opm estheti revo vs3 24-09-2004 13:38 Pagina 3 De esthetische revolutie in Duitsland 1750-1950 Revolutionaire schoonheid voor en na Nietzsche Meindert Evers opm estheti revo vs3 24-09-2004 13:38 Pagina 5 INHOUD INLEIDING HOOFDSTUK I D E G E B O O RT E VA N DE E ST H E TI SCHE ME NS I N D UI TSL A ND 1.1 1.1.0 1.1.1 1.1.2 1.1.3 1.1.4 1.2 1.3 1.4 1.5 De geboorte van de esthetische mens: Johann Joachim Winckelmann De romantische revolte Kritische stemmen: van Heinrich Heine tot Georg Lukács De romantische revolte verdedigd De esthetische revolutie als alternatief voor het mechanistische wereldbeeld De esthetische revolutie en het historisch besef Friedrich Schiller: schoonheid en vrijheid Friedrich Hölderlin: schoonheid en revolutie Heinrich von Kleist: radicale schoonheid Richard Wagner: regeneratie van de cultuur 7 11 11 22 28 38 46 53 70 75 80 86 HOOFDSTUK II N I E T Z SCH E A L S CU L M I N AT I E P UNT VAN D E ESTHETISCHE OPTIEK 103 2.0 2.1 2.2 2.2.1 103 107 112 127 Friedrich Nietzsche: schets van zijn leven Nietzsche en het historisme Nietzsches evangelie van de kunst Dionysus tegen Christus opm estheti revo vs3 24-09-2004 13:38 Pagina 6 HOOFDSTUK III D E A M B I VA L E N T I E VA N DE E ST H ETI SCHE REVO LUTI E 137 3.1 Het fin de siècle: eindpunt of keerpunt? Tussen decadentie en ‘Aufbruch’. 3.2 De conservatieve revolutie: een discours 3.3 Stefan George: kunst en ‘Rijk’ 3.4 Oswald Spengler: ‘rückwärtsgewandter’ profeet? 3.4.1 Huizinga versus Spengler 3.5 Thomas Mann: estheet tegen wil en dank 3.6 Gottfried Benn: vormgever van het nihilisme 3.7 Max Beckmann: de kunstenaar als de nieuwe god 137 160 173 184 203 223 241 264 E PI LOO G: HE E F T DE E ST H E T I SCH E O P T I E K NO G B E STA ANSRE CHT? 291 4.1 4.2 291 296 Martin Walsers roman Ein springender Brunnen De noodzaak van de esthetische optiek voor de moderne tijd NOTEN 309 BEKNOPTE BIBLIOGRAFIE 327 REGISTER 337 opm estheti revo vs3 24-09-2004 13:38 Pagina 7 INLEIDING Vanaf de tweede helft van de achttiende eeuw voltrekt zich in Duitsland een revolutie, een esthetische revolutie. Aan het begin van de omwenteling staat Johann Joachim Winckelmann, de eerste ‘apostel der schoonheid’; in de Sturmund-Drang en in de romantiek baant de revolte zich een weg; dichters als Schiller en Hölderlin proclameren de esthetische mens. Tot 1848 uit zich deze revolutionaire beweging voornamelijk theoretisch, literair en muzikaal; vanaf 1848 worden stemmen luid die aandringen op politieke omzetting. Wagner is een van die stemmen; dringender en ook gevaarlijker is de oproep van Friedrich Nietzsche; in zijn denken en leven trekt zich samen het verlangen van de tijd; uit de esthetische revolutie wordt een Duitse revolutie. De laatste mislukt jammerlijk, maar de noodzaak van een esthetische revolte wordt er niet minder door. De kunst van Gottfried Benn en Max Beckmann laten zien dat de moderne werkelijkheid alleen nog esthetisch te rechtvaardigen is. Waarom het juist in Duitsland tot een esthetische revolutie kwam, en waarom deze esthetische revolutie na een hoogtepunt in de beweging van het fin de siècle, zich in de jaren twintig verengde tot Duitse revolutie en zich door de politisering ervan discrediteerde, is het thema van dit werk. Het goed recht van deze revolutie der schoonheid wordt evenwel niet geloochend; tot een nieuwe revolte roept dit boek op. Ik ben mij ervan bewust dat bepaalde passages uit mijn boek als polemisch en als provocerend kunnen worden opgevat. Het zal blijken dat ik mij verzet tegen een negatieve, materialistische interpretatie van de romantische revolte. Provocerend is wellicht dat ik mij stel op het standpunt van het primaat van de kunst, niet op dat van de (radicale) politiek. De Franse politieke revolutie is, anders dan vaak wordt gedacht, een eerste totalitaire poging geweest, de mens te ont-individualiseren, tot robots te maken. Haar streven was, een zuiver mechanistische opvatting van het leven in de praktijk om te zetten. De absolute eisen van de Franse revolutie hebben zich dankzij het ingrijpen der geallieerden niet kunnen doorzetten. De zogenaamde rechten van de mens evenwel zijn uitgegaan van de Amerikaanse revolutie. De Amerikaanse christelijk-verlichte revolutie is het enige alternatief tegen de 7 opm estheti revo vs3 24-09-2004 13:38 Pagina 8 De esthetische revolutie in Duitsland, 1750-1950 continentale Duitse esthetische of de Franse politieke revolutie. Om de Franse revolutie te begrijpen, is nog steeds de diagnose en analyse van de Duitse filosoof Hegel geldig. De verheerlijking van de gebeurtenissen van 1789 is een laatnegentiende-eeuws, Frans-republikeins fabrikaat. De Duitse esthetische revolutie is geweest de heroïsche en in een bepaalde periode tragische poging om het absolute een lichamelijke, een aardse vorm te geven. De schoonheid is niet op aarde te brengen. Het rijk der schoonheid is een geestelijk rijk, en hier op deze aarde zijn wij pelgrims. Maar deze studie vraagt begrip voor het verlangen dat vlees wil worden. Het esthetische perspectief op de werkelijkheid is het hoogst mogelijke. Nietzsche leert dat het esthetische perspectief ook het enige perspectief is dat de moderne godverlaten mens overblijft. De hoofdpersoon van dit boek is de Duitse filosoof Friedrich Nietzsche (1844-1900). Reeds vroeg trad hij in mijn leven: ik was gymnasiast toen ik voor het eerst de Zarathustra las. Van begin af sloeg zijn denken mij in de ban, en de fascinatie is altijd gebleven. Wat fascineerde mij? Zijn diagnose van de tijd en zijn geloof in de kunst. Nietzsche is de esthetische mens ‘par excellence’. Zijn boodschap luidt: alleen de kunst verzoent ons met de werkelijkheid. Hij is niet onomstreden; niet weinigen hebben hem verantwoordelijk gesteld voor de Duitse afwijking tussen 1933 en 1945. Hij is een gevaarlijk filosoof. Men moet weten hoeveel Nietzsche men kan verdragen; een te grote dosis is dodelijk. Mijn boek kent drie hoofdstukken. In hoofdstuk I wordt van de geboorte van de esthetische mens bericht, die plaats heeft in de tweede helft van de achttiende eeuw en zich in Winckelmann belichaamt. In de romantische revolte wordt de esthetische optiek overheersend. Schiller, Kleist, Hölderlin en Wagner propageren een esthetische revolutie als antwoord op de radicale politisering en rationalisering van de wereld. Deze grote geestelijke Duitse revolutie, die zich ook manifesteert in een esthetisch perspectief op de geschiedenis, wordt verdedigd tegen hen die er slechts de prijs voor politieke achterlijkheid in zien. In hoofdstuk II wordt Nietzsche geïntroduceerd. In hem culmineert de esthetische revolutie. Hij radicaliseert het gedachtegoed van Schiller, Hölderlin en Wagner. Alleen in de kunst blijft de moderne mens een middel om het bestaan te rechtvaardigen. Noch de wetenschap noch het geloof, dat zelf is verwetenschappelijkt, is daartoe in staat. Nietzsches droom van een nieuwe mens zal de komende generaties bezighouden. Het ideaal wil gestalte aannemen. De ‘belichamingen’ van de esthetische optiek, en daarmee het ambivalente karakter van de esthetische revolutie zijn het onderwerp van hoofdstuk III. Aan bewegingen als de ‘art nouveau’ of Jugendstil, aan conservatief-revolutionairen en kunstenaars als Oswald Spengler en Stefan George, aan Thomas Mann, Gottfried Benn en Max Beckmann wordt geïllustreerd, hoe kunst en leven elkaar proberen te doordringen. De Duitse 8 opm estheti revo vs3 24-09-2004 13:38 Pagina 10 M. BECKMANN: ZELFPORTRET IN SMOKING, 1927, ZIE P. 276 C/O BEELDRECHT AMSTERDAM 2004 CAMBRIDGE/MASSACHUSETTS, BUSCH-REISINGER MUSEUM, HARVARD UNIVERSITY, MUSEUM PURCHASE BRON: CARLA SCHULZ-HOFFMANN, MAX BECKMANN. ‘DER MALER’, MÜNCHEN 1991 10 opm estheti revo vs3 24-09-2004 13:38 Pagina 11 HOOFDSTUK I De geboorte van de esthetische mens in Duitsland 1.1. DE GEBOORTE VAN DE ESTHETISCHE MENS: JO HA N N J OACH I M W I N CK E L M A NN Met Johann Joachim Winckelmann (1717-1768) begint de esthetische revolte. Bij Winckelmann articuleert zich dit protest als protest tegen het kunstmatige en gemaniëreerde, het academische en het conventionele, tegen het Fransclassicistische model. Hij voert een pleidooi voor het natuurlijke, het gevarieerde, het echte, het originele. Homerus wordt boven Vergilius gesteld. Winckelmanns protest tegen het Franse classicisme was in feite een protest tegen het mechanistische en materialistische wereldbeeld, dat, als gevolg van het cartesianisme, kenmerkend was voor de Franse verlichting van de achttiende eeuw. Het classicisme was vooral in Frankrijk verankerd, het land van Descartes. De ‘esprit géometrique’ was daar het verst, het meest radicaal doorgevoerd. En over alle landen van het continent straalde deze Franse cultuur uit. Frederik de Grote, tijdgenoot van Winckelmann, sprak en schreef Frans; zijn smaak, men denke aan het lustslot Sanssouci in Potsdam, dat in rococostijl is gebouwd, was door Frankrijk bepaald. Toen in Duitsland Shakespeare op de planken werd gebracht, zag de Pruisische koning daarin slechts wansmaak en nieuwlichterij. Juist het hofleven in Duitsland was door en door verfranst, tot groot ongenoegen van veel jonge intellectuelen, die een nieuwe eigen nationale cultuur voor ogen stond, die was gebaseerd op waarachtigheid, spontaniteit, oorspronkelijkheid en verbeeldingskracht. De Grieken, en niet langer de Romeinen, worden sinds de tweede helft van de achttiende eeuw tot ideaal voor de Duitser. De Griek wordt de ideale mens. Winckelmann heeft met zijn Geschichte der Kunst des Altertums (1764) een beslissende rol gespeeld in deze nieuwe waardering, in deze ‘Umwertung’. Ten onrechte wordt Winckelmanns naam vaak met het neoclassicisme verbonden. Hij overwon nu juist het classicisme, dat toen heerste in zijn Franse variant. Met meer recht zou men hem een vroege romanticus kunnen noemen. Hij had de Griekse kunst lief met een romantische hartstocht. Hij keek naar de ‘Torso’ van Hercules, naar de ‘Apollo’ van Belvedère met een gesublimeer11 opm estheti revo vs3 24-09-2004 13:38 Pagina 12 De esthetische revolutie in Duitsland, 1750-1950 de erotiek, die in precieze beschrijvingen haar uitdrukking vond. Deze altijd op de achtergrond aanwezige, zinderende hartstocht maakt van zijn Geschichte der Kunst des Altertums het tegendeel van een classicistisch werk, waartoe zijn definitie van klassieke schoonheid aanleiding heeft gegeven. Niet tegen Winckelmann maar tegen zijn karikatuur zal zich Nietzsche afzetten. Winckelmann proclameert op grond van de Griekse kunst die hem onder ogen kwam, een nieuwe schoonheid. Hij zal die nieuwe schoonheid omschrijven met woorden als sereen en mild en stil. Hij zet zijn ideaal van schoonheid af tegen het barokideaal, dat heftig en extreem en onnatuurlijk was, en tegen de geometrische opvattingen, zoals zij in het Franse classicisme en academisme heersen. Schoonheid kan niet worden gemeten, niet worden berekend; er zijn geen vaste maten waarnaar de kunst zich richten kan; niet het verstand, maar alleen de ‘goede smaak’, hij bedoelt hiermee het esthetische zintuig, is in staat schoonheid te begrijpen. Schoonheid kan niet met het verstand worden begrepen, zij kan worden gevoeld, ervaren. De schoonheid is bij voorkeur gezeteld in het lichaam van een jongeman of van een jonge vrouw, zij heeft een voorkeur voor het jeugdige lichaam. Waarom? Omdat in het jonge lichaam niets boven het andere uitsteekt, niets is nog hard geworden ten koste van een ander aspect; het lichaam kent slechts vloeiende overgangen; vele malen definieert Winckelmann schoonheid als menigvuldige eenheid, een zeer leibniziaanse idee; hij vergelijkt haar met de zee die op een afstand glad lijkt, maar wier oppervlak van nabij onophoudelijk door kleine golfbewegingen wordt bewogen. In zijn Anmerkungen über die Geschichte der Kunst des Altertums (1767) schrijft hij: “Die Schönheit ist jedem Alter eigen (...); mit der Jugend aber gesellet sie sich vornehmlich (...) In derselben fanden die Künstler, mehr als in dem männlichen Alter, die Ursache der Schönheit: in der Einheit, in der Mannigfaltigkeit und in der Übereinstimmung, indem die Formen der schönen Jugend der Einheit der Fläche des Meeres gleichen, welches in einiger Entfernung eben und stille, wie ein Spiegel, erscheinet, ob es gleich allzeit in Bewegung ist und Wogen wälzet. So wie aber die Seele als ein einfaches Wesen viele verschiedene Begriffe auf einmal und in einem Augenblicke hervorbringet: eben so ist es auch mit dem schönen jugendlichen Umrisse, welcher einfach erscheinet und unendlich verschiedene Abweichungen auf einmal hat (...)”.1 Met deze ideeën zet hij zich af tegen die kunst die alleen maar heroïsch is, zoals veel Franse en Italiaanse laatrenaissancistische en barokkunst; het kwaad begint met de kunst van een Michelangelo, en zet zich voort in die van een Bernini, die hij te grote heftigheid en onnatuurlijkheid en gewelddadigheid verwijt, en tevens zet hij zich af tegen de alleen maar naturalistische kunst van veel Nederlanders; de Nederlandse realistische kunstenaar heeft alleen maar oog voor het detail; deze kunst laat na, de onharmonische, naar buiten stekende en ontsierende elementen in een gezicht als een te scherpe neus, een wrat, 12