Materiaalkeuze - cursus vacuümtechniek

advertisement
Materiaalkeuze
Cursus Vacuümtechniek
1
Nog even over de vorige keer
• Een metalen afdichting wordt onder druk geperst in
microscopische groefjes van een harder oppervlak. Als
er harder gedrukt wordt dringt het afdichtingsmateriaal
verder de groefjes in. De druk, die nodig om een bepaald
waarde van inlek te verkrijgen wordt gegeven door:
0,34 Δp Lr 2 A. Roth, Vacuum Technology,
R
]
P = ln[
formule 7.12
Qb
3
• met:
– P = mechanische druk tussen afdichting en oppervlak flens
– R = sealing factor (3 kgf/mm2 voor zacht aluminium, 5 kgf/mm2
voor zacht koper)
– L is lengte afdichting
Δp = gasdruk over de afdichting
– r = piek tot piek ruwheid flens
– Q = gewenste lekstroom
– b = breedte van de afdichting
Cursus Vacuümtechniek
2
Sommetje
• Bereken de lekstroom voor een afdichting van
aluminium:
–
–
–
–
diameter 100 mm
breedte 1 mm
oppervlakteruwheid 1 μm
afdichtingsdruk 27,4 kgf/mm2
0,34 Δp Lr 2
R
]
P = ln[
3
Qb
– P = mechanische druk tussen afdichting en oppervlak flens
– R = sealing factor (3 kgf/mm2 voor zacht aluminium, 5 kgf/mm2
voor zacht koper)
– L is lengte afdichting
Δp = gasdruk over de afdichting
– r = piek tot piek ruwheid flens
– Q = gewenste lekstroom
– b = breedte van de afdichting
Cursus Vacuümtechniek
3
Eisen wandmaterialen
• Mechanisch bestand tegen een drukverschil van 105 Pa
– aan treksterkte en kniksterkte van de wandmaterialen bepaalde
eisen worden gesteld. In het bijzonder bij uitstookbare en
kryogene systemen
• Eventueel maatregelen in de vorm van extra ringflenzen,
verstevigingsribben, hoekstukken etc. zijn van belang.
• In twijfelgevallen is het raadzaam het systeem te
voorzien van rekstrookjes en het systeem stapsgewijs
leeg te pompen.
• In het bijzonder bij de constructie van vacuümsystemen
met aluminiumwanden dient men terdege rekening te
houden met de lage kniksterkte van aluminium.
Cursus Vacuümtechniek
4
Eisen kunststoffen
• Bij de keuze van kunststofafdichtingen vormen met
name hun elasticiteit en vormvastheid belangrijke
eigenschappen.
– Bij lage temperatuur treedt doorgaans verharding op en kunnen
lekken ontstaan.
– Overigens zijn elastische kunststoffen bij lage temperatuur,
d.w.z. in geharde toestand, gemakkelijker mechanisch te
bewerken (boren, draaien, e.d.) dan bij kamertemperatuur.
– Onder druk en wel in het bijzonder bij verhoogde temperatuur
kan blijvende vervorming optreden (bijv. bij viton en teflon); ook
dit kan lekkage veroorzaken.
Cursus Vacuümtechniek
5
Algemene eisen (slot)
• In bepaalde omstandigheden dienen de slijtvastheid
(bewegende delen) en de flexibiliteit (slangen en
balgconstructies) bij de materiaalkeuze in beschouwing
te worden genomen.
• Materiaalkeuze wordt (mee)bepaald door een groot
aantal fysische materiaaleigenschappen.
materiaaleigenschappen Voorbeelden
zijn:
–
–
–
–
–
magnetische eigenschappen
warmtegeleiding
thermische uitzetting
elektrische geleiding bij metalen
elektrische en thermische isolatie bij glas, keramiek en
kunststoffen
– lichtdoorlaatbaarheid bij kijkvensters
– lichtabsorptie bij optische experimenten en optische emissieeigenschappen
Cursus Vacuümtechniek
6
Vacuümtechnische eigenschappen
• Onder vacuümtechnische eigenschappen worden
verstaan die fysische of chemische eigenschappen, die
van belang zijn voor het verkrijgen en in stand houden
van het gewenste vacuüm.
• Dit 'gewenste vacuüm' wordt omschreven en
vastgelegd door eisen te stellen terzake:
– De druk welke in het systeem moet worden bereikt zonder
proces/experiment, respectievelijk gehandhaafd moet blijven
tijdens de uitvoering van een proces/experiment
– De restgassamenstelling gedurende het proces/experiment
Cursus Vacuümtechniek
7
Verontreinigende gasbronnen
•
•
•
•
•
ontgassing van wanden, afdichtingen en onderdelen
gasdoorlaatbaarheid van wanden en afdichtingen
dampdruk van gebruikte materialen
ontleding van materialen
lekken van wanden, verbindingen en afdichtingen
Cursus Vacuümtechniek
8
Ontgassing wanden, afdichtingen onderdelen
Cursus Vacuümtechniek
9
Benodigde pompsnelheid
• Benodigde pompsnelheid voor het verpompen van 10-5
Pa.m3.s-1 (afkomstig van 1 m2 wandoppervlak na ca. 1
uur pompen) in relatie tot de gewenste systeemdruk
gewenste systeemdruk
p (Pa)
10
10-2
10-5
10-8
benodigde pompsnelheid
per m2 wandoppervlak (m3.s-1)
10-6
10-3
1
103
Cursus Vacuümtechniek
10
Ontgassing van oppervlaken
• 'Ontgassing' betekent het vrijkomen van gassen en
dampen vanaf het oppervlak en/of vanuit het volume
(Engels: bulk) van de aanwezige materialen in het
vacuüm.
• Ontgassing van oppervlakken is een gevolg van de
desorptie van verontreinigingen (bijv. vingerafdrukken,
olie) en in een eerder stadium geadsorbeerde doch
matig tot zwak gebonden gasdeeltjes (bijv.
atmosferische gassen).
• Hierbij spelen zowel de temperatuur als het totale voor
adsorptie beschikbare oppervlak - ook wel fysisch
oppervlak genoemd - een rol.
Cursus Vacuümtechniek
11
Fysisch oppervlak
• Het fysisch oppervlak hangt samen met de ruwheid; des
te ruwer het oppervlak des te groter de verhouding
tussen het fysisch oppervlak en het geometrische
oppervlak.
• Dus roest, walshuiden, lassen e.d. grote invloed hebben
op de gasadsorptie.
• Voor normale, goed gepolijste oppervlakken kan de
verhouding fysisch oppervlak/geometrisch oppervlak
waarden bereiken tussen 5 en 75, terwijl voor
gecorrodeerde oppervlakken en lasnaden verhoudingen
tot 1000 geen uitzondering zijn.
• Bepaalde bewerkingsprocessen kunnen het fysisch
oppervlak sterk vergroten. Zo kan bij het anodiseren van
aluminium de verhouding fysisch oppervlak/geometrisch
oppervlak tot ca. 900 oplopen.
Cursus Vacuümtechniek
12
Fysisch oppervlak en UHV
• Met name in UHV-systemen moet worden gestreefd
naar een zo klein mogelijke verhouding fysisch
oppervlak/geometrisch oppervlak i.v.m. de benodigde
pomptijd.
• Het doelgericht elektrolytisch of (elektro)chemisch
polijsten van oppervlakken (verkleining van het fysisch
oppervlak) kan bij UHV-toepassing derhalve een zinvolle
investering zijn.
• Alhoewel ook mechanisch polijsten leidt tot een sterke
oppervlakteverkleining, blijft deze methode
vauümtechnisch omstreden. Dit vanwege het
bijkomende effect van het 'dichtsmeren' van het
oppervlak en het aldus inbouwen van verontreinigingen
die zich naderhand moeilijk laten verwijderen.
Cursus Vacuümtechniek
13
Ontgassing vanuit de bulk
• Ontgassing vanuit de bulk is doorgaans een gevolg van
de gassen/dampen en vluchtige bestanddelen, die deel
uitmaken van het materiaal of daarin als erontreinigingen
zijn opgelost tijdens fabricage, bewerking, voorbehandeling e.d. Deze geabsorbeerde gassen/dampen kunnen
bij evacuering vrijkomen via diffusie naar het oppervlak
gevolgd door desorptie.
• Vanwege hun hoge fabricagetemperaturen bevatten
glas, keramiek en metalen doorgaans alleen lichte
componenten als bulk-ontgassingsproducten, zoals H2,
N2, CO en CH4.
• Kunststoffen bevatten in het algemeen grote
hoeveelheden vluchtige bestanddelen van uiteenlopende
aard als gevolg van het fabricageproces.
Cursus Vacuümtechniek
14
Meten van ontgassing
• De in de vacuümtechnische handboeken gegeven
waarden betreffende de ontgassing van diverse
materialen zijn verkregen via een drietal meetmethodes.
Een tweetal hiervan betreft drukmetingen (p) in een
volume waarin het te onderzoeken materiaal wordt
geplaatst:
– pompsnelheid S aan het volume wordt vastgelegd door tussen
volume en pomp een opening met bekende diameter aan te
brengen:
– meten van een drukstijging (dp) in het volume (V ), waarin het
materiaal is geplaatst, nadat een tussen dit volume en de pomp
geplaatste klep is afgesloten:
Cursus Vacuümtechniek
15
Meten van ontgassing
• De derde methode, ook wel Langmuir-methode
genoemd, behelst het meten van de ontgassing met
behulp van een gevoelige balans waaraan het materiaal
is opgehangen in vacuüm. Deze absolute methode geeft
de ontgassing in massa per tijdseenheid (kg/s).
• Door de samenstelling van de ontgassing met een
restgasanalysator te meten, kan dit eenvoudig worden
omgerekend naar Pa.m3.s-1.
• De gevoeligheid van de methode is voldoende om van
de meeste materialen de ontgassing te meten. Zo
kunnen op een materiaalmassa van 3 gram
massaveranderingen van 10-6 gram per uur worden
waargenomen, overeenkomende met een ontgassing
van ca. 3x10-8 Pa.m3.s-1 voor M = 18 (H2O).
Cursus Vacuümtechniek
16
Literatuurgegevens ontgassing
• Ontgassingswaarden vormen een belangrijk gegeven,
nodig bij het ontwerpen van vacuümsystemen
• De in de literatuur opgegeven ontgassingswaarden zijn
in het algemeen betrekkelijk onnauwkeurig en moeilijk
met elkaar te vergelijken omdat:
– niet altijd is uitgegaan van standaard testcondities (bijv. opslag
bij 20 0C en 65% relatieve vochtigheid);
– de voorbehandeling van het materiaal noch de precieze
benaming of het type is aangegeven;
– de meetmethode onnauwkeurig is;
– de verhouding oppervlak/volume niet is vermeld.
Cursus Vacuümtechniek
17
Ontgassing verschillende materialen
• I - siliconenrubber,
natuurrubber, perbunan
• II - araldit,polystyrol, viton,
teflon
• III - metalen
• a - pyrophylliet; b - steatiet; c
- degussit; d - pyrexglas
Cursus Vacuümtechniek
18
Cursus Vacuümtechniek
19
Cursus Vacuümtechniek
20
Cursus Vacuümtechniek
21
Cursus Vacuümtechniek
22
Viton ®
Cursus Vacuümtechniek
23
Ontgassing viton ®
Opdracht:
Reken Q om in
Pa.m3.s-1/linear meter
Cursus Vacuümtechniek
24
Ontgassing viton ®
Cursus Vacuümtechniek
25
Ontgassing viton®
Cursus Vacuümtechniek
26
Ontgassing viton®
Cursus Vacuümtechniek
27
Ontgassing viton®
Cursus Vacuümtechniek
28
Gasdoorlaatbaarheid (permeabiliteit)
Cursus Vacuümtechniek
29
Permeabiliteit
Vacuüm
Atmosfeer
Verdamping
Eenheid P:
Desorptie
Diffusie
Adsorptie
Ontleding
Permeatie
Cursus Vacuümtechniek
30
Permeabiliteit
Cursus Vacuümtechniek
31
Permeabiliteitsconstantes
Cursus Vacuümtechniek
32
Permeabiliteitsconstantes
Cursus Vacuümtechniek
33
Permeabiliteitsconstantes
Cursus Vacuümtechniek
34
*Dampdrukken*
• Uit het massaverlies per tijdseenheid en per oppervlakteeenheid (dwv/dt) kan de dampdruk ps worden berekend
• Vacuümbalansen zijn voor dit soort massaverliesmetingen zeer geschikt
Cursus Vacuümtechniek
35
Dampdrukken
Cursus Vacuümtechniek
36
Dampdrukken
Cursus Vacuümtechniek
37
Dampdruk kunststof afdichtingsmaterialen
1. perbunan
2. siliconenrubber
3. teflon
De dampdrukcurve van viton
ligt tussen de curves van
siliconenrubber en teflon in
Cursus Vacuümtechniek
38
Dampdruk ps van diffusiepompmedia
1. kwik
2. clophen A40
3. clophen A50
4. hoogvacuümolie (licht)
5. hoogvacuümolie (zwaar)
6. siliconenolie
7. uhv olie
8. convalex 10 of santovac 5
9. siliconenolie DC 705
10. fomblin Z25
Cursus Vacuümtechniek
39
*Rekenvoorbeeld*
sheet 39)
Cursus Vacuümtechniek
40
*Rekenvoorbeeld (slot)*
Cursus Vacuümtechniek
41
Let op: "dampdruk" fomblin
• Ga na, dat uit lijn 10 volgt:
Maar massaverlies blijkt
redelijk te corresponderen
met met massaverlies t.g.v.
thermische degradatie
Cursus Vacuümtechniek
42
Ontleding van materialen
• Ontleding van materialen betekent het verbreken van
chemische banden in moleculen. De overblijvende moleculen zijn kleiner dan de oorspronkelijke en bezitten een
grotere vluchtigheid zodat ontgassing optreedt.
• De ontledingsproducten moeten echter eerst door het
materiaal heen diffunderen naar het oppervlak, voordat
ze kunnen verdampen.
verdampen Deze vorm van ontgassing
wordt derhalve bepaald door drie grootheden:
– ontleding
– diffusie
– desorptie
• Ontledingen die in vacuüm massaverlies tengevolge
hebben, geven in eerste benadering een constante
massamassa afname als functie van de tijd te zien. Hierdoor is
dit verschijnsel te onderscheiden van de normale
ontgassing
Cursus Vacuümtechniek
43
Massaverlies van siliconenlijm RTV-566
Cursus Vacuümtechniek
44
Degradatiesnelheid
controleer deze waarden
toelaatbaar:
Cursus Vacuümtechniek
kortstondig:
45
Degradatiesnelheid
!
Cursus Vacuümtechniek
Controleer dit
46
Download