Kamervragen over het uitsterven van diersoorten

advertisement
Directie Internationale Zaken
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 's-GRAVENHAGE
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
datum
6 september 2007
2060724740
IZ. 2007/2064
3 oktober 2007
doorkiesnummer
bijlagen
onderwerp
Kamervragen over het uitsterven van
diersoorten
Geachte Voorzitter,
Hierbij ontvangt u, mede namens de minister voor Ontwikkelingssamenwerking, de
antwoorden op de vragen van het lid Thieme (PvdD) over het uitsterven van diersoorten
(ingezonden 6 september 2007).
1
Kent u het bericht “Elke maand sterft een nuttige diersoort uit”?
Nee, maar de FAO-publicatie The State of the World on Animal Genetic Resources for Food
and Agriculture is mij wel bekend.
Ministerie van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit
Directie Internationale
Zaken
Bezuidenhoutseweg 73
Postadres: Postbus 20401
2500 EK 's-Gravenhage
Telefoon: 070 - 3786868
Fax: 070 - 3786100
2
Is het waar dat wereldwijd slechts 15 diersoorten 90 procent van alle gedomesticeerde
dieren representeren? Zo neen, wat is dan de correcte verhouding die een beeld van de
werkelijke situatie geeft?
Van de ongeveer 50.000 bekende op aarde levende zoogdieren en vogelsoorten worden
er 30 gebruikt voor de productie van voedsel, met name vlees, zuivel en eieren. Van die
30 soorten zijn er 14 of 15 verantwoordelijk voor 90% van de totale dierlijke voedselproductie.
Deze gegevens zijn gebaseerd op de FAO-publicatie The State of the World on Animal
Genetic Resources for Food and Agriculture dat recent is verschenen. Deze publicatie is
gebaseerd op 169 landenrapporten, waaronder die uit Nederland.
3
Deelt u de zorgen van de VN-Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) met betrekking tot
het snel uitsterven van soorten gedomesticeerde dieren en de gevolgen hiervan voor de
wereldwijde voedselvoorziening? Zo ja, uit welke onderdelen van uw beleid blijkt dat?
Zo neen, waarom niet?
Datum
Kenmerk
Vervolgblad
3 oktober 2007
IZ. 2007/2064
2
Ik deel deze zorgen. Eind 2000 publiceerde de FAO een rapport over het uitsterven van
landbouwhuisdieren wereldwijd, met daaraan gekoppeld een oproep tot actie (‘Call for
Action’).
Dat was voor Nederland één van de aanleidingen tot het formuleren van beleid ten
aanzien van deze problematiek. In 2002 hebben de toenmalige staatssecretaris van LNV en
de ministers van VROM en OS de beleidsnota ‘Bronnen van ons Bestaan’, over behoud en
duurzaam gebruik van genetische diversiteit, aangeboden aan de Tweede Kamer. In deze
nota onderstreept het kabinet het belang van de diversiteit van genetische bronnen voor
duurzame ontwikkeling in Nederland. Tevens geeft deze nota de inzet van Nederland op
dit terrein aan in internationaal verband, vooral gericht op ontwikkelingssamenwerking.
Nederland is vertegenwoordigd geweest op de 1st International Technical Conference on
Animal Genetic Resources for Food and Agriculture die gehouden is van 3–8 september
2007 in Interlaken, Zwitserland. De Europese Unie heeft mede namens Nederland
ingestemd met het Global Plan of Action, dat tot doel heeft de negatieve trend te keren.
Voorts is Nederland actief betrokken geweest bij de opstelling van The State of the World
on Animal Genetic Resources for Food and Agriculture, alsmede bij voorbereidingen van
het Global Plan of Action. In de documenten behorend bij zowel het boek The State of the
World on Animal Genetic Resources for Food and Agriculture, alsmede het Global Plan of
Action treft u referenties aan naar onderzoeken uitgevoerd door Nederlandse kennisinstellingen. Die onderzoeken zijn uitgevoerd, mede op verzoek van de ministeries van
LNV en OS.
4
Deelt u de mening van de directeur-generaal van de FAO dat de massaproductie van vlees,
melk en eieren aan de basis ligt van het verlies aan biodiversiteit? Zo ja, welke conclusies
verbindt u hieraan voor uw beleid ten aanzien van de toekomst van de veehouderij in
Nederland? Zo neen, waarom niet?
Ik sluit mij aan bij de FAO die constateert dat intensiveringen van de landbouw en maatregelen voor productieverhoging in de landbouw nodig zijn om te kunnen voldoen aan de
groeiende vraag naar voedsel voor een sterk groeiende wereldbevolking met op dit
moment meer dan 850 miljoen ondervoede mensen.
De FAO waarschuwt er tegelijkertijd voor dat die intensiveringen en productieverhogingen niet ten koste mogen gaan van toch al sterk eroderende agro-biodiversiteit en pleit
voor meer aandacht voor duurzame landbouwontwikkelingen, met name in ontwikkelingslanden en landen met economieën in transitie.
5
Bent u bereid gehoor te geven aan de oproep van de FAO tot deelname aan een mondiaal
actieplan voor het behoud van de veelsoortigheid van gedomesticeerde dieren? Zo ja, op
welke wijze en op welke termijn? Zo neen, waarom niet?
Ja. Zie ook mijn antwoorden op vraag 3 en 4.
Datum
Kenmerk
Vervolgblad
3 oktober 2007
IZ. 2007/2064
3
6
Bent u bereid om, vooruitlopend op een mondiaal actieplan, binnen het Nederlandse
landbouw- en ontwikkelingssamenwerkingbeleid te komen tot een stimuleringsbeleid
voor het behoud van soorten? Zo ja, op welke wijze en op welke termijn? Zo neen, waarom
niet?
Nederland heeft sinds 1998 een Subsidieregeling voor Zeldzame Huisdierrassen.
Sinds de 90-er jaren is het beleid van OS gericht op duurzaam gebruik van ecosystemen,
waarbinnen soorten (en rassen en variëteiten) behouden blijven en kunnen evolueren.
Beheer van ecosystemen is een verantwoordelijkheid van de landen zelf. Op verzoek kan
Nederland hen hierbij ondersteunen. In het kader van internationale afspraken (bijvoorbeeld de Conventie inzake biodiversiteit) is de Nederlandse inzet gericht op duurzaam
gebruik en behoud van biodiversiteit, alsmede ondersteuning van ontwikkelingslanden
om de verplichtingen die voortvloeien uit die internationale afspraken na te komen.
Behalve beleidsmaatregelen van de overheid zijn ook initiatieven vanuit de private sector
van groot belang. Zo kan ik in dit kader het voorbeeld noemen van het initiatief van de
ZLTO om via NCB Ontwikkeling te investeren in een nieuw bedrijf, dat streekproducten op
een professionele manier en onder een eigen merknaam gaat vermarkten. Daarmee krijgt
een aantal vaak streekgebonden zeldzame Nederlandse landbouwgewassen en landbouwhuisdieren, een welkome economische stimulans om behouden te blijven voor onze
toekomstige generaties.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Download