Evolutionair denken in biologie methodes de ontwikkeling van een toetsingsinstrument Marieke Nijzink Pieter Mesman Sander van der Weijden Begeleiders: Klaas van Hees & Alice Veldkamp Universiteit Utrecht, juli 2010 Samenvatting Voor een biologiedocent kan evolutionair denken zorgen voor samenhang en begripsontwikkeling. Er zijn grote verschillen te vinden tussen het voorkomen van evolutionair denken in de meest gebruikte methodes biologie in Nederland. In Biologie interactief komen in de tekst en werkboeken de meeste evolutionaire concepten naar voren, dit is een keer zo veel als bij Nectar en 7 maal zo veel als bij Biologie voor jou, de meest gebruikte methode. Bij evolutionair denken is het van belang zo veel mogelijke onderwerpen op deze manier te behandelen en hierbij alle niveaus te betrekken (molecuul & cel, organisme & populatie, omgeving en tijd). Niet alleen de gebruikte methode is van belang, maar ook voor de docent ligt een belangrijke docent weggelegd bij het aanbieden van evolutionair denken met voldoende kwantiteit en kwaliteit. Auteurs Marieke Nijzink – [email protected] Pieter Mesman - [email protected] Sander van der Weijden - [email protected] Introductie Het belang van evolutie voor onderwijzers is door Dobzhansky (1973) duidelijk gemaakt met de inmiddels legendarische zin: ‘Nothing in biology makes sense except in the light of evolution’. Evolutie door natuurlijke selectie vertelt namelijk niet alleen de geschiedenis van het leven op aarde. Het geeft een wetenschappelijke basis voor de enorme diversiteit aan levensvormen, maar verklaart ook de systematische gelijkenissen in anatomie en moleculaire chemie die binnen deze diversiteit worden gevonden. Veel biologische disciplines houden zich bezig met functies; adaptaties aan de biotische en of abiotische omgeving. Hierdoor vormt evolutie een belangrijke basis voor andere biologische gebieden zoals moleculaire biologie, gedragsbiologie, ontwikkelingsbiologie, fysiologie en ecologie. Ook is het van belang voor vele andere disciplines zoals psychologie, geneeskunde en antropologie. (Meagher & Futuyma, 2001). Evolutie kan worden gezien als een raamwerk waarin je de meeste biologische kennis coherent kan inpassen (AAAS, 2006), hierdoor kan het de begripsontwikkeling van verschillende thema’s binnen de biologie ondersteunen (Fail, 2008). Daarnaast is evolutionair denken is een vorm van formeel operationeel denken, Piagets laatste fase van de cognitieve ontwikkeling. Evolutionair denken is een manier van denken waarbij biologische fenomenen en processen verklaard kunnen worden met behulp van evolutie. Hierbij is kennis nodig over hoe de evolutie werkt op molecuul en cel niveau, organisme en populatie niveau, omgeving niveau en tijd niveau. Het lijkt dus belangrijk om evolutie niet alleen als onderdeel van de biologie in het onderwijs te zien, maar als zijn fundatie (Fail, 2008). Het onbekend of en in hoeverre evolutionair denken op dit moment wordt geïntegreerd in de verschillende thema’s binnen de Nederlandse lesmethoden biologie. Volgens Meagher & Futuyma (2001) heeft evolutie biologie ondanks zijn belang in de verschillen de levenswetenschappen nog geen hoge prioriteit binnen de educatieve curricula. Ook wordt het evolutionair denken niet altijd even goed onderwezen (Tidon & Lewontin, 2004) en worden sommige belangrijke concepten overgeslagen in de leerboeken (AAAS, 2006). Verwacht wordt dan ook dat evolutie biologie alleen geïsoleerd wordt aangeboden en dat het evolutionair denken buiten het thema evolutie nauwelijks terugkomt in de lesmethoden. Maar pas wanneer dit exact bekent is kan worden gestart met de ontwikkeling van lessen en methoden waarin evolutionair denken als fundatie wordt gezien en gebruikt. Om dit te onderzoeken is gekeken naar het voorkomen van evolutionair denken in de drie meest gebruikte biologie methoden in Nederland: Biologie voor jou, Nectar en Biologie interactief. Hierbij zijn de volgende onderzoeksvragen opgesteld: 1.Op wat voor manier komt evolutionair denken terug in de verschillende onderwijsmethoden voor biologie van de bovenbouw? a. Welke concepten horen bij evolutionair denken b. Welke verbindingen tussen de concepten horen bij ‘evolutionair denken’ c. Komen deze concepten/verbindingen terug in de overige thema’s d. Worden deze concepten/verbindingen expliciet of impliciet behandeld e. Moeten deze concepten/verbindingen worden toegepast door de leerlingen (toepassingsopgaven) 2.Wat zijn de verschillen tussen de methodes in de manier waarop evolutionair denken terug komt ? 3.Welk advies kunnen we de makers van de methoden meegeven om het evolutionair denken beter terug te laten komen? Materiaal en Methode Lesmethoden Er is in dit onderzoek gekeken naar het voorkomen van evolutionair denken in de drie meest gebruikte lesmethoden biologie voor de bovenbouw van het VWO (Tekstboek + Werkboek).Volgens een onderzoek onder biologie docenten zijn dit: Biologie voor jou (marktaandeel 50%), Nectar (33%) en Biologie interactief (7%) (Malmberg, 2007). Voor dit onderzoek zijn de meest recent drukken gebruikt (resp. 2009, 2006 en 2008). Om een goede vergelijking te kunnen maken tussen verschillende lesmethoden zijn er 12 hoofdonderwerpen opgesteld: Afweer, Bloedsomloop, Celbiologie, DNA & eiwit synthese, Ecologie, Energie, Erfelijkheid, Gedrag, Homeostase, Seksualiteit en voortplanting, Voeding en vertering en Zenuwstelsel. De hoofdstukken van de biologiemethoden zijn verdeeld onder deze onderwerpen. Sommige onderwerpen bevatten dus meerder hoofdstukken uit een methode. Het hoofdstuk evolutie zelf is buiten beschouwing gelaten, het gaat immers om het gebruik van evolutionair denken juist bij ander onderwerpen. Analyse instrument: conceptmap Als instrument om de methoden te onderzoeken op voorkomen van evolutionair denken is als eerste een conceptmap opgesteld met de belangrijkste begrippen (concepten) en verbindingen (proposities). Deze conceptmap is opgesteld door gebruik van (AAAS, 2006). De conceptmap is door alle onderzoekers afzonderlijk getest op hetzelfde hoofdstuk en daarna aangepast. Dit om te zorgen voor een zo goed mogelijke conceptmap en een vergelijkbare manier van scoren bij de onderzoekers. De conceptmap is verdeeld in 4 verschillende domeinen. Molecuul en cel niveau (oranje), Organisme en populatie niveau (paars), Omgeving niveau (aqua) en Tijd niveau (geel). Scoren evolutionair denken Bij het scoren is gekeken naar het voorkomen van concepten die belangrijk zijn voor evolutionair denken. Daarbij werd een concept alleen meegeteld als in die alinea in ieder geval ook een concept uit het domein Organisme en populatie en/of Tijd werd gebruikt (in deze domeinen staan de hoofdconcepten voor evolutie). Een concept als ‘DNA’ dat alleen geïsoleerd wordt aangeboden stimuleert het evolutionair denken namelijk niet. Er is zowel gekeken naar concepten in de tekst als in de vragen, bovendien is onderscheid gemaakt tussen het expliciet (concept wordt letterlijk genoemd) en impliciet (niet genoemd maar wel omschreven) gebruiken van de concepten. De zinnen/alinea’s waarin evolutionair denken naar voren komt zijn genoteerd. Wanneer een concept in een alinea meer dan 1 maal voorkomt is dit slechts als een maal gescoord. Wanneer later in het hoofdstuk hetzelfde concept nogmaals naar voren komt is deze wel opnieuw gescoord. Analyse Er is gekeken naar het aantal keren dan een concept voorkomt, dit is weergegeven in de conceptmap. Deze zijn scores zijn onderverdeeld in vier categorieën. Niet (dit concept komt in de hele lesmethode niet voor), weinig (het concept komt 1-8 maal voor), midden (het concept komt 9-17 maal voor) en veel (het concept komt ≥ 18 maal voor). Deze gegevens worden visueel uitgebeeld in een conceptmap per methode. Daarnaast zijn de concepten onderverdeeld in de domeinen en is gekeken hoeveel concepten per domein voorkomen bij de verschillende hoofdstukken. Dit wordt getoond in tabellen en diagrammen. Omdat er ‘slechts’ 3 methoden zijn getoetst is een statistische analyse niet mogelijk. Resultaten De resultaten van de gescoorde concepten binnen de domeinen zijn te vinden in tabel 1. De concepten gescoord binnen de onderwerpen staan in tabel 2. Nectar Biologie interactief Totaal Nectar In Nectar (126) zijn ongeveer de helft van het aantal concepten gescoord vergeleken met Biologie interactief. De belangrijkste onderwerpen bij Nectar zijn: Ecologie (48), Seksualiteit & voortplanting (39), DNA & eiwit synthese (19), Erfelijkheid (11) en Gedrag (6). Ook hier zijn de concepten uit het domein organisme en populatie niveau (89) het meest gescoord. Molecuul en cel niveau (18) net iets vaker dan de domeinen tijd niveau (10) omgeving niveau (9). Biologie voor jou Biologie interactief Van de drie methoden zijn in Biologie interactief de meeste concepten gescoord (245). De belangrijkste onderwerpen zijn: Ecologie (84), Gedrag (42), Homeostase (37), Seksualiteit & voortplanting (26) en Erfelijkheid (19). De gescoorde concepten komen vooral uit het domein organisme en populatie niveau (143). Daarna zijn de domeinen tijd niveau (42) en omgeving niveau (45) evenveel vertegenwoordigd. Van het domein molecuul en cel niveau (15) zijn de minste concepten gescoord. 16 89 143 248 molecuul en cel niveau 8 18 15 41 tijd niveau 5 10 42 57 omgeving niveau 6 9 45 60 35 126 245 406 Domeinen organisme en populatie niveau Totaal Tabel 1. Op domein gescoorde concepten per methode Biologie interactief Biologie voor jou Nectar 11 0 0 2 0 0 0 4 3 4 14 19 Tabel 2. Op onderwerp gescoorde concepten per methode 84 13 48 2 0 0 19 0 11 42 4 6 37 0 0 26 0 39 7 0 0 11 0 0 Totaal Zenuwstelsel Voeding en vertering Seksualiteit en voortplanting Homeostase Gedrag Erfelijkheid Energie Celbiologie Afweer Bloedsomloop Onderwerpen Ecologie DNA & eiwit synthese Biologie voor jou In Biologie voor jou (35) zijn de minste concepten gescoord. De onderwerpen waar deze concepten naar voren komen zijn: DNA & eiwit synthese (14), Ecologie (13), Gedrag (4) en Celbiologie (4). Uit het domein Organisme en populatie niveau (16) zijn de meeste concepten gescoord. De rest van de concepten zijn gelijk verdeeld over de domeinen met molecuul en cel niveau (8), tijd niveau (5) omgeving niveau (6). 245 35 126 Biologie voor Jou Nectar Biologie interactief 1 DNA & eiwitsynthese (14) Ecologie (48) Ecologie (84) 2 Ecologie (13) Seksualiteit & voortplanting (39) Gedrag (42) 3 Gedrag (4) DNA & eiwitsynthese (19) Homeostase (37) 4 Celbiologie (4) Erfelijkheid (11) Seksualiteit & voortplanting (26) 5 - Gedrag (6) Erfelijkheid (19) Tabel 3. Top 5 onderwerpen met evolutionaire concepten per methode (aantal gescoorde concepten) Voorkomen van concepten Expliciet/impliciet, tekst/vragen De concepten komen in Biologie interactief ongeveer even vaak voor in de tekst (134) als in de vragen (111), de concepten worden 168 keer expliciet genoemd en komen 77 keer impliciet naar voren (zie tabel 4). Bij Nectar komen de concepten tweederde van de tijd in de tekst (95) voor en voor één kwart (31) in de vragen. De verhouding expliciet (89)/impliciet (37) voorkomen van de concepten is ongeveer 70%/30%. Bij Biologie voor jou komen de concepten alleen voor in de tekst en niet in de vragen 80% van de concepten worden expliciet (28) genoemd, 20% impliciet (7). tekst vragen expliciet impliciet 134 111 168 77 Biologie voor jou 35 0 28 7 Nectar 95 31 89 37 Biologie interactief Tabel 4. Voorkomen van concepten in tekst of vragen, expliciet of impliciet per methode Conceptmaps per methode Naast dat er gekeken is of een concept impliciet of expliciet wordt genoemd in een methode, is er ook gekeken hoe vaak een concept voor komt. Dit is gevisualiseerd door middel van een conceptmap per methode (fig. 2 t/m 4). Een leeg veld in de conceptmap betekent dat dit concept niet wordt genoemd met betrekking tot evolutionair denken. De dikte van de stippellijnen geven aan of een concept weinig (minder dan 8), gemiddeld (tussen 7 en 18) of veel (meer dan 17) voorkomt in de methode. Biologie interactief In Biologie interactief komen de concepten crossing-over en fenotype niet voor. Daarnaast komen de concepten overlevingssucces, voordelige eigenschappen en omgeving veel voor. Nectar Bij nectar komen de concepten genen, genotype, fenotype, competitie, omgeving, tijd, extinctie, biodiversiteit niet voor. Daarnaast komen de concepten variatie, populatie, natuurlijke selectie, overlevingssucces nakomelingen en voordelige eigenschappen gemiddeld voor. Biologie voor Jou In Biologie voor jou komen de concepten genen, DNA, fenotype, omgevingsfactoren, voordelige eigenschappen, seksuele selectie, fitness, biodiversiteit, soortvorming en tijd niet voor. Daarnaast komen alle overige concepten weinig voor. Figuur 2: concept map van biologie voor jou Figuur 3: concept map van nectar Figuur 3: concept map van biologie interactief Discussie en conclusie In dit onderzoek is gekeken naar het voorkomen van evolutionair denken in de lesmethoden biologie voor de bovenbouw van het VWO. Het blijkt dat er grote verschillen tussen de methoden zijn. Als je kijkt naar het totaal aantal concepten in de hele methode genoemd wordt dan is dat het hoogst in Biologie interactief (245). Dit is twee maal zoveel als Nectar (126) en 7 maal zoveel als Biologie voor jou (35). Bij Biologie interactief komt de helft van de concepten (111) terug in het werkboek. Leerlingen moeten evolutionair denken dus ook toepassen in de opgaven, waardoor evolutionair denken extra wordt gestimuleerd. Bij Nectar komt een kwart (31) van de concepten voor in de vragen en bij biologie voor jou is er geen enkele opgave waarin evolutionaire concepten naar voren komen, duidelijk minder stimulans voor de leerling om het evolutionair denken te ontwikkelen. Het percentage expliciete concepten (hierbij worden de concepten dus heel duidelijk naar de leerlingen gecommuniceerd) verschilt niet veel tussen de methoden, 70% voor Biologie interactief en Nectar en 80% voor Biologie voor jou. Evolutie omvat verschillende niveaus, deze zijn uitgedrukt in de 4 verschillende domeinen (Molecuul en cel niveau, Organisme en populatie niveau, Omgeving niveau en Tijd niveau). Hoe meer domeinen er binnen een onderwerp worden gebruikt, hoe beter de link met alle aspecten van evolutie. Bij alle methoden komen de meeste concepten uit het domein organisme en populatie niveau. Biologie interactief heeft van de 3 methoden de beste mix van domeinen, al mist het concepten op molecuul en cel niveau. Bij Nectar is dat domein beter aanwezig, maar zijn de domeinen tijd niveau en omgeving niveau slecht vertegenwoordigd. Bij alle methoden komen de concepten vooral uit aan het onderwerp gelinkte domein. Bijvoorbeeld omgeving niveau bij ecologie of molecuul en cel niveau bij DNA & eiwitsynthese. De concepten die door de verschillende methodes als belangrijk worden gevonden verschillen van elkaar. Bij Biologie interactief, die het grootst aantal concepten heeft, wordt de focus gelegd op overlevingssucces, voordelige eigenschappen en de omgeving. Hierbij kan evolutionair denken gestimuleerd worden omdat de domeinen "individu & populatie niveau" en "omgeving niveau" worden gekoppeld. Ook in Nectar worden deze concepten genoemd. In Biologie voor jou worden deze concepten niet genoemd, overlevingssucces en de omgeving komen weinig voor, en het concept voordelige eigenschappen komt helemaal niet voor. Daarnaast worden de concepten crossing-over en fenotype in Biologie interactief in zijn geheel niet genoemd. Hierdoor wordt de link met "molecuul en cel niveau" niet gemaakt en wordt evolutionair denken niet echt gestimuleerd. In zowel Nectar als Biologie voor jou wordt het concept crossing-over wel genoemd, maar ook in deze methoden ontbreekt het concept fenotype. In Nectar en Biologie voor jou missen veel concepten in het domein Tijd niveau in vergelijking met Biologie interactief, waardoor het evolutionair denken op dit niveau niet wordt gestimuleerd. Biologie interactief geeft de grootste mogelijkheid tot ontwikkeling van evolutionair denken bij leerlingen. Alle domeinen worden gebruikt en in veel verschillende hoofdstukken komen de evolutionaire concepten terug. Bij Nectar komen de evolutionaire concepten vooral voor bij de onderwerpen Ecologie, Seksualiteit & Voortplanting en DNA & Eiwitsynthese. (zie tabel 3) Biologie voor jou stimuleert het evolutionaire denken niet tot nauwelijks. Hierbij moet wel een duidelijke kanttekening geplaatst worden. In dit onderzoek is alleen gekeken naar de kwantiteit; hoe vaak komen de concepten voor en uit welke domeinen komen deze concepten. Daarom kan dit onderzoek niet worden gebruikt om te bepalen of leerlingen hiermee daadwerkelijk de vaardigheid ‘evolutionair denken’ ontwikkelen. Vervolg onderzoek zou meer kwalitatief op het aanbod van evolutionair denken kunnen ingaan en op de leeropbrengst bij leerlingen. Bij kwalitatief onderzoek kan bijvoorbeeld onderscheid gemaakt worden tussen hoe evolutie plaats vindt en wat het resultaat van evolutie is. Of leerlingen met deze methoden leren evolutionair denken is niet onderzocht. De conceptmap kan nog worden uitgebreid met begrippen als ‘toeval’ en ‘drift’, niet alle verandering is namelijk aanpassing. Als je het als docent belangrijk vindt dat leerlingen de vaardigheid ‘evolutionair denken’ ontwikkelen, is van deze drie methoden Biologie interactief het meest aan te raden. Hierbij worden evolutionaire concepten aan diverse onderwerpen gekoppeld. Ook Nectar legt bij sommige onderwerpen de link met evolutie. Biologie voor jou doet dit niet. Bij evolutionair denken zijn alle vier de domeinen belangrijk. Voor de docent ligt dus een belangrijke rol weggelegd in het aanbieden van evolutionair denken met voldoende kwantiteit en kwaliteit en is het van belang om voor aanvulling te zorgen waar de methode te kort schiet. Dankwoord Onze dank gaat uit naar Klaas van Hees en Alice Veldkamp. Klaas van Hees voor de enthousiaste introductie met het onderwerp, de vele achterliggende kennis en de sturing tijdens het onderzoek. Alice Veldkamp voor de begeleiding van het proces en de feedback op het artikel. Literatuur AAAS (Project 2061), 2006, Evolution on the Front Line: An Abbreviated Guide for Teaching Evolution, Chapter 5: The Living Environment. Dobzhansky, T., 1973. Nothing in biology makes sense except in the light of evolution. American Biology Teacher, 35(3), 125-129. Fail, J., 2008, A No-Holds-Barred Evolution Curriculum for Elementary and Junior High School Students, Evo Edu Outreach 1:56–64 Malmberg, T., 2007, Biologie voor jou nummer 1, Bionieuws (8 sept 2007), jaargang 16. Meagher, T.R. & D. J. Futuyma, 2001, Evolution, Science and Society, The American Naturalist, Vol. 158, No. 4. Tidon, R. & R. C. Lewontin, 2004, Teaching evolutionary biology, Genetics and Molecular Biology, 27, 1,124-131