1 RICHTLIJNEN EINDWERK ECONOMIE 2005-2006 1. Concrete Opdracht: Je kiest: a) ofwel een onderwerp uit de lijst met aangereikte onderwerpen; b) ofwel neem je een zelfgekozen onderwerp na goedkeuring (het onderwerp moet uiteraard wel binnen de economische sfeer liggen); Je maakt over je gekozen onderwerp een zelfgemaakte paper van om en bij de 15 pagina’s. (Het is de kwaliteit die telt en niet de kwantiteit !!) Hierin bespreek je de problematiek van je gekozen onderwerp, bekeken vanuit een economische invalshoek. Het is belangrijk dat je uitgaat van recent materiaal en recente cijfers. Het verwerken van bronnen is een belangrijke doelstelling van dit werk. Probeer je paper zo zelfstandig mogelijk op te bouwen, schrijf dus niet hele passages klakkeloos over !! Je paper bestaat uit een inleiding, een middenstuk en een besluit. Het besluit bevat een kritische kijk op je gekozen onderwerp. Probeer je werk een duidelijke structuur te geven, logisch ingedeeld in delen, hoofdstukken en paragrafen. 2. Vormvereisten: Je paper moet afgedrukt worden op A4-formaat. Inbinden hoeft niet, maar de bladen moeten wel bijeen gehouden worden met een of ander klemsysteem met een doorzichtige voorflap, waardoor het titelblad van je werk kan gelezen worden. Je geeft je werk ook af op een diskette of stuurt het door via e-mail. Volgorde van de inhoud: Gekleurde kaft (dun karton) met naam, titel, schooljaar; Wit blad; (Voorwoord: motivatie van je onderwerpskeuze); Inhoudsopgave (met aanduiding van paginanummers); Inleiding; Tekst van de paper; Richtlijnen Eindwerk Economie Schooljaar: 2005-2006 R. De Wever 2 Besluit; (Bijlagen); Bibliografie; Wit blad; Gekleurde kaft. Marges: boven/onder 2 à 3 cm; links 3 à 4 cm (hou rekening met het eventueel inbinden); rechts 2 cm. De bladzijden worden genummerd rechts boven in Arabische cijfers (1, 2, ...). De nummering begint bij de inleiding en gebeurt doorlopend tot en met het besluit. Voorwoord en inhoudsopgave worden genummerd in Romeinse cijfers (I, II, ...); de pagina's van de bijlagen worden niet meer genummerd. Neem best als interlinie l,5 en tussen twee alinea’s interlinie 3. 3. Taal en schrijfstijl: Verzorg de taal, zorg voor correcte zinsconstructies, maak geen fouten tegen de spraakkunst. Gebruik een nuchtere, sobere taal. Probeer lange zinnen met ingewikkelde constructies te vermijden. Indien het enigszins mogelijk is de onpersoonlijke stijl aanwenden. Vermijd de "ik"-vorm, gebruik in de plaats, "wij", "men", passieve zinsconstructie. Doe een poging om een vlot leesbare tekst te schrijven, d.w.z. schrijf een vloeiende, doorlopende tekst en gebruik zo weinig mogelijk opsommingen in puntjes. Gebruik enkel officieel erkende afkortingen en symbolen. Doe een poging de Nederlandse terminologie te gebruiken, als die bestaat en doorspek je werk niet met anderstalige (Engelse) woorden. Vermijd onderlijnen in de tekst, deze zijn immers vaak overbodige blikvangers. Gebruik zo weinig mogelijk voetnoten, enkel om een extra definitie of vermelding te geven. Het teken waarmee in de tekst naar de voetnoot wordt verwezen, onmiddellijk achter het betrokken woord1 plaatsen. Voetnoten doorlopend nummeren over gans de 1 Onderaan links op de bladzijde onder de tekst een volle lijn plaatsen over een kwart breedte van het blad. Richtlijnen Eindwerk Economie Schooljaar: 2005-2006 R. De Wever 3 tekst. Onderaan links op de bladzijde onder de tekst een volle lijn plaatsen over een kwart breedte van het blad. Onder deze lijn het verwijzingsteken herhalen en erachter de tekst plaatsen. 4. Bijlagen: Bijlagen dienen om achtergrondinformatie weer te geven, die de geïnteresseerde lezer nodig kan hebben. Beperk het aantal bijlagen, en verzorg ze qua vorm. Bijlagen zijn geen stapels kopieën van wetteksten of van slordige, nauwelijks leesbare computeroutputs. De bijlagen worden van het tekstgedeelte gescheiden door een blad met het woord "bijlage(n)" erop. De bijlagen worden doorlopend genummerd met Arabische cijfers (bijlage 1, bijlage 2, ...) in de volgorde waarin ernaar verwezen wordt in de verhandeling. In de tekst zelf wordt ook telkens naar de bijlage verwezen met vermelding van het nummer. 5. Bibliografie: De bibliografie is een lijst van alle geraadpleegde bronnen (minimum 10), alfabetisch gerangschikt naar auteur en per auteur chronologisch gerangschikt. Hierin wordt elk werk voluit vermeld volgens strikte afspraken. Indien de auteur niet gekend is, gebruikt men "N.N." en dit wordt ook opgenomen in de lijst. Voor boeken: Hall M., Knapp J. & Winston Ch. (1961). Distribution in Great Britain and North America. A study in Structure and Productivity. University Press London. pp 232. Voor tijdschriftartikels: Boyd H.W. & Piercy I. (1963). Marketing to the British Consumer. Business Horizons, 6(1), pp 77-86. Richtlijnen Eindwerk Economie Schooljaar: 2005-2006 R. De Wever 4 Voor verwijzing naar webstek: Geef URL en datum van raadplegen vb. http://www.ruusbroec.be [10/09/2004] 6. Citaten: Bij citaten de tekst letterlijk en volledig overnemen in de oorspronkelijke taal en tussen dubbele aanhalingstekens plaatsen. Het citaat scheiden van de gewone tekst door 2,5 interlinie en typen met één enkele interlinie. De linkerkantlijn laten inspringen over 1 cm, cursief lettertype gebruiken. In de tekst voor het citaat de bron vermelden, nl. naam auteur, jaartal publicatie en paginanummer, vb. (Shapiro, 1986 : p. 20). 7. Lijst met aangeboden onderwerpen: Uitbreiding van de EU: waar liggen de grenzen? Monetair beleid van de ECB (eventueel vergeleken met dat van Federal Reserve) Tobin Taks Oorzaken van de hoge olieprijzen en invloed op de economie Duurzaam ondernemen Invloed van terrorisme op onze economie Werkloosheid: oorzaken, gevolgen en mogelijke oplossingen? Heeft de secundaire sector nog kansen in België? Sportsponsoring Economische vergelijking van ontwikkelingslanden met de Westerse landen Lineaire programmering: Simplex algoritme Hoge loonkosten: is België nog concurrentieel? Taken en werking van het IMF Bespreek een groot / traditierijk bedrijf: historiek, financiële analyse, marketing, … Eigen onderwerp (mits goedkeuring) Richtlijnen Eindwerk Economie Schooljaar: 2005-2006 R. De Wever 5 8. Belangrijke data: Week 24/10-28/10: In de week voor de Allerheiligenvakantie maak je een afspraak en geef je een A4 blad af waarin je meedeelt: onderwerp, afbakening van het onderwerp, reeds gevonden en geraadpleegde bronnen, hoe je tewerk zal gaan om de ontbrekende nodige bronnen te vergaren. (Eventueel een reeds voorlopige inhoudstafel) Week 16/1-20/1: In de tweede week na de kerstvakantie maak je een afspraak om je voortgang te komen bespreken. Nu moet de structuur en inhoudsopgave grotendeels vastliggen. Opgelet: het opstellen van een logische en goed gestructureerde inhoudstafel is ontzettend belangrijk om een degelijke paper te kunnen schrijven. Denk hier dus voldoende over na en laat je structuur af en toe controleren. Week 20/3-24/3: In deze week lever je een voorlopige versie van je paper ter verbetering af. Deze versie is nog niet definitief, maar heeft al de vorm van je definitieve versie. De verbetering en bemerkingen krijgen je jullie ten laatste meteen na de paasvakantie. (Het is niet onverstandig om af en toe reeds geschreven stukken ter verbetering in te dienen, zodat zo snel mogelijk eventuele correcties kunnen worden aangebracht). Week 24/4-28/4: Inlevering van definitieve versie van je paper. 9. Quotering: Je paper komt op ongeveer 20% van je eindexamen te staan. Er worden punten gegeven op stiptheid, procesevaluatie (inzet, organisatie, creativiteit, zelfstandigheid), de paper zelf (zowel inhoud, taal als structuur) en een mondelinge toelichting van je paper tijdens het mondelinge examen (juni). Richtlijnen Eindwerk Economie Schooljaar: 2005-2006 R. De Wever