NIEUWSBRIEF - Instituut voor Amerikanistiek

advertisement
Zwartzusterstraat, 13
2000 Antwerpen
Tel. 014/41 46 27
INSTITUUT VOOR
AMERIKANISTIEK
NIEUWSBRIEF
JAARGANG 1, nr. 2
DECEMBER 1987
tweemaandelijks
DE AZTEKEN EN HUN VOORGANGERS KOMEN NAAR BRUSSEL !
EEN TENTOONSTELLING OP WERELDNIVEAU
Dit werkjaar 1987-1988 is op museumgebied reeds bijzonder rijk geweest met de cascade
tentoonstellingen rond Europalia Oostenrijk, die in december aflopen.
Voor de Brusselse Jubelparkmusea voor Kunst en Geschiedenis wordt dit echter de eerste
tentoonstelling met waarlijk internationale allures sinds 11 De vrouw in het Rijk van de
Farao's 11 ( 30.11.1985 - 21.2.1986).
Objectief gezien is de nieuwe manifestatie nog belangrijker, door het zeldzame karakter
van de voorwerpen, het recente van hun ontdekking en niet in de laatste plaats doordat de
ten tonele gevoerde culturen voor het publiek zowat ' terra incognita' zijn.
( vervolg blz. 2)
AGENDA
zaterdag 16 januari 1988
De Azteken
Kunstschatten uit het Oude Mexico
15.1.1988 - 17.4.1988
Koninklijke Musea voor Kunst
en Geschiedenis
Prof. Dr. Graulich zal onze leden op
16 januari 1988 deskundig door de tentoonstelling leiden. ( Verzamelen aan de ingang
van de tentoonstelling te 10.00 uur.) Inschrijving uitsluitend door storting van
125 BF op onze bankrekening nummer
750-9092293-59. Slechts de eerste 30 inschrijvingen komen in aanmerking.
LIDGELDEN
steunende leden) zeker geen onoverkomelijk
probleem zijn. Schrijf vandaag nog uw bijdrage samen met uw inschrijving voor het
bezoek aan de tentoonstelling 'De Azteken'
door middel van bijgevoegd overschrijvingsformulier over op onze bankrekening nummer 750-9092293-59.
WOORD VAN DE VOORZITTER
Onze vereniging is amper enkele maanden
oud en het is dan ook nog veel te vroeg om
aan een ernstige evaluatie te denken. Niemand zal echter ontkennen dat wij schitterend uit de startblokken zijn geschoten. Wij
waren natuurlijk geen neofieten op het terrein, en we wisten dat we konden rekenen
op talrijke enthousiaste en trouwe leden,
maar toch had niemand dit succes durven
verhopen. Het is anders dan vroeger; het is
beter!
( vervolg blz. 2)
Om budget redenen is het ons niet langer
mogelijk het tijdschrift van de vereniging
gratis aan interessenten toe te zenden. Indien u verder wenst op de hoogte te blijven
van de activiteiten van het Instituut voor
Amerikanistiek zal de jaarbijdrage van
600 BF ( minimum 1.000 BF voor ere- en
V.U. : J. Daelman, Zwartzusterstraat 13, 2000 Antwerpen
Wij hebben in het verleden meermaals lezingen georganiseerd met eminente, eloquente en erudiete sprekers. Onze vroegere
reizen moesten in niets onderdoen voor de
uitstap naar Nijmegen. Toch zijn er nu een
paar punten te bespeuren die er op wijzen
dat een nieuwe lente op komst is.
Woord van de Voorzitter
(vervolg)
Als eerste spreker ontvingen wij Prof. Dr.
Rudolf Van Zantwijk. Dat was meteen een
schot in de roos. Een van de meest gerenommeerde amerikanisten ter wereld, die
niet alleen vloeiend Spaans en Nahuatl
spreekt, maar vooral ons bloedeigen Nederlands. In het stijlvolle kader van het Delbeke-huis kregen wij een boeiende inwijding
in de merkwaardige Azteekse poësie. Na de
lezing werd door onze gastheer, de ASLK,
een verzorgde receptie aangeboden.
Vooreerst worden onze lezingen bijgewoond
door een groot aantal leden. Een aanwezigheid van 80 % van onze leden bij iedere
activiteit is een prestatie die vele verenigingen ons zullen benijden. Ook duiken er
steeds weef. nieuwe gezichten op van personen die zich aangetrokken voelen tot de
amerikanistiek, en die, na een eerste kennismaking, meteen lid wensen te worden van
onze vereniging. Dit is zeker de beste manier van ledenwerving. Zo onstaat er een
groep van leden die niet alleen financieel
wil steunen, maar die vooral rechtstreeks
betrokken wil zijn bij de werking van haar
vereniging.
Die betrokkenheid ervaren we bovendien bij
talrijke leden die zich sinds enkele maanden
actief inspannen bij de practische realisatie
van allerhande opdrachten. De redactieraad
draait op volle toeren, het secretariaat functioneert · uitstekend en de organisatie van
reizen en museum-bezoeken is in ervaren
handen.
Tijdens het Allerheiligen-weekend trokken
wij dan met liefst 43 leden naar Nijmegen,
om er te snoepen van het minuscule, maar
wondermooie "Amerika Museum" in Cuyck.
Een collectie precolumbiaans aardewerk die
vooral met liefde werd samengebracht door
een minzame conservator. Een mooi hotel,
het unieke Kröller - Müller Museum, het
Afrika Museum in Berg en Dal, een rondrit
door de schilderachtige omgeving met een
charmante gids en gezellig tafelen zorgden
ervoor dat dit weekend uitgroeide tot een
happening die nog lang zal nablijven bij de
deelnemers.
Later werden onze leden ei zo na in trance
gebracht door Ch. Dellannoy tijdens zijn
lezing ov~r 11 Umbanda, Braziliaanse trance
rituelen 11 • Een boeiende avond, ook omdat
wij voor het eerst te gast waren bij onze
sponsor, in de AN-HYP lokalen te Berche.m.
Voortaan zullen de meeste van onze lezmgen daar plaats vinden. De goede ligging, ~e
parkeerruimte en de perfecte accommodatie
van de vergaderzaal zijn punten die iedereen naar waarde zal weten te schatten. Ook
de ons aangeboden receptie was zeker niet
te versmaden.
We hopen ook in 1988 op onze leden te
kunnen rekenen voor de verdere uitbouw
van de vereniging.
Johan Daelman, Voorzitter
ANIBHYP
SPAARBANK
volledige artikel dat in het Nederlands vó6r
de rijkelijk geillustreerde catalogus van de
Brusselse tentoonstelling verscheen, gepubliceerd werd in het voormalig tijdschrift
van onze vereniging: J. MARTENS 11 Urbanisatie en wereldbeeld in Precolumbiaans
Meso-Amerika, dl. 4 en 5, De Templo
Mayor en het Azteekse wereldbeeld van de
Vijfde Zon, in: America Antiqua", jg. 9,
1984, nr. 1, blz. 11-36 en nr. 2, blz. 5-25.
Net als 11 De vrouw in het Rijk der Farao's 11
is het geheel ingericht met de hulp van het
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap
De Azteken komen naar Brussel ( vervolg)
In april 1987 zochten we in het wereldberoemde Museum voor Antropologie en Geschiedenis in Mexico naar een aantal voorwerpen, afkomstig uit de net afgesloten
opgravingen bij de Templo Mayor. Tevergeefs, want de belangrijkste vondsten waren
op tournee in Europa.
Wij zijn dan ook zeer verheugd dat de meer
dan 300 unieke meesterwerken uit OudMexico na Hildesheim, München, Linz en
Kopenhagen, ook in Brussel zullen te zien
zijn. Vermelden we terloops dat het meest
2.
De eerste grote, geillustreerde artikels verschenen in onze kranten reeds in juni 1987,
en eind juni was de eerste oplage van de
vouwfolder klaar - een exen:iplaar van de
tweede editie vindt u in deze nieuwsbrief.
aangevuld met de steun van de Kredietbank.
Het belang dat men aan de manifestatie
hecht blijkt o.a. uit het vroege tijdstip
waarop het grote publiek bij de zaak betrokken werd.
EEN TWEEDE KULTURELE KANS VOOR EUROPA
jade worden uit de offerkamer van de
Templo Mayor gehaald. Deze tempel betekende het architectonisch hoogtepunt van
de hoofdstad Mexico-Tenochtitlan.
Meerdere van de stukken uit de Templo
Mayor worden nu, voor het eerst te Brussel
getoond. Het was echter moeilijk een tentoonstelling over de Azteken op te bouwen
zonder de beschavingserfenis van hun voorgangers te tonen.
In zijn reisjournaal beschrijft Albrecht Dürer enthousiast 11 de voorwerpen die voor de
keizer uit het Nieuwe Land van goud werden meegebracht 11 • Op 27 augustus 1520 is
hij een van de eerste bezoekers van de
tentoonstelling over de 11 Azteekse kunst 11 ,
die te Brussel onder meer de stukken toont
welke Hernan Cortes voor Karel V meebracht.
De Azteekse beschaving is wellicht de bekendste onder de Precolumbiaanse Amerikaanse culturen. Vanaf haar ontdekking
door de Spaanse veroveraars in 1519 tot op
heden wist ze altijd de aandacht te trekken,
en dit zowel van de wetenschappers als van
het grote publiek. Gedurende vier eeuwen
zullen verzamelaars kostbare stukken opbergen in hun 11 curiosa kabinetten 11 • Een
voorbeeld hiervan vormen de op de tentoonstelling aanwezige stukken uit de
11
Schatkamer" van Cosimo I van de Medici, heerser over Firenze.
Vanaf 1500 voor Christus leggen de Olmeken de basis van wat Meso-Amerika zal
worden; het schrift, de ceremoniele centra,
de kalender, het balspel, de maïsteelt worden in die periode gecreëerd en zullen in de
daaropvolgende eeuwen een enorme ontwikkeling kennen.
Gedurende de klassieke periode gaan zich
andere beschavingen ontwikkelen.
In de omgeving van Mexico-Tenochtitlan is
Teotihuacan een echte wereldstad waar pelgrims, ambachtslieden en handelaars vanuit
verschillende hoeken van Mexico samenkomen. Zelfs na haar verval ca. 700 na Chr.
zal Teotihuacan de Mexicanen blijven fascineren en de Azteken zullen niet nalaten er
soms hun doden te komen begraven.
Gedurende vier eeuwen zullen de opzoekingen over de Azteken de Meso-Amerikaanse
studies zelfs in die mate domineren, dat de
opzoekingen in verband met de oudere
culturen naar de achtergrond worden verdrongen.
Op de golfkust te El Tajin ontwikkelen de
volkeren een oorspronkelijke kunst waar
vooral de voorwerpen die in de relatie tot
het rituële balspel staan, domineren.
In 1978 echter ontdekken werklui tijdens
openbare werken in de omgeving van de
Plaza de la Constitución in Mexico-Stad een
heel groot laagreliëf van Coyolxauhqui, de
maangodin. De plaats waar dit stuk werd
gevonden, trekt onmiddelijk de aandacht
van een aantal onderzoekers. Het ' Instituto
Nacional de Antropologfa y Historia' besluit
met opgravingen te starten.
Tot in 1982 leidt Eduardo Matos Montezuma de opgravingswerken, die voor het eerst
de materil!le grondvesten zullen blootleggen
van het religieus centrum van het Azteekse
rijk, dat tot dan toe enkel uit teksten van
kroniekschrijvers was gekend.
Grote polychrome beelden en beeldjes in
In de vallei van Oaxaca stichten de Zapoteken talrijke religieuze centra.
Vanaf de 8ste eeuw zullen de Mixteken zich
stilaan van hun steden meester maken. Ze
gaan zelfs zo ver de graven van hun voorlopers opnieuw in gebruik te nemen. Deze
nieuwkomelingen waren overig~ns bedreven
goudsmeden. Ze laten ons de meest indrukwekkende schatten na, waaronder de weelderige turkooizen mozaïeken, die op de
tentoonstelling te zien zijn. Ze vervaardigden deze voor de Azteken, nadat ze door
deze laatsten overwonnen ·waren.
3.
Bij het begin van de postklassieke periode
( 900-1521 na Chr.) vestigen de Tolteken
zich te Tula. Hun oorsprong is vaag, wat
voor gevolg heeft dat de Azteken aan hun
cultuur soms verkeerdelijk een groot aantal
verwezenlijkingen zullen toeschrijven.·
Het is van deze ambachtslieden dat ze zich
de beeldhouwkunst, de verenbewerking en
de schilderkunst eigen maken.
Al deze culturen zijn in de tentoonstelling
vertegenwoordigd met meer dan 300 mees-
terwerken uit de Mexicaanse, Amerikaanse
en Europese musea.
Een catalogus van meer dan 600 blz. waarin
alle stukken in kleur staan afgebeeld, geeft
de meest recente staat van de Mexicaanse
archeologische onderzoekingen.
We hopen dat de tentoonstelling te Brussel
bij de bezoeker dezelfde emoties en hetzelfde enthousiasme zal oproepen als bij
Albrecht Dürer 450 jaar geleden.
DE AZTEEKSE GESCHIEDENIS
In de loop van de 12de eeuw verlieten de begane grond als op terrassen waren aangeMexica hun mytische woonplaats Aztlan en legd.
begonnen een zwerftocht die twee eeuwen In het centrum van Tenochtitlan waren de
religieuze gebouwen opgetrokken. Boven op
zou duren.
Gedurende deze lange periode hadden zij de indrukwekkende piramidale en kegelvormet vele tegenslagen en ontberingen te mige tempels verbleven de goden van het
kampen. Zij bouwden zich echter een ste- Azteekse pantheon. De belangrijke cultusvige reputatie als krijgers op en stelden hun plaats, de zg. Templo Mayor, was gewijd
militaire vaardigheden ten dienste van de aan Huizilopochtli, de god van de opgaande
volkeren die het hoogland van Centraal- zon en Tlaloc, de regengod. Het belang dat
Mexico bewoonden. In 1325 kregen zij van de Azteken aan deze tempel hechtten, blijkt
hun machtige broodheren de toelating zich ondermeer uit het feit dat bij de inauguratie
definitief op enkele drassige eilandjes in de in 1487, het jaar ' 8-rietstengel' van de
tijdrekening,niet minder dan
lagune van het Texcoco-meer te vestigen en Azteekse
stichtten er hun stad Mexico-Tenochtitlan. 20.000 krijgsgevangenen op de offersteen
In korte tijd zou deze bescheiden nederzet- zouden zijn gedood. Een getal dat Prof. Van
ting met' rieten hutten uitgroeien tot de Zantwijk als totaal overdreven beschouwt.
metropool van het Aztekenrijk.
Door talrijke veroveringen en allianties kon- De Azteken geloofden dat de zon uit offerden de Mexica of Azteken hun gezag aan bloed was geboren en zij door het dagelijks
heel Centraal-Mexico opleggen en strekte offer van mensenbloed in beweging werd
hun rijk zich, op het hoogtepunt van hun gebracht. Zonder bloedvergieten zou het
macht, uit van de Golfkust tot de Stille universum tot stilstand komen en de mensOceaan .. De rijkdommen die vanuit de on- heid ophouden te bestaan. Mensenoffers
derworpen gebieden naar Tenochtitlan toe- waren bijgevolg een godsdienstige verplichtstroomden, droegen ondermeer tot de uit- ing tegenover de zon en een noodzaak voor
bouw van de infrastructuur en de verfraai- het welzijn van de mensen.
Doorgaans waren het gevangengenomen
ing van de stad bij.
De hoofdstraten waren er recht en zeer krijgers die aan de zon werden geofferd.
!?reed en enkele bestonden voor de helft uit Alleen zij en hun in de strijd gevallen
een kanaal, dat voor de afvoer van de broeders zouden een ' arendsgezel' worden
waterhuishouding diende en waarop sloepen en dagelijks de zon mogen begeleiden van
de meest vescheidene verbruiksgoederen de opgang in het oosten tot aan het zenit.
transporteerden. Stevige bruggen overspan- Na vier jaar van trouwe dienst zouden zij
den de kanalen of leidden naar de oevers dan als een kolibri worden herboren om
van het meer en het Chapultepec-aquaduct voor eeuwig van bloem tot bloem te vliegen.
Door het geloof in dit gelukzalig hiernavoorzag de stad van drinkwater.
maals, beschouwden ook de krijgers van
Goed geordende woonwijken groepeerden Tenochtitlan zelf het als de grootste eer op
de huizen. De paleizen van de hoogwaardig- het slagveld of op de offersteen van een
heidsbekleders waren in uitgestrekte exo- vijandige stad te sterven.
tische tuinen gelegen, die zowel op de
4.
In Guatemala erfden de Chortis-indianen de
Mayatradities over en ze gaven aan de rook
van tabak eenzelfde rituële betekenis. Ze
rookten voor de rituële maaltijden; ze rookten in een religieuze sereniteit om de boze
geesten gunstig te stemmen alvorens dê
velden met mais te bezaaien.
De tabaksoffers zijn in het Maya-ritueel
goed gekend en we herinneren er aan dat
men een figuur kent die een god met een
grote sigaar voorstelt en die omringd is door
tekens die de aarde en de oostenwind voorstellen.(9)
Het is interessant er op te wijzen dat de
houding van deze god op onze beeldjes
gelijkt, alhoewel hij op een hoog kussen met
rugleuning gezeten is.
Het hedonisch gebruik van de tabak is
tegenwoordig erg in trek, maar de verspreiding van dit plezier is te wijten aan de
invloed van de blanken.
Nochtans was het tabaksgenot bij de Indianen vroeger niet onbekend en werd het
geïntroduceerd in de dansen, drinkpartijen,
sociale ceremonies, bij ontvangsten van
gasten en bij het afsluiten van vriendschappen. Uiteraard kan het religieus karakter
van de tabak nauw verbonden zijn met
ontspanningsmomenten.
Het lijkt wel dat deze verschillende aspekten
verenigd zijn in een feest dat Oviedo zag in
Costa Rica zelf : 11 700 of 800 Indianen
hadden zich rond hun opperhoofd geschaard die hen cacao gaf en bekers met
sterk alcoholhoudend 'è:hica-bier uitdeelde.
Hij bracht hen zelfs tabaksrollen om te
roken. Drinken, roken, dansen en naar dansen kijken duurde voort totdat de uitgeputte
deelnemers in elkaar stortten door vermoeidheid en dronkenschap. 11 (10).
Onze sigarenrokers hoeven niet noodzakelijk een godheid uit te beelden.
Misschien hebben we hier een reminiscentie
aan een vriendschappelijke of een ontspannende handeling die door de priester voor
medische doeleinden werd uitgevoerd maar
die ook door de gewone burger tijdens
religieuze of sociale bijeenkomsten werd
volbracht.
Deze opvatting verzoent onze beeldjes met
de eenvoudigweg zittende figuren, de 11 toeschouwers11.
Moesten deze beeldjes - zowel de 11 toeschouwers11 als de "sigarenrokers" - de
doden in het graf vergezellen om ze aan het
plezier en de euforie te herinneren die ze
tijdens hun leven genoten hadden wanneer
ze deelnamen aan de ceremonies en de
dansen uit hun streek ?
Verwijzingen
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
(6)
(7)
(8)
(9)
(10)
J.A. MASON, Costarican Stonework, New York, 1945, pl. 43d.g.
Precolumbian Art of Costa Rica ( Between Continents/Between Seas), New York, 1981, blz. 216,
nr. 217; J. ALCINA, l'Art precolumbien ( l'Art et les grandes civilisations), Paris, 1978, blz. 421,
nr. 501
Precolumbian Art of Costa Rica, blz. 216, nr. 218; J. ALCINA, o.c., blz. 421, nr. 500
J.A. MASON, o.c., pl. 43g.
G.G. MAC CURDY, A Study of chiriquian Antiquities, 1911, pl. XLVIII en XLIX
Idem, pl. XLIX; A. JOYCE, Centra! American and West Indian Archaeology, 1916, pl. XIII, 7
G.F. OVIEDO Y VALDEZ bezocht Nicoya - een schiereiland in Costa Rica - en Nicaragua in 1528.
Cfr. zijn Historia de Nicaragua, boek XLII, hfdst. XI ( gepubliceerd in 1840).
J.M. COOPER, Stimulants and Narcotics, in J. Steward Handbook of the South American Indians,
V, 1949, blz. 525 e.v. Hij bestudeerde de verspreiding en het gebruik van tabak in Amerika.
R. GIRARD, Los Chortis ante el probleme Maya, dl. 2, 1949, blz. 600, fig 601
G.F. OVIEDO Y VALDEZ, o.c.
Ballet van Vlaanderen
DON QUICHOTE
Bourlaschouwburg ( Oude KNS)
29 februari 1988
Kaarten : 400 en 500 BF
Inlichtingen : D. Van Cleemput
03 / 233.64.44
BRIDGE DRIVE
17 april 1988
250 koppels
lruichrijving : 1.000 BF per koppel
Hoofdprijs: IBM-compatible, 10 Mb
Inlichtingen : D. Van Cleemput
03 I 233.64.44
9.
BOEKBESPREKING
ANNE RUTYNE
11
De strijd tegen de zonnekinderen 11
Hasselt, Oavis, 1986, 134 blz., 390 BF
Illustraties: Liesbeth Jonckheere
INHOUD
1476 van onze jaartelling, in wat nu Noord-Peru is.
In de Chimu-hoofdstad Chan Chan heerst onrust.
Het goed georganiseerd woestijnrijk wordt bedreigd
door de Inca's, die uit de bergen afdalen naar de
woestijnkust.
Acarun, een zestienjarige leerling goudsmid, ziet zijn
broer vertrekken naar het leger, waardoor hij opgezadeld wordt met de verantwoordelijkheid over de
familie.
Ter gelegenheid van het huwelijk van de troonopvolger met een prinses uit de noordelijke havenstad
Tumpiz wordt tussen de verschillende wijken van
Chan Chan een wedstrijd gehouden in edelsmeedkunst. Tot zijn verrassing ziet Acarun zich door zijn
gildemeester aangeduid om zijn wijk te vertegenwoordigen en tevens zijn meesterstuk af te leveren.
Een onverwachte ontmoeting met Pillpintu ( vlinder), de dienares van de prinses, brengt hem op een
idee. Hij smeedt een zwerm gouden vlinders in zo
ragfijn filigraan, dat ze bij de aanbieding aan de vorst
wegzweven op de woestijnwind.
voor de zo geroemde inrichting van hun rijk veel
over van de woestijnbewoners en hun oasen-imperium ( dat op zijn beurt vermoedelijk rechtstreeks
afstamde van de veel oudere cultuur der Mochica.)
De schrijfster heeft zich over haar onderwerp zeer
goed gedocumenteerd. Zij reisde in Peru en bezocht
de reusachtige adobestad Chan Chan - nu uitgeroepen tot een van de UNESCO-monumenten van de
gehele mensheid.
Net als in " de nacht van de Dondergoden" resulteert dit in een zeer realistisch, authentiek aandoende ruimteschepping. Hiertoe leveren de talrijke,
eveneens ernstig gedocumenteerde illustraties van
Liesbeth Jonckheere een belangrijke bijdrage. Dit is
een werkelijke verademing na alle ergernis van de
laatste jaren om ontoelaatbare kemels in strips,
jeugd- verhalen en zelfs wetenschappelijke werken een lijst te lang om op te sommen. ·
Voor de tekenares alle lof . Men voelt dat zij plezier
beleefde aan haar werk.
Lang duurt zijn vreugde niet. Nog tijdens de plechtigheid meldt een boodschapper dat de grote vesting
Paramonga ingenomen is.
Killay, de vereerde oudere broeder van Acarun, ligt
onder de doden. Vlak daarna is Acarun ervan getuige
hoe de prinses uit Tumpiz door een heimelijk
binnengedrongen groepje Incakrijgers ontvoerd wordt.
Bij de achtèrvolging valt hij op zijn beurt in handen
van de Inca's. Hij wint een weddenschap tegen de
jonge heerser Tupac Yupanqui en weet dezelfde
nacht nog te ontsnappen tijdens een maansverduistering. Ondanks een ontstoken speerwonde kan hij
de stad waarschuwen voor de nakende verrassingsaanval.
Enkele dagen later is Chan Chan gevallen. Het
Chimu-imperium wordt ingelijfd bij Tawantinsuyu,
het Incarijk. Rumi, een vriend van Acaruns broer,
pleegt tijdens de onderwerpingsceremonie een aanslag
op Tupac Yupanqui. Het is Acarun, die het leven
van de Inca Sapa redt .... en dat van zijn volk. Want
de Inca houdt zijn gelofte, afgelegd bij de weddenschap: Chan Chan blijft gespaard.
De Chimu en wij
Dit is het tweede boek van Anne Rutyne, lid van
onze vereniging. Na haar opgemerkt en gewaardeerd
debuut " De nacht van de Dondergoden" behandelt
ze weer een ' blinde vlek' uit onze geschiedenishandboeken. Het is naar ons weten het eerste jeugdboek
in ons taalgebied - en vermoedelijk het eerste boek
zonder meer - dat de Chimu aan bod laat komen.
Alle andere verhalen gaan over de Inca's. en dan nog
bij voorkeur over de periode van de botsing met de
Spanjaarden, rond 1532. De meeste mensen hebben
nog nooit over de Chimu gehoord en derhalve
bestaat deze cultuur voor hen gewoonweg niet.
Nochtans namen de veroveraars uit de hooglanden
Michan-Caman, heer der Chimu (blz. 34)
Toch is Anne Rutyne ook ditmaal nergens opdringerig of pedant. Integendeel. Haar hoofdbekommernis
is: een spannend verhaal brengen voor jonge lezers.
Zoals in " De nacht van de Dondergoden" beschrijft
ze enkele cruciale dagen, die ditmaal niet alleen over
het leven van een jongen, doch tevens over het
voortbestaan van zijn volk beslissen. Je kan " De
strijd tegen de zonnekinderen" in meer dan een
opzicht vergelijken met " De gouden Pucarina" van
10.
Tony Vos-Dahmen von Buchholz. Als Rutynes boek
eerder was verschenen, hadden wij beide verhalen
ongetwijfeld samen behandeld. Beide boeken spelen
ongeveer in dezelfde omgeving en in dezelfde tijd. In
beide treedt de Incaheerser Tupac Yupanqui op.
Chronologisch plaatst Rutynes boek zich ergens tussen het begin en het slot van " De gouden Pucarina"
in. En tenslotte, beide zijn naar onze mening honderd bladzijden te kort!
Ondanks het feit dat de auteur haar doelgroep
ongetwijfeld bereikt, ondanks onze appreciatie voor
de illustraties laat het geheel ons tamelijk onbevredigd. Het boek valt te schraal, te weinig aangekleed
uit. Het consequente volhouden van het vertelperspectief - primaire focalisator is Acarun - veroorzaakt
sprongen in het verhaal, die op de jonge lezers soms
verwarrend overkomen. Waar komen die Incakrijgers
in het paleis zo plots vandaan? ( blz. 79) Waarom is
de veldslag om Chan Chan zo plotseling afgelopen?
( Hfdst. 11) Waarom de strijd rond Paramonga, die
alle allures had van een klassieke heroische worsteling, niet benut?
Aan het schrijven van " De strijd tegen de zonnekin-
deren" gaat heel wat research vooraf. Acaruns gouden vlinders zijn geen hersen- spinsel van de auteur.
Zij komen niet uit een fabeltje, doch uit een Mochicaschat, die honderd jaar geleden werd ontdekt.... en
tot de laatste van de vijfduizend stuks werden gesmolten! De manier waarop zo een feitje uit de
realiteit haar verbeelding aan het werk zet tot het
herscheppen van een uit de herinnering weggeveegde
cultuur, verraadt de rasverteller
Waarom laat Acarun een koper-goudlegering klaarmaken voor zijn vlinders? ( blz. 52) Omdat de
volkeren van Precolumbiaans Peru werkten met goud
van ongeveer 14 karaat ( tegen onze 24 karaat). Juist
dit detail maakt zijn vlinders een stuk lichter, zodat
ze gemakkelijker kunnen zweven. Bij de slag om
Chan Chan strijden aan de zijde der Chimu slingeraars tegen de boogschutters van de Inca. ( blz. 112)
Ook dit is juist. De volken van Peru misprezen de
boog, noch kenden zij zwaarden ( laat staan machetes, zoals de recente strip " Peruana" in het
weekblad '. Robbedoes') Zij gebruikten diverse typen
strijdknotsen, werpppijlen en - speren. Alleen . de
Incalegers hadden naast slingeraars ook contingenten
boogschutters in dienst uit" de berguitlopers van het
Amazone-oerwoud.
Al deze kennis - en nog veel meer - zal aan de
meeste lezertjes ontgaan, vrezen wij. Is het om alle
schijn van betweterij te vermijden dat de schrijfster
zo moeiteloos als de pirouette van een ballerina over
de vruchten van haar moeizaam opwekingswerk
heenglijdt? Of is het eveneens een gevolg van het
consequent vasthouden aan het vertelperspectief?
Voor Acarun is dat alles even vanzelfsprekend als
voor ons een televisie of een auto. ( Ga dat maar
eens uitleggen aan een Chimu van Vijhonderd jaar
geleden!) Ook in de huidige science fiction bestaat
- een tendens om technische uitweidingen te vermijden. Maar wat voor Acarun doodgewoon is,is dat niet
voor ons! Ongetwijfeld bezit Anne Rutyne voldoende
talent om haar gegevens wat nadrukkelijker in haar
verhalen te verwerken, zonder in overdrijving te
vervallen..... en zo haar lezertjes en lezers het genot
van een 'Aha-Erlebnis' niet te onthouden.
Jos Martens
TUD SCHRIFTEN
Dahlin, B.H., R. Quizar & A. Dahlin " Linguistic
divergence and the collapse of preclassic civilization
in Southern Mesoamerica." Blz. 367-382.
American Antiquity 1987, 1
Stahl, P. & P. Norton " Precolumbian anima! domesticates from Salango, Ecuador." Blz. 382-391, geill.
Morrison, D.A. " Thule and historie copper use in
the copper Inuit area." Blz. 3-12, geill.
· Jett, St. " Additional information on split-twig and
other willow figurines from the greater Southwest."
Engelbrecht, W. " Factors maintaining low popula- Blz. 392-396, geill.
tion density among the prehistorie New York Iroquois." Blz. 13-27.
Overstreet, D.P. " Comment on Oneota ridges field
agriculture in Southwestern Wisconsin." Blz. 396Meighan, Cl. " Reexamination of the early Centra! 398.
California Culture." Blz. 28-36.
Smith, M.E. " The expansion of the Aztec empire." Archaeology 1987, 2
Blz. 37-54.
Weisman,B.R. " On the trail of Osceola's Seminoles
Mountjoy, J. " Antiquity, interpretation and stylistic in Florida." Blz. 58-59, geill.
evolution of petroglypas in west Mexico." Blz. 161Fleming, St. " Infant sacrifice at Pachacamac, Peru."
174, geill.
Blz. 64-65, 74, geil!.
American Antiquity 1987, 2
Archaeology 1987, 3
Fowler, D. " Uses of the past: archaeology in the
Lekson, St.H. " Chako Canyon, New Mexico." Blz.
service of the state." Blz. 229-248.
22-29, geill.
Schreiber, K.J. " Conquest and consolidation." Blz.
Hammond, N. " The discovery of Tikal." Blz. 30-37,
266-284 ( Huari, Inca).
geil!.
Bird, R. " A postulated tsunami and its efects on
cultural development in the Peruvian Early Hori- Hecht, R.A. " Anasazi trails." Blz. 52-55, geill.
zon." Blz. 285-303, geill.
Archáeology 1987, 4
Dearborn, D., J.J. Schreiber & R.E. White " Intimachay: a december solstice observatory at Machu Pic- Molyneaux, B.L. " The lake of the Painted Cave." ·
chu, Peru." Blz. 346-354, geill.
Blz. 18-25, geil!.( rotstekeningen in Canada)
11.
lsbell, W.H. & A. Cook " Ideological ongms of an
Andean conquest state." Blz. 26-33, geill.( Huari)
Tribaal 1986, 30 (juni) ( tevens laatste nummer)
Archéologia 1987, 226 (juli-aug.)
Themanummer Precolumbiaanse culturen Blz. 1-24,
geill.
Garcia, M.A. & J.-CI. Payan " Relevés de p'étroglyphes au Mexique." Blz. 36-38, geill.
Luttenberg, G. " Autonomie: toverspreuk of waarborg?" Blz. 25-27
" Volk in profiel: Tehuelche - Ona." Blz. 28-
Géo 1987, 95 (jan.)
29
Oliver, J. " Cette autre Amérique." Blz. 40-57, geil!.
Wereldwijd 1987, 171 ( feb.)
Vadrot, Cl-M. " Chez les Dénés du Grand Nord."
Blz. 124-137, geill.
Smeets, J. " Dossier Columbia" Blz. 17-32, geill.
Géo 1986, 98 ( april)
BOEKEN
Blanchard, L.-M. " Vers les dieux de la Cordillière."
Blz. 168-181, geill.
* " Ancien Pêrou: vie, pouvoir et mort." tentoonstellingscatalogus. Parijs, Nathan, 1987, 206 blz., geil!.
Géo 1986, 102 ( aug.)
Cassels, E.St. " Prehistorie hunters of the black
Hills." 104 blz" ( $ 6,95)
Hervé, M.-V. " Pérou d'avant les Incas." Blz. 136-147,
geil!.
* " Encyclopedie van de Nederlandse Antillen." 2de
herz. druk Zutphen, De Walburg Pers, 1987, 552 blz.,
geill. ( ISBN 90/6011/360/8)
Geographical magazine 1987, march
Sprague, S. " Papermakers of Mexico." Blz. 131-133,
geill.
Erdoes, R. " Le chant des Flûtes et autres lêgendes
indiennes." Fédérop, 1987, 136 blz., geil!. ( ISBN
- 78 FF)
2/85792/047/4
Pelly, D. " The Caribou people." Blz. 134-139, geill.
* " Gold und macht: Spanien in der Neuen Welt."
tentoonstellingscatalogus. Keulen, Kremayr & Scheriau, 1987, 431 blz., geill.
Geographical magazine 1987, may
* " Goud uit de 'verloren stad' Tairona, Colombia."
tentoonstellingscatalogus. Breda, Volkenkundig
Museum, · 1987, 16 blz" geill.
Cloudsley, P. " From Creole to Chica." Blz. 232-236,
geil!. ( Peruviaanse muziek)
Hoka Hey! 1987, 17 ( juli)
" De indianen: kunst en kultuur van de volkeren
van Noord-Amerika." Sint-Lambrechts-Woluwe, Gemeentelijk Museum, 1987
Van de Velde, H. & H. Vandenbogaert " Verslag van
een reis doorheen het land van de Navajo's en
Hopi's." Blz. 4-26.
* " Informatiebrochure Noord-Amerikaanse Indianen." Antwerpen, Banai, 1987, 22 blz" geill.
Kijk 1987, 2
Kelley, K.B. " Navajo land use: an ethnoarchaeological study." Orlando, Academie Press, 1986, 223 blz"
geill. ( $ 24,95)
Peeters, G. " Overleven is voor een Eskimo dagelijks
werk." Blz. 14-17, geil!.
Monod, J. " Wora, la déesse cachée." Edition Evidant, 1987, 384 blz. ( ISBN 2/905817103/8
- 128
FF) ( Piaroa)
National Geographic Magazine 1987, June
Dekin, A.A. " Sealed in time, ice entombs an
Eskimo family for five centuries." Blz. 824-836, geill.
National Geographic Magazine 1987, July
* Pinxten, R. & H .. Vandenbogaert " Indiaans denken: ruimtebeleving en onderwijs op het Navajo
·reservaat." Gent, KKI, 1987, 22 blz., geill.
Johnston, M. " Canada's Queen Charlotte lsland:
homeland of the Haida." Blz. 102-127, geill.
Priollaud, N. " L'Ame: rêcits et légendes de Bolivie."
Patino, 1987, 224 blz. ( ISBN 2/88213/006/6
- 75
FF)
Sciences & avenir 1987, 483 ( mai)
* Rieupeyrout, J.-L. " Histoire des Apaches." Paris,
A. Michel, 1987, 360 blz., geil!. (ISBN
21226/02943/5
- 150 FF)
Lestienne, C. " Aux racines des Incas ... " Blz. 48-54,
geil!.
Rodriguez-Loubet, F. " Les Chichimèques: archéologie et ethnohistoire des chasseurs-collecteurs du San
Luis Potosi, Mexique." Mexico, Centre d'études mexicaines et centraméricaines, 1985, 239 blz. ( ISSN
037815726
- 193 FF
Diff. De Boccard)
Spiegel historiael 1987, 2
Manning, R. " Goud uit de 'Verloren Stad' Colombia." Blz. 62-65, geill.
Tribaal 1987, 29 ( maart)
Luttenberg, G. " Ecuador zet zelfbewuste Indianen
buiten spel." Blz. 38-39
.** ************************************************
Alle tijdschriftartikels en de met * aangeduide *
* boeken zijn via het Instituut voor Amerikanis- *
* tiek te raadplegen.
*
* ************************************************
12.
Download