedcirculatie van de moeder, gaat het bloed van de moeder (de factor D) het bloed van het kindje als lichaamsbreemde stof beschouwen en gaat hiertegen antistoffen maken. = ontstaan van immuniteit tegen factor D (= Rh-immunisatie) Men moet het vormen van antistoffen door de Rh-negatieve moeder voorkomen en onderdrukken DOOR toedienen van anti D binnen 72 uur postpartum. De Rh-positieve rode bloedcellen in de moederlijke circulatie kunnen hierdoor vernietigd worden VOOR het immuun systeem de kans krijgt om antistoffen aan te maken. 6 • Rhesus negatieve kraamvrouw: Bloedonderzoek bij de kraamvrouw: Foetale cellen Indirecte coombstest (meet de aanwezigheid van antistoffen) Bloedonderzoek pasgeborene: Directe coombstest Bloedgroep en Rh factor 2.8 Routine-onderzoeken Vroedkundige acties • Hb-bepaling In het ZH: dag 3 WBC, RBC, Hb, Ht Thuis: dag 7 Zeker bij verhoogd risico op een Fegebreksanemie: bloeding tijdens of kort na de bevalling klachten zoals collaberen, extreme vermoeidheid, tachycardie Bloedonderzoek: Hb MCV = mean corpuscular volume = geeft het gemiddelde volume van de erythrocyten weer Ferritine = zegt iets over de ijzervoorraad Geen transferrine Indirecte coombstest = meet aanwezige antistoffen tegen Rh positief bloed Voedingsadvies ter preventie van anemie (bloedarmoede): ijzer komt in voeding in 2 vormen voor: • Haemijzer (vnl. Rood vlees) en Non-heamijzer (groenten, granen en fruit) Voedselbestanddelen die ervoor zorgen dat ijzer in de twee vormen OPGELOST blijft: • Vitamine C Voedselbestanddelen die ervoor zorgen dat ijzer in de twee vormen ONOPGELOST blijft: • Melk, koffie en thee (NIET te combineren met rood vlees) • Fytinezuur Medicatie Bij bewezen ijzer (Fe) gebreksanemie • 100mg elementair ijzer per dag, bij voorkeur ferrofumaraat. (Innemen een half uur voor of twee uur na de maaltijd, niet in combinatie met koffie, thee of melk) • Controle na 4-6 weken Indien effectief nog 6 weken onderhoudsdosis = halve dosis • Bij te laag Hb gehalte ( Hb: 5.9 g/dl) kan arts packed cells voorschrijven Urinecultuur - Routine - Pijn bij urineren o Blaasinfectie of pijn thv de perineale hechting/ schaafwondjes thv perineum 2.9 Urinaire veranderingen 7 1. 2. 3. 4. 5. nierkelken nierbekken = pyelum urineleider = ureter blaas urinebuis = urethra 2.9.1 Het urinestelsel van de vrouw tijdens de zwangerschap Nieren worden groter en zwaarder Nierbekkens en urethers worden wijder (progesteron) De blaas wordt omhoog geheven – urethra worden langer 2.9.2 Het urinestelsel van de vrouw NA de zwangerschap 1) Meer kans op urineweginfecties • gedilateerde urinewegsysteem • neiging tot residuvorming aandacht in het postpartum voor koorts, klachten bv. branderig gevoel bij mictie soms urinestaal 2) Meer kans op urineretentie – Eerste dagen pp gestuwde en hypotone blaas door extreme uitzetting van de blaas – Pijn t.g.v. perineumlaesies door het niet volledig ledigen van de blaas – Epidurale verdoving kraamvrouw regelmatig laten plassen kraamvrouw aanraden om blaas volledig te ledigen 3)Kans op stressincontinentie 4)Niet pathologische proteïnurie 5)Verhoging van de diurese • 3 liter/24u 8