Deze handboeken zijn geschikt voor alle studierichtingen die het vak biologie krijgen in de derde graad ASO. Voor leerlingen met 2 graaduren biologie is de basisleerstof te herkennen aan de groene band op de rand van het blad. De bijkomende leerstof voor leerlingen met 3 graaduren wordt aangeduid met een paarse margeband. Wetenschappelijke of historische achtergronden, maar ook moderne technologieën of actuele thema-informatie worden aangeboden in groene contextkaders. De waarnemingen en experimenten worden meestal apart verwerkt in het bijhorende praxisdeel. De proeven en de microscopie- of denkoefeningen die in het praxisdeel zijn opgenomen, worden telkens overeenkomend aangeduid met genummerde rode icoontjes. In boekdeel 1 bestudeert men de 'functionele bouw van organismen' en 'aspecten van materie en energie' bij levende wezens. Na dit deel volgen nog 2 boekdelen. Deel 1 heeft dus de titel 'functionele bouw van organismen' gekregen. In verschillende hoofdstukken bespreekt men de microscopische en de submicroscopische structuur van de cel, evenals de functies van de verschillende organellen en de organisatie van cellen in weefsels en organen. Prokaryote en eukaryote cellen worden vergeleken. In het praxisboek vindt men, naast microscopische oefeningen, talrijke foto’s van micropreparaten en oefeningen. Het eerste hoofdstuk van deel 2 ('materie en energie') behandelt de samenstelling van cellen en organismen. De structuur van de koolstofverbindingen wordt schematisch voorgesteld in plaats van door middel van exacte chemische formules. De practica staan in het praxisdeel. De diverse transportmechanismen tussen cellen en hun milieu zijn uitgelegd in hoofdstuk 2. Het volgende thema dat wordt aangesneden, is enzymen. Functie, bouw en werking komen aan bod. Experimenten vind je opnieuw in het praxisdeel. De chemische afbraak van voedingsstoffen wordt heel overzichtelijk voorgesteld. Ook lysosomale vertering komt aan bod. Absorptie van voedingsstoffen wordt eerder summier uitgelegd. In het vijfde hoofdstuk, 'autotrofie', zijn de auteurs er in geslaagd om het toch ingewikkelde fotosyntheseproces duidelijk uit te leggen met een minimaal gebruik van chemische formules. Ook wordt er aandacht besteed aan de functionele bouw van chloroplast en blad. Aan de hand van voorbeelden legt men niet alleen chemo-autotrofie uit, maar toont men ook het belang van dit proces aan in de kringloop van diverse elementen. Oefeningen en experimenten vind je zoals altijd in het praxisdeel. Ook in het hoofdstuk 'celademhaling' wordt op een analoge manier te werk gegaan. Zonder gebruik te maken van ingewikkelde chemische formules legt men de diverse processen uit. Ook structuuraanpassingen en beïnvloedende factoren worden besproken. In een contextkader wordt ook aandacht besteed aan biobrandstoffen. Achteraan in het praxisdeel bevindt zich een bijlage met de structuurformules van belangrijke biomoleculen. De handleiding voor de leerkracht is het ingevulde praxisdeel. Het leerboek is geïllustreerd met tekeningen; foto’s komen minder voor. De inhoud van het handboek is zeker niet uitgebreid. Er staat niet veel meer in dan wat het leerplan vraagt. Voor leerkrachten die een uitgebreidere informatiebron willen, zal het handboek tegenvallen. Een van de grote pluspunten is wel dat ingewikkelde processen op een eenvoudige en mijns inziens ruim voldoende manier uitgelegd worden, zodat leerlingen inzicht krijgen in deze processen. (M.-R. Wouters // In: Nova et Vetera. - 2004-2005 nr. 4)