NOTITIE DEVENTER WIJKAANPAK Datum : 24 januari 2005 Aan : Gemeenteraad, t.b.v. Politieke Markt Deventer 8 februari 2006 Van : Burgemeester en wethouders Onderwerp : Werkwijze van de Deventer Wijkaanpak Inleiding Tijdens de Politieke Markt Deventer van 7 september 2005 is gesproken over het collegebesluit inzake de wijkprogramma’s 2005-2006. Naar aanleiding van deze besprekingen is met het raadspresidium afgesproken dat de raad betrokken zal worden bij het periodieke bewonersonderzoek. De opzet van het onderzoek is intussen besproken tijdens de Politieke Markt Deventer van 30 november 2005. N.a.v. de bespreking zijn enkele vragen aan het onderzoek toegevoegd, o.a. over wijkindeling, democratisch gehalte en bekendheid resultaten. De uitkomsten van het onderzoek zullen naar verwachting worden besproken met de raad in mei 2006. Intussen heeft de raad op 14 december 2005 een motie aanvaard met het verzoek aan het college om bij het onderzoek naar de resultaten van de wijkaanpak tevens te onderzoeken wat de opinie is van de inwoners van Deventer die niet direct betrokken zijn (geweest) bij de wijkaanpak. In deze notitie zullen wij aangeven hoe wij de motie denken uit te voeren. Daarnaast is met het raadspresidium afgesproken dat over een aantal aspecten die de werkwijze van de wijkaanpak betreffen, zal worden gesproken in de Politieke Markt van 8 februari 2006. Het gaat daarbij om de wijze van besluitvorming door B&W over de wijkprogramma’s, over de wijkindeling en eventuele andere door de raad te noemen aspecten. Een aspect dat door de raad is genoemd betreft de wens om de wijkaanpak dichter bij de bewoners te brengen, eventueel door splitsing van wijkteams. In deze notitie blikt het college terug op de ontstaansgeschiedenis van de wijkaanpak en geeft het college haar visie op de genoemde aspecten. Wij stellen voor om over genoemde aspecten eerst te besluiten na bespreking van de uitkomsten van het bewonersonderzoek, om zodoende zienswijzen die hieruit naar voren komen bij de besluitvorming kunnen betrekken. Waarom wijkaanpak? In 1992 is in het kader van het toenmalige Sociale Vernieuwingsbeleid gestart met de Deventer Wijkaanpak. De motivering voor deze aanpak was dat “uit wijkbijeenkomsten is gebleken dat de gemeentelijke organisatie niet goed functioneert als het gaat om de dagelijkse leefsituatie van de bewoners. De afstand tussen bestuur en bewoners is te groot. De lijnen tussen signaleren en uitvoeren zijn te lang. Gemeentelijke diensten werken traag en langs elkaar heen. De verantwoordelijkheid en deskundigheid van bewoners komt niet tot zijn recht. De beschikbare geldstromen zijn niet inzichtelijk “(Programma Sociale Vernieuwing in Deventer, gemeenteraad oktober 1991). Het antwoord op deze probleemstelling was om de burgers zelf meer verantwoordelijkheid en zeggenschap te geven (zelfregulatie) d.m.v. eigen wijkbudgetten, wijkteams, taakgroepen. Om dit proces te faciliteren werd de gemeente d.m.v. wijkwethouders, wijkambtenaren, wijkopbouwwerkers, dichter bij de burgers gebracht (een duurzame communicatiestructuur met korte lijnen). In de Wijkaanpak staan met andere woorden de bewoners centraal. De gemeentelijke organisatie en de partnerorganisatie zijn ondersteunend op de zelfwerkzaamheid van de bewoners. Hiermee werd door Deventer uitdrukkelijk gekozen voor een participatiemodel i.p.v. een overlegmodel. Notitie Politieke Markt Deventer 8 februari 2005 1 De doelstellingen van de wijkaanpak zijn al die jaren feitelijk niet veranderd en kunnen worden samengevat als : 1. stimuleren en ondersteunen van bewoners om zelf initiatieven te nemen ter verbetering van de leefbaarheid in de meeste brede zin van het woord; 2. zorgen dat de gemeentelijke organisatie (én partnerorganisaties) waar nodig op een slagvaardige, onbureaucratische manier inspelen op de initiatieven van bewoners. Evaluaties wijkaanpak De invoering van de wijkaanpak was een experiment dat landelijk gevolgd en ondersteund werd in het kader van het Experiment Integrale Vernieuwing o.l.v. prof. Idenburg c.s. namens van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. In dat kader zijn verschillende evaluaties over de wijkaanpak verschenen, o.a. “Besturen met liefde voor de stad en liefde voor het vak” (1994) , “Liefde is de kracht van het evenwicht” (1996) en “Herrijking van de wijkaanpak“ (2002). De toenmalige colleges hebben uiteraard gevolg gegeven aan de aanbevelingen. De genoemde evaluaties berusten op gesprekken en interviews met een selectie van medewerkers, management, collegeleden en raadsleden. In 2002 is de keus gemaakt om de periodieke evaluatie van de wijkaanpak te baseren op een enquête onder alle bewoners die betrokken zijn bij de wijkaanpak. In 2006 zullen ook alle betrokken medewerkers in het onderzoek worden betrokken. Het 1e bewonersonderzoek “Kritisch en bevlogen: bewoners over de Deventer Wijkaanpak”( 2003) leverde op dat driekwart van de respondenten de wijkaanpak redelijk tot sterk positief waarderen. De intermediaire rol van de wijkaanpak wordt over het algemeen positief beoordeeld. De lijnen naar de gemeente zijn korter geworden en de invloed van de bewoners op de eigen omgeving is groter geworden. Bij grootschaliger en wijkoverstijgende onderwerpen heeft men dat gevoel niet. Als we kijken naar de resultaten dan vinden de bewoners in meerderheid niet dat er voldoende is bereikt, maar ook niet dat er onvoldoende is bereikt. De mate van resultaatbereik verschikt per thema. Als bewoners iets zouden kunnen veranderen aan de werkwijze van de wijkaanpak, dan zou dat vooral zijn op het gebied van de communicatie. Niet alleen de communicatie met de gemeente zou beter moeten, maar ook van bewonersgroepen en wijkteams onderling. Ook een grotere bekendheid van de wijkaanpak en de resultaten die worden bereikt vindt men van belang. Bovendien zou er meer tempo moeten komen in de uitvoering van de wijkprogramma’s. Het zien van resultaten is de doorslaggevende factor voor de vraag of de wijkaanpak aan de verwachtingen voldoet. Op grond van het rapport hebben B&W een aantal verbeterpunten vastgesteld (B&W 23 maart 2004) die vooral betrekking op de communicatie, o.a. websites, wijkkranten, herkenbaar logo. Ook de verschillende collegeprogramma’s hebben in de loop der jaren op grond van politieke evaluatie richting gegeven aan de ontwikkeling van de wijkaanpak. Op grond van het Collegeprogramma 20022006 zijn een aantal wijzigingen aangebracht in de werkwijze van de wijkaanpak. De wijzigingen hebben betrekking op een grotere resultaatgerichtheid van de wijkaanpak en een versterking van de rol van de wijkwethouder (“Notitie wijkaanpak beter benutten”, B&W 19 november 2002). O.a. de volgende wijzigingen zijn aangebracht : - de wijkaanpak gaat over van éénjarige naar tweejarige wijkprogramma’s; - de wijkprogramma’s bevatten duidelijke, toetsbare resultaten; - de wijkprogramma’s worden ter vaststelling voorgelegd aan B&W - de wijkwethouder is procesmatig (eind) verantwoordelijk voor het behalen van de resultaten; - de voortgang van het wijkprogramma wordt 2 x per jaar besproken in het college en met het wijkteam. Motie onderzoek resultaten wijkaanpak Tijdens de bespreking over het waarderingsonderzoek tijdens Politieke Markt Deventer van 30 november 2005 is ook gevraagd de mening van de (gemiddelde) Deventenaar over de wijkaanpak i..p.v.die van de betrokken Deventenaren. Zoals toen al gememoreerd is zou een dergelijk onderzoek een andere vraagstelling moeten hebben dan het waarderingsonderzoek. De betrokken bewoners kunnen een oordeel hebben over de aanpak en de resultaten van de wijkaanpak. Bij een representatieve steekproef uit de bevolking zou de vraagstelling eerder betrekking moeten hebben op de bekendheid van de Wijkaanpak en de mening die men er over heeft. Intussen is door de raad een motie van de fracties van APB en PvdA aanvaard waarin het college wordt gevraagd om bij het onderzoek naar de resultaten van de wijkaanpak tevens te onderzoeken wat de opinie is van de bewoners van Deventer die niet direct betrokken zijn (geweest) bij de Wijkaanpak. Notitie Politieke Markt 8 februari 2005 2 /… Ter uitvoering van de motie stellen wij voor om telefonische interviews te laten houden (door de afdeling Onderzoek & Statistiek) onder een representatieve steekproef uit de bevolking en over de uitkomsten van dit onderzoek gelijktijdig te rapporteren met de uikomsten van het bewonersonderzoek. Zoals gememoreerd zou de vraagstelling moeten liggen op het vlak van de bekendheid met en de opinie over de Wijkaanpak bij bewoners die niet direct bij de Wijkaanpak zijn betrokken. Over de opzet en de concrete vraagstelling zullen wij overleggen met de indieners van de motie. Tevens stellen wij voor relevante uikomsten van het Imago-onderzoek 2005 bij de rapportage te betrekken, zodat een compleet en actueel beeld ontstaat. In het Imago-onderzoek is onderzocht wat de beeldvorming is van burgers t.a.v. de gemeentelijke organisatie (Imago gemeente Deventer 2005). Aan een representatieve streekproef uit de bevolking is gevraagd is of bepaalde aspecten bijdragen aan het beeld dat de burgers hebben van de gemeente en hoe de bewoners dit waarderen. Uit het onderzoek blijkt o.a. dat van de 25 onderzochte aspecten de wijkaanpak op plaats 4 staat wat betreft meest bepalende aspecten en als rapportcijfer een 6,8 krijgt (= een gedeelde 1e plaats met twee andere aspecten). Het onderzoek geeft ook aan wat de 6 sterke en zwakke punten van de gemeente zijn. Hieruit blijkt dat de wijkaanpak bij de sterke punten op de 2 e plaats staat. Wijkindeling In het Collegeprogramma Deventer 2005-2010 “Sterk in uitvoering, samen aan de slag in Deventer” staat dat de coalitiepartijen in deze periode de bestaande wijkindeling opnieuw willen bekijken. Op 27 september 2005 heeft het college zich voorgenomen om de wijkindeling per 1 januari 2007 te wijzigen, zodanig dat het stadsdeel Colmschate wordt gesplitst in twee wijken (met één wijkwethouder) en Bathmen wordt betrokken bij Deventer Buiten (eveneens met één wijkwethouder). Het college is zich er van bewust dat onevenwichtigheid in inwonertal niet het enige criterium is voor herziening van de wijkindeling is. Rekening moet ook worden gehouden met de o.a. binnenstedelijke complexiteit, sociale complexiteit in bepaalde wijken en de identiteit van het buitengebied. Om die reden heeft het college er voor gekozen om niet de hele wijkindeling ter discussie te stellen, maar om de grootste onevenwichtigheden in inwonertal en ondersteuning op te lossen. Het voorgenomen besluit inzake de wijkindeling is besproken met de direct betrokken platforms, te weten het dorpsplatform Bathmen, het dorpenplatform Deventer Buiten en het wijkteam van Colmschate. Vervolgens hebben platform en wijkteam hun standpunt aan ons college kenbaar gemaakt. Het Dorpsplatform van Bathmen is van mening dat Bathmen in de komende jaren als zelfstandig wijkaanpakgebied verder moet gaan. De periode 2005-2006 is voor Bathmen een kennismaking met de wijkaanpak. Pas in 2007-2008 kan in Bathmen gesproken worden over het uitvoeren van een volwaardige wijkaanpakcyclus. Het dorpsplatform verzoekt dan ook om in de periode 2007-2008 door te gaan onder de huidige condities, d.w.z. met de huidige ondersteuning en het huidige wijkbudget (Bathmen beschikt over 24 uur wijkambtenaar en 8 uur wijkopbouwwerk; Deventer Buiten over 30,2 uur respectievelijk 12 uur; het voorstel van het college gaat uit van 32 uur respectievelijk 12 uur voor beide gebieden. In het collegevoorstel wordt niet getornd aan de hoogte van het wijkbudget). Men erkent het knelpunt omtrent het bewonersaantal van wijk 5, maar is van mening dat dit al jaren geleden te voorzien was. Het dorpsplatform erkent overigens de vergelijkbare knelpunten en gemeenschappelijk belangen van het buitengebied en is bereid om naar behoefte verbinding te zoeken met Deventer Buiten (o.a. ontwikkeling actieplan Plattelandsontwikkeling). Het Dorpenplatform van Deventer Buiten staat in principe positief tegenover samenvoeging met Deventer Buiten, maar heeft grote bedenkingen bij de voorgenomen tijdsplanning en de condities waaronder dit zou moeten gebeuren, in het bijzonder t.a.v. de ondersteuning (de ondersteuning door wijkambtenaar en wijkopbouwwerker zou bij samengaan teruggebracht worden van in totaal 54,2 respectievelijk 20 uur naar in totaal 32 respectievelijk 12 uur per week). Het dorpenplatform meent dat meer tijd moet worden genomen voor samenvoeging, om een eigen vorm van functioneren binnen de wijkaanpak te vinden en ook om de bestuurlijke samenvoeging van de voormalige gemeente Bathmen met Deventer tot een succes te maken. Notitie Politieke Markt 8 februari 2005 3 /… Het wijkteam van Comschate is verheugd dat het college extra uren wil inzetten om de bewonersparticipatie te stimuleren en te ondersteunen (24 uur wijkambtenaar en 8 uur wijkopbouwwerk). Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de groei van Colmschate. Het wijkteam wil de komende programmaperiode 2007-2008 als experiment doorgaan met één wijkteam. Na afloop van deze periode kan op basis van de ervaringen beslist worden hoe men verder gaat, als één wijkteam of als twee volwaardige wijkteams. Het wijkteam meent dat men de problemen en ontwikkelingen in de wijk beter kan aanpakken door de krachten te bundelen, ook vanwege het homogene karakter van de wijk en de gemeenschappelijke voorzieningen (o.a. kinderboerderij). Een belangrijk argument is ook om de functionarissen (van gemeente, partnerorganisaties) niet te belasten met extra overleggen als gevolg van twee wijkteams. Het wijkteam ziet liever dat de functionarissen zich inzetten voor de taakgroepen en de bewoners in de wijk. Uit de reacties van de platforms van Bathmen en Deventer Buiten maakt het college op dat een samenvoeging van de gebieden Deventer Buiten en Bathmen, vanwege de gemeenschappelijke kenmerken en belangen, op termijn positief wordt beoordeeld, maar dat er bezwaren bestaan tegen de tijdsplanning en de condities. Ons college heeft begrip voor de argumenten t.a.v. de tijdsplanning. Het zou beter zijn als Bathmen in de gelegenheid wordt gesteld nog een volledige tweede wijkaanpakronde (2007-2008) als afzonderlijk gebied af te ronden. Enerzijds zodat Bathmen meer tijd krijgt een eigen vorm van functioneren binnen de Wijkaanpak te ontwikkelen, anderzijds omdat de Wijkaanpak een positieve bijdrage kan leveren aan de integratie van Bathmen in de nieuwe gemeente Deventer. Wat de condities betreft is het college van mening dat uiteindelijk (met ingang van 2009) de ondersteuning voor het complete buitengebied, circa 17.000 inwoners, niet behoeft af te wijken van binnenstedelijke wijken met een vergelijkbaar inwonertal. Het buitengebied heeft een specifiek karakter en stelt ook specifieke eisen aan de ondersteuning (o.a. afstanden, plattelandsontwikkeling etc) , maar in binnenstedelijke wijken zoals bijvoorbeeld wijk 4 met circa 19.000 inwoners is sprake van meerdere aandachtsgebieden met sociale achterstand, van ingrijpende herstructurering van woonbuurten etc). Een afzonderlijk wijkaanpakproces en dorpenplatform voor Bathmen in de periode 2007-2008 vraagt uiteraard wel voorzetting van de huidige ondersteuning. Het college kan zich goed vinden in de benadering van het wijkteam van Colmschate. Zoals hierna nader is uiteengezet vindt het college dat de kracht van de wijkaanpak ligt in het “doen” , in de buurten; het overleg op wijkniveau is noodzakelijk, maar er moet zo doelmatig mogelijk mee worden omgegaan. Dit ook om de betrokkenheid van bewoners, functionarissen, raadsleden vast te houden. Het college stemt in met het experiment om één wijkteam in de periode 2007-2009 te handhaven. Uit kostenoverwegingen stellen we voor dat de uitbreiding van de ondersteuning voor Colmschate i.v.m. de groei van de wijk in het afgelopen decennium, ingaat per 1 juli 2007. Vanaf dat moment wordt de ondersteuning voor Colmschate Noord en Colmschate Zuid onderscheiden. Het college staat open voor voorstellen van het wijkteam t.a.v. de werkwijze in de nieuwe situatie. Samenvattend stellen wij voor dat de herziening voor Colmschate ingaat op 1 juli 2007 maar voor Bathmen en Deventer Buiten per 1 januari 2009. Tevens stellen we voor uit te spreken dat de ondersteuning van het gehele buitengebied (Deventer Buiten en Bathmen) vanaf 2009 gelijkwaardig is aan wijken met een vergelijkbaar inwonerstal (d.w.z. 32 uur wijkambtenaar en 12 uur wijkopbouwwerk). Tevens stellen we voor dat Bathmen in de periode 2007-2008 een afzonderlijk wijkaanpakproces, wijkbudget en dorpsplatform houdt en dat de ondersteuning in deze periode in de huidige omvang wordt voortgezet. Hierdoor kan de huidige ondersteuning van Bathmen niet worden herschikt naar Colmschate. De (tijdelijke) meerkosten vanaf 1 juli 2007 t/m 1 januari 2009 zullen in de voorjaarsnota 2006 worden meegenomen. Wijkaanpak dichter bij bewoners In de raad bestaat het gevoelen dat de wijkaanpak dichter bij de bewoners moet worden gebracht. Hierbij wordt o.a. een splitsing van wijkteams (zoals de Hoven en Binnenstad) als voorbeeld genoemd. Het college onderschrijft de doelstelling om de wijkaanpak zo dicht mogelijk bij de bewoners te brengen, dit is immers een van de oorspronkelijke doelstellingen. Hierbij moet echter onderscheid worden gemaakt tussen het overlegniveau en het uitvoeringsniveau van de wijkaanpak. Notitie Politieke Markt 8 februari 2005 4 /… Het uitvoeringsniveau is het buurtniveau. Dit is het niveau waarop de wensen en ideeën worden geïnventariseerd, waarop de keuzeavonden plaatsvinden, waarop de taakgroepen aan de slag gaan. De wijkprogramma’s bestaan als regel ook uit een verzameling van buurtprogramma’s. In de praktijk is het niveau waarop de taakgroepen actief zijn vaak nog dichter bij de bewoners, zoals een deel van de buurt, een straat etc. De taakgroepen vormen het kloppend hart van de wijkaanpak. Alles is er gericht dat de taakgroepen hun resultaten kunnen behalen. Het overlegniveau is het wijkniveau. Dit is het domein van het wijkteam. Het wijkteam bestaat uit vertegenwoordigers uit de verschillende buurten die, zonder last of ruggespraak, de belangen van de verschillende buurten verbinden met maatschappelijke organisaties en met het gemeentebestuur (wijkwethouder en wijkcontactraadsleden). Bewoners worden voor het wijkteam gevraagd vanwege hun brede belangstelling (breder dan de eigen buurt). Het wijkteam overlegt over de ontwikkelingen in de wijk, bewaakt uitvoering van het wijkprogramma, wijst budgetten toe en overlegt met de betrokken organisaties. Door de wijkteams op te splitsen wordt in onze visie niet de wijkaanpak dichter bij de burgers gebracht, maar wordt het overlegniveau dichter bij de burgers gebracht. Het uitvoeringsniveau, de taakgroepen, daar waar feitelijk om gaat, staat al dicht bij de burgers. Een gevolg van een opsplitsing is dat een dubbele hoeveelheid ondersteuning (van wijkambtenaar en wijkopbouwwerker) naar het overlegniveau zal gaan, bij verdere opsplitsing uiteraard nog meer, en deze ondersteuning zal bij gelijkblijvend budget in mindering komen op de ondersteuning van de uitvoering. Voor de gemeentelijke afdelingen en de organisaties zal het een nagenoeg een onmogelijk opgave worden nog te participeren in de wijkaanpak. De meeste organisaties werken juist op een groter schaalniveau dan de huidige wijkindeling (o.a. Gemeentewerken werkt met 4 gebieden, Politie werkt met 3 gebieden). .Zij zullen grote moeite hebben zich in nog meer wijken op te splitsen. Ook bij de ontwikkeling van gebiedsteams binnen de gemeentelijke organisatie, zoals voorgenomen in het collegeprogramma, wordt eerder gedacht aan een groter dan aan een kleiner schaalniveau. Het risico van een splitsing van wijken in meerdere wijkteams is dat de wijkaanpak een vergadercircuit wordt en het oorspronkelijk doel van de wijkaanpak, het stimuleren van burgerinitiatieven, in het gedrang komt. De wijkaanpak moet een participatiemodel blijven en geen overlegmodel worden. De missie van het college en de nieuwe organisatie is juist “sterk in uitvoering” willen zijn en “gebruik willen maken van de kracht van de stad”. Het college is in het algemeen dan ook geen voorstander van een opsplitsing van de wijken in meerder wijkteams. De gemeente zou daartoe niet het initiatief moeten nemen. Wel is het college bereid voorstellen van vanuit wijken zelf op zijn merites te beoordelen. Besluitvorming over wijkprogramma’s Tijdens de Politieke Markt Deventer van 7 september 2005 kwam de vraag naar voren in hoeverre het college wijzigingen kan aanbrengen in wijkprogramma’s die overeenkomstig de werkwijze van de wijkaanpak ( o.a. vragenronde, keuzeavonden, eigen wijkbudget) tot stand zijn gekomen. Zoals hiervoor uiteengezet betrof één van de wijzigingen in 2002 dat de wijkprogramma’s door B&W worden vastgesteld i.p.v. voor kennisgeving te worden aangenomen. Deze wijziging en de eindverantwoordelijkheid voor de te behalen resultaten, heeft er toe geleid dat het college nog scherper kijkt naar de haalbaarheid dan voorheen. Tegen deze achtergrond onderscheidt het college bij de beoordeling van de wijkprogramma’s drie soorten activiteiten. 1. Activiteiten die de bewoners d.m.v. zelfwerkzaamheid en/of wijkbudget zonder meer kunnen realiseren. 2. Activiteiten die naar aard en omvang niet d.m.v. binnen het wijkbudget kunnen worden gerealiseerd, maar opgenomen moeten worden in de planning van de gemeente of in subsidiecontracten van de gemeente met instellingen (bijvoorbeeld het MJOP of het subsidiecontract met Raster Welzijnsgroep). Dit betekent dat de activiteit moet worden afgewogen in het kader van het desbetreffende beleid. Notitie Politieke Markt 8 februari 2005 5 /… 3. Activiteiten die niet direct kunnen worden gerealiseerd omdat het nog ideeën zijn die verder uitgewerkt moeten worden in een plan. Hier geldt de afweging of en in welke mate de gemeente er capaciteit voor kan vrijmaken (bijvoorbeeld expertise verkeerskundige). De uitvoering van het opgestelde plan is dan een nieuwe beslissing. Bij de wijkprogramma’s 2003-2005 en 2005-2006 is door het college in enkele gevallen van het door de wijkteams goedgekeurde wijkprogramma afgeweken. Met afwijken wordt niet bedoelt dat het college de desbetreffende activiteit schrapt. De activiteit blijft op het programma staan, maar in het programma wordt aangegeven dat B&W er geen medewerking aan geven. Het is en blijft immers een programma van de bewoners. De vraag van de raad geeft aanleiding om de gronden voor afwijzing in algemene zin te omschrijven, zodat er voor betrokkenen sprake is van duidelijke spelregels. De gemeente kan in de visie van het college in een aantal gevallen afwijken van de wensen van bewoners c.q. van de adviezen van de wijkteams. - De activiteiten passen niet binnen het doel van de wijkaanpak, ze zijn niet gericht op verbetering van de leefbaarheid; het wijkbudget kan bijvoorbeeld niet besteed worden aan een vakantiereis. - De activiteiten passen wel binnen het doel van de wijkaanpak, maar niet binnen het wijkbudget. Dit is vaak het geval met wensen op het gebied van de openbare ruimte, verkeersmaatregelen, jongerenwerk e.d. In dat geval worden de maatregelen afgewogen in het bredere beleid op dit terrein. Deze afweging kan er toe leiden dat de maatregel niet door kan gaan of pas op langere termijn door kan gaan. - De activiteiten passen wel binnen het doel van de wijkaanpak, maar hebben nadelige gevolgen voor andere bewoners(groepen). De wens is bijvoorbeeld om een weg af te sluiten i.v.m. sluipverkeer, maar hiervan vinden andere bewoners de nadelige gevolgen. Het college moet dan een afweging maken. - De maatregelen passen wel binnen het doel van de wijkaanpak maar zijn strijdig met het gemeentelijk beleid. De gemeente wil bijvoorbeeld de verkeersveiligheid bevorderen door 30 km zones, en de bewoners willen een doorgaande weg. Activiteiten worden niet automatisch afgewezen omdat ze niet in het bestaande beleid passen. De wijkaanpak heeft immers ook tot doel om bij te dragen aan de vraaggerichtheid van gemeentelijke organisatie. De wensen van de bewoners kunnen ook aanleiding zijn om het beleid bij te stellen (zoals bijvoorbeeld n.a.v. de stedelijke thema’s wijkaanpak). Als sprake is van een afwijking van het wijkprogramma, kijkt het college ook of er ook alternatieve oplossingen zijn (bijvoorbeeld strooien met zand i.p.v. met zout in het geval van het ‘trekkertje”). Tenslotte wordt gekeken of de afwijzing proportioneel is: hoe groot zijn de gevolgen voor andere bewoners, hoe groot is een mogelijke precedentwerking, etc. De activiteiten van de wijkaanpak zijn immers vaak kleinschalig van karakter. Notitie Politieke Markt 8 februari 2005 6 /…