Lietuviųkalba Litouws

advertisement
Extract ter illustratie
Litouws
Lietuviųkalba
Litouws
Inleiding
Taalfamilie
Indo-europese talen
=>Bal
t
i
s
chet
al
en(
naas
tGer
maans
e,Romaans
e,Sl
av
i
s
che,
…)
=> Litouws, Lets en (alleen in geschreven vorm) Oud-Pruissisch
Vanwege zijn conservatief karakter is het Litouws taalkundig heel interessant. Taalkundigen die
het Sanskriet willen doorgronden, leren Litouws.
Waar
In Litouwen: 65.200 km² aan de Baltische zee, tussen de Russische enclave Kaliningrad, Polen,
Wit-Rusland en Letland.
Hoeveel
In Litouwen zelf: 3,5 miljoen Litouwers, waarvan meer dan 80% Litouws spreekt als moedertaal,
de rest vooral Russisch (8%) en Pools (7%). Daarnaast wonen enkele honderdduizenden
Litouwers in het buitenland, waarvan meerdere honderden in België omwille van de
internationale instellingen van Brussel.
In het totaal schat men het aantal sprekers van het Litouws op 4.000.000.
Het ontstaan
Rond de zevende eeuw splitsten het Litouws en Lets zich van elkaar af.
In het middeleeuwse Groot Hertogdom Litouwen waren de officiële talen Slavisch en Latijn.
In de zestiende eeuw werd het Litouws een officiële schrijftaal. De eerste tekst is een vertaling
van de catechismus van Luther (Martynas Mazvydas).
In 1629 verscheen een Pools-Litouws woordenboek (Konstantinas Sirvydas), in 1653 de eerste
Litouwse grammatica (in het Latijn, Daniel Klein). Jonas Jablonskis (1860-1930)
standaardiseerde de taal.
Tijdens het Pools-Litouwse koninkrijk werd Pools gesproken.
Van 1836 tot 1903 was Russisch de officiële taal en werden publicaties in het Litouws zelfs
verboden. Ze werden toen gedrukt in het buitenland en door smokkelaars het land
binnengebracht.
De eerste officiële documenten stammen pas uit 1918 ten tijde van de Litouwse Republiek.
Ten tijde van de Sovjetoverheersing na de Tweede Wereldoorlog was het leren van Russisch
verplicht.
Pas in 1989 werd Litouws weer de officiële taal. Er bestaan verschillende dialecten. Het dialect
vanAukš
t
ai
t
i
j
avor
mtdes
t
andaar
dnor
m,maarhetdi
al
ec
tvanŽemaitija wordt ook ruim
gesproken. De onderlinge verschillen zijn niet zo groot.
Alfabet en uitspraak
De letters
Er zijn 32 letters:
aąbcčdeęėfghiįyjklm noprsštuųūvzž
AĄBCČDEĘĖFG HIĮYJKLM NO PRSŠTUŲŪVZŽ
Met hun naam:
Aa,Ąą(
anos
i
nė)
,Bb(
bė)
,Cc(
cė)
,Čč(
čė)
,Dd(
dė)
,Ee,Ęę(
enos
i
nė)
,
…(enz.)…
www.talenfestival.be
1/2
Extract ter illustratie
Litouws
Grammatica
Naamvallen, geslacht
Naamvallen: nominatief, genitief, datief, accusatief, instrumentalis, locatief, vocatief
Het lijdend voorwerp is meestal in de accusatief, soms in de genitief (bijgedachte van "een of
enkele van een groep"), bij ontkennende zinnen zelfs altijd in de genitief (bv. "Nėra kavos").
Na voorzetsels volgt een genitief, datief, accusatief of (zelden) instrumentalis.
Niet alleen substantieven en adjectieven worden verbogen, maar ook telwoorden en
deelwoorden (zie werkwoord) en zelfs persoonlijke voornaamwoorden.
Geslacht: mannelijk, vrouwelijk. Te herkennen aan de uitgang van de nominatief, soms
aanvullend van de genitief en in zeldzame gevallen is ook dat niet voldoende. Dan helpt het
woordenboek.
Naamwoorden
Substantieven:
 mannelijk: -as, -ias, -ys, -is (klasse 1), -us, -ius (klasse 2), -is/-ies (klasse 4), -uo/-ens
(klasse 5)
 vrouwelijk: -a, -ia, -i, -ė(
kl
as
s
e3)
,-is genitief -ies (klasse 4), -uo/-ers, -ė/
-ers (klasse 5)
De meest voorkomende zijn de mannelijke op -as (35%) en de vrouwelijke op -a (25%).
Elke vorm heeft eigen uitgangen voor de zeven naamvallen enkelvoud en meervoud.
Adjectieven: hebben elk een mannelijke en een vrouwelijke vorm. Er zijn drie klassen (telkens:
mannelijke nominatief / vrouwelijke nominatief): -is / -ė, -(i)as / -(i)a, -us / i.
Ook hier heeft elke vorm eigen uitgangen voor de zeven naamvallen enkelvoud en meervoud.
Werkwoordvervoeging
Tegenwoordige tijd:
infinitief
ik
jij (informeel)
gij, u (formeel)
hij, zij, het
wij
jullie
zij
beminnen
myl
ėt
i
ašmyliu
tu myli
jūs mylite
jis/ji myli
mes mylime
jūs mylite
jie/jos myli
zijn
būt
i
ašesu
tu esi
jūs esate
jis/ji yra
mes esame
jūs esate
jie/jos yra
hebben
t
ur
ėt
i
ašturiu
tu turi
jūs turite
jis/ji turi
mes turime
jūs turite
jie/jos turi
Andere enkelvoudige tijden: verleden eenmalig, verleden meermalig, toekomend.
Deelwoorden: tegenwoordig, verleden eenmalig, verleden meermalig, toekomend (telkens:
mannelijk en vrouwelijk, enkelvoud en meervoud, 7 naamvallen). Elk deelwoord bestaat in een
actieve en in een passieve vorm (maar verleden meermalig passief bestaat niet).
Daarnaast zijn er zelfstandige vormen van de deelwoorden (bv. "een etende") en bijwoordelijke
vormen (twee types).
Bovendien bestaan er deelwoorden die een "moeten" aangeven , bv. "moetende eten").
Samengestelde tijden zijn een samenstelling van het hulpwerkwoord "zijn" (in al zijn tijden en
vormen) met een deelwoord (alle vormen): een groot aantal combinaties zijn mogelijk.
Verder bestaan een imperatief (tweede persoon enkelvoud + eerste en tweede persoon
meervoud) en een voorwaardelijke wijs.
…(enz.)…
www.talenfestival.be
2/2
Download