BELASTINGRECHT Minor Financieel Advies en Ondersteuning, 2012-2013 1 BELASTINGRECHT Blok 1 2 BELASTINGRECHT - LITERATUUR • Inkomstenbelasting, theorieboek • Inkomstenbelasting, werkboek • Tip: Belastingalmanak van Elsevier AGENDA BLOK 1 BELASTINGRECHT • • • • • • • Week 1: H 1 en 2 Week 2: H 4 (4.20 t/m 4.46) en H11 Week 3: H 3 en 4 (4.1 t/m 4.19) Week 4: H 5 en 6 Week 5: H 7 en 9 Week 6: aangifte inkomstenbelasting Week 7: aangifte inkomstenbelasting en tentamentraining HOOFDSTUK 5 Heffingsgrondslag bij aanmerkelijk belang (box 2) 5 INKOMEN UIT AANMERKELIJK BELANG • Particuliere vermogenswinsten zijn onbelast, behalve in geval van een aanmerkelijk belang • Inkomen uit aanmerkelijk belang -> belast in box 2 • Eerst kijken of inkomen in box 1 valt: • • • • • Winst uit onderneming Loon Resultaat uit overige werkzaamheden Periodieke uitkeringen en verstrekkingen Inkomsten uit eigen woning 6 AANMERKELIJK BELANG • De belastingplichtige heeft al dan niet samen met zijn partner voor minimaal 5% van het geplaatste kapitaal direct of indirect aandeelhouder is in een NV of BV • Partner = fiscaal partner • Aanmerkelijk belang heeft uitsluitend betrekking op: • Aandelen (soort aandelen) • Van aandelen afgeleide rechten zoals koopopties en genotsrechten (vrichtgebruik) • Winstbewijzen • Stemrecht in de algemene vergadering van aandeelhouders 7 MEESLEEPREGELING Als een belastingplichtige een aanmerkelijk belang heeft in een vennootschap, behoren daartoe ook zijn overige aandelen in of winstbewijzen van die vennootschap 8 MEETREKREGELING Een belastingplichtige heeft ook een aanmerkelijk belang indien hij de aandelen in of winstbewijzen van een vennootschap bezit waarin niet hij, maar wel een van de volgende personen een aanmerkelijk belang heeft: • De fiscale partner • Een van hun bloed- of aanverwanten in de rechte lijn • Afgeleid aanmerkelijk belang 9 SOORT AB EN PARTNERREGELING Wie van de onderstaande personen heeft een AB in BV X? Welke AB gevolgen als Jan zijn partnerrelatie beëindigt? rechthebbenden BV X nominaal geplaatst gewone aandelen prioriteits aandelen preferente aandelen Winstbewijzen 1.000 nvt 1.000 nvt 100 1 6 4 houders jan Kees piet partner Jan 1 5 93 1 1 2 2 2 0 1 1 2 MEESLEEPREGELING (ART. 4.9 IB) Jan verkoopt zijn gewone aandeel BV X voor 1.800. (kostprijs 1.000) Welke belastinggevolgen treden op voor Jan? rechthebbenden BV X nominaal geplaatst gewone aandelen prioriteits aandelen preferente aandelen Winstbewijzen 1.000 nvt 1.000 nvt 100 1 6 4 houders jan Kees piet partner Jan 1 5 93 1 1 2 2 2 0 1 1 2 MEETREKREGELING (ART. 4.10 IB) Bepaal voor situatie 1 t/m 3 wie een AB hebben (Jan = Zoon) Situatie Belang 1 2 3 4 gewone aandelen preferente aandelen Winstbewijzen rechthebbenden BV X nominaal geplaatst 1.000 1. 000 nvt 100 100 5 Relatie tot Jan vader Jan zoon partner 1 4 93 2 4 4 4 4 1 FICTIEF AANMERKELIJK BELANG • Indien een belastingplichtige niet meer voldoet aan het 5%-criterium, maar op grond van een wettelijke fictie geacht wordt toch een aanmerkelijk belang te hebben 13 INKOMEN UIT AANMERKELIJK BELANG • Reguliere voordelen -> inkomsten waarbij de belastingplichtige de tot het ab behorende aandelen/winstbewijzen niet vervreemd maar juist aanhoudt • Vervreemdingsvoordelen -> alle voordelen die worden behaald bij de vervreemding van aandelen en winstbewijzen die tot een ab behoren 14 HOOFDSTUK 6 Heffingsgrondslag bij sparen en beleggen (box 3) 15 BELASTBAAR INKOMEN EN VOORDEEL (1) • Het voordeel uit sparen en beleggen verminderd met de persoonsgebonden aftrek • Voordeel wordt gesteld op 4% van de grondslag sparen en beleggen • Persoonsgebonden aftrek: • • • • • Uitgaven voor onderhoudsverplichtingen Verliezen op beleggingen in durfkapitaal Uitgaven voor levensonderhoud van kinderen Uitgaven voor specifieke zorgkosten Aftrekbare giften 16 BELASTBAAR INKOMEN EN VOORDEEL (2) • • • • Tarief 30% 30% van 4% = 1,2% Peildatum 1 januari Partners kunnen de gezamenlijke grondslag sparen en beleggen naar keuze tussen hen verdelen • Schulden -> verplichtingen met een waarde in het eco verkeer, voor zover deze niet al in box 1 of box 2 zijn opgenomen • De eerste EUR 2.900 aan schulden op 1/1 zijn niet aftrekbaar (voor fiscale partners geldt een dubbele drempel van EUR 5.800) 17 RENDEMENTSGRONDSLAG • Rendementsgrondslag = de waarde van de bezittingen minus de waarde van de schulden • Bezittingen: • Onroerende zaken • Rechten die betrekking hebben op onroerende zaken • Roerende zaken die niet voor persoonlijk gebruik dienen en roerende zaken die wel voor persoonlijk gebruik, maar die hoofdzakelijk als belegging dienen • Rechten op roerende zaken • Rechten die niet op zaken betrekking hebben (bv geld) • Overige vermogensrechten 18 KAPITAALVERZEKERINGEN • Vallen in principe in box 3 • Bijzondere positie 3 kapitaalverzekeringen: • Kapitaalverzekering eigen woning (kew) valt in box 1 (meestal vrijgesteld in box 1) • Overlijdensrisicoverzekering (EUR 6.703 vrijgesteld) • Polissen gericht op kapitaalsuitkeringen bij ziekte, invaliditeit en ongeval (vrijgesteld) 19 PEILDATUM EN ANDERE BEPALINGEN • 1 januari en niet zoals in het boek staat: gemiddelde tussen 1/1 en 31/12!!!! • Vermogen van kinderen -> het vermogen van een minderjarig kind wordt toegerekend aan de ouder die het gezag over dat kind uitoefent • Vermogen van het kind wordt in beginsel gelijkelijk over beide ouders verdeeld (verdelen naar eigen inzicht mag) • Fiscale partners mogen onderling schuiven met de gezamenlijke grondslag 20 HEFFINGSVRIJ VERMOGEN • EUR 21.139 (EUR 42.278 voor fiscale partners samen) • Kindertoeslag EUR 2.779 (2012) voor elk minderjarig kind • Ouderentoeslag -> als het inkomen en het vermogen van 65+ers aan bepaalde voorwaarden voldoet, wordt heffingsvrij vermogen verhoogd • Vrijstelling aan de voet (voetvrijstelling) 21 VRIJSTELLINGEN • • • • • • Bos- en natuurterreinen en aangewezen landgoederen Voorwerpen van kunst en wetenschap Rechten op roerende zaken krachtens erfrecht Bepaalde rechten (EUR 6.859) Spaarloonregeling Kortlopende termijnen van inkomsten en verplichtingen 22 MAATSCHAPPELIJKE BELEGGINGEN • EUR 56.420 (voor fiscale partners EUR 112.840) • Vrijstelling groene belegging • Vrijstelling sociaal-ethische beleggingen 23 BELEGGINGEN IN DURFKAPITAAL • Vrijstelling EUR 56.420 (fiscale partners EUR 112.840) • Beleggingen in durfkapitaal • Directe beleggingen (de vroegere tante Agaathleningen) • Indirecte beleggingen • Culturele beleggingen 24 WAARDERING BEZITTINGEN EN SCHULDEN • • • • • Uitgangspunt is de waarde in het economisch verkeer Woningen andere dan de eigen woning -> WOZ-waarde Effecten Genotsrechten Wettelijk vruchtgenot 25 SOORTEN PERIODIEKE UITKERINGEN (LIJFRENTEN) • Lijfrenten waarvan de premie niet aftrekbaar is, behoren tot de heffingsgrondslag van box 3 • Bij premie gedeeltelijk aftrekbaar in box 1, dan deel polis opnemen in box 1 en deel polis opnemen in box 3 26