2004-11 vroM - milieudiscussiestuk GroenLinks

advertisement
Milieu: nu even wel
Het milieu mag bij het huidige kabinet en de meerderheid van het huidige parlement
slechts op een zeer beperkte belangstelling rekenen. Dat vraagt van GroenLinks, als
enige echte groene partij, om een gedegen debat.
Milieu is ‘uit’ en het is niet zomaar een dipje dat vanzelf weer voorbij gaat. De
malaise in het milieubeleid is namelijk verre van onschuldig: de tegenkrachten
maken én krijgen op alle bestuurlijke niveau’s meer ruimte om hun ergernissen de
vrije loop te laten en de publieke opinie daarvoor te mobiliseren. Ze proberen de
verworvenheden op milieugebied ongedaan te maken. Zo ontstaat een politiek
klimaat waarin steeds minder mensen geneigd zijn zich op te werpen voor de
verworvenheden van het milieubeleid van de afgelopen decennia en dus aan alles
kan getornd worden.
De tegenbeweging zet door. Hoezo was er politiek besloten de kerncentrales te
ontmantelen? Hoezo niet boren in de Waddenzee? Hoezo moet je het landschap
openhouden? Volgens de tegenbeweging kunnen veel milieuregels overboord in
een grootscheepse regelopruiming. Daarbij is niet van belang om na te gaan
waarom de milieuregels er zijn en wat ze beschermen, maar vooral de
(administratieve) last die ‘we’ ervan hebben.
Profiterend van de mineurstemming over het milieu zitten technocraten op het
vinkentouw die luidkeels kwetteren over de inefficiëntie en de traagheid van de
besluitvorming, en zien velen hun financiële winst in het verkorten of nalaten van
procedures. Dat er steeds opnieuw 'waarden' in het geding zijn die zorgvuldige
afweging behoeven, is nauwelijks een overweging. Beter kan de dubbelzinnigheid
van de nu dominante conservatieve agenda niet worden aangetoond: aan de
voorkant heerst de moraal (waarden en normen, fatsoen, respect), aan de
achterkant heersen de kille technocratie en het financiële gewin die genadeloos
snoeien in het stelsel van regels die milieu en mensen beschermen.
Ook het Europees krachtenveld rond het milieu knarst. Waar Nederland steeds
meer zijn milieuvoorsprong in Europa verliest, dringen de Europese milieuregels
steeds verder door. Het bedrijfsleven raakt ermee in een spagaat. Enerzijds roept
het om een gelijkwaardig speelveld in Europa - en dus om een gelijke één-op-één
implementatie van Europese regels in alle lidstaten - anderzijds vindt het die regels
uitermate vervelend en is Europa de boeman. De roep om soepele interpretatie van
de Europese regels, verwijzend naar de zuidelijke lidstaten en de nieuwe lidstaten in
het oosten die het ook niet zo nauw zouden nemen, wordt steeds heviger. Dat
daarmee het heilige gelijke speelveld verder weg raakt, lijkt dan even niet zo
belangrijk.
Lastig parket
Deze politieke ‘wende' brengt GroenLinks in een lastig parket. Tot pakweg
halverwege ‘Paars’ werd GroenLinks op alle mogelijke manieren geassocieerd met
de partij die het voortouw nam op het terrein van het milieu. GroenLinks bepaalde
de agenda, in die zin dat zij met haar ideeën en voorstellen altijd voor de politieke
troepen uitliep. Alle mogelijke uitwerkingen van het principe ‘de vervuiler/gebruiker
betaalt’ zetten de toon in het debat. Er is een stevige lijst van milieumaatregelen te
bedenken die uiteindelijk in het beleid zijn gerealiseerd, die het eerst door
1
GroenLinks zijn omarmd en politiek gemaakt.
Dat is sinds een aantal jaren aan het veranderen. Niet wat de opstelling van
GroenLinks betreft. De milieuparagrafen uit het verkiezingsprogramma tonen de
(virtuele) voorhoedepositie van GroenLinks. De milieurapportcijfers die de RIVMdoorberekening oplevert bewijzen dat bij elke verkiezingsronde. In de notitie “De
100% samenleving”, die de Kamerfractie rond Prinsjesdag presenteerde, zit weer
een fors en deels vernieuwd ‘vergroeningspakket’.
Het probleem is alleen dat niemand daar nog jaloers op is. Milieu lijkt niet meer
behartenswaardig, maar krijgt in de conservatieve ‘agenda’ het beeld opgeplakt van
een bureaucratisch stelsel van regels en verboden, waardoor ‘niets’ mag. Het wordt
gedevalueerd van publiek belang, van een publieke waarde, naar overbodige
regelzucht, ouderwetse bedilzucht, bureaucratische bemoeizucht.
GroenLinksers dreigen daarmee van creatieve aanvallers in de rol van zeurderige
verdedigers te worden gedrongen. Ze voelen zich verantwoordelijk voor alles wat de
afgelopen decennia als gevolg van het milieubeleid is bereikt en hebben als eerste
reflex deze erfenis bij elke aanval spontaan te verdedigen. Het bizarre is dat
GroenLinksers zich daarmee woordvoerders en eigenaren maken van een
beleidsinstrumentarium van milieuregels, vergunningen en verboden, terwijl
GroenLinks - als het om milieubeleid gaat - primair altijd de partij was van de
heffingen, de partij die slecht gedrag in rekening bracht, die ‘de vervuiler’ wenste te
laten betalen: het milieu in de prijzen.
Debat
De ‘eenvoudiger’ milieuproblemen zijn de afgelopen decennia onderkend, er is
beleid op geformuleerd, en dat beleid is in een zekere fase van uitvoering. Neem als
voorbeeld afval, in de jaren tachtig hét milieutopic: gifvaten bij Lekkerkerk en de
Volgermeerpolder, dampende vuilnisbelten in de vlakke polder. We gingen afval
scheiden! Inmiddels loopt dit een tijdje en spitst het debat zich hierbij – logisch – toe
op de uitvoering, de instrumenten. Is het wel effectief zoals we het doen?
Het debat over de uitvoering van milieubeleid, over de praktijk van alledag moet
GroenLinks aan het hart gaan. Dít is wat mensen concreet van groene politiek
merken. Waarmee ook de meeste kans is op een hernieuwd draagvlak voor
milieubeleid. Dit is niet primair een debat over de ernst van de problemen, maar over
de effectiviteit van de oplossingen. In het problematiseren van deze oplossingen en
het doen van voorstellen voor alternatieven moet GroenLinks voorop lopen. We
zullen het bestaande instrumentarium tegen het licht moeten houden: wat werkt wel
en wat niet?
De andere helft van het debat zou moeten gaan over de ernst van de problemen: de
problemen die steeds blijven liggen. Waar de relatief eenvoudige milieuproblemen
worden aangepakt, blijven grote en complexe milieuproblemen grotendeels
onaangeroerd. In het rapport “Naar nieuwe wegen in het milieubeleid” (2003) noemt
de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid vier grote milieuproblemen:
klimaatverandering, biologische en genetische vervuiling, verkeer en vervoer, en
verlies aan biodiversiteit. GroenLinks zal de partij moeten zijn die deze
milieuproblemen problematiseert en agendeert.
De vraag die we op deze thema’s stellen is : waar blijft een serieuze aanpak? En:
wat is dan een goed plan van aanpak; wat zijn de voorstellen van GroenLinks op
deze terreinen? Vervolgens: hoe krijgen we weer maatschappelijke steun voor de
aanpak van deze problemen? Met welke aanpak benaderen we welke groepen?
2
Welke risico’s vinden wij als maatschappij onaanvaardbaar groot?
Het milieudebat van GroenLinks moet dus voor de ‘oude’ problemen gaan over de
aanpak zelf (werkt het?), en voor de nieuwe problemen primair over hoe we ze
aanpakken, agenderen, wat de oplossingsrichtingen zijn. Een milieudebat in de
komende Magazines, op de website, in de afdelingen, op
milieunetwerkbijeenkomsten en op de milieuconferentie van 2005.
Dit artikel is een samenvatting en bewerking van een interne notitie van de parlementaire
milieuwoordvoerders Jos van der Lans en Wijnand Duyvendak. Die notitie is de start voor een bredere
discussie binnen GroenLinks die moet uitmonden in een milieuconferentie in 2005. Daar kan de basis
worden gelegd voor nieuwe voorstellen en voor het verkiezingsprogramma van 2007. Leden worden
van harte uitgenodigd een bijdrage te leveren via het half november startende discussieforum op
www.groenlinks.nl. Reacties zijn ook welkom bij magazine@groenlinks of bij het milieunetwerk
GroenLinks, e-mail: [email protected]. Verder is er op 2 december om 19.30 uur op het
partijbureau in Utrecht een discussieavond van het milieunetwerk over ditzelfde thema. Informatie op
de website en bij het milieunetwerk.
3
Download