http://www.scheiden.nl MODEL ECHTSCHEIDINGSCONVENANT LEES DIT ZORGVULDIG EN VOLG DE AANWIJZINGEN OP: In onderstaand model worden meerdere opties gegeven met betrekking tot verschillende zaken. Onder het model treft u wat noten aan. In de tekst wordt naar de noten verwezen door tussen haakjes geplaatste nummer (1), (2) etc. Bij dit convenant heeft mij de meest voorkomende echtscheiding voor ogen gestaan, namelijk die waarin partijen in gemeenschap van goederen gehuwd zijn, de vrouw met de zorg van de kinderen belast is en de man alimentatieplichtig is. Ook omwille van de leesbaarheid ben ik van deze situatie uitgegaan. Overal waar 'man' staat kan derhalve ook 'vrouw' gelezen worden en omgekeerd. U wordt geadviseerd onderstaand model te kopiëren. U kunt de verschenen tekst op uw eigen computer opslaan door bovenaan uw scherm te klikken op "bestand", vervolgens op "opslaan als". Zorg ervoor dat de tekst wordt opgeslagen als tekstbestand (*.txt) of als Worddocument. Uw computer zal het document opslaan onder de naam eolconvenant op een door u aan te geven plaats. Indien u niet meer weet waar u het document heeft opgeslagen kunt u dit met een zoekactie op uw computer terug vinden onder de naam "eolconvenant". Deze uitleg bovenaan en de noten onderaan de tekst dient u uiteraard weg te halen. Daarnaast is het netjes om de nummering aan te passen indien u artikelen weghaalt. Let er op dat de verwijzingen in de tekst naar andere artikelen dan ook worden aangepast. Print een exemplaar uit zodat u een voorbeeld naast u heeft en de noten later nog eens kunt nazien. U bent nu klaar om het model te gebruiken, alle noten te wissen (die horen niet in het convenant), de bepalingen die u niet nodig heeft te wissen en de andere bepalingen waar nodig aan te vullen. Indien u klaar bent, print u het convenant viermaal uit. U ondertekent en dateert het convenant en verzoekt ons kantoor twee exemplaren van het convenant aan het echtscheidingsverzoek te hechten. U kunt de convenanten opsturen of meenemen naar kantoor. XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX ECHTSCHEIDINGSCONVENANT De ondergetekenden: .............., wonende te..............., hierna te noemen 'de vrouw', en .............., wonende te..............., hierna te noemen 'de man'; Nemen het volgende in aanmerking: A. Partijen zijn op ......... te ..............., met elkaar gehuwd in algehele gemeenschap van goederen (of: op huwelijkse voorwaarden d.d. …..); B. Uit hun huwelijk is/zijn geboren het/de navolgende kind(eren): .................................., geboren te ........................, ................................. , geboren te........................., C. Partijen zijn beiden van oordeel dat hun huwelijk duurzaam is ontwricht en zij zijn voornemens hun huwelijk op die grond door echtscheiding te doen ontbinden; en bijvoorbeeld: Partijen zijn sedert ...............feitelijk uiteen en wensen met ingang van die datum de gevolgen van hun huwelijksgoederenregime in hun onderlinge verhouding voorzover mogelijk ongedaan te maken; of: Het huwelijk van partijen is op ............ ontbonden door inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand; D. Zij hebben de gevolgen van de ontbinding van hun huwelijk geregeld voor het geval de echtscheiding tot stand komt; of (als na de ontbinding van het huwelijk het convenant opgemaakt wordt): Zij hebben de gevolgen van hun echtscheiding geregeld; Verklaren te zijn overeengekomen als volgt: DE PROCEDURE Artikel 1 De procedure Partijen zullen zich ervoor inspannen de procedure op korte termijn aanhangig te maken door het indienen van een gemeenschappelijk verzoek. DE KINDEREN Artikel 2 Gezag (noot 1) Partijen verwijzen naar het door hen opgestelde ouderschapsplan. Artikel 3 Kinderalimentatie Partijen verwijzen naar het door hen opgestelde ouderschapsplan. Artikel 4 Omgangsregeling (noot 2) Partijen verwijzen naar het door hen opgestelde ouderschapsplan. PARTNERALIMENTATIE Artikel 5 5.1 5.2 5.3 De man/vrouw zal (eventueel: gedurende.................. jaar) met ingang van..................maandelijks bij vooruitbetaling voor de 1e van de maand aan de vrouw/man voldoen een bedrag van € ............ bruto, als bijdrage in haar/zijn levensonderhoud (eventueel: vermeerderd met een bedrag van €............., eenmaal per jaar te voldoen in de maand juni, bij wijze van vakantiegeld). Het sub 5.1 genoemde bedrag is gebaseerd (bijv.) op het bruto jaarinkomen van de man per 1 januari 2015 ad €....... per jaar, inclusief vakantie- toeslag en 13e maand (eventueel: en op de navolgende andere inkomensposten....... ). Deze alimentatie is te beginnen m.i.v. .......... onderworpen aan de wettelijke indexering als bedoeld in art. 1:402a BW. Artikel 6 6.1 6.2 6.3 7.2 7.3 Inkomsten vrouw Indien de vrouw inkomsten uit arbeid en/of vermogen geniet, geldt het navolgende: Eigen inkomsten tot een bedrag van (bijv.) € 1.000 bruto per maand (exclusief evt. vakantiegeld) vormen geen grond voor vermindering van de alimentatie; Eigen inkomsten, voorzover deze € 1.000 bruto per maand (exclusief evt. vakantiegeld) te boven gaan, komen voor ............. % in mindering op de alimentatie. De vrouw zal de hoogte van haar eigen inkomsten aantonen door overlegging van bewijsstukken aan de man, zoals een recente werkgeversverklaring c.q. jaaropgave. Het bedrag van € 1.000 bruto per maand wordt jaarlijks verhoogd met hetzelfde percentage als vermeld in art. 5.3. Artikel 7 7.1 Algemeen Afwijkende regeling ten aanzien van art. 1:160 BW (noot 3) Indien de vrouw gaat samenleven met een ander als waren zij gehuwd of een geregistreerd partnerschap aangaat, eindigt de alimentatieplicht van de man eerst, nadat die samenleving/partnerschap ............jaar (bijvoorbeeld 1) heeft geduurd. Gedurende deze periode is de man niet alimentatieplichtig. Indien de samenleving/partnerschap van de vrouw binnen de genoemde periode eindigt, wordt de man vanaf het moment van beëindiging weer alimentatieplichtig conform het in artikel 5 bepaalde. De wettelijke regeling van art. 1:160 BW blijft evenwel onverkort van toepassing, indien de vrouw de samenleving/partnerschap niet vóór de aanvang daarvan schriftelijk aan de man heeft medegedeeld (andere voorzieningen zijn ook denkbaar). Indien partijen afstand doen van alimentatie kan in plaats van de artikelen 5 t/m 7 worden vermeld: Artikel 5.1 Nihilbeding Partijen doen over en weer afstand van hun rechten op alimentatie jegens elkaar omdat …..(duidelijke reden opgeven) DE BOEDELVERDELING Artikel 8 8.1 8.2 8.3 Omvang van de huwelijksgemeenschap en peildatum (noten 5, 6, 7 en 8) Als peildatum voor de omvang van de gemeenschap van partijen geldt .............. (bijv. de dag van uiteengaan van partijen); als peildatum voor de waardering van de goederen van de gemeenschap geldt ........... (bijv. de dag van uiteengaan van partijen of de dag van ontbinding van het huwelijk door echtscheiding). Voor zover partijen bekend omvat de huwelijksgemeenschap de in de bijlage 1 opgenomen activa en passiva. Het saldo van de gemeenschap bedraagt €......... , zodat elk van partijen recht heeft op € ...........(de helft van het saldo). Artikel 9 9.1 9.2 Verdeling Aan de vrouw worden toegedeeld ..................(activa en passiva vermelden, denk aan levensverzekeringen, pensioenrechten, belastingschulden en teruggaven). Totale waarde € .......... Aan de man worden toegedeeld.................(activa en passiva vermelden). Totale waarde € .......... of 9.1 9.2 Aan de vrouw worden de navolgende activa en passiva toegedeeld: ...................... Aan de man worden alle overige activa en passiva toegedeeld (en bijv. waaronder:.................. ) eventueel: 9.3 Partijen zullen ervoor zorg dragen dat de verdeling uiterlijk (bijv.) binnen 1 maand na inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand is gerealiseerd. Hiertoe zullen zij meewerken aan de levering van goederen die aan de één zijn toegedeeld, doch die zich nog onder de ander bevinden. De partij die alsdan hiermede in gebreke is, is zonder dat enige nadere ingebrekestelling is vereist, een direct opeisbare boete verschuldigd van € 100,- per dag voor iedere dag dat hij in gebreke blijft, onverminderd het recht van de andere partij de werkelijk geleden schade te vorderen. In geval van overbedeling van een van partijen: 9.4 Door bovenstaande verdeling van de huwelijksgemeenschap wordt de man/vrouw overbedeeld met een bedrag van €.......... . De man/ vrouw verplicht zich de helft van dit bedrag aan de vrouw/man uit te betalen binnen één maand na de ondertekening van deze overeenkomst (of: na de uitspraak van de echtscheidingsbeschikking of: bij de levering van de (voormalige) echtelijke woning) (9). Indien geen tijdige betaling plaatsvindt, is de man/vrouw een rente verschuldigd van ....% per jaar over het openstaande bedrag. In ieder geval: 9.5 Alle baten en lasten opgekomen na de peildatum van de omvang van de huwelijksgemeenschap zoals genoemd in art. 8 lid 1 ........... (Hier dient men van dezelfde datum uit te gaan als in art. 8 lid 1. Doet u dat niet, dan is er geen regeling voor de baten en lasten die ontstaan in de periode gelegen tussen de tijdstippen genoemd in art. 8 lid 1 en de ontbinding van het huwelijk. Alsdan geldt de wettelijke regeling) worden toegedeeld aan c.q. komen voor rekening van degene die ze betreffen (noot 10). Artikel 10 Bijzondere kosten 10.1 De man zal in afwijking van het bepaalde in art. 9 lid 4 ten behoeve van de vrouw stipt op tijd blijven voldoen (hier volgen een paar voorbeelden): alle vaste lasten en noodzakelijke onderhoudskosten van de echtelijke woning, waaronder de hypothecaire verplichtingen, alsmede alle verzekeringspremies die op de woning betrekking hebben; de kosten van de verzekeringspremies van de ziektekostenverzekering voor het gehele gezin; de premie van de W.A.-verzekering voor het gehele gezin. Bovenstaande kosten zal de man voor rekening nemen zolang het huwelijk nog duurt, zonder dat hij deswege jegens de vrouw aanspraak kan maken op enige verrekening. Leidt deze regeling tot belastingheffing bij de vrouw, dan kan zij de door haar verschuldigde belasting niet met de man verrekenen. 10.2 De volgende kosten worden bij helfte gedragen van de door partijen gezamenlijk ingeschakelde: advocaat fiscaal adviseur; makelaar die de echtelijke woning heeft getaxeerd; taxateur, die de waarde van de inboedel heeft vastgesteld. Artikel 11 11.1 (Huurrecht) Echtelijke woning Het huurrecht van de echtelijke woning aan de............ te............. wordt aan de man/vrouw toebedeeld. De man/vrouw neemt de verplichting op zich de huur te betalen met ingang van............. Of: 11.1 Zoals in art. 8 lid 2 vermeld, wordt de echtelijke woning aan de.......... aan de man/vrouw toebedeeld. Dit geschiedt op voorwaarde dat de hypothecaire lening aan hem/haar wordt toegescheiden en de bank de vrouw/man ontslaat uit haar/diens hoofdelijke verplichtingen jegens de hypotheekhouder. 11.2 De kosten verbonden aan de levering en de tenaamstelling van de onroerende zaak zijn voor rekening van ...............(of voor gezamenlijke rekening van partijen). De kosten verbonden aan het ontslag uit de hoofdelijke verplichting als bedoeld in lid 1 zijn voor rekening van ............... De lasten rustend op de aan de man/vrouw toebedeelde onroerende zaak zullen met ingang van .............voor rekening van de man/vrouw zijn. 11.3 Het notarieel transport van de echtelijke woning zal uiterlijk binnen ..........(bijv. 1 maand na de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de Burgerlijke Stand) of op................... ten overstaan van Mr. ......, notaris te.......... of diens plaatsvervanger geschieden. De hieraan verbonden kosten zijn voor rekening van ............... (Desgewenst: Door ondertekening van deze overeenkomst machtigt de man/vrouw onherroepelijk de vrouw/man om namens hem/haar al hetgene te doen dat in verband met de verdeling nuttig, nodig of wenselijk is, waaronder met name begrepen het ondertekenen van akten en/of stukken (noten 11, 12) Artikel 12 A. Regeling pensioenverevening Partijen doen over en weer afstand van eventueel door de ander opgebouwde pensioenaanspraken. Toepassing van de wet verevening pensioenrechten wordt nadrukkelijk uitgesloten. Partijen doen afstand van elkanders pensioenaanspraken omdat…(duidelijke reden opgeven). Er wordt zowel afstand gedaan van het ouderdomspensioen als van het bijzonder nabestaandenpensioen/bijzonder partnerpensioen. OF B. Het door de man tijdens het huwelijk opgebouwde pensioen (het ouderdomspensioen en het bijzonder nabestaandenpensioen/bijzonder partnerpensioen) zal tussen partijen worden verdeeld; partijen werken mee aan melding aan de pensioenuitvoerder(s) en zullen het daartoe bestemde formulier ondertekenen. OF C. Het door de vrouw tijdens het huwelijk opgebouwde pensioen (het ouderdomspensioen en het bijzonder nabestaandenpensioen/bijzonder partnerpensioen) zal tussen partijen worden verdeeld; partijen werken mee aan melding aan de pensioenuitvoerder(s) en zullen het daartoe bestemde formulier ondertekenen. (Let op: Er is een verschil tussen ouderdomspensioen en bijzonder nabestaandenpensioen/bijzonder partnerpensioen. Overleg met uw pensioeninstantie hoe u dient om te gaan met het bijzonder nabestaandenpensioen/bijzonder partnerpensioen. Dat is een ander pensioen dan het partnerpensioen. Uw beslissing over het al dan niet verdelen van het bijzonder nabestaandenpensioen zal mede afhangen van de handelwijze en het standpunt van uw pensioeninstantie). Artikel 13 Vrijwaring en finale kwijting 13.1 Partijen vrijwaren elkaar over en weer, indien de ene partij wordt aangesproken tot voldoening van een schuld, welke ingevolge deze overeenkomst ten laste van de andere partij komt. 13.2 Partijen verklaren terzake van de verdeling na uitvoering van bovenstaande niets meer van elkaar te vorderen te hebben en verlenen elkaar over en weer te dier zake finale kwijting. SLOTBEPALING Artikel 14 Ontbinding (noot 13) Partijen doen afstand van hun recht om ingevolge het bepaalde in art. 6:265 BW ontbinding van deze overeenkomst te vorderen. Aldus overeengekomen en in tweevoud opgemaakt en getekend te ............(plaats),………........(datum) ...............(plaats),....………….......(datum) (de man) (de vrouw) NOTEN 1. Vanaf 1 januari 1998 is gezamenlijk gezag na echtscheiding uitgangspunt. Indien eenhoofdig gezag door partijen wordt gewenst, dan dient dat uitdrukkelijk te worden verzocht. 2. Bij het redigeren van een omgangsregeling behoeven de volgende punten aandacht. Hoe jonger de kinderen, des te meer behoefte er is aan een gedetailleerde omgangsregeling. Voor deze situatie geldt het bepaalde in art. 4. Probeer ingeval van oudere kinderen een regeling in onderling overleg te treffen en leg vast dat deze aldus tot stand is gekomen. De ervaring leert dat als de omgangsregeling mede opgenomen is in een beschikking, partijen zich hieraan beter houden. 3. Artikel 1:160 BW bevat regels over het einde van de alimentatieplicht bij het aangaan van een huwelijk, geregistreerd partnerschap of samenwoning van de andere partner. Let op de uitspraak van de Hoge Raad van 7 februari 1997, NJ 1997, 169. Daarbij hadden partijen in hun convenant bewust afgezien van een alimentatieregeling en gekozen voor een eigen andersoortige regeling, bestaande uit een salarisbetaling door de man ná de beëindiging van het dienstverband van de vrouw met de door de man beheerste vennootschap. Art. 1:160 BW was naar het oordeel van de Hoge Raad niet van toepassing op de regeling met 'een eigen karakter'. Als extra artikel is mogelijk het “Beding van niet-wijziging”, waarbij de tekst als volgt kan luiden: “De alimentatieregelingen, vermeld in de artikelen 5 tot en met 7 kunnen niet bij rechterlijke uitspraak worden gewijzigd. Op grond van een wijziging van omstandigheden, behoudens het bepaalde in art. 1:159 lid 3 BW.” 4. Bedenk dat voor het opnemen van een beding van niet wijziging zeer goede redenen moeten zijn. Men realisere zich dat een dergelijk beding in principe niet meer kan worden gewijzigd. Let op de termijn genoemd in art. 1:159 lid 2 BW. Het beding vervalt indien het echtscheidingsverzoek niet binnen drie maanden na ondertekening van deze overeenkomst is ingediend. 5. Mochten er privé-vermogen zijn van een of beide echtgenoten dan behoeven deze niet bij de verdeling betrokken te worden. Om misverstanden te vermijden is het evenwel aan te bevelen in het convenant op te nemen welke goederen om die reden niet verdeeld zijn. 6. In het algemeen worden de goederen bij de kinderen in gebruik zonder enige verrekening toegescheiden aan de verzorgende ouder. 7. Bedenk dat toedeling van een bijv. door de man aangegane schuld aan de vrouw slechts interne werking heeft. Externe werking wordt alleen bereikt door schuldoverneming. Hiervoor is toestemming van de crediteur vereist (art. 6:15.5 BW). 8. In het huidige recht heeft verdeling geen declaratieve werking meer. Art. 3:186 BW bepaalt dat voor de overgang van het aan een deelgenoot toebedeelde een levering is vereist op dezelfde wijze als voor overdracht is voorgeschreven. De leveringswijzen voor de verschillende goederen zijn als volgt: a. van een onroerende zaak door een notariële akte gevolgd door inschrijving daarvan in de daartoe bestemde openbare registers (art. 3:89BW); b. van roerende zaken door bezitsverschaffing (artt. 3:90, 3:1.12-.1.1.5 BW). c. van rechten aan order of toonder zie kortheidshalve art. 3:93 BW. d. van rechten op naam, zoals banktegoeden en pensioenrechten (!), door een akte en mededeling daarvan aan de debiteur (art. 3:94 BW). Ad b) In echtscheidingssituaties is veelal een tweezijdige verklaring zonder feitelijke handeling voldoende (art. 3:90 jo. 3:115 BW), zodat een nadere regeling in het convenant niet nodig is. Ad c) en d): Indien dergelijke rechten in de boedel aanwezig zijn, verdient het aanbeveling in het convenant te regelen hoe, alsmede wanneer de levering zal geschieden. Men kan aan het convenant desgewenst aktes van cessie hechten. 9.Stel dat het saldo van de gemeenschap 36 bedraagt dan heeft ieder recht op 18. Als de man dan 21 ontvangt is hij met 3 overbedeeld en dient de vrouw 3 te ontvangen van de man. 10. Door dit beding in combinatie met het bepaalde in art. 13.1 wordt de boedelscheiding tussen partijen in feite gerealiseerd vanaf het moment van feitelijk uiteengaan. Externe werking hebben deze afspraken niet. Met name ten aanzien van schulden is, in geval van hoofdelijke aansprakelijkheid, ontslag uit hoofdelijkheid nodig dan wel, indien de schuld aan de andere echtgenoot wordt toegescheiden die niet debiteur is, schuldoverneming (art. 6:155 BW). 11. Toedeling van een onroerende zaak met een hypothecaire schuld dient niet eerder plaats te vinden dan nadat een schriftelijke verklaring door de bank terzake van ontslag uit hoofdelijkheid is afgegeven. Het verdient aanbeveling de levering van de onroerende zaak aan de ene echtgenoot tegelijk te laten plaatsvinden met cessie van vorderingen aan de andere echtgenoot. Hiervoor kan men in het convenant een onherroepelijke volmacht opnemen, teneinde de levering onafhankelijk te maken van de persoonlijke medewerking van de andere partij. 12. Denk eraan dat artikel 8a PSW altijd van toepassing is, tenzij partijen anders overeenkomen. Bespreek dus altijd wat uw bedoeling is met het bijzonder nabestaandenpensioen. 13. De gewoonte bestaat om behalve ontbinding iedere vorm van vernietiging uit te sluiten. Het is echter de vraag of de rechter een beroep op een dergelijk beding zal honoreren. Copyright 1996-2015 Mr. M.C.J. Teurlings. Alle rechten voorbehouden.