Wij verwachten dat het immuunsysteem gluten leert

advertisement
Wennen aan
Als je het dagelijks brood niet verdraagt heb je een dagelijks
probleem. Coeliakiepatiënten kunnen niet tegen gluten, een
eiwit dat in veel granen zit. Ze moeten levenslang op een duur
dieet. Het is dus de moeite waard om te voorkomen dat iemand met aanleg ervoor ook werkelijk coeliakie krijgt. Wetenschappers proberen erachter te komen hoe je baby’s het beste kunt laten wennen aan gluten. De EU financiert een groot
project dat in Leiden wordt gecoördineerd. door D I A N A D E V E L D
E
en kind met de klassieke vorm van
coeliakie is goed te herkennen. Het is
dun maar heeft een opgezette, pijnlijke
buik, het lijdt aan chronische diarree en
groeit niet goed. Daarnaast heeft zo’n kind
een verhoogde kans op onder andere botontkalking, verminderde vruchtbaarheid, kanker
en auto-immuunziekten als diabetes en reuma. Een behoorlijke waslijst aan klachten en
risico’s, en dat allemaal doordat het darmslijmvlies niet tegen gluten kan. Gluten is een
eiwit dat voorkomt in granen als tarwe, gerst
en rogge. Bij coeliakiepatiënten raken de
darmvlokken beschadigd door gluten, waardoor ze allerlei voedingsstoffen niet goed
kunnen opnemen.
Babyvoeding
Ongeveer één procent van de bevolking lijdt
in meer of mindere mate aan coeliakie, oftewel glutenintolerantie. Patiënten moeten zich
levenslang houden aan een glutenvrij dieet.
Aangezien gluten in ontzettend veel etenswaren voorkomen, is dat erg lastig. Zo’n dieet
vormt dan ook een grote sociale beperking,
ook al is er op dat terrein zicht op verbetering.
“Voorkomen is beter dan genezen”, zegt dr.
Luisa Mearin (Kindergeneeskunde). “En wij
denken dat dat kan.” Mearin baseert zich
daarbij op Zweeds onderzoek. “In de jaren
tachtig kende Zweden een ware epidemie van
coeliakiepatiëntjes. Wat bleek? De richtlijnen
Wij verwachten dat het
immuunsysteem gluten
leert herkennen en er
tolerant voor wordt
[8]
voor voeding voor jonge baby’s waren veranderd. Voorheen kregen baby’s vanaf vier
maanden gluten geïntroduceerd in hun voeding, maar met de invoering van Europese
maatstaven gebeurde dat pas bij zes maanden. Wat de kinderartsen niet wisten, was dat
op hetzelfde moment de Zweedse fabrikanten
het melkeiwit in hun babyvoeding voor na
zes maanden gedeeltelijk vervingen door gluten. Na zes maanden kregen de kinderen dus
opeens heel veel gluten binnen, en dan ook
vaak ná de periode van borstvoeding.
Kleine hoeveelheden
Toen Zweden in de jaren negentig teruggreep
naar de oude richtlijnen, kwamen er gelukkig
weer minder nieuwe patiëntjes bij. “De
Zweedse onderzoekster Anneli Ivarsson heeft
de epidemie zeer gedetailleerd bestudeerd en
concludeerde dat de helft van de coeliakiegevallen van deze epidemie voorkomen had
kunnen worden door kleine hoeveelheden
gluten in de voeding te introduceren tijdens
de periode van borstvoeding.”
Dát er een verband is tussen het ontstaan van
coeliakie enerzijds en de inname van gluten
en periode van borstvoeding tijdens het eerste levensjaar anderzijds, is dus duidelijk.
Maar hoe het precies zit is nog onbekend.
“Tot nu toe zijn er alleen observationele studies – ‘achterafstudies’ – gedaan en die hebben een beperkte geldigheid”, aldus Mearin.
“Wij willen een interventiestudie doen om te
toetsen of het klopt wat Ivarsson vond.”
Die toetsing zal plaatsvinden binnen het
grootschalige Europees onderzoeksproject
preventcd (van prevent coeliac disease), gefinancierd met 3,6 miljoen euro van de eu.
Mearin is de coördinator van het project. Het
houdt in dat duizend kinderen met een verhoogde kans op coeliakie gevolgd worden.
Clinical researcher Caroline Hogen Esch: “Dat
zijn kinderen bij wie coeliakie in de familie
zit. De ziekte heeft namelijk een genetische
component. Dertig procent van de bevolking
heeft aanleg voor coeliakie, maar verreweg de
meesten krijgen het gelukkig niet.”
Tolerant
De duizend kinderen zullen verdeeld worden
over twee groepen. Bij beide groepen wordt
borstvoeding nadrukkelijk geadviseerd. De
ene helft zal daarnaast vanaf vier à vijf maanden een klein beetje gluten krijgen, zo’n drie
procent van wat een kind normaal bij zes
maanden krijgt. “Dat is heel weinig. Wij verwachten dat het immuunsysteem het gluten
desondanks leert herkennen en er vervolgens
tolerant voor wordt”, zegt Mearin. De andere
groep krijgt in plaats van gluten een placebo.
De onderzoekers gaan vlak voor en vlak na
de introductie van gluten bloed afnemen bij
de kinderen. “Daaruit bepalen we de reactie
van het afweersysteem en we kijken meteen
ook naar de genetica”, legt Mearin uit. “Het
mooie van deze studie is dat we niet achteraf
kijken, maar van begin af aan. We kunnen
volgen welke kinderen coeliakie krijgen en
welke niet, en hoe dat afhangt van gluten-inname, erfelijkheid en de combinatie van die
twee.” Naast het zojuist beschreven familieonderzoek bestaat preventcd ook uit een bevolkingsonderzoek in Zweden. Daarvoor worden de kinderen uit de jaren tachtig en negentig gevolgd.
Pil tegen gluten
Aan preventcd werken allerlei Europese toponderzoekers op het gebied van coeliakie
mee, zoals geneticus prof. Ciska Wijmenga
uit Utrecht, prof. Ludwig Sollid uit Noorwegen, prof. Ricardo Troncone uit Italië en eerdergenoemde Anneli Ivarsson. En er zijn drie
industriële partners bij betrokken: babyvoedingproducent Numico, en Eurospital en
Phadia, die betrokken zijn bij de diagnostiek
van coeliakie. Toch heeft het project een duidelijk lumc-karakter, vertelt Mearin trots.
“Onder andere de afdeling Medische Statistiek en onze immunoloog prof. Frits Koning
spelen een belangrijke rol.”
Diezelfde Frits Koning stond vorig jaar nog in
Cicero met zijn ontdekking van een enzym
dat gluten afbreekt in de maag. Coeliakiepatiënten zouden met een nog te ontwikkelen
enzympil gerust een glutenrijk biertje kunnen
drinken. Is het probleem dan eigenlijk niet al
opgelost? “Voorkomen is beter dan genezen”,
antwoordt Mearin. “Bovendien zal zo’n pil
1 0 f e b r ua r i 2 0 0 7 | n u m m e r 2
pap en brood
Ouders willen weten
wanneer ze hun baby
het beste gluten
kunnen gaan geven
sel kan de ziekte worden gediagnosticeerd”,
vertelt Mearin. “En hoewel er heel veel Europese landen meedoen aan het onderzoek, zal
de diagnostiek op dezelfde manier plaatsvinden. Dat schept eenduidigheid.”
Ook voor de gluteninname bij jonge kinderen
is sinds kort een meetinstrument beschikbaar.
Diëtiste Erica Hopman, ook uit het lumc,
heeft een lijst met vragen ontwikkeld om die
inname te kwantificeren. “Haar artikel daarover wordt binnenkort gepubliceerd in het
American Journal of Nutrition. Het is opvallend hoeveel gluten kinderen van één jaar al
binnenkrijgen, bijna net zoveel als volwassenen. Kinderen eten veel pap, brood, koekjes
en kaakjes – allemaal glutenrijke producten.”
De vragenlijst van Hopman zal ook binnen
preventcd gebruikt gaan worden.
FOTO: ARNO MASSEE
Meedoen
een glutenvrij dieet niet volledig kunnen vervangen, want hij is niet bedoeld voor elke glutenconsumptie. Maar een patiënt kan met
deze pil wel af en toe gluten nuttigen en dat
zal zeker de kwaliteit van leven verbeteren.
Overigens gaan we er niet van uit dat we de
ziekte bij álle zuigelingen kunnen voorkomen,
er zullen dus altijd coeliakiepatiënten blijven
voor wie zo’n enzympil een uitkomst vormt.
L ei ds Un i v er sita i r M edisch Cen t ru m
En de bestaande coeliakiepatiënten kunnen er
natuurlijk ook gebruik van maken.”
Koekjes en kaakjes
Voor elk onderzoek is de beschikbaarheid
van goede meetmethoden cruciaal. “De diagnostiek bij coeliakie is gelukkig goed afgebakend: op basis van antilichamen in het bloed
en onderzoek aan een stukje dunnedarmweef-
[9]
Hogen Esch is als onderzoeker verantwoordelijk voor het Nederlandse deel van het familieonderzoek. “Wij zoeken 150 zwangere
vrouwen van wie het ongeboren kind een verhoogd risico loopt, omdat een ouder, een
broertje of een zusje van het ongeboren kind
al coeliakie heeft”, legt ze uit. “Deze kinderen hebben 10 procent kans om coeliakie te
ontwikkelen. Hun ouders hebben dus een
goed motief om te proberen de ziekte te voorkomen.” Mearin: “Deze ouders willen graag
weten wanneer ze hun baby het beste gluten
kunnen gaan geven, maar op dit moment
kunnen we helaas nog geen goede adviezen
geven. Vandaar dit onderzoek.” De zwangere
vrouwen zullen deels via de Nederlandse
Coeliakie Vereniging uitgenodigd worden
(www.glutenvrij.nl). “Maar we hopen dat ook
internisten en andere artsen die een zwangere
vrouw met coeliakie zien, aan dit onderzoek
zullen denken en de vrouw erop attent maken”, voegt Hogen Esch toe. Belangstellenden kunnen mailen naar [email protected].
Vanaf half februari is ook de website te bezoeken op www.preventcd.com.
■
Download