SST - DOSSIER sociale tewerkstelling in synergie met de reguliere economie Over SST SST vzw (Samenwerkingsverband Sociale Tewerkstelling) is de koepel van de Sociale Werkplaatsen en Arbeidszorgcentra in Vlaanderen en vertegenwoordigt met haar leden ruim 95 % van de sector. Als koepel zet SST in op vier strategische pijlers: SST behartigt de belangen van de sector in beleidsontwikkelingen en is een bevoorrechte gesprekspartner voor beleidsmakers, academici en het brede maatschappelijke veld, SST ondersteunt de leden door het verzamelen en verspreiden van relevante informatie, in het ontwikkelen en implementeren van interne beleidsonderwerpen en door het opnemen van een uitwisselingsfunctie, SST vertegenwoordigt werkgevers in het structurele sociaal overleg binnen het eigen paritair comité, SST bouwt haar dienstverlening naar waardegedreven ondernemerschap uit in socio-economisch en cijfermatig onderzoek om bij te dragen aan een coherente en toekomstgerichte strategieontwikkeling. Contact: SST vzw Koning Albertlaan 124 – 9000 Gent 09 259 97 66 – www.sst.be sst dossier sociale tewerkstelling in synergie met de reguliere economie Fotografie zwart-wit portretten: Frieke Janssens p 2 sociale tewerkstelling 1 in synergie met de reguliere economie Inhoudstafel Over SST Ten geleide: De twijfels van de reguliere economie 1. Een sociale werkplaats geeft mensen zin 2. Sociale economie als noodzakelijke marktverbreding 3. Sociale werkplaatsen hebben een onmiskenbaar economisch nut Besluit: Sociale tewerkstelling, een bron aan opportuniteiten voor de reguliere economie Samenvatting: Sociale tewerkstelling in synergie met de reguliere economie 2 4 5 7 9 11 12 sst dossier sociale tewerkstelling in synergie met de reguliere economie 1 Het resultaat van samenwerking dat groter is dan wat de afzonderlijke partijen in totaal bereiken p 3 TEN GELEIDE. De twijfels van de reguliere economie Samenstelling bedrijfopbrengsten sociale werkplaatsen Overheidsondersteuning Omzet uit economische activiteit 43% 57% 1€ geïnvesteerd door de overheid genereert 1,31€ aan inkomsten uit economische activiteit Tewerkstelling binnen de sociale werkplaatsen op 31/12/2013: 4.535 doelgroepwerknemers 1.306 werknemers Art.60 1.195 mensen in arbeidszorg Sinds het ontstaan van de sociale werkplaatsen begin jaren ’90, zijn deze in sterke mate uitgebreid en geprofessionaliseerd. Werknemers worden optimaal begeleid in hun persoonlijke ontwikkeling en de economische rendabiliteit verhoogt. We verkleinen de afhankelijkheid van overheidsmiddelen. Dit hefboomeffect creëert mogelijkheden voor bijkomende tewerkstelling voor een heel moeilijk te activeren groep. Innovativiteit en ondernemerschap van onze sector zijn kenmerkend en worden gestimuleerd door overheden, klanten en diverse partners. Toch blijkt dat door enkele profit ondernemingen, sterke sociale economiebedrijven als een bedreiging worden gezien. De economische activiteit van een sociale werkplaats vindt voor een groot deel plaats binnen de context van de vrije markt. Sociale werkplaatsen worden door sommigen dus enigszins als concurrenten ervaren. Met deze nota willen we één en ander in een juist perspectief plaatsen. We beschrijven eerst de noodzaak van een parallel, beschermd circuit voor de zwakste werknemers. We schetsen de economische context waarbinnen dit gebeurt en stellen de vraag hoe de sociale economie zich verhoudt binnen de bredere markt van het NEC (“Normaal Economisch Circuit”). In een derde deel belichten we kort onze eerder gemaakte sociale kosten-batenanalyse die de maatschappelijke meerwaarde van de sector cijfermatig aangeeft. 1.556 omkaderingspersoneel 408 andere + 9.000 tewerkstellingsplaatsen We hopen met deze nota een beter inzicht in onze sector te verschaffen. Immers, onbekend is onbemind. sst dossier sociale tewerkstelling in synergie met de reguliere economie p 4 1. Een sociale werkplaats geeft mensen zin Verschillende reguliere sectoren kunnen mooie statistieken voorleggen van de tewerkstelling van kansengroepen. Deze kunnen het gevolg zijn van bewuste maatschappelijke keuzes of van een bedrijfsmatige logica. Laaggeschoolde arbeidskrachten hebben lagere reserveringslonen en zullen relatief sneller jobs invullen met minder gunstige arbeidsomstandigheden. Welke de motivatie ook is, elke bijkomende tewerkstellingsplaats binnen dit segment van de arbeidsmarkt is uiteraard toe te juichen, gezien de vele laaggeschoolde werkzoekenden. In dit geval is er sprake van een arbeidsbeperking. Dit is de doelgroep die in sociale werkplaatsen tewerkgesteld wordt. Trede 6 groepeert personen die in de reguliere economie tewerkgesteld zijn. We stellen een hoge correlatie vast tussen tot een kansengroep behoren en het hebben van een arbeidsbeperking. Vandaar komt wellicht de misvatting van bepaalde sectoren uit het NEC dat ze dezelfde mensen tewerkstellen. De vraag dringt zich dan ook op waarom deze vrije marktwerking niet volstaat om voldoende kansen te bieden voor ieder individu. Een vaak voorkomende redeneringsfout in dit debat is dat de term “kansengroepen” onterecht als een containerbegrip gebruikt wordt. We stellen binnen deze categorie verschillende gradaties vast wat betreft de afstand tot de arbeidsmarkt. We verwijzen naar de participatieladder, een concept dat door de bevoegde overheid gebruikt wordt. Dit is een visuele voorstelling van zes treden die de maatschappelijke participatiegraad in beeld brengt. De onderste vier treden verwijzen naar mensen zonder bezoldigd arbeidscontract. Eén stap hoger vinden we mensen die kunnen werken met een regulier arbeidscontract, maar enkel binnen een beschermde omgeving. de participatieladder betaald werk betaald werk met ondersteuning Tijdelijke activerende projecten Arbeidsmatige projecten onder begeleiding met welzijns- en zorgbegeleiding sociale contacten buitenshuis Contacten beperkt tot huiselijke kring sst dossier sociale tewerkstelling in synergie met de reguliere economie p 5 In de huidige regelgeving kom je in aanmerking voor tewerkstelling in een sociale werkplaats indien men cumulatief minstens 5 jaar ononderbroken inactief is, laaggeschoold en lijdt aan een psychosociale problematiek (PSP). Vooral dit laatste criterium onderscheidt deze doelgroep van de tewerkgestelde kansengroepen binnen de reguliere economie. Bij de inwerkingtreding van het maatwerkdecreet2 zullen deze objectieve criteria vervallen en staat de VDAB in voor de toeleiding van de doelgroep aan de hand van ICF3. Deze wetenschappelijk onderbouwde methode laat toe de afstand tot de arbeidsmarkt te bepalen en op basis hiervan een conforme werkondersteuningspremie te voorzien. Het metaforische ‘rugzakje’. Het grote voordeel is dat mensen veel vroeger de weg naar activering zullen vinden en niet 5 jaar in de wachtkamer blijven zitten. Op die manier roepen we sneller een halt toe aan de depreciatie van het menselijk kapitaal. Ook de praktijk leert ons dat de doelgroep van een sociale werkplaats niet dezelfde is als de kansengroepen die we binnen het NEC vinden. De lage graad van doorstroom bij sociale werkplaatsen toont aan dat de interesse voor potentiële werknemers met een arbeidsbeperking voorlopig vrij beperkt is. In deze context kan de nieuwe regelgeving een brug bouwen tussen beide sectoren.Ook buiten de maatwerkbedrijven4 kan van de individuele ‘rugzak’ ter compensatie van het rendementsverlies worden genoten. Dit wettelijke kader faciliteert de mogelijkheid voor het NEC om mensen met een arbeidsbeperking met dezelfde overheidsondersteuning aan te werven. We hopen dat het positieve verhaal van inclusie zich doorzet en we in de toekomst dus wél dezelfde doelgroep zullen delen. “Levanto helpt als sociale onderneming mensen uit de kansengroepen aan een job via hun sociale werkplaats, projecten van werkervaring en lokale diensteneconomie. Er wordt in kader van doorstroom naar het NEC regelmatig samengewerkt met bedrijven als ISS, Group-f en Care voor de opleiding van schoonmaakprofielen. het rugzakje loonpremie begeleidingspremie Een pakket aan ondersteuningsmaatregelen op maat van iedere individuele doelgroepmedewerker De specifieke aanpak vanuit de sociale economie, bij Levanto, maakt het mogelijk dat net die mensen uit de kansengroepen goed worden voorbereid op een job in de schoonmaak in het NEC. Via ‘terbeschikkingstelling’, een vorm van betaalde stage binnen werkervaring, hebben we in 2014 tot op heden 19 mensen van de 24 die een tbs-contract hadden aan het werk geholpen. Door intensief mensen uit kansengroepen te begeleiden kunnen wij hen dus goed voorbereiden op de wensen van de schoonmaaksector, bewijze de zeer goede resultaten van terbeschikkingstelling.” Philip Kesteloot Sales Manager Levanto vzw sst dossier sociale tewerkstelling in synergie met de reguliere economie 2 Decreet betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling 12/07/2013; B.S. 02/09/2013 3 “International Classification of Functioning, Disability and Health” 4 De huidige sociale en beschutte werkplaatsen p 6 2. Sociale economie als noodzakelijke marktverbreding Sociale werkplaatsen zijn actief in tal van activiteiten: recyclage, groen- en natuuronderhoud, atelierwerking, landen tuinbouw, bouw en renovatie, horeca, fietsateliers, strijk en schoonmaak. Hoewel sociale werkplaatsen zich ook specifiek toeleggen op activiteiten die voor de reguliere economie te weinig rendabel zijn, werken ze in sommige gevallen op hetzelfde terrein als de profit sectoren. Gezien de veelheid aan activiteiten en de relatieve kleinschaligheid van de sociale economie binnen de totale markt, is de concurrentie die uitgaat van deze spelers vrij beperkt. Bedrijven, zowel regulier als sociaal, zien uiteraard liever minder dan meer concurrentie. Vanuit economisch oogpunt is concurrentie een positief gegeven. Het leidt tot efficiëntie en is gunstig voor de consument. Concurrentie moet evenwel eerlijk zijn, gevrijwaard van eventuele marktverstoring. In wat volgt beargumenteren we waarom de sociale economie geen distorsie veroorzaakt. Vooreerst zien we dat de huidige ondersteunende maatregelen een correcte compensatie zijn voor het rendementsverlies. Ondanks de goede bedrijfsvoering zijn de bedrijfsresultaten binnen de sector heel bescheiden. Overheidsondersteuning is dus niet buitenproportioneel. Bovendien kunnen sociale werkplaatsen niet meegenieten van enkele ondersteuningsmaatregelen voor het NEC, zoals innovatie- en investeringssubsidies. De sociale werkplaatsen kennen geen sectorbarema’s voor arbeiders. Op die manier kunnen de lonen sterk variëren naargelang de specifieke situatie. De sector van sociale werkplaatsen is immers sterk heterogeen en de arbeidsvoorwaarden hangen af van de samenstelling van de doelgroep, de activiteit, etc. Sommige werkgevers zien het betalen van een lager dan gemiddeld brutoloon als een katalysator voor doorstroom naar de reguliere economie. De motivatie van de werknemer om door te stromen, is een belangrijke determinant voor een geslaagd doorstroomtraject. Sociale werkplaatsen zijn actief in tal van activiteiten, waaronder natuuronderhoud Anderzijds betalen heel wat werkgevers, vanuit een alternatieve visie, marktconforme lonen. Deze vrijheid op sectorniveau laat toe dat iedere werkplaats de instrumenten in handen heeft om te handelen volgens de eigen bedrijfsvisie. Bovendien zijn er binnen het eigen Paritair Comité heel wat gunstmaatregelen vastgelegd bovenop de wettelijke minima, die niet of nauwelijks bestaan binnen de reguliere sectoren. De sector opteert eerder voor maatregelen die de kwaliteit van arbeid opwaarderen, dan louter bijkomende financiële compensaties. Voorbeelden hiervan zijn de extra vakantiedagen vanaf de leeftijd van 35 jaar en een soepele tijdskredietregeling. sst dossier sociale tewerkstelling in synergie met de reguliere economie p 7 De marktwerking is dus niet enkel wenselijk vanuit financieel oogpunt, maar is ook rechtstreeks in functie van de competentieontwikkeling van de doelgroepmedewerker en de meerwaarde die hij biedt voor de potentiële werkgever van het NEC. Om de competitiviteit te evalueren, wordt soms de effectieve loonkost per gewerkt uur vergeleken. Dit leidt herhaaldelijk tot foutieve conclusies. Ten eerste is er een groot productiviteitsverschil met de reguliere sector. Met andere woorden, het verschil in loonkost is terecht. Stel dat een bepaalde taak 10 uren werk vergt voor een arbeider uit de reguliere economie met een loonkost van 24€/uur. Bij een rendementsverlies van 50% zal een werknemer die taak uitvoeren in 20 uren. Om concurrentieel te zijn mag de loonkost in dit voorbeeld slechts 12€ per uur bedragen. Bovendien is het aantal gewerkte uren niet gelijk aan het aantal gefactureerde uren. Bij sociale werkplaatsen zal dit verschil groter zijn. Ten tweede is begeleiding en omkadering zeer omvangrijk bij sociale werkplaatsen. Werk is enkel mogelijk mits voldoende begeleiding (jobcoaches, sociale dienst, en zo voort) op de werkvloer. Dus ook de kost van deze begeleiding moet in de loonkost van de doelgroep worden meegerekend. Bedrijven zoeken opdrachten door in te tekenen op openbare aanbestedingen. De praktijk toont dat sociale werkplaatsen hierop intekenen met marktconforme prijzen. Uit een bevraging bij sociale werkplaatsen blijkt dat gemiddeld slechts 41,5% van de opdrachten werd weerhouden bij openbare aanbestedingen zonder sociale clausule. De grootste prijsbrekers ervaren zij in de reguliere economie, niet in de sociale economie! 83% van de respondenten rapporteert sterke concurrentie van buitenlandse firma’s. Openbare aanbestedingen met sociale clausule brengen enig soelaas. Daar worden gemiddeld 68,6% van de opdrachten verworven. Dit type van aanbesteding geeft extra ruimte voor de sociale economie. Ook reguliere bedrijven zullen binnen het nieuwe wetgevend kader makkelijker toegang hebben tot ‘maatwerk’ binnen de organisatie en op die manier ook kunnen voldoen aan de sociale clausule. Zoals aangetoond werken sociale werkplaatsen in een context die slechts deels afhankelijk is van subsidies. Om dit te bereiken, gaan de zaakvoerders op zoek naar rendabele niches. Een overlap van activiteiten tussen reguliere en sociale economie heeft ook voordelen. Sociale werkplaatsen creëren betekenisvolle arbeid, ‘werk-op-maat’. Hierdoor kan men bepaalde vaardigheden ontwikkelen en verhoogt de kans op doorstroom naar gelijkaardige bedrijven in het NEC. De marktwerking is dus niet enkel wenselijk vanuit financieel oogpunt, maar is ook rechtstreeks in functie van de competentieontwikkeling van de doelgroepmedewerker en de meerwaarde die hij biedt voor de potentiële werkgever van het NEC. “Sinds 2010 werken wij samen met de firma GAVRA. Het is een tegelgroothandel die voorbeeldpanelen met de verschillende vloeren distribueert aan tegelhandels in heel België. Indien een bepaalde reeks niet meer geproduceerd of verkocht wordt, komen de panelen terug naar de groothandel die ze dan bij ons aflevert. Via tewerkstelling arbeidszorg zorgen wij dat de houten panelen ontdaan worden van tegels. Tegels die stuk zijn worden weggegooid en het restafval daarvan wordt door GAVRA opgehaald en gestort. Tegels die geschikt zijn voor hergebruik worden in onze kringwinkel van Geel aan de klanten te koop aangeboden. En tenslotte worden de houten panelen opnieuw aan GAVRA afgeleverd opdat ze opnieuw betegeld kunnen worden met nieuwe reeksen tegels en opnieuw verspreid over de verschillende tegelhandels. Deze samenwerking is dus voor alle partijen een duidelijke win-win-win. De Kringwinkel Zuiderkempen creëert tewerkstelling voor kansengroepen en ontvangt een vergoeding per paneel, de omzet van de verkochte tegels draagt bij aan de tewerkstelling in de kringwinkels, klanten kunnen aan zeer aantrekkelijke prijzen tegels kopen en GAVRA kan de houten panelen meermaals hergebruiken wat kostenbesparend en ecologisch is. Een gelijkaardig project loopt met de firma SIMS voor de ontmanteling van tv-decoders. We zien nog tal van andere mogelijkheden voor dergelijke samenwerkingsverbanden met de reguliere sectoren.” Kris Ooms Algemeen Directeur De Kringwinkel Zuiderkempen sst dossier sociale tewerkstelling in synergie met de reguliere economie p 8 3. Sociale werkplaatsen hebben een onmiskenbaar economisch nut In de sociale kosten-batenanalyse van het memorandum 2014 van SST blijkt dat de tewerkstelling van één extra VTE doelgroepwerknemer op jaarbasis een nettowinst oplevert van 12.228€. Voor de overheid worden de kosten van de subsidies op korte termijn gecompenseerd door een reeks nieuwe inkomsten en door het wegvallen van de kost van werkloosheid. Als we de totale initiële kost voor de overheid vergelijken met de maatschappelijke nettowinst, blijkt bijkomende sociale tewerkstelling een return on investment van 52,6% te genereren. De maatschappelijke baten zijn groot omwille van de bijkomende welvaartscreatie en omdat de uitstroom uit werkloosheid in het alternatieve geval heel onwaarschijnlijk is. Merk op dat bij de berekeningen rekening gehouden werd met een gedeeltelijke verdringing van de economische activiteit. Direct meetbare gevolgen van sociale tewerkstelling per gesubsidieerd vte doelgroepwerknemer, per jaar Kosten Baten Overheid Saldo 12.228,63 3.792,95 Totale ondersteuning door Vlaamse Overheid SINE premie RVA -15.135,96 -3.336,90 Wegvallen werkloosheidsuitkering 12.000,00 Wegvallen begeleiding en oriëntatie van de werkloze 1.514,70 Werknemersbijdragen 854,14 Werkgeversbijdragen 2.305,96 Personenbelasting 3.540,81 Extra indirecte belastingen door hogere consumptie Overheidsondersteuning voor omkadering 942,06 -4.757,62 Gedeeltelijk terugverdieneffect tewerkstelling omkadering 3.344,30 Opbrengsten BTW uit toegevoegde waarde bedrijfsactiviteit 1.827,09 Andere: autotaksen, rechtspersonenbelasting, patrimoniumtaks en gemeentebelasting 694,37 Samenleving 5.350,44 Niet-gesubsidieerde kostprijs doelgroep -5.461,70 Niet-gesubsidieerde kostprijs omkadering -3.242,38 Opbrengsten uit de bedrijfsactiviteit Netto effect verdringing en stimulering activiteit NEC 18.739,37 -4.684,84 Individu 3.085,23 Nettoloon min gederfde werkloosheidsuitkering (excl. indirecte belastingen) Kosten werknemer omwille van werk 4.291,59 -1.206,36 Opmerking: Voor details, zie Memorandum SST 2014 http://www.sst.be/samen/over_ons/publicaties/ sst dossier sociale tewerkstelling in synergie met de reguliere economie p 9 Bovenop de becijferde kosten en baten zijn er ook nog een groot aantal latente gevolgen van sociale tewerkstelling die nauwelijks monetariseerbaar zijn. Zo zal de activering en de daarmee gepaarde opwaardering van het menselijk kapitaal zorgen voor positieve effecten op lange termijn. Grotere zelfredzaamheid en hogere zelfwaardering verhogen de weerstand tegen psychologische en sociale problemen. Voor het NEC ontstaan positieve spillover effecten en voor de samenleving dalen de sociale kosten ten gevolge van criminaliteit, gezondheidsomstandigheden en armoede. Sociale werkplaatsen als tewerkstellingsmaatregel voor kansengroepen is dus ontegensprekelijk een goede investering. We pleiten dan ook voor een grondige uitbreiding van het toegekende contingent. Uit een bevraging blijkt dat indien de overheid dit zou faciliteren, de komende 3 jaar 1.600 extra jobs voor mensen met een arbeidsbeperking kunnen worden gecreëerd binnen de sociale werkplaatsen. Het terugverdieneffect van een bijkomende tewerkstellingsplaats overstijgt ruimschoots de initiële kosten. Een omvangrijk groeipad voor de sector is dan ook een maatschappelijk te verantwoorden investering. sst dossier sociale tewerkstelling in synergie met de reguliere economie p 10 BESLUIT Sociale tewerkstelling, een bron aan opportuniteiten voor de reguliere economie De drie bovenstaande stellingen demonstreren het grote economisch en maatschappelijk belang van sociale werkplaatsen. Meer zelfs, ze inspireren voor verdere groei en ontplooiing van de sector. Sociale werkplaatsen staan klaar om 1.600 bijkomende arbeidsplaatsen te creëren de komende jaren. Die jobs zijn meer dan welkom want nog heel wat mensen zijn vandaag in de langdurige werkloosheid gebetonneerd. Voor een groot deel van hen is de afstand tot de arbeidsmarkt te groot om tewerkgesteld te worden door de reguliere economie. De kans op uitstroom uit de werkloosheid bij deze groep is bijzonder laag en vaak voor korte duur. Binnen de sociale tewerkstelling kan men de nodige competenties verwerven door middel van betekenisvolle arbeid. Voor sommigen kan dit op termijn leiden tot doorstroom naar het NEC. Het beslag op het overheidsbudget wordt direct gecompenseerd door de vele terugverdieneffecten. De vele lopende samenwerkingsverbanden tussen sociale en reguliere economie blijken inderdaad voor beide partijen een grote meerwaarde te bieden. Vele bedrijfsleiders uit de reguliere economie kunnen vandaag getuigen over de synergie die optreedt wanneer de opportuniteiten worden gegrepen. Met deze uitgereikte hand willen we bijdragen tot een duurzame arbeidsmarkt. We nodigen de reguliere economie uit om de opportuniteiten van de sociale economie te ontdekken, zowel qua doorstroom van onze doelgroep, als voor economische samenwerking en kennisspillovers. “De vele lopende samenwerkingsverbanden tussen sociale en reguliere economie blijken inderdaad voor beide partijen een grote meerwaarde te bieden” sst dossier sociale tewerkstelling in synergie met de reguliere economie p 11 Sociale tewerkstelling in synergie met de reguliere economie Een sociale werkplaats geeft mensen zin • • • Sociale werkplaatsen geven kansen aan mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. De doelgroep van de sociale werkplaatsen vinden we vooralsnog niet terug binnen de reguliere economie. De individuele werkondersteunende maatregelen kunnen de slaagkansen van doorstroom opkrikken. Sociale economie als noodzakelijke marktverbreding • • • ociale werkplaatsen zetten (onder andere) in op economisch rendabele activiteiten. S De overheidsondersteuning is een correcte compensatie voor het rendementsverlies. De economische activiteit verlaagt enerzijds de subsidieafhankelijkheid van de sector en verhoogt anderzijds het competentieversterkend karakter van de tewerkstelling en de kans op doorstroom. Sociale werkplaatsen hebben een onmiskenbaar economisch nut • • • oor het specifieke profiel van de doelgroep is het alternatief voor de meeste medewerkers D een verderzetting van langdurige werkloosheid. De geïnvesteerde overheidsmiddelen worden ruimschoots gecompenseerd door het wegvallen van werkloosheidsuitkeringen en de extra inkomsten uit diverse taksen. Een sociale kosten-batenanalyse toont het directe terugverdieneffect voor overheid, samenleving en individu. Een lange lijst latente voordelen suggereert dat de positieve effecten nog talrijker zijn.