Johannes - kerk Vlijmen

advertisement
Woord van Leven
September 2012
“Wie het water
drinkt dat Ik hem
geef, zal nooit meer
dorst krijgen. Het
water dat Ik geef,
zal in hem een bron
worden waaruit
water opwelt dat
eeuwig leven geeft.”
Johannes 4,13-14
Deze woorden van Jezus zijn een parel van het evangelie.
Hij sprak ze tot een Samaritaanse vrouw die bij de put van
Jakob water was gaan halen.
Wie het
landschap in
Palestina kent,
weet van hoeveel
belang zo’n
eenvoudig element
als water is.
Het beeld dat Jezus met de woorden water, dorst en bron
opriep behoefde dat ook niet veel uitleg. Net zo onmisbaar als
water voor ons dagelijks leven is, zo onmisbaar is het ‘levend
water’ waarover Jezus spreekt voor het eeuwig leven.
Zoals een woestijn pas opbloeit na overvloedige regen, zullen
de zaadjes van het goddelijke leven alleen ontkiemen wanneer
ze rijkelijk worden bevloeid door het Woord van God.
De plant groeit, krijgt
nieuwe scheuten en
wordt tot een boom of
een prachtige bloem
als de plant het
levende water ontvangt
van het Woord. Dat
brengt leven voort en
houdt het leven voor
alle eeuwigheid in
stand.
“Wie het water
drinkt dat Ik hem
geef, zal nooit meer
dorst krijgen. Het
water dat Ik geef,
zal in hem een bron
worden waaruit
water opwelt dat
eeuwig leven geeft.”
Johannes 4,13-14
De woorden van Jezus gelden voor iedereen die dorst heeft:
degenen die zich ervan bewust zijn geestelijk droog te
staan, maar ook degenen die niet eens meer de behoefte
voelen om te drinken van de ware levensbron..
In feite richt Jezus zich tot alle mensen van vandaag. Hij
laat zien waar we het antwoord kunnen vinden op al onze
vragen. Zijn boodschap lest alle dorst.
Hoe kunnen we uit deze bron putten? Als de woorden van
het evangelie werkelijk doordringen in ons leven, als we ons
leven werkelijk toetsen aan Jezus’ woorden, als we denken
en liefhebben zoals Hij denkt en liefheeft, dan drinken we
van dit levende water.
Ieder ogenblik dat we het evangelie in leven omzetten,
ieder gebaar van liefde voor onze medemens is een teug
van dat water.
Dát is nu precies het bijzondere ervan: telkens als we
ons hart openen voor alle mensen borrelt het in ons op.
Het wordt een bron, een bron van God, die meer
water geeft naarmate we de dorst van anderen
lessen met kleine of grote daden van liefde.
“Wie het water
drinkt dat Ik hem
geef, zal nooit meer
dorst krijgen. Het
water dat Ik geef,
zal in hem een bron
worden waaruit
water opwelt dat
eeuwig leven geeft.”
Johannes 4,13-14
Als we putten uit
Hem en het water
dat Hij ons geeft
weer doorgeven,
zullen we geen
dorst meer
kennen.
Soms is een woord, een glimlach, een eenvoudig gebaar
van solidariteit al genoeg om ons de levengevende
kracht van het frisse water te laten ervaren.
En wanneer we altijd doorgaan met geven, wordt deze stroom
een bron van vrede en geluk die nooit opdroogt.
Er is nog een geheim dat Jezus ons heeft geopenbaard.
Wanneer we ons verenigen in zijn naam en elkaar
liefhebben met zijn liefde, is Hij in ons midden. Vgl. Mt 18,20.
Dan zullen er hele ‘stromen van levend water’ uit ons
binnenste opwellen. Jezus in ons midden is de bron die onze
dorst voor alle eeuwigheid lest. Vgl. Joh 7,38.
“Wie het water
drinkt dat Ik hem
geef, zal nooit meer
dorst krijgen. Het
water dat Ik geef,
zal in hem een bron
worden waaruit
water opwelt dat
eeuwig leven geeft.”
Johannes 4,13-14
“Woord van Leven”, uitgegeven door de Focolarebeweging.
Tekst van Chiara Lubich,”(1920-2008),
Geschreven in 2002
www.focolare.nl
Lay-out Anna Lollo in samenwerking met Don Placido D’Omina (Sicilia, Italië)
Informatie: www.focolare.org
Deze powerpoint in verschillende talen
is te downloaden op: www.santuariosancalogero.org
Download