Informatie Informatie Voor meer informatie over het behandelprogramma en het behandelteam kunt u terecht op de website van Roessingh, www.roessingh.nl. Onder het menu-item Volwassenenrevalidatie staat het onderwerp Behandelaars. Daar worden de diverse behandelaars toegelicht. Onder het menu-item Diagnosegroepen – Volwassenen vindt u het kopje CVA. Hier kunt u onder andere voorlichtingsfilms met betrekking tot CVA kijken. CVA-Revalidatie Vernieuwend Revalidatie na een herseninfarct of hersenbloeding Attent Samen F42.012014 Klachten Als u zaken over de behandeling niet begrijpt of ergens ontevreden over bent, dan wil de betreffende behandelaar dit graag met u bespreken. Mocht dit niet tot een oplossing leiden, dan kunt u terecht bij de klachtenfunctionaris van Roessingh, Centrum voor Revalidatie: telefoon 053 487 53 26, e-mail: [email protected] Roessinghsbleekweg 33 7522 AH Enschede Postbus 310 7500 AH Enschede T 053 487 58 75 F 053 433 96 55 [email protected] Iwww.roessingh.nl P CVA-Revalidatie na een herseninfarct of -bloeding Wat is een CVA? Cerebro Vasculair Accident (CVA) is de medische term voor een beroerte, een beschadiging van de bloedvaten in de hersenen. Deze beschadiging kan ontstaan door een zuurstoftekort als gevolg van een afsluiting (herseninfarct) of door scheuring (hersenbloeding) van een bloedvat. Gevolgen van een CVA Alles wat we doen, denken en voelen, wordt door de hersenen aangestuurd. Een beschadiging van de hersenen kan deze functies verstoren. De gevolgen zijn afhankelijk van de plaats en de grootte van de beschadiging en de leeftijd van de persoon. Sommige gevolgen kunnen zichtbaar zijn, zoals verlammingsverschijnselen of problemen bij het spreken. Voorbeelden van minder zichtbare gevolgen zijn moeite met zien, eten, begrijpen van taal en verandering op het gebied van emoties, het gedrag of het denken. Eenvoudige handelingen als schrijven en koken zijn niet meer vanzelfsprekend. Niet alleen de persoon zelf, maar ook zijn/haar omgeving wordt getroffen door de beroerte. Het kan zijn dat ze in de nieuwe situatie hulp moeten bieden of minder goed met elkaar kunnen communiceren. Het doel van de behandeling Het doel van de klinische behandeling is u weer zo zelfstandig mogelijk naar uw eigen (al dan niet aangepaste) thuissituatie te laten terugkeren. In situaties waar dit niet haalbaar is, wordt er gekeken naar andere oplossingen, zoals een verzorgingshuis of een verpleeghuis. De poliklinische behandeling richt zich op vooraf gestelde behandeldoelen. Hoe ziet de behandeling eruit? Het revalidatieproces loopt volgens een behandelplan. Bij de opname worden uw hulpvragen globaal in kaart gebracht. De begeleidende disciplines vormen deze hulpvragen samen met u tot haalbare doelstellingen. Deze doelstellingen worden geformuleerd in het behandelplan. Dit plan wordt elke zes weken tijdens de patiëntenbesprekingen met alle betrokkenen besproken en, indien nodig, bijgesteld. Klinische behandeling Dit houdt in dat u door de week in het revalidatiecentrum verblijft en, zo mogelijk, in het weekend naar huis gaat. Bij de opname wordt u ontvangen door de verpleegkundige van de afdeling. De eerste prioriteit is de zelfverzorging. Als u zich veilig weet te redden, kan de behandeling overgaan in poliklinische revalidatie. Poliklinische behandeling Poliklinisch revalideren houdt in dat u enkele dagen of dagdelen per week naar Roessingh komt voor revalidatiedagbehandelingen. Tijdens de poliklinische behandeling wordt er vastgehouden aan uw hulpvragen. Nazorg Als de behandeling is afgerond, is er de mogelijkheid tot nazorg. De nazorgverpleegkundige denkt mee over hoe het leven na een CVA zo goed mogelijk ingericht kan worden. Het behandelteam Bij Roessingh wordt u behandeld door een multidisciplinair team van behandelaars, zoals een revalidatiearts, fysiotherapeut, beweginsagoog, ergotherapeut en maatschappelijk werker. Deze behandelaren werken nauw samen tijdens uw revalidatieproces. Hierdoor kunnen verschillende problemen door meerdere disciplines tegelijk bekeken worden. Ook de psycholoog is bij de behandeling betrokken, onder andere voor onderzoek naar mogelijke veranderingen in het denken en het geheugen. Moeite met spreken of begrijpen van taal (afasie) vereist specifieke aandacht van een logopedist.