SV nr.363 W.Janssen-Borsus mbt Overbruggingsrecht. Sinds 1997 bestaat er binnen het sociaal statuut der zelfstandigen een sociale verzekering in geval van faillissement. Deze is in de loop der jaren verschillende keren aangepast, de laatste keer met de wet van 16 december 2015 houdende diverse bepalingen inzake het sociaal statuut van de zelfstandigen. Nu de verzekering ook openstaat voor zelfstandigen die hun activiteiten moeten staken omwille van economische moeilijkheden, is de faillissementsverzekering ook herdoopt tot overbruggingsrecht. Graag voor elke vraag de evolutie sinds 2013. 1. Hoeveel bedraagt op jaarbasis het totaal aantal stopzettingen onder zelfstandigen? 2. Hoeveel onder hen waren gerechtigd op een tussenkomst van de faillissementsverzekering/overbruggingsrecht? 3. Hoeveel bedroeg het totaal aantal aanvragen op jaarbasis? 4. Hoeveel van deze aanvragen werden goed- of afgekeurd? 5. Welke is de omvang van de toegekende uitkeringen, per individu en in totaal op jaarbasis? 6. Hoeveel tijd verstrijkt gemiddeld tussen het ontvangen van een aanvraag en de beslissing tot al dan niet toekenning? 7. Hoeveel tijd verstrijkt gemiddeld tussen de goedkeuring van een aanvraag en effectieve uitbetaling? Antwoord op vraag nr. 363 geregistreerd op 11 maart 2016 en gesteld door de heer Werner JANSSEN Vraag 1 Het aantal stopzettingen bedroeg in: Jaren Aantal stopzettingen 2013 47.874 2014 54.501 Bron: Interactieve statistieken website Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen. Vraag 2 Het valt niet uit te maken hoeveel gestopte zelfstandigen gerechtigd zijn op het overbruggingsrecht. Eerst en vooral geeft het cijfer van het aantal stopzettingen niet weer hoeveel faillissementen het betreft, noch het aantal gedwongen stopzettingen (naar aanleiding van brand, natuurramp, vernieling of allergie). Bovendien voldoet niet elke zelfstandige wiens bedrijf failliet wordt verklaard, aan de wettelijke voorwaarden om het overbruggingsrecht te genieten. Hetzelfde geldt voor de zelfstandigen die hun activiteit gedwongen dienen stop te zetten om hogervermelde redenen. Daarnaast dient niet elke gefailleerde of gedwongen gestopte zelfstandige een aanvraag in. De redenen hiervoor zijn uiteenlopend. Een aantal voorbeelden verduidelijken het één en het ander: De zelfstandige is nog beroepsactief (in een ander bedrijf/bedrijven); Hij is aan de slag gegaan als werknemer; Hij opent rechten op werkloosheid of arbeidsongeschiktheid of pensioen; Hij heeft reeds in het verleden het overbruggingsrecht genoten en volledig uitgeput; Enz. Met andere woorden, het is niet mogelijk om een inschatting te geven van hoeveel gestopte zelfstandigen voor een bepaald jaar in aanmerking kunnen komen voor het overbruggingsrecht. Er wordt niet nagegaan in hoeverre elke gestopte zelfstandige in theorie zou beantwoorden aan de wettelijke voorwaarden om het overbruggingsrecht te genieten. Vragen 3 en 4 Jaren Aantal aanvragen Aantal toekenningen 2013 1.029 492 2014 1.143 603 Bron: Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen. Vraag 5 De uitkering van het overbruggingsrecht is afgestemd op het minimumpensioen voor zelfstandigen. Het maandelijks bedrag varieert naargelang de begunstigde al dan niet een gezin ten laste heeft. maandelijks zonder gezinslast: 1.092,36 euro maandelijks met gezinslast: 1.431,80 euro (bedrag op 1 januari 2016). In totaal werden er op jaarbasis volgende bedragen toegekend: Jaren Bedrag 2013 7.700.201,58 euro 2014 8.619.874,14 euro 2015 8.023.384,99 euro Bron: Directoraat-generaal Zelfstandigen van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid. Vraag 6 Het ligt niet voor de hand om het tijdsverloop tussen het ontvangen van de aanvraag en de beslissing tot toekenning in kaart te brengen. Vooreerst omdat de afhandelingstermijn enorm varieert van dossier tot dossier en bovendien afhangt van diverse factoren (zoals de complexiteit van het dossier, de volledigheid van de aanvraag, de snelheid waarmee de aanvrager eventuele onduidelijkheden helpt ophelderen, enz.). Uiteraard streven de sociale-verzekeringsfondsen naar een zo snel mogelijke afhandeling van elk dossier. Een snelle, correcte en kwaliteitsvolle dienstverlening wordt ook opgelegd in het ‘charter van de goede dienstverlening’ dat alle sociale-verzekeringsfondsen ondertekend hebben. Dit charter voorziet in een proactieve begeleiding van de zelfstandige. Vraag 7 Ook hier zijn de sociale-verzekeringsfondsen zich bewust van het feit dat zij een onmisbare schakel zijn tussen de overheid en de burger en staan zij - samen met de overheid – in voor de goede uitvoering van de wetgeving inzake de sociale zekerheid voor zelfstandigen. De sociale aspecten van deze taak - zoals het regelmatig betalen van uitkeringen – is een wettelijk verankerde taak binnen het sociaal statuut. Bovendien gelden hier eveneens de strikte termijnen van het handvest van de sociaal verzekerde. Volgens de informatie waarover ik beschik, volgt de effectieve uitbetaling snel op een positieve beslissing.