Opdracht 1 Diersoort in kaart Inleiding Voordat je een dier aanschaft doe je er goed aan om je eerst te verdiepen in de desbetreffende diersoort. Kortom: je brengt de diersoort in kaart. Doel opdracht Kennis opdoen over de aan jullie toebedeelde diersoort waarbij de volgende onderdelen aan bod komen: 1. Verzorgingsschema (dagelijks en periodiek). Geef ook aan: - Welk voer gebruikt wordt en in welke hoeveelheid; - Welke bodembedekking gebruikt wordt; - Waarmee ontsmet wordt en in welke dosering; - Welke middelen gebruikt worden in het kader van preventieve gezondheidszorg en in welke dosering; - Etc. 2. Huisvesting Tips: - Denk praktisch: zet konijnen niet in losse hokken met rennen, maar gebruik een konijnenflat; - Bij het fokken met kippen heb je meerdere kippenrennen nodig etc.; - Etc. 3. Gezondheidszorg 3.1 monitoren gezondheid (gezondheidscontrole) 3.2 behandel voor jouw diersoort de hieronder genoemde drie veel voorkomende ziektes / aandoeningen. Beschrijf: o hoe het dier besmet raakt; o het ziekteverloop; o hoe je de ziekte kunt voorkomen en behandelen. Konijnen: 1. Olifantentanden en haken op de kiezen. 2. Coccidiose 3. Myxomatose 4. VHS (moeten beiden behandeld worden). Kippen: 1. Coccidiose 2. Snot 3. Kalkpootmijt 4. Bloedluis Cavia’s: 1. Luchtweginfectie 2. Vachtluis 3. Schurftmijt 4. Olifantentanden en haken op de kiezen 4. Voortplantingscyclus: 4.1 paarseizoen 4.2 Bronstcyclus (alleen zoogdieren) 4.3 verloop dekking bij zoogdieren / baltsgedrag en paring bij vogels 4.4 hoe je het optimale dekmoment kunt bepalen a.d.h.v. 4.1 t/m 4.3 bij zoogdieren / het koppelen van vogels Let op! Bovenstaande informatie moet niet algemeen beschreven worden, maar het moet gaan over jullie diersoort! De opdracht Overal op straat, in school, in de sportkantine of in het theater kom je posters tegen. Er zijn verschillende soorten posters. De ene poster kondigt een evenement aan en de andere poster vertelt je iets wat je vooral wel moet kopen. En weer een andere poster geeft je informatie over een bepaald onderwerp. Zo zijn er posters met heel veel tekst en er zijn posters met een grote afbeelding met weinig tekst. Jullie gaan een poster maken waarop jullie bovenstaande onderwerpen gaan verwerken. Het ontwerp moet origineel en aantrekkelijk zijn, maak veel gebruik van beeldmateriaal. De poster moet eerst digitaal ontworpen worden, om deze vervolgens op papier uit te werken. Om tot een goed eindresultaat te komen moet je aan een aantal onderdelen werken: 1. Oriëntatie op verschillende soorten posters Posters hebben altijd een duidelijke boodschap. Inventariseer welke soorten posters er zijn en welke creatieve vorm deze posters hebben. 2. Maken van een goede lay-out De lay-out zegt iets over de opmaak en indeling van de poster. Wat komt waar? Welke vormen ga je gebruiken, welke kleuren zijn belangrijk, welk lettertype past het best bij het onderwerp,.. etc. 3. Poster maken Nadat jullie het definitieve ontwerp gemaakt hebben, mag de poster gemaakt worden op een groot A1 vel. De poster mag ook digitaal ontworpen worden, om deze vervolgens te laten printen door een drukkerij. Denk er nogmaals goed aan dat jullie poster mensen moet aantrekken. Zorg dus dat hij opvalt. Programma van eisen: 1. Op de poster staat een titel. Probeer een leuke titel te verzinnen, die meteen de aandacht van de bezoekers trekt. 2. De poster moet aantrekkelijk zijn voor publiek, de poster moet uitnodigen om er naar te gaan kijken. Gebruik daarom verschillende kleuren en plaatjes. 3. Inleiding over het onderwerp 4. Een poster moet niet teveel tekst bevatten en moet toch het hele verhaal dat je te vertellen hebt weergeven. 5. Houd de poster overzichtelijk, zodat iemand die naar jullie poster komt kijken direct ziet wat jullie gedaan hebben. Gebruik daarvoor o.a. tussenkopjes. 6. Namen van de makers. 7. Verdeling tekst en plaatjes. 8. Besteed ook aandacht aan lettersoort en lettergrootte. Zorg ervoor dat de tekst zo groot is dat je de poster van een meter of twee kunt lezen. 9. Tip: als jullie vragen willen uitlokken, stop dan een verrassing in de poster, iets dat op het eerste gezicht raar lijkt. 10. De inhoud op de poster moet juist zijn. 11. De poster is gecontroleerd op grammatica en spelling.