Non-Hodgkin Lymfomen Dr. J. Lemmens Lymfeklierkanker Vereniging Vlaanderen 12/12/2015 Inleiding • • • • • • • Hematologische kankers: ± 6% van totaal. Lymfomen ± 4 % van alle Ca ( ongeveer 300000 nieuwe gevallen in de wereld/j), waarvan 1/3 agressieve lymfomen. Incidentie stijgt met leeftijd – 0,3/100000 (35-39j) – 26,6/100000 (80-84j) Bepaalde types ifv leeftijd (Burkitt lymfoom bij kinderenfolliculair NHL bij volwassenen) Man > Vrouw Ziekte komt vooral voor in USA en W-E, minder in Azië en Oost-Europa. Stijgende incidentie 3-5%/jaar, reden is ? NHL: toenemende incidentie Epidemiologie NHL • • • • Zevende meest frequente kanker in wereld Ongeveer 301000 nieuwe gevallen/jaar Man>vrouw Incidentie stijgt met leeftijd NHL versus Hodgkin Lymfomen: oorzaken • • • Immuunziekten (aangeboren, auto-immuun vb reuma, orgaantransplantatie, immuunsuppressiva, chronische ontstekingen) Zwaarlijvigheid Virussen: – • • • Hep B, C, EBV, HHV-8, HTLV-1, HIV Bacteriën – Borrelia Burgdorferi: huidlymfoom – Chlamidia Psittaci: traanklier/orbitalymfoom – Helicobacter pylori: maaglymfoom – Campylobacter jejuni: darmlymfoom Pesticiden, benzeen, tabak? Bestraling Lymfomen: symptomen • • • • • • • Soms geen (toevallige vondst klier) Hinderlijke klier(en) Pijn Verminderde eetlust Vermagering (-10%/6m = B-symptoom) Koorts (= B-symptoom) Zweten, ‘s nachts (= B-symptoom) Lymfomen: diagnose • Lichamelijk onderzoek: gewichtsmeting, klieren, zwelling van lever of milt, orgaanaantasting • Labo: normale bloedaanmaak?, lever- nierfunctie?, LDH • Verse klierbiopsie (microscopie, immunohistochemie “flow-cytometrie”, soms chromosomenonderzoek, soms DNA) • Beenmergpunctie/Botbiopt • PET/CT-scan • CT thorax, CT abdomen, (CT hals) Celdeling Celdeling Celdeling Chromosoom/moleculair onderzoek Inleiding : CD20 expressie Bone Marrow Pluripotent stem cell Lymphoid stem cell Blood, Lymph Pre-B cell B cell Activated B cell Plasma cell CD 20 Press OW. Semin Oncol. 1999:58–65. Chromosoom/moleculair onderzoek • Link tussen gen-afwijking en tumorale groei: – Translocatie Gemodifiëerd gen Mechanisme – t(14;18) bcl-2 anti-apoptose – t(2;8) c-Myc cel cyclus++ en cel diff.-- – t(11;14) cyclin D1 suppr.cel cycl.--- – 3q27 bcl-6 transcriptie++ Lymfomen: WHO classificatie • WHO classificatie met klinische, microscopische, flowcytometrische en moleculaire gegevens: – 1998, 2008 (Update 2016): • Lijst van ± 30 ziekte-entiteiten – B-cel maligniteiten » » – T-cel maligniteiten » » – Precursor- B Mature (Perifere) B-cel (12 entiteiten ) Precursor- T Mature (Perifere) T-cel (13 entiteiten) Hodgkin Non-Hodgkin lymfomen Mantle cell (6%) Peripheral T cell (6%) Other subtypes (9%) Indolent (35%) Composite lymphomas (13%) DLBCL (31%) Armitage J, et al. J Clin Oncol 1998; 16:2780–2795. Lymfomen: : bepaling ziekte uitbreiding (stadiëring) • Gemodif. Ann Arbor systeem: – Stadium I: • Een enkele klierregio is aangetast (of 1 orgaanlocalisatie E) – Stadium II: • Twee of meer klierstations (zelfde zijde middenrif) ± 1 E – Stadium III: • Klieren aan beide zijden van middenrif (±1 E) Stadium IV: • Uitgebreide aantasting een of meer organen A/B – • Lymfomen: stadiëring met PET/CT en beenmergpunctie/botbiopsie lymfomen: stadiëring Lymfomen: prognose • • • • Leeftijd Algemene conditie van de patiënt Uitbreiding ziekte (stadium) Agressiviteit van ziekte Prognose bij diffuus grootcellig NHL • Internationale NHL Prognostic Index • Risico factor Ongunstig – Leeftijd >60 – Stadium III of IV – Aantal extranodale loc. 2+ – Performance status ECOG 2+ – LDH abnormaal • Categorie Aantal risicofactoren – Low 0,1 – Low-intermed. 2 – High-intermed. 3 – High 4,5 Prognose bij diffuus grootcellig NHL • International Prognostic Index – Risk group • • • • Low Low interm. High interm. High 3j zonder ziekte> 87% 75% 59% 56% 3jOS 91% 81% 65% 59% Prognose bij folliculaire lymfomen: FLIPI score • • Risico factoren: – Leeftijd > 60 jaar – Stadium III-IV – LDH abnormaal – Hb < 12 g/dl – >4 klierstations aangetast Prognostische score: – Good prognosis (0-1 factor): 10j overleving: 71% – Intermediate (2 factoren): 10j overleving: 51% – Poor Prognosis (>2 factoren): 10 j overleving: 36% Diffuus grootcellig B-NHL • • • • • • • Belangrijkste subtype lymfeklierkanker Heel wisselende presentatie Meestal snel groeiende klieren, meestal ptn ziek Levensbedreigend (m) zo onbehandeld Geneesbaar met chemotherapie: CHOP-Rituximab 8 kuren Soms 3-6 kuren +bestraling bij beperkt stadium Therapie: diffuus grootcellig B-cel NHL • • • Meer dan 15 jaar is R-CHOP/3 weken de standaard – Rituximab 375 mg/m2 IV d1 – Cyclofosfamide 750mg/m2 IV d1 – Adriamycine 50 mg/m2 IV d1 – Vincristine 1,4 mg/m2 IV d1(max 2mg) – Prednisone 100 mg/d PO d1-5 Meer agressieve combinaties niet meer doeltreffend (tenzij “DA-EPOCH” voor sommige subtypes) Upfront hoge dosis chemotherapie met stamceltransplantatie soms beter voor prognostisch ongunstige subgroepen Monoclonaal antilichaam Mabthera • Specifiek gerichte therapie • Mabthera bindt aan CD20 op lymfoom-celoppervlak en triggert immuunafweer, werkt direct toxisch op de cel en verhoogt efficiëntie van chemotherapie • Bij eerste infusie kan allergische reactie optreden of griepaal syndroom Therapie: oudere ptn (GELA-LNH 98.5) NB Update 7J FU: curves blijven divergeren Standaard behandeling DLBCL (en FL gr 3) • • Stadium I-II non-Bulky: (3-)6x CHOP + rituximab/21d en Radiotherapie Stadium II Bulky-IV: - bij IPI low en low–intermediate: 6-8x CHOP + rituximab/21d - bij IPI intermediate-high en high, en ≤ 65j: 6-8x CHOP + rituximab/14 d of variant (+ groeifactoren) - bij IPI intermediate-high en high, en > 65j: 6-8x CHOP + rituximab/21d • • • • • Bij hartpatiënten: 3x CHOP/rituximab + bestraling als alternatief voor full chemotherapieprogramma Bij bejaarde patiënten: aangepast schema (mini-CHOP)R (zie verder) Soms intensificatie met upfront hoge dosis chemo en autologe stamcelTx Bij lokalisaties in testis, oogkassen en sinussen: hersen-profylaxie Bij herval/refractaire ziekte: nieuwe chemo (“DHAP+ rituximab of ICE + rituximab”), nadien hoge dosis chemo + stamceltransplantatie Standaard behandeling DLBCL • Behandeling van de oudere ptn (Nederlandse registratie, 2000): – Leeftijd • • • • • <60 60-64 65-69 70-74 >75 CR(%) 5j OS(%) nle levensexpect (j) 65 65 53 48 39 52 43 34 27 14 20 17 13 10 8 Rol van PET: status na 2 cycli 1.00 PET neg (n = 49) 2-yr EFS = 80% Proportion 0.75 PET pos (n = 32) 2-yr EFS = 46% 0.50 0.25 p = 0.0003 0.00 0 1 me o c t u : o e i t d c i u st 2 ed r 1 e p t 0 n 2 o t d ce d o e e r o l l i r B fa o T n Maa E g P re P m i , r P e O Int H C R r e t f A 2 Years 3 4 5 R-CHOP 21, R-CHOP 14 of iets beter? 100 80 Transplantation 60 40 Conventional treatment 20 Overall survival (%) Event-free survival (%) 100 Hervallen NHL: Hoge dosis chemo+ autologe stamcelTx is standaard zo NHL nog chemo-gevoelig is p = 0.001 0 0 15 30 80 Transplantation 60 40 Conventional treatment 20 p = 0.038 0 45 60 75 90 DFS:Months after randomisation 0 15 30 45 60 75 90 OS:Months after randomisation Philip T, et al. NEJM 1995; 333:1540–1545. Folliculair NHL Folliculair NHL: inleiding • • • • • • • • • Tweede meest voorkomend NHL. Incidentie neemt toe (X2 in 30 jaar tijd) Meestal weinig agressief Agressiviteit wordt microscopisch gegradeerd (graad 1,2,3a,3b) in functie van aanwezigheid grote agressieve cellen (centroblasten) FL graad 3 moet worden behandeld als DLBCL Stadiëring volgens gemodifiëerd Ann Arbor systeem in I, II, III, IV A/B Meeste ptn hebben uitgebreid stadium, slechts 10-15% stadium I en II Mediane overleving 8-10 jaar Prognostische index: FLIPI score Folliculair NHL: therapie • • Stadium I en beperkte II: Bestraling kan genezing bekomen in 45-80% van ptn Stadium II-III-IV: – Wait and see – Chlorambucil (leukeran tabletten) – Chemo-immunotherapie intraveneus • “CVP”-Rituximab, • “CHOP”-Rituximab, • Steeds met 2 jaar rituximab/2 maanden als onderhoudsbehandeling – Rituximab only – Intensieve therapie met “eigen stamcellen”-transplantatie – Radio-immunotherapie: Zevalin – Nieuwe behandelingen (zie verder) Folliculair NHL: onderhoudstherapie Externe bestraling vs RIT External Beam radiation Radioimmunotherapy 90Y Ibritumomab Tiuxetan (Zevalin) Ibritumomab Monoclonal antibody – Murine monoclonal antibody parent of rituximab Tiuxetan (MX-DTPA) Chelator Radionuclide – Conjugated to antibody, forming strong urea-type bond – Stable retention of 90Y Folliculair NHL: therapie • Resultaten van RT in FL stadium I-II – Ref n°ptn observ. tijd relapse free – Pendlebury 58 10 43 – MacManus 177 15 44 – Stuschke 117 5 83(I)/44(II) – Murtha 66 10 - – Wilder 80 15 66(I)/26(II) – Ott 58 10 64 – Guadagnolo 106 10 46 Folliculair NHL: nieuwe therapieën • Veel nieuwe behandelingen zijn beschikbaar of op komst… alleen de terugbetaling is een probleem! – Chemotherapie: Bendamustine – PI3K-inhibitoren: Idelalisib (“Zydelig”), Copanlisib, Duvelisib – Immunotherapie: Obinutuzumab, anti PD1/PDL1 – Proteasoominhibitoren: Ixazomib – Bruton’s tyrosine kinase blokker: Ibrutinib, APC196 – PKC beta blokker: Enzasturin – Studies! • • IPI 145 (duvelisib) + obinutuzumab of rituximab DART dual affinity re-targeting proteine (CD19 +CD3)