3 Sharley Vullers Luisa Akansu Eva Schoren Reizen naar andere

advertisement
3
Sharley Vullers
Luisa Akansu
Eva Schoren
Reizen naar andere sterren pas mogelijk in 2200?
Interstellaire: Ruimte tussen de sterren , waarin zich zeer ijle en hier en daar zeer hete interstellaire
materie bevindt in de vorm van gas en stofdeeltjes die onder andere absorptie en daardoor
verduistering van verre objecten veroorzaken.
Vortex: Latijnse benaming voor werveling
Soliton: bijzonder golfverschijnsel, het is een eenlinggolf, die over lange afstand zijn vorm behoudt.
Volgens een wetenschappelijke studie die uitgaat van ons vermogen om energie op te wekken, zullen
we pas begin drieëntwintigste eeuw voldoende vermogen hebben om een verkenningsschip richting
Alfa Centauri, onze dichtsbijzijnde buur, te sturen. De vraag: hebben deze onderzoekers wel gelijk?
Ruimtereizen kosten ontstellend veel energie. Alhoewel door bijvoorbeeld gebruik te maken van
ruimteliften en zonnezeilen het prijskaartje behoorlijk omlaag kan, blijven de enorme negatieve
zwaartekrachtspotentialen van de aarde en de zon energievreters.
Dat is nog weinig vergeleken met wat ontsnappen aan de zon kost: 886 megajoule per kilo vanaf de
omloopbaan van de aarde. Wel kan energie afgesnoept worden door langs andere planeten te
vliegen en slimme ruimtevaarttechneuten doen dat ook om zo hun ruimteverkenners gratis naar de
verre, ijzige buitenplaneten te kunnen sturen.
Omdat de afstanden tussen sterren enorm zijn: zelfs het licht doet meer dan vier jaar over de reis
naar buurster Alfa Centauri, moeten ruimteschepen zeer snel kunnen reizen, denk aan procenten van
de lichtsnelheid. Een ander alternatief is een generatieschip: een enorm ruimtedorp waarin de
nakomelingen van de vertrekkende astronauten aankomen bij de buurster. Beide alternatieven
vreten uiteraard energie. En dan komt het volgende probleem. Afremmen. Dat kost net zo veel
brandstof en energie als versnellen.
We kunnen natuurlijk een langzame robotverkenner sturen. Zo zal over tachtigduizend jaar Pioneer
11 vier lichtjaar hebben overbrugd. Tachtigduizend jaar is alleen wel erg lang. Misschien bestaat de
mens dan niet eens meer. Kortom: alleen als we onze energieproductie kunnen verveelvoudigen,
kunnen ontsnappen aan het zonnestelsel. De groei van de omvang van onze economie staat ruwweg
gelijk aan de groei van het energieverbruik: enkele procenten per jaar. Marc Millis, ex-hoofd van
de NASA-denktank voor interstellaire ruimtevaart en oprichter van de Tau Zero Foundation met
hetzelfde doel, denkt daarom dat pas over tweehonderd jaar de eerste robots Alfa Centauri
bereiken. Pas dan is onze energieproductie duizenden malen groter dan nu en wordt het peanuts om
een ruimteschip voldoende te versnellen.
Millis weet duidelijk waar hij over praat. De man heeft de afgelopen twintig jaar niets anders gedaan
dan inventieve manieren bedenken en speculatieve ideeën van anderen beoordeeld om te
ontsnappen aan het zonnestelsel.
Om te beginnen: de grootte. We kunnen nu al met atomen slepen. Over niet al te lange tijd kunnen
we in een zeer klein ruimtescheepje van misschien honderd kilo atoom voor atoom alle apparatuur
proppen die nodig is om de onderzoeken te verrichten. Versnellen doen we hier op aarde voor een
groot deel met een laser zodat er minder brandstof meehoeft: überhaupt is een geladen vortex of
soliton die de baan rond het ruimtescheepje schoonveegt nuttig. We kunnen met het ruimteschip
een Von Neumann-machine sturen die een stuk ruimtepuin rond Alfa Centauri ombouwt tot redelijk
goede waarnemingsapparatuur. Misschien zelfs wel uit bevruchte menselijke eicellen een complete
nieuwe menselijke kolonie laat groeien.
Wat is de afstand van aarde naar Alfa Centauri?
Welke zonnestelsels zijn er allemaal?
Download